Wet van 1 november 2012, houdende nieuwe regels omtrent aanbestedingen (Aanbestedingswet 2012)

Aanbestedingswet 2012

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is richtlijn nr. 2004/17/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 31 maart 2004 houdende coördinatie van de procedures voor het plaatsen van opdrachten in de sectoren water- en energievoorziening, vervoer en postdiensten (PbEU L 134) en richtlijn nr. 2004/18/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 31 maart 2004 betreffende de coördinatie van de procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten voor werken, leveringen en diensten (PbEU L 134) opnieuw te implementeren ten behoeve van een goede uitvoering en naleving van de uit deze richtlijnen voortvloeiende voorschriften, en ten behoeve van verbetering en vereenvoudiging van de integriteitstoetsing en van voorschriften van administratieve aard, en voorts ook enige regels van inhoudelijke en administratieve aard te stellen met betrekking tot andere opdrachten;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Deel

1

Algemene bepalingen

Hoofdstuk

1.1

Begripsbepalingen

Artikel

1.1

In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • aanbestedende dienst: de staat, een provincie, een gemeente, een waterschap of een publiekrechtelijke instelling dan wel een samenwerkingsverband van deze overheden of publiekrechtelijke instellingen;

  • aanbestedingsstukken: alle stukken die door de aanbestedende dienst of het speciale-sectorbedrijf worden opgesteld of vermeld ter omschrijving of bepaling van onderdelen van de aanbesteding of de procedure;

  • aankoopcentrale: een aanbestedende dienst die of speciale-sectorbedrijf dat een gecentraliseerde aankoopactiviteit en eventueel een aanvullende aankoopactiviteit verricht;

  • aannemer: een ieder die de uitvoering van werken op de markt aanbiedt;

  • aanvullende aankoopactiviteit: een activiteit die bestaat uit het verlenen van ondersteuning aan een aankoopactiviteit, in het bijzonder op de volgende wijzen:

    • a.

      door het beschikbaar stellen van technische infrastructuur die aanbestedende diensten of speciale-sectorbedrijven in staat stelt overheidsopdrachten respectievelijk speciale-sectoropdrachten te plaatsen;

    • b.

      door advisering over het verloop of de opzet van aanbestedingsprocedures;

    • c.

      door voorbereiding en beheer van aanbestedingsprocedures namens en voor rekening van de betrokken aanbestedende dienst of het betrokken speciale-sectorbedrijf;

  • Autoriteit Consument en Markt: de Autoriteit Consument en Markt, genoemd in artikel 2, eerste lid, van de Instellingswet Autoriteit Consument en Markt;

  • bijzonder recht: een recht dat bij wettelijk voorschrift of bij besluit van een bestuursorgaan aan een beperkt aantal ondernemingen wordt verleend en waarbij binnen een bepaald geografisch gebied:

    • a.

      het aantal van deze ondernemingen die een dienst mogen verrichten of een activiteit mogen uitoefenen op een andere wijze dan volgens objectieve, evenredige en niet-discriminerende criteria tot twee of meer wordt beperkt,

    • b.

      verscheidene concurrerende ondernemingen die een dienst mogen verrichten of een activiteit mogen uitoefenen op een andere wijze dan volgens deze criteria worden aangewezen, of

    • c.

      op een andere wijze dan volgens deze criteria aan een of meer ondernemingen die een dienst mogen verrichten of een activiteit mogen uitoefenen voordelen worden toegekend, waardoor enige andere onderneming aanzienlijk wordt belemmerd in de mogelijkheid om dezelfde activiteiten binnen hetzelfde geografische gebied onder in wezen dezelfde omstandigheden uit te oefenen;

  • centrale aanbestedende dienst: een aanbestedende dienst, genoemd in bijlage I van richtlijn 2014/24/EU;

  • concessiehouder: een ondernemer aan wie een concessieopdracht is gegund;

  • concessieopdracht: een concessieopdracht voor diensten of een concessieopdracht voor werken;

  • concessieopdracht voor diensten: een schriftelijke overeenkomst onder bezwarende titel die is gesloten tussen een of meer dienstverleners en een of meer aanbestedende diensten of speciale-sectorbedrijven en die betrekking heeft op het verlenen van andere diensten dan die welke vallen onder overheidsopdracht voor werken, en waarvoor de tegenprestatie bestaat uit hetzij uitsluitend het recht de dienst die het voorwerp van de overeenkomst vormt, te exploiteren, hetzij uit dit recht en een betaling;

  • concessieopdracht voor werken: een schriftelijke overeenkomst onder bezwarende titel die is gesloten tussen een of meer aannemers en een of meer aanbestedende diensten of speciale-sectorbedrijven en die betrekking heeft op:

    • a.

      de uitvoering of het ontwerp en de uitvoering van werken die betrekking hebben op een in bijlage I van richtlijn 2014/23/EU aangewezen activiteit, of

    • b.

      een werk dan wel het verwezenlijken, met welke middelen dan ook, van een werk dat voldoet aan de eisen van de aanbestedende dienst of het speciale-sectorbedrijf die een beslissende invloed uitoefenen op het soort werk of op het ontwerp van het werk,

    waarvoor de tegenprestatie bestaat uit hetzij uitsluitend het recht het werk dat het voorwerp van de opdracht vormt, te exploiteren, hetzij uit dit recht en een betaling;

  • conformiteitsbeoordelingsinstantie: een instantie die conformiteitsbeoordelingsactiviteiten verricht en die geaccrediteerd is overeenkomstig verordening (EG) nr. 765/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 9 juli 2008 tot vaststelling van de eisen inzake accreditatie en markttoezicht betreffende het verhandelen van producten en tot intrekking van verordening (EEG) nr. 339/93 (PbEU 2008, L 218);

  • CPV: de gemeenschappelijke woordenlijst overheidsopdrachten, vastgesteld bij verordening (EG) nr. 2195/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 5 november 2002 betreffende de gemeenschappelijke woordenlijst overheidsopdrachten (CPV) (PbEG 2002, L 340);

  • dienstverlener: een ieder die diensten op de markt aanbiedt;

  • dynamisch aankoopsysteem: een elektronisch proces voor het doen van gangbare aankopen van werken, leveringen of diensten, waarvan de kenmerken wegens de algemene beschikbaarheid op de markt voldoen aan de behoeften van de aanbestedende dienst of het speciale-sectorbedrijf, dat is beperkt in de tijd en gedurende de gehele looptijd openstaat voor ondernemers die aan de eisen voor toelating tot het systeem voldoen;

  • eigen verklaring: een verklaring als bedoeld in artikel 2.84, eerste lid;

  • elektronisch middel: een middel waarbij gebruik wordt gemaakt van elektronische apparatuur voor gegevensverwerking (met inbegrip van digitale compressie) en gegevensopslag, alsmede van verspreiding, overbrenging en ontvangst door middel van draden, straalverbindingen, optische middelen of andere elektromagnetische middelen;

  • elektronisch systeem voor aanbestedingen: het elektronische systeem voor aanbestedingen, bedoeld in artikel 4.13;

  • elektronische factuur: factuur die is opgesteld, verzonden en ontvangen in een gestructureerde elektronische vorm die automatische en elektronische verwerking ervan mogelijk maakt;

  • elektronische veiling: een zich herhalend elektronisch proces voor de presentatie van nieuwe, verlaagde prijzen of van nieuwe waarden voor bepaalde elementen van de inschrijvingen, dat plaatsvindt na de eerste volledige beoordeling van de inschrijvingen en dat klassering op basis van automatische beoordelingsmethoden mogelijk maakt;

  • gecentraliseerde aankoopactiviteit: een activiteit die permanent plaatsvindt op een van de volgende wijzen:

    • a.

      de verwerving van leveringen of diensten die bestemd zijn voor aanbestedende diensten of speciale-sectorbedrijven;

    • b.

      het plaatsen van overheidsopdrachten respectievelijk speciale-sectoropdrachten die bestemd zijn voor aanbestedende diensten of speciale-sectorbedrijven;

  • gedragsverklaring aanbesteden: een verklaring als bedoeld in artikel 4.1;

  • gegadigde: een ondernemer die heeft verzocht om een uitnodiging, of is uitgenodigd, om deel te nemen aan een niet-openbare procedure, een procedure van de concurrentiegerichte dialoog, een mededingingsprocedure met onderhandeling, een procedure van het innovatiepartnerschap, een onderhandelingsprocedure met aankondiging, een onderhandelingsprocedure zonder aankondiging of een procedure voor de gunning van een concessieopdracht;

  • gunningsbeslissing: de keuze van de aanbestedende dienst of het speciale sectorbedrijf voor de ondernemer met wie hij voornemens is de overeenkomst waarop de procedure betrekking had te sluiten, waaronder mede wordt verstaan de keuze om geen overeenkomst te sluiten;

  • innovatie: de toepassing van een nieuw of aanmerkelijk verbeterd product, een nieuwe of aanmerkelijk verbeterde dienst of een nieuw of aanmerkelijk verbeterd proces;

  • inschrijver: een ondernemer die een inschrijving heeft ingediend;

  • keurmerk: document, certificaat of getuigschrift dat bevestigt dat een werk, product, dienst, proces of procedure aan bepaalde eisen voldoet;

  • keurmerkeis: de voorschriften waaraan een product, dienst, proces of procedure moet voldoen om een keurmerk te verkrijgen;

  • levenscyclus: alle opeenvolgende of onderling verbonden stadia in het bestaan van een product of werk of bij het verlenen van een dienst;

  • leverancier: een ieder die producten op de markt aanbiedt;

  • mededeling van de gunningsbeslissing: een schriftelijke kennisgeving die voldoet aan de in artikel 2.130 gestelde eisen;

  • mededingingsprocedure met onderhandeling: procedure waarbij alle ondernemers naar aanleiding van een aankondiging een verzoek mogen doen tot deelneming, maar uitsluitend de door de aanbestedende dienst geselecteerde ondernemers een eerste inschrijving mogen indienen en waarbij door middel van onderhandelingen met een of meer van hen naar definitieve inschrijvingen wordt toegewerkt;

  • niet-openbare procedure: procedure waarbij alle ondernemers naar aanleiding van een aankondiging een verzoek mogen doen tot deelneming, maar alleen de door de aanbestedende dienst of het speciale-sectorbedrijf geselecteerde ondernemers mogen inschrijven;

  • ondernemer: een aannemer, leverancier of dienstverlener;

  • onderhandelingsprocedure: procedure waarbij de aanbestedende dienst of het speciale-sectorbedrijf met door hem geselecteerde ondernemers overleg pleegt en door middel van onderhandelingen met een of meer van hen de voorwaarden voor de opdracht vaststelt;

  • Onze Minister: Onze Minister van Economische Zaken en Klimaat;

  • openbare procedure: procedure waarbij alle ondernemers naar aanleiding van een aankondiging mogen inschrijven;

  • overheidsbedrijf: een bedrijf waarop een aanbestedende dienst rechtstreeks of middellijk een overheersende invloed kan uitoefenen uit hoofde van eigendom, financiële deelneming of de op het bedrijf van toepassing zijnde voorschriften;

  • overheidsopdracht: een overheidsopdracht voor werken, een overheidsopdracht voor leveringen, een overheidsopdracht voor diensten of een raamovereenkomst;

  • overheidsopdracht voor diensten: een schriftelijke overeenkomst onder bezwarende titel die is gesloten tussen een of meer dienstverleners en een of meer aanbestedende diensten en die betrekking heeft op het verlenen van andere diensten dan die welke vallen onder overheidsopdracht voor werken;

  • overheidsopdracht voor leveringen: een schriftelijke overeenkomst onder bezwarende titel die is gesloten tussen een of meer leveranciers en een of meer aanbestedende diensten en die betrekking heeft op:

    • a.

      de aankoop, leasing, huur of huurkoop, met of zonder koopoptie, van producten of

    • b.

      de levering van producten en die slechts zijdeling betrekking heeft op werkzaamheden voor het aanbrengen en installeren van die levering;

  • overheidsopdracht voor werken: een schriftelijke overeenkomst onder bezwarende titel die is gesloten tussen een of meer aannemers en een of meer aanbestedende diensten en die betrekking heeft op:

    • a.

      de uitvoering of het ontwerp en de uitvoering van werken die betrekking hebben op een van de in bijlage II van richtlijn 2014/24/EU bedoelde activiteiten,

    • b.

      de uitvoering of het ontwerp en de uitvoering van een werk, of

    • c.

      het laten uitvoeren met welke middelen dan ook van een werk dat voldoet aan de eisen van de aanbestedende dienst die een beslissende invloed uitoefent op het soort werk of het ontwerp van het werk;

  • prijsvraag: procedure die tot doel heeft een aanbestedende dienst of een speciale-sectorbedrijf een plan of een ontwerp te verschaffen dat na een aankondiging van de opdracht door een jury wordt geselecteerd, al dan niet met toekenning van prijzen;

  • procedure van de concurrentiegerichte dialoog: procedure waarbij alle ondernemers naar aanleiding van een aankondiging een verzoek mogen doen tot deelneming en waarbij de aanbestedende dienst of het speciale-sectorbedrijf een dialoog voert met de tot de procedure toegelaten ondernemers, teneinde een of meer oplossingen te zoeken die aan de behoeften van de aanbestedende dienst of het speciale-sectorbedrijf beantwoorden en op grond waarvan de geselecteerde ondernemers zullen worden uitgenodigd om in te schrijven;

  • procedure van het innovatiepartnerschap: procedure waarbij alle ondernemers een verzoek tot deelneming mogen indienen naar aanleiding van een aankondiging voor een opdracht die is gericht op de ontwikkeling en aanschaf van een innovatief product of werk of een innovatieve dienst welke niet reeds op de markt beschikbaar is en waarbij door middel van onderhandelingen met een of meer van hen naar definitieve inschrijvingen wordt toegewerkt;

  • publiekrechtelijke instelling: een instelling die specifiek ten doel heeft te voorzien in behoeften van algemeen belang, anders dan van industriële of commerciële aard, die rechtspersoonlijkheid bezit en waarvan:

    • a.

      de activiteiten in hoofdzaak door de staat, een provincie, een gemeente, een waterschap of een andere publiekrechtelijke instelling worden gefinancierd,

    • b.

      het beheer is onderworpen aan toezicht door de staat, een provincie, een gemeente, een waterschap of een andere publiekrechtelijke instelling of

    • c.

