Regeling van de Minister voor Wonen en Rijksdienst van 22 november 2013, nr. 2013 – 0000717365, houdende vaststelling van de indeling van de toegelaten instellingen volkshuisvesting in klassen met daarbij toepasselijke bezoldigingsmaxima ten aanzien van hun topfunctionarissen (Regeling bezoldigingsmaxima topfunctionarissen toegelaten instellingen volkshuisvesting 2014)
Een aanvraag als bedoeld in artikel 2.7, derde lid, van de wet van een toegelaten instelling om met ingang van een kalenderjaar te worden ingedeeld in een andere klasse dan die waarin zij volgens de bij deze regeling behorende tabel is ingedeeld, wordt ingediend voor 1 maart van het kalenderjaar.
2
Een aanvraag als bedoeld in het eerste lid bevat een deugdelijke motivering voor de aanvraag.
3
Bij een aanvraag als bedoeld in het eerste lid wordt een verklaring van het toezichthoudende orgaan van de toegelaten instelling gevoegd waaruit zijn instemming met de aanvraag blijkt.
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2014.
Artikel
7
Citeertitel
Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling bezoldigingsmaxima topfunctionarissen toegelaten instellingen volkshuisvesting 2014.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
Den Haag
De Minister voor Wonen en Rijksdienst,S.A.Blok
Tabel behorende bij de Regeling bezoldigingsmaxima topfunctionarissen toegelaten instellingen volkshuisvesting 2014
Indeling van toegelaten instellingen in bezoldigingsklassen
tot 750
A
A
A
A
A
A
B
B
B
751–1.500
B
B
B
B
B
C
C
C
C
1.501–2.500
C
C
C
C
D
D
D
D
D
2.501–5.000
D
D
E
E
E
E
E
E
E
5.001–10.000
E
F
F
F
F
F
F
F
G
10.001–25.000
G
G
G
G
G
G
G
H
H
25.001–50.000
H
H
H
H
H
H
I
I
I
>50.001
I
I
I
I
I
J
J
J
J
Deze tabel deelt de toegelaten instellingen in in bezoldigingsklassen.
Verticaal in de tabel is uitgezet het aantal verhuureenheden (VHE) dat de toegelaten instelling op de peildatum in eigendom of beheer heeft volgens de gegevens, bedoeld in bijlage II bij het Besluit beheer sociale-huursector.
Horizontaal in de tabel is uitgezet het aantal inwoners van de grootste gemeente waarin een toegelaten instelling op de peildatum minimaal 20% van haar verhuureenheden in eigendom of beheer heeft. Indien een toegelaten instelling op de peildatum niet minimaal 20% van haar verhuureenheden in één gemeente in eigendom of beheer heeft, betreft dit het aantal inwoners van de gemeente waar de toegelaten instelling op de peildatum het grootste deel van haar verhuureenheden in eigendom of beheer heeft.
In deze tabel worden voor de bepaling van het aantal verhuureenheden van een toegelaten instelling, volgens de gegevens, bedoeld in bijlage II bij het Besluit beheer sociale-huursector, de onderstaande woongelegenheden en overige verhuureenheden als volgt meegewogen:
Garages en parkeerplaatsen als aparte verhuurobjecten: weging 0,2 VHE
–
Bedrijfsruimten /winkels: weging 1 VHE
–
Maatschappelijk vastgoed: weging 2 VHE
–
Overig bezit: weging 0,2 VHE
Als peildatum voor het aantal verhuureenheden dat de toegelaten instelling in eigendom of beheer heeft geldt 31 december van het tweede jaar voorafgaande aan het jaar waarin de bezoldigingsmaxima, bedoeld in artikel 3, van toepassing zijn.
Voor de bepaling van het aantal inwoners van een gemeente wordt in deze tabel uitgegaan van de door het Centraal Bureau voor de Statistiek openbaar gemaakte bevolkingscijfers op 1 januari van het eerste jaar voorafgaand aan het jaar waarin de bezoldigingsmaxima, bedoeld in artikel 3, van toepassing zijn.