Artikel
1
In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder Onze Minister: Onze Minister van Infrastructuur en Milieu.
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder Onze Minister: Onze Minister van Infrastructuur en Milieu.
In afwijking van artikel 4:21, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht is titel 4.2 van die wet van toepassing op subsidies die worden verstrekt op grond van een algemene maatregel van bestuur of ministeriële regeling als bedoeld in artikel 4, die uitsluitend voorziet in verstrekking aan rechtspersonen die krachtens publiekrecht zijn ingesteld.
Onze Minister kan subsidies verstrekken voor activiteiten die passen in het beleid inzake:
infrastructuur;
milieubeheer;
luchtvaart en luchtverkeer;
ruimtelijke ordening;
scheepvaart en maritieme zaken;
verkeer en vervoer;
water.
Onze Minister kan voorts subsidies verstrekken voor activiteiten op het gebied van de onderwerpen, die zijn genoemd in de begrotingsstaat, onderdeel uitgaven en verplichtingen, behorend bij de wet, houdende vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu voor het desbetreffende jaar, of voor een voorafgaand jaar, voor zover daarin een beschikking tot subsidieverstrekking is gegeven. Indien bij de aanvang van enig jaar bedoelde wet nog niet in werking is getreden, wordt tot die inwerkingtreding het voorstel daartoe in aanmerking genomen.
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur of bij regeling van Onze Minister kunnen de in artikel 3 bedoelde activiteiten waarvoor subsidie kan worden verstrekt nader worden bepaald en kunnen criteria voor die verstrekking worden vastgesteld.
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur of bij regeling van Onze Minister kunnen regels dan wel nadere regels worden gesteld met betrekking tot:
de aanvraag van de subsidie, de daarbij over te leggen gegevens en bescheiden, en de besluitvorming daarover;
het bedrag van de subsidie dan wel de wijze waarop dit bedrag wordt bepaald;
de voorwaarden waaronder de subsidie wordt verleend;
de verplichtingen van de subsidie-ontvanger;
de vaststelling van de subsidie;
de betaling van de subsidie en het verlenen van voorschotten;
intrekking of wijziging van de subsidieverlening of -vaststelling;
de wijze van verdeling van beschikbare bedragen;
de vergoeding die verschuldigd is bij vermogensvorming, bedoeld in artikel 4:41 van de Algemene wet bestuursrecht;
de termijn van publicatie en de inrichting van het verslag over de doeltreffendheid en de effecten van de subsidie in de praktijk;
de openbaarmaking van de resultaten van de gesubsidieerde activiteiten;
het geven van informatie aan derden over de gesubsidieerde activiteiten door de subsidie-ontvanger.
Voor zover subsidieverstrekking in strijd is met ingevolge een verdrag voor de staat geldende verplichtingen, kan Onze Minister:
de subsidieverstrekking weigeren;
de subsidie lager vaststellen dan overeenkomstig de subsidieverlening;
de subsidieverlening of -vaststelling intrekken of ten nadele van de subsidie-ontvanger wijzigen.
Bij de vaststelling, intrekking of wijziging, bedoeld in het eerste lid, kan worden bepaald dat over een onverschuldigd betaalde subsidie een rentevergoeding is verschuldigd.
De intrekking of wijziging, bedoeld in het eerste lid, werkt terug tot en met het tijdstip waarop de subsidie is verstrekt, tenzij bij die intrekking of wijziging anders is bepaald.
De artikelen 4:49, derde lid, en 4:57, vierde lid, van de Algemene wet bestuursrecht zijn niet van toepassing op de vaststelling, intrekking en wijziging, bedoeld in het eerste lid.
Onze Minister kan de uitvoering van een algemene maatregel van bestuur of een ministeriële regeling over het verstrekken van subsidies voor de in artikel 3 genoemde activiteiten met inbegrip van het nemen van besluiten op grond van die regels delegeren aan bestuursorganen van provincie of gemeente.
Met het toezicht op de naleving van de bij of krachtens deze wet aan de subsidie-ontvanger opgelegde verplichtingen zijn belast de bij besluit van Onze Minister aangewezen personen.
De toezichthouder beschikt niet over de bevoegdheden, vermeld in de artikelen 5:18 en 5:19 van de Algemene wet bestuursrecht.
Wijzigt de Waterwet.
Wijzigt de Wet bodembescherming.
Dit onderdeel is nog niet inwerking getreden
Wijzigt de Wet geluidhinder.
Wijzigt de Wet milieubeheer.
Wijzigt de Wet ruimtelijke ordening.
Wijzigt de Wet Justitie-subsidies.
Wijzigt de Wet overige BZK-subsidies.
Wijzigt de Woningwet.
Dit onderdeel is nog niet inwerking getreden
Algemene maatregelen van bestuur en ministeriële regelingen die voor de inwerkingtreding van deze wet een grondslag vonden in bepalingen, gesteld bij of krachtens de Wet milieubeheer, de Wet ruimtelijke ordening of de Kaderwet subsidies Verkeer en Waterstaat berusten, voor zover zij voorzien in subsidies binnen het toepassingsgebied van deze wet, vanaf het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet op de artikelen 4 en 5 van deze wet of mede op die artikelen.
Algemene maatregelen van bestuur en ministeriële regelingen die voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet een grondslag vonden in bepalingen, gesteld bij of krachtens de Wet Justitie-subsidies of de Woningwet, berusten, voor zover zij voorzien in subsidies binnen het toepassingsgebied van de Kaderwet overige BZK-subsidies, vanaf het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet op de artikelen 3 en 4 van de Kaderwet overige BZK-subsidies of mede op die artikelen.
Algemene maatregelen van bestuur en ministeriële regelingen die voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet een grondslag vonden in bepalingen, gesteld bij of krachtens artikel 14 of 15 van de Wet overige BZK-subsidies, berusten, voor zover zij voorzien in subsidies binnen het toepassingsgebied van hoofdstuk 4E van de Wet Justitie-subsidies, vanaf het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet op artikel 48s onderscheidenlijk artikel 48t van de Wet Justitie-subsidies of mede op die artikelen.
Deze wet is niet van toepassing op subsidies die voor de inwerkingtreding van deze wet zijn verstrekt.
Onze Minister zendt binnen vijf jaar na de inwerkingtreding van deze wet aan de Staten-Generaal een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van deze wet in de praktijk.
De artikelen van deze wet treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.
Deze wet wordt aangehaald als: Kaderwet subsidies I en M.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.