      de leden van het bestuur, het leidinggevend of toezichthoudend orgaan voor meer dan de helft door de staat, een provincie, een gemeente, een waterschap of een andere publiekrechtelijke instelling zijn aangewezen;

  • raamovereenkomst: een schriftelijke overeenkomst tussen een of meer aanbestedende diensten of speciale-sectorbedrijven en een of meer ondernemers met het doel gedurende een bepaalde periode de voorwaarden inzake te plaatsen overheidsopdrachten of speciale-sectoropdrachten vast te leggen;

  • richtlijn 1977/249/EEG: richtlijn 77/249/EEG van de Raad van 22 maart 1977 tot vergemakkelijking van de daadwerkelijke uitoefening door advocaten van het vrij verrichten van diensten (PbEG 1977, L 78);

  • richtlijn 2010/13/EU: richtlijn 2010/13/EU van het Europees Parlement en de Raad van 10 maart 2010 betreffende de coördinatie van bepaalde wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in de lidstaten inzake het aanbieden van audiovisuele mediadiensten (richtlijn audiovisuele mediadiensten) (PbEU 2013, L 95);

  • richtlijn 2014/23/EU: richtlijn 2014/23/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 februari 2014 betreffende het plaatsen van concessieovereenkomsten (PbEU 2014, L 94);

  • richtlijn 2014/24/EU: richtlijn 2014/24/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 betreffende het plaatsen van overheidsopdrachten en tot intrekking van Richtlijn 2004/18/EG (PbEU 2014, L 94);

  • richtlijn 2014/25/EU: richtlijn 2014/25/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 betreffende het plaatsen van opdrachten in de sectoren water- en energievoorziening, vervoer en postdiensten en houdende intrekking van Richtlijn 2004/17/EG (PbEU 2014, L 94);

  • richtlijn 2014/55/EU: richtlijn 2014/55/EU van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 inzake elektronische facturering bij overheidsopdrachten (PbEU 2014, L 133);

  • schriftelijk: elk uit woorden of cijfers bestaand geheel dat kan worden gelezen, gereproduceerd en vervolgens medegedeeld, daaronder begrepen met elektronische middelen overgebrachte of opgeslagen informatie;

  • speciale-sectorbedrijf:

    • a.

      een aanbestedende dienst,

    • b.

      een overheidsbedrijf,

    • c.

      een bedrijf of instelling waaraan door een aanbestedende dienst een bijzonder recht of een uitsluitend recht is verleend,

    voorzover die dienst, dat bedrijf of die instelling een activiteit uitoefent als bedoeld in de artikelen 3.1 tot en met 3.6, tenzij de desbetreffende activiteit op grond van artikel 3.21 is uitgezonderd;

  • speciale-sectoropdracht: een speciale-sectoropdracht voor werken, een speciale-sectoropdracht voor leveringen, een speciale-sectoropdracht voor diensten of een raamovereenkomst;

  • speciale-sectoropdracht voor diensten:een schriftelijke overeenkomst onder bezwarende titel die is gesloten tussen een of meer dienstverleners en een of meer speciale-sectorbedrijven en die betrekking heeft op het verlenen van andere diensten dan die welke vallen onder speciale-sectoropdracht voor werken;

  • speciale-sectoropdracht voor leveringen: een schriftelijke overeenkomst onder bezwarende titel die tussen een of meer leveranciers en een of meer speciale-sectorbedrijven is gesloten en die betrekking heeft op:

    • a.

      de aankoop, leasing, huur of huurkoop, met of zonder koopoptie, van producten of

    • b.

      de levering van producten en die slechts zijdeling betrekking heeft op werkzaamheden voor het aanbrengen en installeren van die levering;

  • speciale-sectoropdracht voor werken: een schriftelijke overeenkomst onder bezwarende titel die tussen een of meer aannemers en een of meer speciale-sectorbedrijven is gesloten en die betrekking heeft op:

    • a.

      de uitvoering of het ontwerp en de uitvoering van werken die betrekking hebben op een van de in bijlage I van richtlijn 2014/25/EU bedoelde activiteiten,

    • b.

      de uitvoering of het ontwerp en de uitvoering van een werk of

    • c.

      het laten uitvoeren met welke middelen dan ook van een werk dat voldoet aan de eisen van het speciale-sectorbedrijf dat een beslissende invloed uitoefent op het soort werk of het ontwerp van het werk;

  • uitsluitend recht: een recht dat bij wettelijk voorschrift of bij besluit van een bestuursorgaan aan een onderneming wordt verleend, waarbij voor die onderneming het recht wordt voorbehouden om binnen een bepaald geografisch gebied een dienst te verrichten of een activiteit uit te oefenen;

  • werk: het product van het geheel van bouwkundige of civieltechnische werken dat ertoe bestemd is als zodanig een economische of technische functie te vervullen.

Artikel

1.2

Overheersende invloed als bedoeld in de begripsomschrijving van overheidsbedrijf in artikel 1.1 wordt voor de toepassing van het bepaalde bij of krachtens deze wet vermoed indien een aanbestedende dienst, al dan niet rechtstreeks, ten aanzien van dat bedrijf:

  • a.

    de meerderheid van het geplaatste kapitaal bezit,

  • b.

    over de meerderheid van de stemmen beschikt die aan de door het bedrijf uitgegeven aandelen zijn verbonden of

  • c.

    meer dan de helft van de leden van het bestuurs-, leidinggevend of toezichthoudend orgaan van het bedrijf kan benoemen.

Artikel

1.3

Hoofdstuk

1.2

Beginselen en uitgangspunten bij aanbesteden

Afdeling

1.2.1

Algemene bepaling voor het sluiten van schriftelijke overeenkomsten onder bezwarende titel voor het verrichten van werken, leveringen of diensten

Artikel

1.4

Artikel

1.5

Artikel

1.6

Aanbestedende diensten die voornemens zijn een schriftelijke overeenkomst onder bezwarende titel tot het verrichten van werken, leveringen of diensten te sluiten, dragen zorg voor een zo groot mogelijke beperking van de met de totstandkoming van die overeenkomst samenhangende en daaruit voortvloeiende administratieve lasten.

Afdeling

1.2.2

Beginselen bij Europese aanbestedingen

Artikel

1.7

De bepalingen in deze afdeling gelden voor aanbestedende diensten en speciale-sectorbedrijven bij:

  • a.

    het plaatsen van een overheidsopdracht, een speciale-sectoropdracht of een concessieopdracht of het uitschrijven van een prijsvraag die op grond van het bepaalde bij of krachtens de hoofdstukken 2.1, 2a.1 en 3.1 onder het toepassingsbereik van onderscheidenlijk deel 2, deel 2a of deel 3 van de wet valt;

  • b.

    het plaatsen van een overheidsopdracht, een speciale-sectoropdracht of een concessieopdracht of het uitschrijven van een prijsvraag met een duidelijk grensoverschrijdend belang die uitsluitend op grond van het bepaalde in de artikelen 2.1 tot en met 2.8, de artikelen 2a.1 tot en met 2a.3 of de artikelen 3.8 en 3.9 niet onder het toepassingsbereik van onderscheidenlijk deel 2, deel 2a of deel 3 van deze wet valt.

Artikel

1.8

Een aanbestedende dienst of een speciale-sectorbedrijf behandelt ondernemers op gelijke en niet-discriminerende wijze.

Artikel

1.9

Artikel

1.10

Artikel

1.10a

Artikel

1.10b

Afdeling

1.2.3

Uitgangspunten bij nationale aanbestedingen

Artikel

1.11

De bepalingen in deze afdeling gelden voor aanbestedende diensten en speciale-sectorbedrijven waarop artikel 1.7 niet van toepassing is en die, voordat zij een schriftelijke overeenkomst onder bezwarende titel sluiten tot het verrichten van werken, leveringen of diensten, met betrekking tot die overeenkomst uit eigen beweging een aankondiging hebben bekend gemaakt.

Artikel

1.12

Artikel

1.13

Afdeling

1.2.4

Uitgangspunten bij de meervoudig onderhandse procedure

Artikel

1.14

De bepalingen in deze afdeling gelden voor aanbestedende diensten en speciale-sectorbedrijven waarop de artikelen 1.7 en 1.11 niet van toepassing zijn en die, voordat zij een schriftelijke overeenkomst onder bezwarende titel sluiten tot het verrichten van werken, leveringen of diensten, met betrekking tot die overeenkomst twee of meer ondernemers uitnodigen om een inschrijving in te dienen.

Artikel

1.15

Artikel

1.16

Hoofdstuk

1.3

Administratieve voorschriften bij aanbestedingen

Artikel

1.17

De bepalingen in dit hoofdstuk gelden voor aanbestedende diensten en speciale-sectorbedrijven die een schriftelijke overeenkomst onder bezwarende titel sluiten tot het verrichten van werken, leveringen of diensten, die niet een overheidsopdracht, speciale-sectoropdracht of concessieopdracht is waarop artikel 1.7, onderdeel a, van toepassing is.

Artikel

1.18

Artikel

1.19

Artikel

1.20

Artikel

1.21

Hoofdstuk

1.4

Voorschriften voor het aanbesteden van werken door aanbestedende diensten

Artikel

1.22

Hoofdstuk

1.5

Voorwaarden in verband met in het kader van de Wereldhandelsorganisatie gesloten overeenkomsten

Artikel

1.23

Deel

2

Overheidsopdrachten en prijsvragen voor overheidsopdrachten

Hoofdstuk

2.1

Reikwijdte

Afdeling

2.1.1

Toepassingsbereik

§

2.1.1.1

Toepassingsbereik overheidsopdrachten

Artikel

2.1

Het bepaalde bij of krachtens deel 2 van deze wet is van toepassing op overheidsopdrachten voor werken waarvan de geraamde waarde gelijk is aan of hoger is dan het in artikel 4, onderdeel a, van richtlijn 2014/24/EU genoemde bedrag, exclusief omzetbelasting.

Artikel

2.2

Artikel

2.3

Het bepaalde bij of krachtens deel 2 van deze wet is van toepassing op het plaatsen van overheidsopdrachten voor leveringen en diensten door aanbestedende diensten, anders dan de staat, waarvan de geraamde waarde gelijk is aan of hoger is dan het in artikel 4, onderdeel c, van richtlijn 2014/24/EU genoemde bedrag, exclusief omzetbelasting.

Artikel

2.4

Vervallen

Artikel

2.5

Het bepaalde bij of krachtens deel 2 van deze wet is van toepassing op door de staat uit te schrijven prijsvragen waarvan de geraamde waarde gelijk is aan of hoger is dan het in artikel 4, onderdeel b, van richtlijn 2014/24/EU genoemde bedrag, exclusief omzetbelasting.

Artikel

2.6

Het bepaalde bij of krachtens deel 2 van deze wet is van toepassing op door aanbestedende diensten, anders dan de staat, uit te schrijven prijsvragen waarvan de geraamde waarde gelijk is aan of hoger is dan het in artikel 4, onderdeel c, van richtlijn 2014/24/EU genoemde bedrag, exclusief omzetbelasting.

Artikel

2.6a

In afwijking van de artikelen 2.2, 2.3, 2.5 en 2.6 is het bepaalde bij of krachtens deel 2 van deze wet van toepassing op overheidsopdrachten en prijsvragen voor sociale en andere specifieke diensten, bedoeld in bijlage XIV van richtlijn 2014/24/EU, waarvan de geraamde waarde gelijk is aan of hoger is dan het in artikel 4, onderdeel d, van richtlijn 2014/24/EU genoemde bedrag, exclusief omzetbelasting.

Artikel

2.7

Artikel

2.8

Artikel

2.9

Een subsidie-ontvanger als bedoeld in het artikel 2.8, eerste lid, verstrekt een overheidsopdracht als bedoeld in het eerste lid overeenkomstig het bepaalde bij of krachtens deze wet.

Artikel

2.10

§

2.1.1.1a

Aankoopcentrales en gezamenlijke aanbestedingen

Artikel

2.11

Artikel

2.11a

Artikel

2.11b

§

2.1.1.2

Afbakening samengestelde opdrachten

Artikel

2.12

Artikel

2.12a

Artikel

2.12b

Artikel

2.12c

Afdeling

2.1.2

Raming van de waarde

§

2.1.2.1

Algemene bepalingen

Artikel

2.13

De aanbestedende dienst raamt de waarde van de voorgenomen overheidsopdracht of prijsvraag of het voorgenomen dynamisch aankoopsysteem of innovatiepartnerschap overeenkomstig de artikelen 2.14 tot en met 2.22.

Artikel

2.14

§

2.1.2.2

De raming van overheidsopdrachten

Artikel

2.15

Artikel

2.15a

Artikel

2.16

Bij de raming van de waarde van een overheidsopdracht voor werken houdt de aanbestedende dienst rekening met de waarde van de werken en met de geraamde totale waarde van de voor de uitvoering van die werken noodzakelijke leveringen en diensten die door de aanbestedende dienst ter beschikking van de aannemer worden gesteld.

Artikel

2.17

De aanbestedende dienst raamt de waarde van een overheidsopdracht voor diensten:

  • a.

    indien het een verzekeringsdienst betreft: op de grondslag van de te betalen premie en andere vormen van beloning;

  • b.

    indien het een bankdienst of andere financiële dienst betreft: op de grondslag van honoraria, provisies en rente, en andere vormen van beloning;

  • c.

    betreffende een ontwerp: op de grondslag van de te betalen honoraria, provisies en andere vormen van beloning;

  • d.

    waarin geen totale prijs is vermeld en die een vaste looptijd heeft die gelijk is aan of korter is dan 48 maanden: op de grondslag van de totale geraamde waarde voor de gehele looptijd;

  • e.

    waarin geen totale prijs is vermeld en die voor onbepaalde duur is of een looptijd heeft die langer is dan 48 maanden: het maandelijks te betalen bedrag vermenigvuldigd met 48.

Artikel

2.18

Artikel

2.19

Artikel

2.20

De aanbestedende dienst raamt de waarde van overheidsopdrachten voor leveringen die betrekking hebben op leasing, huur of huurkoop van producten op de volgende grondslag:

  • a.

    bij overheidsopdrachten voor leveringen met een vaste looptijd: de totale geraamde waarde voor de gehele looptijd indien die ten hoogste twaalf maanden bedraagt, dan wel de totale waarde indien de looptijd meer dan twaalf maanden bedraagt, met inbegrip van de geraamde restwaarde;

  • b.

    bij overheidsopdrachten voor leveringen voor onbepaalde duur of waarvan de looptijd niet kan worden bepaald: het maandelijks te betalen bedrag vermenigvuldigd met 48.

