Artikel
1
3
De opslag duurzame energie wordt geheven met overeenkomstige toepassing van het bepaalde bij of krachtens de hoofdstukken I, VI en IX van de Wet belastingen op milieugrondslag, met dien verstande dat:
-
a.
de in artikel 63 opgenomen belastingvermindering niet geldt;
-
b.
de op grond van artikel 90 toe te passen indexatie niet geldt;
-
c.
de in die hoofdstukken opgenomen verwijzingen naar artikel 59, eerste lid, onderdeel a, worden gelezen als verwijzingen naar artikel 2, eerste lid, onderdeel a, verwijzingen naar artikel 59, eerste lid, onderdeel c, worden gelezen als verwijzingen naar artikel 3, verwijzingen naar artikel 59, derde lid, worden gelezen als verwijzingen naar artikel 2, eerste lid, onderdeel b, en verwijzingen naar artikel 60, eerste lid, worden gelezen als verwijzingen naar artikel 2, eerste lid, onderdeel c.
4
De heffing en de invordering van de opslag duurzame energie geschiedt met overeenkomstige toepassing van het bepaalde bij of krachtens de Algemene wet inzake rijksbelastingen, de Invorderingswet 1990 en de Kostenwet invordering rijksbelastingen.