Regeling van de Minister van Infrastructuur en Milieu, van 5 december 2012, nr. IENM/BSK-2012/241281, houdende vaststelling beleidsregels voor de sturing van en het toezicht op de Dienst Wegverkeer (Beleidsregels sturing van en toezicht op de Dienst Wegverkeer)

Beleidsregels sturing van en toezicht op de Dienst Wegverkeer

§

1

Algemene bepalingen

§

2

Directie van de dienst

Artikel

2

Goedkeuring bestuursreglement

Bij de goedkeuring van het bestuursreglement op grond van artikel 11 Kaderwet io. artikel 4n van de wet bekijkt de minister in ieder geval of ten aanzien van de hierna volgende onderwerpen bepalingen zijn opgenomen:

  • a.

    een nadere omschrijving van de taken van de leden van de directie;

  • b.

    nadere bepaling van de bevoegdheden binnen de directie;

  • c.

    de schriftelijke goedkeuring van diverse besluiten door de raad van toezicht;

  • d.

    de besluitvorming in en buiten de vergadering;

  • e.

    de notulen van de vergadering;

  • f.

    het hebben en melden van nevenfuncties aan de raad van toezicht;

  • g.

    de handelwijze in geval van tegenstrijdige belangen van een lid van de directie.

Artikel

3

Procedure benoeming nieuwe leden directie

Artikel

4

Procedure herbenoeming leden directie

Artikel

5

Schorsing en ontslag van de directie

Voorafgaand aan schorsing of ontslag van de leden van de directie informeert de minister de raad van toezicht over zijn voornemen.

Artikel

6

Bezoldiging directie

Ten behoeve van het vaststellen van de bezoldiging van de directie conform artikel 14, tweede lid, van de Kaderwet verzoekt de minister de raad van toezicht om een voorstel voor de bezoldiging van de directie op te stellen, rekening houdend met de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector. De raad van toezicht kan binnen een door de minister vastgestelde marge jaarlijks een variabele component toekennen aan de directie, afhankelijk van de prestaties en de realisatie van vooraf tussen de raad van toezicht en de directie overeengekomen doelen. Die marge blijft binnen de grenzen die de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector stelt.

§

3

Raad van toezicht van de dienst

Artikel

7

Reglement van de raad van toezicht

Bij de goedkeuring van het reglement van de raad van toezicht op grond van artikel 4l, zevende lid, van de wet bekijkt de minister in ieder geval of ten aanzien van de hierna volgende onderwerpen bepalingen zijn opgenomen:

  • a.

    een nadere omschrijving van de taken van de leden van de raad van toezicht;

  • b.

    een nadere bepaling van de bevoegdheden van en binnen de raad van toezicht;

  • c.

    de besluitvorming in en buiten de vergadering;

  • d.

    de notulen van de vergadering;

  • e.

    de handelwijze in geval van tegenstrijdige belangen van een lid van de raad van toezicht;

  • f.

    de instelling en werkwijze van commissies zoals een auditcommissie.

Artikel

8

Benoeming nieuwe leden raad van toezicht

Artikel

9

Procedure herbenoeming leden raad van toezicht

§

4

Financieel toezicht

Artikel

10

Tarieven voor taken of taakclusters op grond van de artikelen 4b, eerste lid, en tweede lid, onderdeel a, en 4q, van de wet, alsmede tarieven voor andere op basis van artikel 4b, tweede lid, onderdeel b, van de wet opgedragen taken, voor zover deze taken mede een andere basis hebben in of krachtens de wet

Artikel

11

Prijzen voor andere, op basis van artikel 4b, tweede lid, onderdeel b, van de wet opgedragen taken, voor zover deze taken niet mede een andere basis hebben in of krachtens de wet

Artikel

12

Inhoud tarievenvoorstel

Artikel

13

Begroting

Artikel

14

Financieel meerjarenbeleidsplan

§

5

Taakuitoefening

Artikel

15

Risicoprofiel en kernprestatie-indicatoren

Artikel

16

Oordeelsvorming

De minister vormt zich een oordeel over de kwaliteit van de taakuitoefening van de dienst. Daarbij baseert hij zich onder meer op:

  • a.

    de bevindingen voortvloeiend uit de in artikel 19, tweede lid, van de Kaderwet bedoelde voorzieningen;

  • b.

    de regelmatig door de dienst gehouden klant- en medewerkerstevredenheidsonderzoeken;

  • c.

    de kernprestatie-indicatoren zoals bedoeld in artikel 15.

§

6

Opdracht tot en inkadering van taken en activiteiten

Artikel

17

Instemmingstoets minister

§

7

Overige onderwerpen

Artikel

18

Evaluatie conform artikel 39 van de Kaderwet

Artikel

19

Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als: Beleidsregels sturing van en toezicht op de Dienst Wegverkeer.

Artikel

20

Inwerkingtreding

Deze regels treden in werking met ingang van 1 januari 2013.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Infrastructuur en Milieu,M.H.Schultz van Haegen-Maas Geesteranus.