Artikel

2.21

De aanbestedende dienst raamt de waarde van overheidsopdrachten voor leveringen of voor diensten die met een zekere regelmaat worden verricht of die de aanbestedende dienst gedurende een bepaalde periode wil hernieuwen, op de volgende grondslag:

  • a.

    de totale reële waarde van de tijdens het voorafgaande boekjaar of tijdens de voorafgaande twaalf maanden geplaatste soortgelijke opeenvolgende overheidsopdrachten voor leveringen of voor diensten, indien mogelijk gecorrigeerd voor verwachte wijzigingen in de hoeveelheid of de waarde gedurende de twaalf maanden die volgen op de eerste opdracht, of

  • b.

    de geraamde totale waarde van de soortgelijke opeenvolgende overheidsopdrachten voor leveringen of voor diensten over de twaalf maanden die volgen op de eerste levering of dienstverrichting of over het boekjaar van de eerste levering of dienstverrichting, indien dat boekjaar zich over meer dan twaalf maanden uitstrekt.

§

2.1.2.3

De raming van dynamische aankoopsystemen, innovatiepartnerschappen en prijsvragen

Artikel

2.22

Afdeling

2.1.3

Uitgezonderde overheidsopdrachten en prijsvragen

Artikel

2.23

Artikel

2.24

In afwijking van de artikelen 2.1 tot en met 2.6a is het bepaalde bij of krachtens deel 2 van deze wet niet van toepassing op overheidsopdrachten voor diensten:

  • a.

    die door een aanbestedende dienst worden gegund aan een andere aanbestedende dienst of aan een samenwerkingsverband van aanbestedende diensten op basis van een uitsluitend recht dat aan die andere aanbestedende dienst of het desbetreffende samenwerkingsverband is verleend, mits dit uitsluitend recht verenigbaar is met het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie;

  • b.

    betreffende de verwerving of huur, ongeacht de financiële modaliteiten ervan, van grond, bestaande gebouwen of andere onroerende zaken of betreffende de rechten hierop;

  • c.

    betreffende de aankoop, de ontwikkeling, de productie of de coproductie van programma’s als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder b, van richtlijn 2010/13/EU en radiomateriaal bestemd voor audiovisuele mediadiensten als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder a, van richtlijn 2010/13/EU of voor radio-omroepdiensten, die worden gegund door aanbieders van audiovisuele mediadiensten als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder d, van richtlijn 2010/13/EU of radio-omroepdiensten, of overheidsopdrachten betreffende zendtijd of betreffende de levering van programma’s die worden gegund aan aanbieders van audiovisuele mediadiensten of radio-omroepdiensten;

  • d.

    betreffende arbitrage en bemiddeling;

  • e.

    op financieel gebied betreffende de uitgifte, de aankoop, de verkoop en de overdracht van effecten of andere financiële instrumenten als bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht en door de centrale banken verleende diensten en activiteiten die zijn uitgevoerd in het kader van de Europese faciliteit voor financiële stabiliteit en het Europees stabiliteitsmechanisme;

  • f.

    inzake arbeidsovereenkomsten;

  • g.

    betreffende onderzoek en ontwikkeling, met uitzondering van opdrachten die vallen onder de CPV-codes, genoemd in artikel 14, aanhef, van richtlijn 2014/24/EU en waarvan de resultaten in hun geheel bestemd zijn voor de aanbestedende dienst voor gebruik ervan in de uitoefening van zijn eigen werkzaamheden, mits de dienstverlening volledig door de aanbestedende dienst wordt betaald;

  • h.

    op juridisch gebied betreffende:

    • 1°.

      de vertegenwoordiging in rechte van een cliënt in een arbitrage- of bemiddelingsprocedure in een lidstaat van de Europese Unie, in een derde land of voor een internationale arbitrage- of bemiddelingsinstantie, in een procedure voor een rechter of overheidsinstantie van een lidstaat van de Europese Unie of een derde land of voor een internationale rechter of instantie door een persoon die gerechtigd is deze werkzaamheden uit te oefenen onder de benaming advocaat of een daarmee overeenkomstige benaming in een lidstaat van de Europese Unie, in een andere staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte of in Zwitserland;

    • 2°.

      advies dat wordt gegeven ter voorbereiding van de procedures, bedoeld in onderdeel 1°, of indien er concrete aanwijzingen zijn en er een grote kans bestaat dat over de kwestie waarop het advies betrekking heeft, een dergelijke procedure zal worden gevoerd, mits het advies is gegeven door een persoon die gerechtigd is deze werkzaamheden uit te oefenen onder de benaming advocaat of een daarmee overeenkomstige benaming in een lidstaat van de Europese Unie, in een andere staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte of in Zwitserland;

    • 3°.

      het waarmerken en voor echt verklaren van documenten door een notaris;

    • 4°.

      juridische dienstverlening door trustees of aangewezen voogden, of andere juridische dienstverlening waarbij de aanbieders door een rechterlijke instantie van de betrokken lidstaat van de Europese Unie, of van rechtswege, zijn aangewezen om specifieke taken te verrichten onder toezicht van die rechterlijke instanties;

    • 5°.

      andere juridische diensten die in de betrokken lidstaat van de Europese Unie al dan niet incidenteel verband houden met de uitoefening van openbaar gezag;

  • i.

    betreffende leningen, al dan niet in samenhang met de uitgifte, de aankoop, de verkoop of de overdracht van effecten of andere financiële instrumenten;

  • j.

    betreffende civiele verdediging, civiele bescherming en risicopreventie die worden verleend door non-profitorganisaties en -verenigingen en die vallen onder de CPV-codes, genoemd in artikel 10, onderdeel h, van richtlijn 2014/24/EU met uitzondering van ziekenvervoer per ambulance;

  • k.

    betreffende politieke campagnes die vallen onder de CPV-codes, genoemd in artikel 10, onderdeel j, van richtlijn 2014/24/EU, indien gegund door een politieke partij in het kader van een verkiezingscampagne.

Artikel

2.24a

Artikel

2.24b

Artikel

2.24c

Hoofdstuk

2.2

Procedures voor het plaatsen van opdrachten voor aanbestedende diensten

Afdeling

2.2.1

Algemene procedures

§

2.2.1.1

Algemeen

Artikel

2.25

De aanbestedende dienst past voor het plaatsen van een overheidsopdracht één van de procedures in deze afdeling, al dan niet na marktconsultatie toe.

§

2.2.1.2

Openbare procedure

Artikel

2.26

De aanbestedende dienst die de openbare procedure toepast doorloopt de volgende stappen. De aanbestedende dienst:

  • a.

    maakt een aankondiging van de overheidsopdracht bekend;

  • b.

    toetst of een inschrijver valt onder een door de aanbestedende dienst gestelde uitsluitingsgrond;

  • c.

    toetst of een niet-uitgesloten inschrijver voldoet aan de door de aanbestedende dienst gestelde geschiktheidseisen;

  • d.

    toetst of de inschrijvingen voldoen aan de door de aanbestedende dienst gestelde technische specificaties, eisen en normen;

  • e.

    beoordeelt de geldige inschrijvingen aan de hand van het door de aanbestedende dienst gestelde gunningscriterium, bedoeld in artikel 2.114 en de nadere criteria, bedoeld in artikel 2.115;

  • f.

    maakt een proces-verbaal van de opdrachtverlening;

  • g.

    deelt de gunningsbeslissing mee;

  • h.

    kan de overeenkomst sluiten;

  • i.

    maakt de aankondiging van de gegunde opdracht bekend.

§

2.2.1.3

Niet-openbare procedure

Artikel

2.27

De aanbestedende dienst die de niet-openbare procedure toepast doorloopt de volgende stappen. De aanbestedende dienst:

  • a.

    maakt een aankondiging van de overheidsopdracht bekend;

  • b.

    toetst of een gegadigde valt onder een door de aanbestedende dienst gestelde uitsluitingsgrond;

  • c.

    toetst of een niet-uitgesloten gegadigde voldoet aan de door de aanbestedende dienst gestelde geschiktheidseisen;

  • d.

    beoordeelt de niet-uitgesloten of niet-afgewezen gegadigden aan de hand van de door de aanbestedende dienst gestelde selectiecriteria;

  • e.

    nodigt de geselecteerde gegadigden uit tot inschrijving;

  • f.

    toetst of de inschrijvingen voldoen aan de door de aanbestedende dienst gestelde technische specificaties, eisen en normen;

  • g.

    beoordeelt de geldige inschrijvingen aan de hand van het door de aanbestedende dienst gestelde gunningscriterium, bedoeld in artikel 2.114 en de nadere criteria, bedoeld in artikel 2.115;

  • h.

    maakt een proces-verbaal van de opdrachtverlening;

  • i.

    deelt de gunningsbeslissing mee;

  • j.

    kan de overeenkomst sluiten;

  • k.

    maakt de aankondiging van de gegunde opdracht bekend.

§

2.2.1.4

Procedure van de concurrentiegerichte dialoog

Artikel

2.28

Artikel

2.29

De aanbestedende dienst die de procedure van de concurrentiegerichte dialoog toepast doorloopt de volgende stappen. De aanbestedende dienst:

  • a.

    maakt een aankondiging van de overheidsopdracht bekend;

  • b.

    toetst of een gegadigde valt onder een door de aanbestedende dienst gestelde uitsluitingsgrond;

  • c.

    toetst of een niet-uitgesloten gegadigde voldoet aan de door de aanbestedende dienst gestelde geschiktheidseisen;

  • d.

    beoordeelt de niet-uitgesloten of niet-afgewezen gegadigden aan de hand van de door de aanbestedende dienst gestelde selectiecriteria;

  • e.

    nodigt de geselecteerde gegadigden uit tot deelname aan de dialoog;

  • f.

    houdt met de geselecteerde gegadigden een dialoog met het doel te bepalen welke middelen geschikt zijn om zo goed mogelijk aan de behoeften van de aanbestedende dienst te voldoen en maakt een keuze welke oplossing of oplossingen aan zijn behoeften kunnen voldoen;

  • g.

    verzoekt de deelnemers aan de dialoog hun inschrijving in te dienen;

  • h.

    toetst of de inschrijvingen voldoen aan de tijdens de dialoog voorgelegde en gespecificeerde oplossing of oplossingen;

  • i.

    beoordeelt de geldige inschrijvingen aan de hand van het gunningscriterium de economisch meest voordelige inschrijving op basis van de beste prijs-kwaliteitverhouding en de door de aanbestedende dienst gestelde nadere criteria, bedoeld in artikel 2.115;

  • j.

    maakt een proces-verbaal van de opdrachtverlening;

  • k.

    deelt de gunningsbeslissing mee;

  • l.

    kan de overeenkomst sluiten;

  • m.

    maakt de aankondiging van de gegunde opdracht bekend.

§

2.2.1.5

Mededingingsprocedure met onderhandeling

Artikel

2.31

De aanbestedende dienst die de mededingingsprocedure met onderhandeling toepast doorloopt de volgende stappen. De aanbestedende dienst:

  • a.

    maakt een aankondiging van de overheidsopdracht bekend;

  • b.

    toetst of een gegadigde valt onder een door de aanbestedende dienst gestelde uitsluitingsgrond;

  • c.

    toetst of een niet-uitgesloten gegadigde voldoet aan de door de aanbestedende dienst gestelde geschiktheidseisen;

  • d.

    beoordeelt de niet-uitgesloten of niet-afgewezen gegadigden aan de hand van de door de aanbestedende dienst gestelde selectiecriteria;

  • e.

    nodigt de geselecteerde gegadigden uit tot het doen van een eerste inschrijving;

  • f.

    kan met de inschrijvers onderhandelen over hun eerste en daaropvolgende inschrijvingen, met uitzondering van de definitieve inschrijving, om de inhoud ervan te verbeteren, met dien verstande dat niet wordt onderhandeld over de gunningscriteria en de minimumeisen;

  • g.

    beoordeelt de definitieve inschrijvingen aan de hand van door de aanbestedende dienst gestelde minimumeisen en het door hem gestelde gunningscriterium, bedoeld in artikel 2.114 en de nadere criteria, bedoeld in artikel 2.115;

  • h.

    maakt een proces-verbaal van de opdrachtverlening;

  • i.

    deelt de gunningsbeslissing mee;

  • j.

    kan de overeenkomst sluiten;

  • k.

    maakt de aankondiging van de gegunde overheidsopdracht bekend.

§

2.2.1.6

Procedure van het innovatiepartnerschap

Artikel

2.31a

Een aanbestedende dienst kan de procedure van het innovatiepartnerschap toepassen voor een overheidsopdracht die is gericht op de ontwikkeling en aanschaf van een innovatief product of werk of een innovatieve dienst welke niet reeds op de markt beschikbaar is.

Artikel

2.31b

De aanbestedende dienst die de procedure van het innovatiepartnerschap toepast doorloopt de volgende stappen. De aanbestedende dienst:

  • a.

    maakt een aankondiging van de overheidsopdracht bekend;

  • b.

    toetst of een gegadigde valt onder een door de aanbestedende dienst gestelde uitsluitingsgrond;

  • c.

    toetst of een niet-uitgesloten gegadigde voldoet aan de door de aanbestedende dienst gestelde geschiktheidseisen;

  • d.

    beoordeelt de niet-uitgesloten of niet-afgewezen gegadigden aan de hand van de door de aanbestedende dienst gestelde selectiecriteria;

  • e.

    nodigt de geselecteerde gegadigden uit tot het doen van een eerste inschrijving;

  • f.

    onderhandelt met de inschrijvers over hun eerste en daaropvolgende inschrijvingen, met uitzondering van de definitieve inschrijving, om de inhoud ervan te verbeteren, met dien verstande dat niet wordt onderhandeld over de gunningscriteria en de minimumeisen;

  • g.

    beoordeelt de definitieve inschrijvingen aan de hand van door de aanbestedende dienst gestelde minimumeisen en het door hem gestelde gunningscriterium de economisch meest voordelige inschrijving op basis van de beste prijs-kwaliteitverhouding en de nadere criteria, bedoeld in artikel 2.115;

  • h.

    maakt een proces-verbaal van de opdrachtverlening;

  • i.

    deelt de gunningsbeslissing mee;

  • j.

    kan de overeenkomst sluiten;

  • k.

    maakt de aankondiging van de gegunde overheidsopdracht bekend.

