Wet van 20 december 2012, houdende regels voor de opslag duurzame energie (Wet opslag duurzame energie)

Wet opslag duurzame energie

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging hebben genomen, dat het wenselijk is een heffing in te voeren op het verbruik van elektriciteit en aardgas om het stimuleren van de productie van duurzame energie te financieren;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel

1

Artikel

2

Artikel

3

Het tarief voor de opslag duurzame energie bedraagt voor elektriciteit voor dat gedeelte van de geleverde hoeveelheid per verbruiksperiode van twaalf maanden per aansluiting dat:

  • a.

    niet hoger is dan 10 000 kWh, per kWh € 0,0011 in 2013, € 0,0023 in 2014, € 0,0036 in 2015 en € 0,0056 in 2016;

  • b.

    hoger is dan 10 000 kWh, maar niet hoger dan 50 000 kWh, per kWh € 0,0014 in 2013, € 0,0027 in 2014, € 0,0046 in 2015 en € 0,007 in 2016;

  • c.

    hoger is dan 50 000 kWh, maar niet hoger dan 10 000 000 kWh, per kWh € 0,0004 in 2013, € 0,0007 in 2014, € 0,0012 in 2015 en € 0,0019 in 2016;

  • d.

    hoger is dan 10 000 000 kWh, per kWh voor niet-zakelijk verbruik € 0,000017 in 2013, € 0,000034 in 2014, € 0,000055 in 2015 en € 0,000084 in 2016;

  • e.

    hoger is dan 10 000 000 kWh, per kWh voor zakelijk verbruik € 0,000017 in 2013, € 0,000034 in 2014, € 0,000055 in 2015 en € 0,000084 in 2016.

Artikel

4

Deze wet wordt aangehaald als: Wet opslag duurzame energie.

Artikel

5

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te

’s-Gravenhage
Beatrix
De Minister van Economische Zaken, H. G. J. Kamp
De Minister van Veiligheid en Justitie, I. W. Opstelten