§

2.2.1.7

Onderhandelingsprocedure zonder aankondiging

Artikel

2.32

Artikel

2.33

De aanbestedende dienst kan de onderhandelingsprocedure zonder aankondiging toepassen:

  • a.

    voor de levering van producten die uitsluitend voor onderzoek, proefneming, studie of ontwikkeling worden vervaardigd en waarvan de productie niet in grote hoeveelheden plaatsvindt met het doel de commerciële haalbaarheid van het product vast te stellen of de kosten van onderzoek en ontwikkeling te delgen,

  • b.

    voor door de oorspronkelijke leverancier verrichte aanvullende leveringen die bestemd zijn:

    • 1°.

      voor gedeeltelijke vernieuwing van leveringen of installaties, of

    • 2°.

      voor de uitbreiding van bestaande leveringen of installaties, indien verandering van leverancier de aanbestedende dienst ertoe zou verplichten leveringen te verwerven met andere technische eigenschappen die niet verenigbaar zijn met de technische eigenschappen van reeds verworven leveringen of zich bij gebruik en onderhoud van de te verwerven leveringen onevenredige technische moeilijkheden voordoen, mits de looptijd van deze overheidsopdrachten voor leveringen en nabestellingen niet langer is dan drie jaar,

  • c.

    voor op een grondstoffenmarkt genoteerde en aangekochte leveringen, of

  • d.

    voor de aankoop van leveringen of diensten tegen bijzonder gunstige voorwaarden bij een leverancier die definitief zijn handelsactiviteiten stopzet, bij curatoren of vereffenaars van een faillissement ofeen vonnis of bij de toepassing van de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen of een in andere nationale regelgeving bestaande vergelijkbare procedure.

Artikel

2.34

De aanbestedende dienst kan de onderhandelingsprocedure zonder aankondiging toepassen voor een overheidsopdracht voor diensten indien die overheidsopdracht voortvloeit uit een procedure van het uitschrijven van een prijsvraag en volgens de toepasselijke voorschriften aan de winnaar of aan een van de winnaars van die prijsvraag dient te worden gegund en de aanbestedende dienst alle winnaars van de prijsvraag tot de onderhandelingen uitnodigt.

Artikel

2.35

Vervallen

Artikel

2.36

De aanbestedende dienst kan voor nieuwe werken of diensten tot drie jaar volgend op de gunning van de oorspronkelijke overheidsopdracht de onderhandelingsprocedure zonder aankondiging toepassen, voor zover die werken of diensten bestaan uit herhaling van soortgelijke werken of diensten die door dezelfde aanbestedende diensten worden toevertrouwd aan de ondernemer waaraan de oorspronkelijke overheidsopdracht werd gegund en:

  • 1°.

    deze werken of diensten overeenstemmen met een basisproject waarvoor de oorspronkelijke opdracht is gegund met toepassing van een procedure als bedoeld in paragraaf 2.2.1.2 tot en met paragraaf 2.2.1.6 of met toepassing van de procedure voor sociale en andere specifieke diensten,

  • 2°.

    de aanbestedende dienst reeds bij het basisproject waarvoor de oorspronkelijke opdracht is gegund de omvang van de aanvullende werken of diensten en de voorwaarden waaronder deze worden gegund, vermeldde,

  • 3°.

    de aanbestedende dienst reeds in de aankondiging van de aanbesteding van het basisproject vermeldde dat een procedure zonder aankondiging kan worden toegepast, en

  • 4°.

    de aanbestedende dienst bij toepassing van afdeling 2.1.2 het totale voor de volgende werken of diensten geraamde bedrag in aanmerking heeft genomen voor de raming van de waarde van de overheidsopdracht.

Artikel

2.37

De aanbestedende dienst die de onderhandelingsprocedure zonder aankondiging toepast doorloopt de volgende stappen. De aanbestedende dienst:

  • a.

    onderhandelt met de betrokken ondernemers;

  • b.

    maakt een proces-verbaal van de opdrachtverlening;

  • c.

    deelt de gunningsbeslissing mee;

  • d.

    kan de overeenkomst sluiten;

  • e.

    maakt de aankondiging van de gegunde opdracht bekend.

§

2.2.1.8

Bijzondere voorschriften betreffende het plaatsen van overheidsopdrachten voor sociale en andere specifieke diensten

Artikel

2.38

Artikel

2.39

Afdeling

2.2.3

Bijzondere procedures

§

2.2.3.1

Procedure voor een concessieovereenkomst voor openbare werken

Artikel

2.40

Vervallen

Artikel

2.41

Vervallen

§

2.2.3.2

Procedure van een prijsvraag

Artikel

2.42

Een aanbestedende dienst past voor het uitschrijven van een prijsvraag de procedure van een prijsvraag toe.

Artikel

2.43

§

2.2.3.3

Procedure voor het sluiten van een raamovereenkomst

Artikel

2.44

Een aanbestedende dienst die een raamovereenkomst wil sluiten, past daartoe een van de volgende procedures toe:

  • a.

    de openbare procedure;

  • b.

    de niet-openbare procedure;

  • c.

    indien dat op grond van artikel 2.28 is toegestaan, de procedure van de concurrentiegerichte dialoog;

  • d.

    indien dat op grond van artikel 2.30 is toegestaan, de mededingingsprocedure met onderhandeling;

  • e.

    indien dat op grond van de artikelen 2.32 tot en met 2.36 is toegestaan, de onderhandelingsprocedure zonder aankondiging;

  • f.

    indien dat op grond van artikel 2.31a is toegestaan, de procedure van het innovatiepartnerschap;

  • g.

    indien dat op grond van artikel 2.38 is toegestaan, de procedure voor sociale en andere specifieke diensten.

Artikel

2.45

Artikel

2.46

Een aanbestedende dienst die een overheidsopdracht wil plaatsen met gebruikmaking van een raamovereenkomst die hij gesloten heeft met meer dan één ondernemer, past de procedure voor het gunnen van een overheidsopdracht door middel van een raamovereenkomst met meer dan één ondernemer toe, indien deze raamovereenkomst overeenkomstig artikel 2.44 is gesloten.

Artikel

2.47

§

2.2.3.4

Procedure voor een dynamisch aankoopsysteem

Artikel

2.48

Artikel

2.49

Een aanbestedende dienst die een dynamisch aankoopsysteem instelt doorloopt de volgende stappen. De aanbestedende dienst:

  • a.

    maakt door middel van een aankondiging van een overheidsopdracht de instelling van een dynamisch aankoopsysteem bekend;

  • b.

    toetst of een gegadigde valt onder een door de aanbestedende dienst gestelde uitsluitingsgrond;

  • c.

    toetst of een niet-uitgesloten gegadigde voldoet aan de door de aanbestedende dienst gestelde geschiktheidseisen;

  • d.

    laat de niet-uitgesloten en niet-afgewezen gegadigden toe tot het dynamisch aankoopsysteem.

Artikel

2.50

De aanbestedende dienst die een overheidsopdracht wil plaatsen binnen een dynamisch aankoopsysteem:

Hoofdstuk

2.3

Regels inzake aankondiging, uitsluiting, selectie en gunning

Afdeling

2.3.1

Algemeen

§

2.3.1.1

Ondernemers

Artikel

2.51

Artikel

2.52

§

2.3.1.2

Communicatie en inlichtingen

Artikel

2.52a

Artikel

2.52b

Artikel

2.53

Artikel

2.54

Artikel

2.55

Een aanbestedende dienst kan een ondernemer vragen om zijn inschrijving of verzoek om deelneming nader toe te lichten of aan te vullen, met inachtneming van de artikelen 2.84, 2.85 en 2.102.

Artikel

2.55a

Op verzoek van een betrokken inschrijver of deelnemer stelt de aanbestedende dienst de inschrijver of deelnemer zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen vijftien dagen na ontvangst van zijn schriftelijk verzoek, in kennis van het verloop en de voortgang van de onderhandelingen met de inschrijvers of de dialoog met de deelnemers.

Artikel

2.56

Artikel

2.57

Artikel

2.57a

Een aanbestedende dienst kan aan een ondernemer eisen stellen die tot doel hebben de vertrouwelijke aard van de informatie die de aanbestedende dienst gedurende de aanbestedingsprocedure beschikbaar stelt, te beschermen.

Afdeling

2.3.2

Aankondigingen

§

2.3.2.1

Vooraankondiging

Artikel

2.58

Een aanbestedende dienst kan zijn voornemen met betrekking tot een voorgenomen overheidsopdracht bekend maken door een vooraankondiging.

Artikel

2.58a

Artikel

2.59

Artikel

2.60

Artikel

2.61

§

2.3.2.2

Aankondiging

Artikel

2.62

Artikel

2.63

De aanbestedende dienst vermeldt in de aankondiging de voorwaarden voor deelneming en geeft aan welke bewijsmiddelen met betrekking tot de financiële en economische draagkracht en de technische bekwaamheid en de beroepsbekwaamheid hij van de ondernemer verlangt.

Artikel

2.64

De aanbestedende dienst kan met behulp van de bevestiging van ontvangst van de bekendmaking van de Europese Commissie aantonen dat hij een aankondiging heeft bekendgemaakt.

Artikel

2.65

Artikel

2.66

Artikel

2.67

Artikel

2.68

Vervallen

Artikel

2.69

Vervallen

§

2.3.2.3

Termijnen

Artikel

2.70

De aanbestedende dienst stelt de termijn voor het indienen van verzoeken tot deelneming of inschrijvingen vast met inachtneming van het voorwerp van de opdracht, de voor de voorbereiding van het verzoek of de inschrijving benodigde tijd en de in deze paragraaf gestelde regels omtrent termijnen.

Artikel

2.71

Artikel

2.73

Artikel

2.74

In het geval van een urgente situatie, die door de aanbestedende dienst naar behoren is onderbouwd, waarin de in de artikel 2,71, eerste, tweede en vierde lid, bepaalde termijnen niet in acht kunnen worden genomen, kan een aanbestedende dienst de volgende termijnen vaststellen:

  • a.

    in het geval van een openbare procedure, een termijn voor het indienen van de inschrijvingen van ten minste vijftien dagen, te rekenen vanaf de verzenddatum van de aankondiging van de overheidsopdracht;

  • b.

    in het geval van een niet-openbare procedure of een mededingingsprocedure met onderhandeling, een termijn voor het indienen van de verzoeken tot deelneming van ten minste vijftien dagen, te rekenen vanaf de verzenddatum van de aankondiging van de overheidsopdracht;

  • c.

    in het geval van een niet-openbare procedure of een mededingingsprocedure met onderhandeling, een termijn voor het indienen van de inschrijvingen van ten minste tien dagen, te rekenen vanaf de verzenddatum van de uitnodiging tot inschrijving.

Artikel

2.74a

Afdeling

2.3.3

Bestek

§

2.3.3.1

Technische specificaties

Artikel

2.75

Artikel

2.76

Artikel

2.77

Artikel

2.78

Een inschrijver bewijst in zijn inschrijving met elk passend middel, waaronder de bewijsmiddelen, bedoeld in artikel 2.78b, dat de levering, de dienst of het werk in overeenstemming is met de norm en voldoet aan de functionele en prestatie-eisen van de aanbestedende dienst.

Artikel

2.78a

Artikel

2.78b

§

2.3.3.2

Onderaanneming

Artikel

2.79

§

2.3.3.3

Bijzondere voorwaarden

Artikel

2.80

Artikel

2.81

Artikel

2.81a

Een aanbestedende dienst meldt niet-naleving van de toepasselijke verplichtingen op het gebied van arbeidsbescherming en arbeidsvoorwaarden bij de uitvoering van een overheidsopdracht bij de Nederlandse Arbeidsinspectie van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

§

2.3.3.4

Voorbehouden opdracht

Artikel

2.82

Artikel

2.82a

§

2.3.3.5

Varianten

Artikel

2.83

Afdeling

2.3.4

Eigen verklaring

Artikel

2.84

Artikel

2.85

Afdeling

2.3.5

Uitsluiting, geschiktheid en selectie

§

2.3.5.1

Uitsluitingsgronden

Artikel

2.86

Artikel

2.86a

Artikel

2.87

Artikel

2.87a

Artikel

2.88

De aanbestedende dienst kan afzien van toepassing van artikel 2.86 of artikel 2.87:

  • a.

    om dwingende redenen van algemeen belang;

  • b.

    indien naar het oordeel van de aanbestedende dienst uitsluiting niet proportioneel is met het oog op de tijd die is verstreken sinds de veroordeling en gelet op het voorwerp van de opdracht.

§

2.3.5.2

Bewijsstukken uitsluitingsgronden

Artikel

2.89

Afdeling

2.3.6

Geschiktheidseisen en selectiecriteria

§

2.3.6.1

Geschiktheidseisen

Artikel

2.90

Artikel

2.91

Artikel

2.92

Artikel

2.92a

Artikel

2.93

Artikel

2.94

Artikel

2.95

Artikel

2.96

Artikel

2.97

§

2.3.6.2

Beroepsbevoegdheid

Artikel

2.98

§

2.3.6.3

Selectie

Artikel

2.99

Artikel

2.100

Bij de toepassing van artikel 2.99, eerste lid, beperkt de aanbestedende dienst het aantal gegadigden op een objectieve en niet-discriminerende wijze, met behulp van in de aankondiging vermelde regels of selectiecriteria en weging.

§

2.3.6.4

Controle van uitsluitingsgronden, geschiktheidseisen en selectiecriteria

Artikel

2.101

Artikel

2.102

Artikel

2.102a

De artikelen 2.101, eerste lid, en 2.102, eerste lid, zijn niet van toepassing indien de aanbestedende dienst de desbetreffende bewijsstukken rechtstreeks en kosteloos kan verkrijgen door raadpleging van een nationale databank in een lidstaat of reeds daarover beschikt.

Afdeling

2.3.7

Mededeling van uitsluiting en afwijzing

Artikel

2.103

Artikel

2.104

De aanbestedende dienst die een mededeling als bedoeld in artikel 2.103, eerste lid, doet, verstrekt daarbij geen gegevens voor zover dat:

  • a.

    in strijd zou zijn met enig wettelijk voorschrift,

  • b.

    in strijd zou zijn met het openbare belang,

  • c.

    de rechtmatige commerciële belangen van ondernemers zou kunnen schaden, of

  • d.

    afbreuk zou kunnen doen aan de eerlijke mededinging tussen ondernemers.

Afdeling

2.3.8

Gunningsfase

§

2.3.8.1

Uitnodiging tot inschrijving

Artikel

2.105

Artikel

2.106

§

2.3.8.2

Inschrijving

Artikel

2.107

Onverminderd de artikelen 2.52a en 2.52b bepaalt de aanbestedende dienst de wijze van het indienen van de inschrijving.

Artikel

2.108

De aanbestedende dienst neemt geen kennis van de inhoud van het verzoek tot deelneming of de inschrijving voordat de uiterste termijn voor het indienen is verstreken.

Artikel

2.109

Artikel

2.109a

§

2.3.8.2a

Elektronische catalogus

Artikel

2.109b

Artikel

2.109c

Een aanbestedende dienst bepaalt de technische specificaties en het format van de elektronische catalogus.

Artikel

2.109d

Indien de indiening van inschrijvingen in de vorm van elektronische catalogi door een aanbestedende dienst wordt aanvaard dan wel verplicht is gesteld:

  • a.

    vermeldt de aanbestedende dienst dit in de aankondiging van de overheidsopdracht;

  • b.

    verstrekt de aanbestedende dienst in de aanbestedingsstukken alle nodige informatie betreffende het format, de gebruikte elektronische apparatuur, de technische bepalingen voor de verbinding en specificaties voor de elektronische catalogus.

Artikel

2.109e

Een gegadigde of inschrijver stelt een elektronische catalogus op met het oog op deelneming aan een specifieke aanbestedingsprocedure in overeenstemming met de daaraan door de aanbestedende dienst gestelde eisen.

Artikel

2.109f

Artikel

2.109g

§

2.3.8.3

Concurrentiegerichte dialoog

Artikel

2.110

Artikel

2.111

Artikel

2.112

§

2.3.8.4

Gunningscriteria

Artikel

2.113

De aanbestedende dienst toetst de inschrijvingen aan de door hem in de aanbestedingsstukken gestelde normen, functionele eisen en eisen aan de prestatie.

Artikel

2.113a

Artikel

2.114

Artikel

2.115

Artikel

2.115a

§

2.3.8.5

Abnormaal lage inschrijvingen

Artikel

2.116

§

2.3.8.6

Elektronische veiling

Artikel

2.117

Artikel

2.118

Artikel

2.119

Vervallen

Artikel

2.120

Alvorens over te gaan tot de elektronische veiling, verricht een aanbestedende dienst een eerste, volledige beoordeling van de inschrijvingen aan de hand van de vastgestelde gunningscriteria en de vastgestelde weging daarvan.

Artikel

2.121

Artikel

2.122

Een aanbestedende dienst kan de elektronische veiling in verschillende fasen laten verlopen.

Artikel

2.123

Artikel

2.124

Artikel

2.125

§

2.3.8.7

Mededingingsprocedure met onderhandeling

Artikel

2.126

Artikel

2.126a

§

2.3.8.7a

Innovatiepartnerschap

Artikel

2.126b

Artikel

2.126c

Artikel

2.126d

§

2.3.8.8

Gunningsbeslissing

Artikel

2.127

Artikel

2.128

Artikel

2.130

Artikel

2.131

Indien gedurende de opschortende termijn, bedoeld in artikel 2.127, eerste lid, een onmiddellijke voorziening bij voorraad wordt verzocht met betrekking tot de desbetreffende gunningsbeslissing, sluit de aanbestedende dienst de met die beslissing beoogde overeenkomst niet eerder dan nadat de rechter dan wel het scheidsgerecht een beslissing heeft genomen over het verzoek tot voorlopige maatregelen en de opschortende termijn is verstreken.

§

2.3.8.9

Verslaglegging en bekendmaking

Artikel

2.132

Artikel

2.133

Een aanbestedende dienst zendt het proces-verbaal, bedoeld in artikel 2.132, op haar verzoek aan de Europese Commissie.

Artikel

2.134

Artikel

2.135

Artikel 2 134 is niet van toepassing op opdrachten die op basis van een overeenkomstig afdeling 2.4.1 gesloten raamovereenkomst gegund worden.

Artikel

2.136

Artikel

2.137

Vervallen

Artikel

2.138

De aanbestedende dienst maakt bepaalde gegevens betreffende de gunning van een overheidsopdracht niet bekend, indien openbaarmaking van die gegevens:

  • a.

    in strijd zou zijn met enig wettelijk voorschrift;

  • b.

    in strijd zou zijn met het openbaar belang;

  • c.

    de rechtmatige commerciële belangen van ondernemers zou kunnen schaden;

  • d.

    afbreuk zou kunnen doen aan de eerlijke mededinging tussen ondernemers.

§

2.3.8.10

Bewaarplicht gedurende de looptijd van de overheidsopdracht

Artikel

2.138a

De aanbestedende dienst bewaart ten minste gedurende de looptijd van de overheidsopdracht kopieën van de gesloten overeenkomsten met een waarde van ten minste:

  • a.

    € 10.000.000 voor overheidsopdrachten voor werken;

  • b.

    € 1.000.000 voor overheidsopdrachten voor leveringen of diensten.

Hoofdstuk

2.4

Voorschriften voor de bijzondere procedures

Afdeling

2.4.1

Bijzondere voorschriften bij het plaatsen van een overheidsopdracht via een raamovereenkomst

Artikel

2.139

Een aanbestedende dienst die een raamovereenkomst sluit na toepassing van een procedure als bedoeld in afdeling 2.2.1, kan op basis van die raamovereenkomst overheidsopdrachten plaatsen overeenkomstig de procedures, bedoeld in artikel 2.142 of artikel 2.143.

Artikel

2.140

Artikel

2.141

Vervallen

Artikel

2.142

Artikel

2.143

Afdeling

2.4.2

Bijzondere voorschriften voor het plaatsen van een overheidsopdracht via een dynamisch aankoopsysteem

Artikel

2.144

Artikel

2.145

Artikel

2.146

Artikel

2.146a

Artikel

2.147

Artikel

2.148

Artikel

2.149

Afdeling

2.4.3

Bijzondere voorschriften betreffende de bouw van een complex sociale woningen

Artikel

2.150

Vervallen

Afdeling

2.4.4

Bijzondere voorschriften voor concessieovereenkomsten voor openbare werken

Artikel

2.151

Vervallen

Artikel

2.152

Vervallen

Artikel

2.153

Vervallen

Artikel

2.154

Vervallen

Artikel

2.155

Vervallen

Artikel

2.156

Vervallen

Afdeling

2.4.5

Voorschriften betreffende de procedure van een prijsvraag

Artikel

2.157

Een aanbestedende dienst stelt de voorschriften met betrekking tot een prijsvraag vast overeenkomstig deze afdeling en stelt deze voorschriften ter beschikking aan belangstellende ondernemers.

Artikel

2.158

Artikel

2.159

Artikel

2.160

Artikel

2.161

Artikel

2.162

De jury neemt na afloop van de voor het indienen van plannen en ontwerpen gestelde termijn kennis van de inhoud daarvan.

Artikel

2.163

Hoofdstuk

2.5

Wijziging van overheidsopdrachten

Artikel

2.163a

Een wijziging van een overheidsopdracht tijdens de looptijd ervan kan uitsluitend zonder nieuwe aanbestedingsprocedure als bedoeld in deel 2 van deze wet plaatsvinden in de in dit hoofdstuk bedoelde gevallen.

Artikel

2.163b

Artikel

2.163c

Artikel

2.163d

Artikel

2.163e

Artikel

2.163f

Een overheidsopdracht kan zonder nieuwe aanbestedingsprocedure als bedoeld in deel 2 van deze wet worden gewijzigd indien een nieuwe opdrachtnemer de opdrachtnemer aan wie de aanbestedende dienst de overheidsopdracht oorspronkelijk had gegund, vervangt ten gevolge van:

  • a.

    een ondubbelzinnige herzieningsclausule als bedoeld in artikel 2.163c, of

  • b.

    rechtsopvolging onder algemene of bijzondere titel in de positie van de aanvankelijke opdrachtnemer, ten gevolge van herstructurering van de onderneming, waaronder door overname, fusie, acquisitie of insolventie, door een andere ondernemer die voldoet aan de oorspronkelijk vastgestelde geschiktheidseisen, mits dit geen andere wezenlijke wijzigingen als bedoeld in artikel 2.163g, derde lid, in de opdracht meebrengt en dit niet gebeurt met het oogmerk om zich te onttrekken aan de toepassing van deel 2 van deze wet.

Artikel

2.163g

Deel

2a

Concessieopdrachten

Hoofdstuk

2a.1

Reikwijdte

Afdeling

2a.1.1

Toepassingsgebied

Artikel

2a.1

Het bepaalde bij of krachtens deel 2a van deze wet is van toepassing op het plaatsen van concessieopdrachten voor werken of diensten door een:

  • a.

    aanbestedende dienst;

  • b.

    speciale-sectorbedrijf.

Afdeling

2a.1.2

Toepassingsbereik

§

2a.1.2.1

Toepassingsbereik concessieopdrachten

Artikel

2a.2

Artikel

2a.3

Indien de waarde van een concessieopdracht op het tijdstip van de gunning meer dan 20% hoger is dan het geraamde bedrag, is voor de toepassing van artikel 2a.2, eerste lid, de geraamde waarde de waarde van de concessieopdracht op het tijdstip van de gunning.

§

2a.1.2.2

Afbakening samengestelde opdrachten

Artikel

2a.4

Artikel

2a.5

Artikel

2a.6

Artikel

2a.7

Artikel

2a.8

Afdeling

2a.1.3

Raming van de waarde

§

2a.1.3.1

Algemene bepalingen

Artikel

2a.9

§

2a.1.3.2

De raming van concessieopdrachten

Artikel

2a.10

Artikel

2a.11

Artikel

2a.12

Afdeling

2a.1.4

Uitgezonderde concessieopdrachten

Artikel

2a.13

Artikel

2a.14

Artikel

2a.15

Artikel

2a.16

Het bij of krachtens deel 2a van deze wet bepaalde is niet van toepassing op concessieopdrachten voor diensten:

  • a.

    betreffende de verwerving of huur, ongeacht de financiële modaliteiten ervan, van grond, bestaande gebouwen of andere onroerende zaken of betreffende de rechten hierop;

  • b.

    betreffende de aankoop, de ontwikkeling, de productie of de coproductie van programma’s als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder b, van richtlijn 2010/13/EU en radiomateriaal bestemd voor audiovisuele mediadiensten als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder a, van richtlijn 2010/13/EU of radio-omroepdiensten, die worden gegund door aanbieders van audiovisuele mediadiensten als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder d, van richtlijn 2010/13/EU of radio-omroepdiensten, of opdrachten betreffende zendtijd of betreffende de levering van programma’s die worden gegund aan aanbieders van audiovisuele mediadiensten of radio-omroepdiensten;

  • c.

    betreffende arbitrage- en bemiddeling;

  • d.

    betreffende een van de hierna genoemde rechtskundige diensten:

    • 1°.

      de vertegenwoordiging in rechte van een cliënt in een arbitrage- of bemiddelingsprocedure in een lidstaat van de Europese Unie, in een derde land of voor een internationale arbitrage- of bemiddelingsinstantie, in een procedure voor een rechter of overheidsinstantie van een lidstaat van de Europese Unie of een derde land of voor een internationale rechter of instantie door een persoon die gerechtigd is deze werkzaamheden uit te oefenen onder de benaming advocaat of een daarmee overeenkomstige benaming in een lidstaat van de Europese Unie, in een andere staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte of in Zwitserland;

    • 2°.

      advies dat wordt gegeven ter voorbereiding van de procedures, bedoeld in onderdeel 1, of indien er concrete aanwijzingen zijn en er een grote kans bestaat dat over de kwestie waarop het advies betrekking heeft, een dergelijke procedure zal worden gevoerd, mits het advies is gegeven door een persoon die gerechtigd is deze werkzaamheden uit te oefenen onder de benaming advocaat of een daarmee overeenkomstige benaming in een lidstaat van de Europese Unie, in een andere staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte of in Zwitserland;

    • 3°.

      het waarmerken en voor echt verklaren van documenten door een notaris;

    • 4°.

      de juridische dienstverlening door trustees of aangewezen voogden, of andere juridische dienstverlening waarbij de aanbieders door een rechterlijke instantie van de betrokken lidstaat van de Europese Unie, of van rechtswege, aangewezen zijn om specifieke taken te verrichten onder toezicht van die rechterlijke instanties;

    • 5°.

      andere juridische diensten die in de betrokken lidstaat van de Europese Unie al dan niet incidenteel verband houden met de uitoefening van het openbaar gezag;

  • e.

    op financiële gebied betreffende de uitgifte, de aankoop, de verkoop of de overdracht van effecten of andere financiële instrumenten als bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht en door de centrale banken verleende diensten en operaties die worden uitgevoerd met de Europese Faciliteit voor financiële stabiliteit en het Europees Stabiliteitsmechanisme;

  • f.

    betreffende leningen, al dan niet in samenhang met de uitgifte, de aankoop, de verkoop en de overdracht van effecten of andere financiële instrumenten;

  • g.

    betreffende civiele verdediging, civiele bescherming en risicopreventie die worden verleend door non-profitorganisaties en -verenigingen en die vallen onder de CPV-codes, genoemd in artikel 10, achtste lid, onderdeel g, van richtlijn 2014/23/EU met uitzondering van ziekenvervoer per ambulance;

  • h.

    betreffende politieke campagnes die vallen onder de CPV-codes, genoemd in artikel 10, achtste lid, onderdeel h, van richtlijn 2014/23/EU, indien gegund door een politieke partij in het kader van een verkiezingscampagne.

Artikel

2a.17

Artikel

2a.18

Het bij of krachtens deel 2a van deze wet bepaalde is niet van toepassing op concessieopdrachten die speciale-sectorbedrijven gunnen voor de uitoefening van hun activiteiten in een derde land, in omstandigheden waarbij er geen fysieke exploitatie is van een net of van een geografisch gebied binnen de Europese Unie.

Artikel

2a.19

Het bij of krachtens deel 2a van deze wet bepaalde is niet van toepassing op concessieopdrachten die in hoofdzaak tot doel hebben om een aanbestedende dienst, niet zijnde speciale-sectorbedrijf, in staat te stellen openbare communicatienetten beschikbaar te stellen of te exploiteren of aan het publiek één of meer elektronische communicatiediensten te verlenen.

Artikel

2a.20

Artikel

2a.21

Artikel

2a.22

Onverminderd het bepaalde in artikel 2a.25 en mits de gemeenschappelijke onderneming is opgericht om de betrokken activiteit gedurende een periode van ten minste drie jaar uit te oefenen en het instrument tot oprichting van die gemeenschappelijke onderneming bepaalt dat de speciale-sectorbedrijven waaruit zij bestaat, daar deel van uitmaken voor ten minste dezelfde termijn, is het bepaalde bij of krachtens deel 2a van deze wet niet van toepassing op het plaatsen van concessieopdrachten die:

  • a.

    door een gemeenschappelijke onderneming, uitsluitend bestaande uit speciale-sectorbedrijven voor de uitoefening van de in bijlage II van richtlijn 2014/23 EU bedoelde activiteiten, zijn gegund aan een van deze speciale-sectorbedrijven;

  • b.

    door een speciale-sectorbedrijf zijn gegund aan een gemeenschappelijke onderneming waarvan zij zelf deel uitmaakt.

Artikel

2a.23

Het speciale-sectorbedrijf doet de Europese Commissie op haar verzoek mededeling van de toepassing van de artikelen 2a.21, eerste lid, en vierde lid, onderdeel b, en 2a.22 met betrekking tot:

  • a.

    de namen van de betrokken ondernemingen of gemeenschappelijke ondernemingen;

  • b.

    de aard en de waarde van de desbetreffende speciale-sectoropdrachten;

  • c.

    de gegevens die de Europese Commissie nodig acht voor het bewijs dat de betrekkingen tussen het speciale-sectorbedrijf en de onderneming of de gemeenschappelijke onderneming bij welke de opdrachten worden geplaatst, aan de eisen, bedoeld in de artikelen 2a.21 en 2a.22, voldoen.

Artikel

2a.24

Het bij of krachtens deel 2a van deze wet bepaalde is niet van toepassing op door speciale-sectorbedrijven gegunde concessieopdrachten wanneer is vastgesteld dat de activiteit rechtstreeks blootstaat aan concurrentie overeenkomstig artikel 3.21.

Artikel

2a.25

Met betrekking tot het plaatsen van concessieopdrachten zijn voor aanbestedende diensten de artikelen 2.24a tot en met 2.24c van overeenkomstige toepassing.

Hoofdstuk

2a.2

Procedures voor het plaatsen van concessieopdrachten

Afdeling

2a.2.1

Algemeen

Artikel

2a.27

Artikel

2a.28

Afdeling

2a.2.2

Sociale en andere specifieke diensten

Artikel

2a.29

Concessieopdrachten voor sociale en andere specifieke diensten die zijn opgenomen in bijlage IV van richtlijn 2014/23/EU en waarop deel 2a van deze wet van toepassing is, zijn voor wat betreft de bepalingen uit deel 2a en deel 4 van deze wet, uitsluitend onderworpen aan de verplichtingen die voortvloeien uit de artikelen 2a.30, tweede lid, 2a.33, 2a.49, 2a.50, 2a.51, 4.15 en 4.16.

Hoofdstuk

2a.3

Regels voor concessieopdrachten inzake aankondiging, uitsluiting, selectie en gunning

Afdeling

2a.3.1

Algemeen

Artikel

2a.30

Afdeling

2a.3.2

Aankondigingen

§

2a.3.2.1

Aankondiging

Artikel

2a.32

Paragraaf 2.3.2.2, met uitzondering van artikel 2.63, is van overeenkomstige toepassing op een aanbestedende dienst die of een speciale-sectorbedrijf dat voornemens is een concessieopdracht te gunnen.

Artikel

2a.33

§

2a.3.2.2

Termijnen

Artikel

2a.34

Een aanbestedende dienst of speciale-sectorbedrijf stelt de termijn voor de ontvangst van de verzoeken tot deelneming of inschrijvingen vast met inachtneming van de complexiteit van de opdracht, de voor de voorbereiding van de verzoeken tot deelneming of de inschrijvingen benodigde tijd en de in deze paragraaf gestelde regels omtrent termijnen.

Artikel

2a.35

Artikel

2a.36

De termijn voor de ontvangst van verzoeken tot deelneming, al dan niet met inschrijvingen voor de concessieopdracht, bedraagt 30 dagen vanaf de verzenddatum van de aankondiging van de concessieopdracht.

Artikel

2a.37

Indien de procedure verloopt in opeenvolgende fasen bedraagt de termijn voor ontvangst van eerste inschrijvingen ten minste 22 dagen, te rekenen vanaf de verzenddatum van de uitnodiging tot het doen van een inschrijving.

Artikel

2a.38

De aanbestedende dienst of het speciale-sectorbedrijf kan de termijn voor ontvangst van inschrijvingen met vijf dagen verlengen indien de aanbestedende dienst of het speciale-sectorbedrijf aanvaardt dat de inschrijvingen krachtens artikel 2a.31 met andere dan elektronische middelen kunnen worden ingediend.

Afdeling

2a.3.3

Bestek

§

2a.3.3.1

Technische specificaties

Artikel

2a.39

§

2a.3.3.2

Onderaanneming, bijzondere voorwaarden, voorbehouden opdrachten

Artikel

2a.40

Artikel 2.79 is van overeenkomstige toepassing op concessieopdrachten.

Artikel

2a.41

Artikel 2.82 is van overeenkomstige toepassing op concessieopdrachten, met dien verstande dat in artikel 2.82, tweede lid, voor aankondiging wordt gelezen: aankondiging of, in het geval van concessieopdracht voor diensten als bedoeld in artikel 2a.29 de vooraankondiging.

Afdeling

2a.3.4

Eigen verklaring

Artikel

2a.42

Afdeling 2.3.4 is van overeenkomstige toepassing op concessieopdrachten.

Afdeling

2a.3.5

Uitsluiting

Artikel

2a.43

Artikel

2a.44

Hoofdstuk

2a.4

Geschiktheidseisen en selectiecriteria

Afdeling

2a.4.1

Geschiktheidseisen

Artikel

2a.46

Artikel

2a.47

Afdeling

2a.4.2

Mededeling van uitsluiting en afwijzing

Artikel

2a.48

De artikelen 2.103 en 2.104 zijn van overeenkomstige toepassing op concessieopdrachten.

Afdeling

2a.4.3

Gunningsfase

§

2a.4.3.1

Inschrijving

Artikel

2a.49

Artikel 2.108 is van overeenkomstige toepassing op concessieopdrachten.

§

2a.4.3.2

Gunningscriteria, abnormaal lage inschrijvingen en elektronische veiling

Artikel

2a.50

§

2a.4.3.4

Gunningsbeslissing

Artikel

2a.51

Paragraaf 2.3.8.8 is van overeenkomstige toepassing op concessieopdrachten.

§

2a.4.3.5

Verslaglegging en bekendmaking

Artikel

2a.52

Hoofdstuk

2a.5

Wijziging van concessieopdrachten

Deel

3

Speciale-sectoropdrachten en prijsvragen voor speciale-sectoropdrachten

Hoofdstuk

3.1

Reikwijdte

Afdeling

3.1.1

Toepassingsgebied

Artikel

3.1

Artikel

3.2

Artikel

3.3

Artikel

3.3.a

Onder de toevoer van gas, warmte, elektriciteit of water naar vaste netten voor openbare dienstverlening als bedoeld in de artikelen 3.1, 3.2 en 3.3 wordt zowel de groothandel en kleinhandel hierin als de opwekking of productie daarvan begrepen met uitzondering van de winning van gas.

Artikel

3.4

Het bepaalde bij of krachtens deel 3 van deze wet is van toepassing op het plaatsen van speciale-sectoropdrachten met het oog op het beschikbaar stellen of exploiteren van netten, bestemd voor de openbare dienstverlening op het gebied van vervoer per trein, automatische systemen, tram, trolleybus, autobus of kabel onder door of vanwege de staat, een provincie of een gemeente gestelde voorwaarden.

Artikel

3.5

Vervallen

Artikel

3.6

Het bepaalde bij of krachtens deel 3 van deze wet is van toepassing op het plaatsen van speciale-sectoropdrachten met het oog op activiteiten met betrekking tot de exploitatie van een geografisch gebied met het doel aan lucht-, zee- of riviervervoerders luchthaven-, zeehaven-, binnenhaven- of andere aanlandingsfaciliteiten beschikbaar te stellen.

Artikel

3.7

Vervallen

Afdeling

3.1.2

Toepassingsbereik

§

3.1.2.1

Toepassingsbereik speciale-sectoropdrachten

Artikel

3.8

Het bepaalde bij of krachtens deel 3 van deze wet is van toepassing op het plaatsen van speciale-sectoropdrachten waarvan de geraamde waarde, exclusief omzetbelasting, gelijk is aan of hoger is dan:

  • a.

    het bedrag, genoemd in artikel 15, onderdeel b, van richtlijn 2014/25/EU voor speciale-sectoropdrachten voor werken;

  • b.

    het bedrag, genoemd in artikel 15, onderdeel a, van richtlijn 2014/25/EU voor speciale-sectoropdrachten voor leveringen en voor diensten.

Artikel

3.9

Het bepaalde bij of krachtens deel 3 van deze wet is van toepassing op door speciale-sectorbedrijven uit te schrijven prijsvragen voor diensten waarvan de geraamde waarde van de opdracht of het totale bedrag aan prijzengeld en betalingen aan deelnemers gelijk is aan of hoger is dan het in artikel 15, onderdeel a, van richtlijn 2014/25/EU genoemde bedrag, exclusief omzetbelasting.

Artikel

3.9a

In afwijking van de artikelen 3.8 en 3.9 is het bepaalde bij of krachtens deel 3 van deze wet van toepassing op het plaatsen van speciale-sectoropdrachten en prijsvragen voor sociale en andere specifieke diensten, bedoeld in bijlage XVII van richtlijn 2014/25/EU, waarvan de geraamde waarde gelijk is aan of hoger is dan het in artikel 15, onderdeel c, van richtlijn 2014/25/EU genoemde bedrag, exclusief omzetbelasting.

Artikel

3.9b

Artikel

3.9c

§

3.1.2.2

Aankoopcentrales en gezamenlijke aanbestedingen

Artikel

3.10

Artikel

3.10a

Artikel

3.10b

§

3.1.2.3

Afbakening samenstelling speciale-sectoropdrachten

Artikel

3.10c

Artikel

3.10d

Artikel

3.10e

Artikel

3.10f

Artikel

3.10g

Afdeling

3.1.3

Raming van de waarde

§

3.1.3.1

Algemene bepalingen

Artikel

3.11

§

3.1.3.2

De raming van speciale-sectoropdrachten

Artikel

3.12

Artikel

3.12a

Artikel 2.15a is van overeenkomstige toepassing op een speciale-sectorbedrijf dat uit afzonderlijke operationele eenheden bestaat.

Artikel

3.13

Artikel 2.16 is van overeenkomstige toepassing op de raming van de waarde van een speciale-sectoropdracht voor werken.

Artikel

3.14

Artikel 2.17 is van overeenkomstige toepassing op de raming van de waarde van een speciale-sectoropdracht voor diensten als bedoeld in dat artikel.

Artikel

3.15

Artikel

3.16

Artikel

3.16a

De artikelen 3.15, tweede lid, en 3.16, tweede lid, zijn niet van toepassing op:

  • a.

    opdrachten voor werken waarvan de geraamde waarde niet meer bedraagt dan € 1.000.000, exclusief omzetbelasting,

  • b.

    opdrachten voor diensten of leveringen waarvan de geraamde waarde niet meer bedraagt dan € 80.000, exclusief omzetbelasting,

mits de totale geraamde waarde van de onder a of b bedoelde percelen gezamenlijk niet meer bedraagt dan 20% van de totale waarde van alle percelen.

Artikel

3.17

Het speciale-sectorbedrijf raamt de waarde van speciale-sectoropdrachten voor leveringen die betrekking hebben op leasing, huurkoop of huurkoop van producten met overeenkomstige toepassing van de in artikel 2.20, onderdelen a en b, bedoelde grondslag.

Artikel

3.18

Het speciale-sectorbedrijf raamt de waarde van speciale-sectoropdrachten voor leveringen of voor diensten die met een zekere regelmaat worden verricht of die het speciale-sectorbedrijf gedurende een bepaalde periode wil hernieuwen, met overeenkomstige toepassing van de in artikel 2.21, onderdelen a of b, bedoelde grondslag.

Artikel

3.19

Het speciale-sectorbedrijf raamt de waarde van speciale-sectoropdrachten die zowel leveringen als diensten betreffen op basis van de totale waarde van de leveringen en diensten gezamenlijk, ongeacht het respectieve aandeel ervan, en met de waarde van plaatsing en installatie daarin begrepen.

§

3.1.3.3

De raming van dynamische aankoopsystemen, innovatiepartnerschappen en prijsvragen

Artikel

3.20

Afdeling

3.1.4

Uitgezonderde speciale-sectoropdrachten en prijsvragen

Artikel

3.21

Artikel

3.22

Artikel

3.23

Artikel

3.23a

Artikel

3.23b

Artikel

3.23c

Artikel

3.24

Artikel

3.25

Artikel

3.26

Het speciale-sectorbedrijf doet de Europese Commissie op haar verzoek mededeling van de toepassing van de artikelen 3.24 en 3.25 met betrekking tot:

  • a.

    de namen van de betrokken ondernemingen of gemeenschappelijke ondernemingen;

  • b.

    de aard en de waarde van de desbetreffende speciale-sectoropdrachten;

  • c.

    de gegevens die de Europese Commissie nodig acht voor het bewijs dat de betrekkingen tussen het speciale-sectorbedrijf en de onderneming of de gemeenschappelijke onderneming bij welke de opdrachten worden geplaatst, aan de eisen, bedoeld in de artikelen 3.24 en 3.25, voldoen.

Artikel

3.27

Het bij of krachtens deel 3 van deze wet bepaalde is niet van toepassing op speciale-sectoropdrachten voor diensten:

  • a.

    betreffende de verwerving of huur, ongeacht de financiële modaliteiten ervan, van grond, bestaande gebouwen of andere onroerende zaken of betreffende rechten hierop;

  • b.

    van arbitrage en bemiddeling;

  • c.

    op financieel gebied betreffende de uitgifte, aankoop, verkoop of overdracht van effecten als bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht of andere financiële instrumenten en door de centrale banken verleende diensten en activiteiten die zijn uitgevoerd in het kader van de Europese faciliteit voor financiële stabiliteit en het Europees stabiliteitsmechanisme;

  • d.

    inzake arbeidsovereenkomsten;

  • e.

    voor onderzoek en ontwikkeling, met uitzondering van opdrachten die vallen onder de CPV-codes, genoemd in artikel 32, aanhef, van richtlijn 2014/25/EU en waarvan de resultaten in hun geheel aan het speciale-sectorbedrijf toekomen voor gebruik ervan bij de uitoefening van zijn eigen werkzaamheden, mits de dienstverrichting geheel door het speciale-sectorbedrijf wordt betaald;

  • f.

    op juridisch gebied betreffende:

    • 1°.

      de vertegenwoordiging in rechte van een cliënt in een arbitrage- of bemiddelingsprocedure in een lidstaat van de Europese Unie, in een derde land of voor een internationale arbitrage- of bemiddelingsinstantie of, in een procedure voor een rechter of overheidsinstantie van een lidstaat van de Europese Unie of van een derde land of voor een internationale rechter of instantie door een persoon die gerechtigd is deze werkzaamheden uit te oefenen onder de benaming advocaat of een daarmee overeenkomstige benaming in een lidstaat van de Europese Unie, in een andere staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte of in Zwitserland;

    • 2°.

      advies dat wordt gegeven ter voorbereiding van de procedures, bedoeld onder 1°, of indien er concrete aanwijzingen zijn en er een grote kans bestaat dat over de kwestie waarop het advies betrekking heeft, een dergelijke procedure zal worden gevoerd, mits het advies is gegeven door een persoon die gerechtigd is deze werkzaamheden uit te oefenen onder de benaming advocaat of een daarmee overeenkomstige benaming in een lidstaat van de Europese Unie, in een andere staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte of in Zwitserland;

    • 3°.

      het waarmerken en voor echt verklaren van documenten door een notaris;

    • 4°.

      de juridische dienstverlening door trustees of aangewezen voogden, of andere juridische dienstverlening waarbij de aanbieders door een rechterlijke instantie van de betrokken lidstaat van de Europese Unie, of van rechtswege, aangewezen zijn om specifieke taken te verrichten onder toezicht van die rechterlijke instanties;

    • 5°.

      andere juridische diensten die in de betrokken lidstaat van de Europese Unie al dan niet incidenteel verband houden met de uitoefening van het openbaar gezag;

  • g.

    betreffende leningen, al dan niet in samenhang met de uitgifte, de aankoop, de verkoop of de overdracht van effecten of andere financiële instrumenten;

  • h.

    betreffende civiele verdediging, civiele bescherming en risicopreventie die worden verleend door non-profitorganisaties en -verenigingen en die vallen onder de CPV-codes, genoemd in artikel 21, onderdeel h, van richtlijn 2014/25/EU met uitzondering van ziekenvervoer per ambulance;

  • i.

    opdrachten betreffende zendtijd of betreffende de levering van programma’s als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder b, van richtlijn 2010/13/EU of van radiomateriaal, die worden gegund aan aanbieders van audiovisuele mediadiensten als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder d, van richtlijn 2010/13/EU of van radio-omroepdiensten.

Artikel

3.28

Het bij of krachtens deel 3 van deze wet bepaalde is niet van toepassing op speciale-sectoropdrachten voor diensten die door een speciale-sectorbedrijf worden gegund aan een ander speciale-sectorbedrijf of een samenwerkingsverband van speciale-sectorbedrijven op basis van een uitsluitend recht dat aan dat andere speciale-sectorbedrijf of het desbetreffende samenwerkingsverband is verleend, mits dit uitsluitend recht verenigbaar is met het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.

Artikel

3.29

Het bij of krachtens deel 3 van deze wet bepaalde is niet van toepassing op het plaatsen van speciale-sectoropdrachten voor de aankoop van water door een speciale-sectorbedrijf dat een activiteit als bedoeld in artikel 3.3 uitoefent.

Artikel

3.30

Het bij of krachtens deel 3 van deze wet bepaalde is niet van toepassing op het plaatsen van speciale-sectoropdrachten voor de levering van energie of brandstof voor energieopwekking door een speciale-sectorbedrijf dat een activiteit als bedoeld in artikel 3.1 of artikel 3.2 uitoefent.

Artikel

3.31

Vervallen

Hoofdstuk

3.2

Procedures voor het plaatsen van speciale-sectoropdrachten

Afdeling

3.2.1

Algemene procedures

§

3.2.1.1

Algemeen

Artikel

3.32

Het speciale-sectorbedrijf past voor het plaatsen van een opdracht één van de procedures in deze afdeling, al dan niet na marktconsultatie toe.

§

3.2.1.2

Openbare procedure

Artikel

3.33

Het speciale-sectorbedrijf dat de openbare procedure toepast doorloopt de volgende stappen. Het speciale-sectorbedrijf:

  • a.

    maakt een aankondiging van de speciale-sectoropdracht bekend;

  • b.

    toetst of een inschrijver voldoet aan de door het speciale-sectorbedrijf gestelde eisen of de erkenningsregeling;

  • c.

    toetst of de inschrijvingen voldoen aan de door het speciale-sectorbedrijf gestelde technische specificaties, eisen en normen;

  • d.

    beoordeelt de geldige inschrijvingen aan de hand van het door het speciale-sectorbedrijf gestelde gunningscriterium, bedoeld in artikel 2.114 en de nadere criteria, bedoeld in artikel 2.115;

  • e.

    deelt de gunningsbeslissing mee;

  • f.

    kan de overeenkomst sluiten;

  • g.

    maakt de aankondiging van de gegunde opdracht bekend.

§

3.2.1.3

Niet-openbare procedure

Artikel

3.34

Het speciale-sectorbedrijf dat de niet-openbare procedure toepast doorloopt de volgende stappen. Het speciale-sectorbedrijf:

  • a.

    maakt een aankondiging van de speciale-sectoropdracht bekend;

  • b.

    toetst of een gegadigde voldoet aan de door het speciale-sectorbedrijf gestelde eisen of de erkenningsregeling;

  • c.

    nodigt de niet-uitgesloten of niet-afgewezen gegadigden uit om een inschrijving in te dienen;

  • d.

    toetst of de inschrijvingen voldoen aan de door het speciale-sectorbedrijf gestelde technische specificaties, eisen en normen;

  • e.

    beoordeelt de geldige inschrijvingen aan de hand van het door het speciale-sectorbedrijf gestelde gunningscriterium en de nadere criteria, bedoeld in artikel 2.115;

  • f.

    deelt de gunningsbeslissing mee;

  • g.

    kan de overeenkomst sluiten;

  • h.

    maakt de aankondiging van de gegunde opdracht bekend.

§

3.2.1.4

Concurrentiegerichte dialoog

Artikel

3.34a

Het speciale-sectorbedrijf dat de procedure van de concurrentiegerichte dialoog toepast doorloopt de volgende stappen. Het speciale-sectorbedrijf:

  • a.

    maakt een aankondiging van de speciale-sectoropdracht bekend;

  • b.

    toetst of een gegadigde voldoet aan de door het speciale-sectorbedrijf gestelde eisen of de erkenningsregeling;

  • c.

    beoordeelt de niet-afgewezen gegadigden aan de hand van de door de het speciale-sectorbedrijf gestelde selectiecriteria;

  • d.

    nodigt de geselecteerde gegadigden uit tot deelneming aan de dialoog;

  • e.

    houdt met de geselecteerde gegadigden een dialoog met het doel te bepalen welke middelen geschikt zijn om zo goed mogelijk aan de behoeften van het speciale-sectorbedrijf te voldoen en maakt een keuze welke oplossing of oplossingen aan zijn behoeften kunnen voldoen;

  • f.

    verzoekt de deelnemers aan de dialoog hun inschrijving in te dienen;

  • g.

    toetst of de inschrijvingen voldoen aan de tijdens de dialoog voorgelegde en gespecificeerde oplossing of oplossingen;

  • h.

    beoordeelt de geldige inschrijvingen aan de hand van het gunningscriterium de economisch meest voordelige inschrijving op basis van de beste prijs-kwaliteitverhouding en de door het speciale-sectorbedrijf gestelde nadere criteria, bedoeld in artikel 2.115;

  • i.

    deelt de gunningsbeslissing mee;

  • j.

    kan de overeenkomst sluiten;

  • k.

    maakt de aankondiging van de gegunde opdracht bekend.

§

3.2.1.5

Onderhandelingsprocedure met aankondiging

Artikel

3.35

Het speciale-sectorbedrijf dat de onderhandelingsprocedure met aankondiging toepast doorloopt de volgende stappen. Het speciale-sectorbedrijf:

  • a.

    maakt een aankondiging van de speciale-sectoropdracht bekend;

  • b.

    toetst of een gegadigde voldoet aan de door het speciale-sectorbedrijf gestelde objectieve criteria of de erkenningsregeling;

  • c.

    toetst of een niet uitgesloten gegadigde voldoet aan de door het speciale-sectorbedrijf gestelde geschiktheidseisen;

  • d.

    kan met de niet-uitgesloten of niet-afgewezen gegadigden in overleg treden;

  • e.

    nodigt de niet uitgesloten of niet afgewezen gegadigden uit tot inschrijving;

  • f.

    toetst of de inschrijvingen voldoen aan de door het speciale-sectorbedrijf gestelde technische specificaties, eisen en normen;

  • g.

    kan met de inschrijvers in overleg treden;

  • h.

    kan de inschrijvers vragen de inschrijving aan te vullen of een nieuwe inschrijving te doen;

  • i.

    beoordeelt de geldige inschrijvingen aan de hand van het door het speciale-sectorbedrijf gestelde gunningscriterium, bedoeld in artikel 2.114, en de nadere criteria, bedoeld in artikel 2.115;

  • j.

    onderhandelt met de inschrijvers;

  • k.

    deelt de gunningsbeslissing mee;

  • l.

    kan de overeenkomst sluiten;

  • m.

    maakt de aankondiging van de gegunde opdracht bekend.

§

3.2.1.6

Procedure van het innovatiepartnerschap

Artikel

3.35a

Het speciale-sectorbedrijf kan de procedure van het innovatiepartnerschap toepassen voor een speciale-sectoropdracht die is gericht op de ontwikkeling en aanschaf van een innovatief product of werk of een innovatieve dienst welke niet reeds op de markt beschikbaar is.

Artikel

3.35b

Het speciale-sectorbedrijf dat de procedure van het innovatiepartnerschap toepast doorloopt de volgende stappen. Het speciale-sectorbedrijf:

  • a.

    maakt een aankondiging van de speciale-sectoropdracht bekend;

  • b.

    toetst of een gegadigde voldoet aan de door het speciale-sectorbedrijf gestelde eisen of de erkenningsregeling;

  • c.

    beoordeelt de niet-afgewezen gegadigden aan de hand van de door het speciale-sectorbedrijf gestelde selectiecriteria;

  • d.

    nodigt de geselecteerde gegadigden uit tot het doen van een eerste inschrijving;

  • e.

    onderhandelt met de inschrijvers over hun eerste en daaropvolgende inschrijvingen, met uitzondering van de definitieve inschrijving, om de inhoud ervan te verbeteren, met dien verstande dat niet wordt onderhandeld over de gunningscriteria en de minimumeisen;

  • f.

    beoordeelt de definitieve inschrijvingen aan de hand van door het speciale-sectorbedrijf gestelde minimumeisen en het door hem gestelde gunningscriterium van de economisch meest voordelige inschrijving op basis van de beste prijs-kwaliteitverhouding, en de nadere criteria, bedoeld in artikel 2.115;

  • g.

    deelt de gunningsbeslissing mee;

  • h.

    kan de overeenkomst sluiten;

  • i.

    maakt de aankondiging van de gegunde speciale-sectoropdracht bekend.

§

3.2.1.7

Onderhandelingsprocedure zonder aankondiging

Artikel

3.36

Artikel

3.37

Het speciale-sectorbedrijf kan de onderhandelingsprocedure zonder aankondiging toepassen voor door de oorspronkelijke leverancier verrichte aanvullende leveringen die bestemd zijn:

  • a.

    voor gedeeltelijke vernieuwing van gebruikte leveringen of installaties, of

  • b.

    voor de uitbreiding van bestaande leveringen of installaties, indien verandering van leverancier het speciale-sectorbedrijf ertoe zou verplichten apparatuur aan te schaffen met andere technische eigenschappen die niet verenigbaar zijn met de technische eigenschappen van reeds geleverde apparatuur of zich bij gebruik en onderhoud van de aan te schaffen apparatuur onevenredige technische moeilijkheden voordoen.

Artikel

3.38

§

3.2.1.8

Bijzondere voorschriften betreffende het plaatsen van speciale-sectoropdrachten voor sociale en andere specifieke diensten

Artikel

3.40

Het speciale-sectorbedrijf kan voor sociale en andere specifieke diensten als bedoeld in bijlage XVII van richtlijn 2014/24/EU de procedure voor sociale en andere specifieke diensten toepassen.

Artikel

3.41

Afdeling

3.2.3

Bijzondere procedures

§

3.2.3.1

Procedure van een prijsvraag

Artikel

3.42

Een speciale-sectorbedrijf past voor het uitschrijven van een prijsvraag de procedure van een prijsvraag toe.

Artikel

3.43

§

3.2.3.2

Procedure voor het sluiten van een raamovereenkomst

Artikel

3.44

Een speciale-sectorbedrijf dat een raamovereenkomst wil sluiten, past daartoe de openbare, de niet-openbare procedure, de concurrentiegerichte dialoog, de onderhandelingsprocedure met aankondiging, het innovatiepartnerschap of, indien dat op grond van artikelen 3.36 tot en met 3.38 is toegestaan, de onderhandelingsprocedure zonder aankondiging toe.

Artikel

3.45

Vervallen

Artikel

3.46

Een speciale-sectorbedrijf maakt geen oneigenlijk gebruik van een raamovereenkomst, met als gevolg dat de mededinging zou worden beperkt, verhinderd of vervalst.

§

3.2.3.3

Procedure voor een dynamisch aankoopsysteem

Artikel

3.47

Artikel

3.48

Een speciale-sectorbedrijf dat een dynamisch aankoopsysteem instelt doorloopt de volgende stappen. Het speciale-sectorbedrijf:

  • a.

    maakt een aankondiging van de speciale-sectoropdracht bekend;

  • b.

    toetst of een gegadigde voldoet aan de door het speciale-sectorbedrijf gestelde objectieve criteria;

  • c.

    beoordeelt de niet-uitgesloten gegadigden aan de hand van de door het speciale-sectorbedrijf gestelde eisen;

  • d.

    laat de niet-uitgesloten en niet-afgewezen gegadigden toe tot het dynamisch aankoopsysteem.

Artikel

3.49

Een speciale-sectorbedrijf dat een speciale-sectoropdracht wil plaatsen binnen een dynamisch aankoopsysteem:

  • a.

    nodigt, met overeenkomstige toepassing van artikel 2.148, eerste onderscheidenlijk tweede lid, de toegelaten ondernemers uit een inschrijving in te dienen;

  • b.

    past de in artikel 3.34, onderdelen d tot en met h, genoemde stappen van de niet-openbare procedure toe.

Hoofdstuk

3.3

Regels voor speciale-sectoropdrachten inzake aankondiging, uitsluiting, selectie en gunning

Afdeling

3.3.1

Algemeen

Artikel

3.50

Artikel

3.50a

Artikel

3.50b

Artikel

3.50c

Afdeling

3.3.2

Aankondigingen

§

3.3.2.1

Periodieke indicatieve aankondiging en aankondigingen betreffende het bestaan van een erkenningsregeling

Artikel

3.51

Artikel

3.52

Een speciale-sectorbedrijf zendt de periodieke indicatieve aankondiging met behulp van het elektronische systeem voor aanbestedingen toe aan de Europese Commissie.

Artikel

3.54

Artikel

3.55

§

3.3.2.2

Aankondiging

Artikel

3.56

Artikel

3.57

§

3.3.2.3

Termijnen

Artikel

3.58

Een speciale-sectorbedrijf stelt de termijn voor het indienen van verzoeken tot deelneming of inschrijvingen vast met inachtneming van het voorwerp van de opdracht, de voor de voorbereiding van het verzoek of de inschrijving benodigde tijd en de in deze paragraaf gestelde regels omtrent termijnen.

Artikel

3.59

Artikel

3.60

Een speciale-sectorbedrijf dat een periodieke indicatieve aankondiging heeft gedaan die niet als aankondiging als bedoeld in artikel 3.56, derde lid, wordt gebruikt, kan de termijn voor het indienen van inschrijvingen bij openbare procedures inkorten tot 29 dagen, maar in geen geval tot minder dan 22 dagen, indien de periodieke indicatieve aankondiging:

  • a.

    naast de op grond van bijlage VI A, afdeling I, van richtlijn 2014/25/EU vereiste informatie, alle in bijlage VI A, afdeling II, vereiste informatie bevat, voor zover laatstbedoelde informatie beschikbaar is op het tijdstip dat de periodieke indicatieve aankondiging wordt gedaan, en

  • b.

    ten minste 52 dagen en ten hoogste 12 maanden voor de verzenddatum van de aankondiging van de speciale-sectoropdracht ter bekendmaking is verzonden.

Artikel

3.60a

Artikel

3.60b

Artikel

3.60c

In het geval van een urgente situatie, die door het speciale-sectorbedrijf naar behoren is onderbouwd, waarin de in artikel 3.59, eerste lid, bepaalde termijn voor inschrijving niet in acht kan worden genomen, kan een speciale-sectorbedrijf een termijn hiervoor vaststellen van ten minste 15 dagen, te rekenen vanaf de verzenddatum van de aankondiging van de speciale-sectoropdracht.

Artikel

3.60d

Een speciale-sectorbedrijf kan de termijn voor het indienen van de inschrijvingen, bedoeld in artikel 3.59, eerste lid, met vijf dagen verkorten, indien hij erin toestemt dat inschrijvingen langs elektronische weg worden ingediend.

Afdeling

3.3.3

Bestek

§

3.3.3.1

Technische specificaties

Artikel

3.61

Artikel

3.62

§

3.3.3.2

Onderaanneming, bijzondere voorwaarden, voorbehouden opdracht en varianten

Afdeling

3.3.4

Eigen verklaring

Artikel

3.64

Afdeling 2.3.4 is van overeenkomstige toepassing op speciale-sectoropdrachten.

Afdeling

3.3.5

Uitsluiting en selectie

Artikel

3.65

Artikel

3.65a

Hoofdstuk

3.4

Erkenningsregeling

Afdeling

3.4.1

Deelname en toepassing

Artikel

3.66

Artikel

3.66a

Artikel

3.67

Artikel

3.68

Artikel

3.69

Artikel

3.70

Afdeling

3.4.2

Mededeling van uitsluiting en afwijzing

Afdeling

3.4.3

Gunningsfase

§

3.4.3.1

Inschrijving

Artikel

3.71a

Bij toepassing van de niet-openbare procedure, de concurrentiegerichte dialoog, het innovatiepartnerschap, of de onderhandelingsprocedure met aankondiging nodigt het speciale-sectorbedrijf de niet-uitgesloten en niet-afgewezen gegadigden gelijktijdig en schriftelijk uit tot inschrijving, tot deelneming aan de dialoog of tot onderhandelingen.

Artikel

3.71b

Artikel

3.72

Paragraaf 2.3.8.2 is van overeenkomstige toepassing op speciale-sectoropdrachten.

Artikel

3.73

§

3.4.3.1a

Concurrentiegerichte dialoog en elektronische catalogus

Artikel

3.73a

De paragrafen 2.3.8.2a en 2.3.8.3 zijn van overeenkomstige toepassing op speciale-sectoropdrachten, met dien verstande dat in artikel 2.109d, onderdeel a, voor «aankondiging van een overheidsopdracht» wordt gelezen: de aankondiging van een speciale-sectoropdracht, de uitnodiging tot bevestiging van belangstelling, bedoeld in artikel 3.73 of, ingeval van een aankondiging inzake het bestaan van een erkenningsregeling als bedoeld in artikel 3.56, derde lid, in de uitnodiging tot inschrijving of tot onderhandeling.

§

3.4.3.2

Gunningscriteria, abnormaal lage inschrijving, elektronische veiling en innovatiepartnerschap

Artikel

3.74

Artikel

3.74a

§

3.4.3.3

Gunningsbeslissing

Artikel

3.75

Paragraaf 2.3.8.8 is van overeenkomstige toepassing op speciale-sectoropdrachten.

Artikel

3.76

§

3.4.3.4

Verslaglegging en bekendmaking

Artikel

3.77

Artikel

3.78

§

3.4.3.5

Bewaarplicht gedurende de looptijd van de speciale-sectoropdracht

Artikel

3.79

Het speciale-sectorbedrijf bewaart ten minste gedurende de looptijd van de speciale-sectoropdracht kopieën van de gesloten overeenkomsten met een waarde van ten minste:

  • a.

    € 10.000.000 voor speciale-sectoropdrachten voor werken;

  • b.

    € 1.000.000 voor speciale-sectoropdrachten voor leveringen of diensten.

Hoofdstuk

3.5

Overige voorschriften voor de procedures met betrekking tot de raamovereenkomst, het dynamisch aankoopsysteem en de prijsvraag

Artikel

3.80

Artikel

3.80b

Artikel

3.80c

Hoofdstuk

3.6

Wijziging van speciale-sectoropdrachten

Artikel

3.80d

Hoofdstuk 2.5 is, met uitzondering van de artikelen 2.163d, eerste lid, onderdeel d, tweede en derde lid, en 2.163e, eerste lid, onderdeel c, van overeenkomstige toepassing op een speciale-sectoropdracht, met dien verstande dat:

Deel

4

Overige bepalingen

Hoofdstuk

4.1

Gedragsverklaring aanbesteden

Afdeling

4.1.1

Algemene bepalingen

Artikel

4.1

Een gedragsverklaring aanbesteden is een verklaring van Onze Minister van Veiligheid en Justitie dat uit een onderzoek naar de in de artikel 4.7 bedoelde gegevens is gebleken dat tegen de betrokken natuurlijke persoon of rechtspersoon geen bezwaren bestaan in verband met inschrijving op overheidsopdrachten, speciale-sectoropdrachten, concessieopdrachten, prijsvragen of opdrachten als bedoeld in de Aanbestedingswet op defensie- en veiligheidsgebied.

Artikel

4.4

Artikel

4.5

Afdeling

4.1.2

Toetsingscriteria

Artikel

4.7

Artikel

4.8

Artikel

4.9

Afdeling

4.1.3

Beoordeling

Artikel

4.10

Artikel

4.11

Hoofdstuk

4.2

Nadere uitvoeringsregels

Afdeling

4.2.1

Nadere regels ter uitvoering van de richtlijnen

Artikel

4.12

Artikel

4.12a

Afdeling

4.2.2

Het elektronische systeem voor aanbestedingen

Artikel

4.13

Artikel

4.14

Artikel

4.14a

Onze Minister is verwerkingsverantwoordelijke voor de verwerking van persoonsgegevens die noodzakelijk is voor de uitvoering van de taken, bedoeld in artikel 4.13, eerste lid, en die verband houdt met het faciliteren van het gebruiken van het systeem.

Hoofdstuk

4.3

Vernietigbaarheid en boete

Afdeling

4.3.1

Vernietigbaarheid

Artikel

4.15

Artikel

4.16

Artikel

4.17

Artikel

4.18

Artikel

4.19

Artikel

4.20

Afdeling

4.3.2

Boete

Artikel

4.21

Artikel

4.23

Artikel

4.24

Indien de overeenkomst, bedoeld in artikel 4.21, is gesloten of mede is gesloten ten bate van de Autoriteit Consument en Markt, worden de bevoegdheden van de artikelen 4.21 tot en met 4.23 uitgeoefend door Onze Minister.

Artikel

4.25

Vervallen

Hoofdstuk

4.4

Arbitrage en klachten

Artikel

4.27

Onze Minister bevordert de instelling van een commissie die tot doel heeft onafhankelijk advies te geven over klachten met betrekking tot aanbestedingsprocedures.

Hoofdstuk

4.5

Evaluatiebepalingen

Artikel

4.28

Artikel

4.29

Onze Minister onderzoekt binnen twee jaar na de inwerkingtreding van deze wet de doeltreffendheid en de effecten van deze wet in de praktijk en doet daarvan verslag aan de Staten-Generaal. In het verslag wordt in het bijzonder aandacht besteed aan de toegang van ondernemers tot opdrachten en aan de naleving.

Hoofdstuk

4.6

Overgangs- en slotbepalingen

Artikel

4.30

Artikel

4.31

Tot een jaar na het tijdstip van inwerkingtreding van artikel 2.89 kan een gegadigde of inschrijver, in afwijking van artikel 2.89, tweede lid, door middel van een verklaring omtrent het gedrag als bedoeld in artikel 28 van de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens die op het tijdstip van het indienen van het verzoek tot deelneming of de inschrijving niet ouder is dan een jaar, aantonen dat de uitsluitingsgronden, bedoeld in de artikelen 2.86 en 2.87, onderdelen b en c, op hem niet van toepassing zijn.

Artikel

4.32

In afwijking van artikel 4.7, eerste lid, onderdelen c en d, betrekt Onze Minister van Veiligheid en Justitie geen gegevens inzake onherroepelijke beschikkingen wegens overtreding van de Mededingingswet als bedoeld in artikel 4.7, eerste lid, onderdeel c, of wegens overtreding van artikel 101 of artikel 102 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie als bedoeld in artikel 4.7, eerste lid, onderdeel d, bij zijn beoordeling van de aanvraag om een gedragsverklaring aanbesteden van een rechtspersoon die werkzaam is op het terrein van de bouwnijverheid indien;

  • a.

    die rechtspersoon in het kader van die overtredingenvoor 1 mei 2004 vrijwillig zijn boekhouding bij de Nederlandse Mededingingsautoriteit heeft ingeleverd,

  • b.

    die rechtspersoon in het kader van die overtredingen heeft meegewerkt aan een versnelde procedure bij de Nederlandse Mededingingsautoriteit of

  • c.

    die rechtspersoon in het kader van die overtredingen heeft deelgenomen aan de Collectieve Regeling Bouwnijverheid.

Artikel

4.33

Indien een aanbestedende dienst of een speciale-sectorbedrijf voor het tijdstip van inwerkingtreding van artikel I van de wet van 22 juni 2016 tot wijziging van de Aanbestedingswet 2012 in verband met de implementatie van aanbestedingsrichtlijnen 2014/23/EU, 2014/24/EU en 2014/25/EU (Stb. 2016, 241) met toepassing van de bepalingen van deze wet zoals die luidden onmiddellijk voorafgaand aan dat tijdstip een aankondiging van een aanbesteding heeft gedaan of overeenkomstig de genoemde bepalingen een aanbestedingsprocedure zonder aankondiging is gestart en in het kader daarvan een of meer ondernemers heeft verzocht een inschrijving in te dienen dan wel op andere wijze ten behoeve van het sluiten van een schriftelijke overeenkomst tot het verrichten van werken, leveringen of diensten een of meer ondernemers heeft benaderd, is op die aanbesteding het recht van toepassing zoals dat gold onmiddellijk voor het tijdstip van inwerkingtreding van het hiervoor bedoelde artikel I.

Artikel

4.34

Artikel

4.35

Artikel

4.36

In afwijking van artikel 2.89, tweede lid, kan een inschrijver of gegadigde tot een jaar na het tijdstip van inwerkingtreding van artikel I van de wet van [p.m. datum] tot wijziging van de Aanbestedingswet 2012 in verband met de implementatie van aanbestedingsrichtlijnen 2014/23/EU, 2014/24/EU en 2014/25/EU (Stb. p.m. jaartal, volgnummer) door middel van een gedragsverklaring aanbesteden die op het tijdstip van indienen van het verzoek tot deelneming of de inschrijving niet ouder is dan twee jaar, aantonen dat de uitsluitingsgronden, bedoeld in de artikelen 2.86 en 2.87, onderdelen b en c, voor zover het een onherroepelijke veroordeling of een onherroepelijke beschikking wegens overtreding van de mededingingsregels betreft, op hem niet van toepassing zijn.

Artikel

4.37

Wijzigt de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur.

Artikel

4.38

Wijzigt deze wet.

Artikel

4.39

Wijzigt deze wet en de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel

4.40

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit bepaald tijdstip, dat voor verschillende artikelen of onderdelen daarvan, verschillend kan worden vastgesteld.

Artikel

4.41

Deze wet wordt aangehaald als: Aanbestedingswet, met vermelding van het jaartal van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te

’s-Gravenhage
Beatrix
De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, M. J. M. Verhagen
De Minister van Veiligheid en Justitie, I. W. Opstelten