Verordening inzake de onafhankelijkheid van accountants bij assurance-opdrachten

De ledenvergadering van de Nederlandse beroepsorganisatie van accountants;
Overwegende dat het maatschappelijk verkeer en met name de gebruikers van assurance-opdrachten het onafhankelijk uitvoeren van een assurance-opdracht essentieel vinden;
Overwegende dat de voor een assurance-opdracht eindverantwoordelijke accountant de onafhankelijke uitvoering van de assurance-opdracht waarborgt;
Overwegende dat het in het maatschappelijk belang soms noodzakelijk is invulling te geven aan de wijze waarop de eindverantwoordelijke accountant de onafhankelijke uitvoering waarborgt;
Overwegende dat andere accountants zelf of via een nauwe persoonlijke relatie de onafhankelijke uitvoering van de assurance-opdracht niet mogen bedreigen;

Stelt de volgende verordening vast:

Hoofdstuk

1

– Definities

Artikel

1

In deze verordening en daarop berustende bepalingen wordt, voor zover niet anders is bepaald, verstaan onder:

  • accountantsafdeling: accountantsafdeling als bedoeld in artikel 1 van de Verordening op de ledengroepen;

  • accountantseenheid: accountantsafdeling of accountantspraktijk;

  • accountantsorganisatie: accountantsorganisatie als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel a, van de Wta;

  • accountantspraktijk: accountantspraktijk als bedoeld in artikel 1 van de Verordening op de ledengroepen;

  • assurance-object: object van onderzoek en de informatie omtrent het object van onderzoek;

  • assurance-opdracht: professionele dienst als bedoeld in artikel 1 van de Verordening gedrags- en beroepsregels accountants waarbij een accountant een conclusie formuleert die beoogt het vertrouwen van de gebruiker niet zijnde de verantwoordelijke partij in de uitkomst van de evaluatie of de toetsing van het object van onderzoek ten opzichte van de van toepassing zijnde criteria te versterken;

  • assurance-team:

    • a.

      opdrachtteam;

    • b.

      alle overige personen binnen de accountantseenheid of binnen een ander onderdeel van het netwerk van de accountantspraktijk die rechtstreeks invloed op de uitkomst van een assurance-opdracht kunnen uitoefenen. Hieronder wordt in ieder geval verstaan de persoon die:

      • aanbevelingen doet over de beloning van, toezicht houdt op of leiding geeft aan de eindverantwoordelijke accountant met betrekking tot de assurance-opdracht;

      • vaktechnische consulten geeft ten behoeve van de assurance-opdracht; of

      • de opdrachtgerichte kwaliteitsbeoordeling van de nog niet afgeronde assurance-opdracht uitvoert; en

    • c.

      persoon die het periodieke intern kwaliteitsonderzoek van afgeronde assurance-opdrachten uitvoert.

  • bedreiging: onaanvaardbaar risico dat een assurance-opdracht niet onafhankelijk wordt uitgevoerd als gevolg van eigenbelang, zelftoetsing, belangenbehartiging, vertrouwdheid of intimidatie;

  • Code of Ethics: de geldende, meest recente versie van de Code of Ethics for Professional Accountants van de International Ethics Standards Board for Accountants;

  • de met governance belaste personen: de persoon, personen of organisatie(s) met verantwoordelijkheid voor het uitoefenen van toezicht op de strategische richting van de verantwoordelijke entiteit en op de verantwoordingsplicht van de verantwoordelijke entiteit. Deze verantwoordelijkheid omvat het uitoefenen van toezicht op het proces van financiële verslaggeving. Voor bepaalde entiteiten in sommige rechtsgebieden kan ook leidinggevend personeel behoren tot de met governance belaste personen, bijvoorbeeld bij het dagelijks bestuur betrokken leden van een governance-orgaan van een entiteit in de private of publieke sector of een eigenaar-bestuurder;

  • direct financieel belang:

    • a.

      financieel belang waarover een individu of entiteit beschikkingsmacht heeft, dan wel een belang dat door anderen (mede) namens het individu of de entiteit wordt beheerd;

    • b.

      financieel belang waarvan het economisch eigendom gehouden wordt via een collectief investeringsvehikel, trust, of andere tussenpersoon en waarover het individu of de entiteit beschikkingsmacht heeft of de mogelijkheid om investeringsbeslissingen te beïnvloeden;

  • eindverantwoordelijke accountant: accountant die verantwoordelijk is voor de uitvoering van een assurance-opdracht en het assurance-rapport ondertekent;

  • financieel belang: aandelenbelang of belang in andere waardepapieren, waaronder gewone en preferente obligaties, participatiebewijzen, claims, warrants, opties en andere afgeleide rechten of verplichtingen om dergelijke belangen of afgeleide instrumenten die met dergelijke belangen rechtstreeks verband houden, te verkrijgen;

  • geschenk: iets dat men aan iemand geeft, veelal ter gelegenheid van een speciale gebeurtenis;

  • indirect financieel belang: financieel belang waarbij het economisch eigendom gehouden wordt via een collectief investeringsvehikel, trust, of andere tussenpersoon en waarover het individu of de entiteit geen beschikkingsmacht heeft of niet de mogelijkheid heeft om investeringsbeslissingen te beïnvloeden;

  • intern accountant: accountant als bedoeld in artikel 1 van de Verordening op de ledengroepen;

  • key assurance-partner: eindverantwoordelijke accountant, persoon die de opdrachtgerichte kwaliteitsbeoordeling van de nog niet afgeronde assurance-opdracht uitvoert of een accountant die binnen een assurance-team mede verantwoordelijk is voor het rapporteren over belangrijke aangelegenheden;

  • nader bepaalde kring van gebruikers: personen die door de opdrachtgever, de verantwoordelijke partij en de eindverantwoordelijke accountant of de accountantseenheid vóór aanvang van de assurance-opdracht als de beperkte verspreidingskring zijn aangemerkt;

  • nauwe financiële relatie: een nauwe persoonlijke relatie:

    • a.

      die financieel afhankelijk is van de accountant of met wie de accountant samen een huishouding voert;

    • b.

      waarmee de financiële positie van de accountant direct of indirect verbonden is;

    • c.

      voor wie de accountant het financiële beheer voert of die de accountant financieel adviseert;

  • nauwe persoonlijke relatie: gezinslid of een persoon met wie intensief sociaal contact bestaat;

  • netwerk:

    • a.

      samenwerkingsverband waartoe een accountantspraktijk behoort dat duidelijk is gericht op het delen van winst of kosten, of waarbij duidelijk sprake is van:

      • gemeenschappelijke eigendom, zeggenschap of bestuur;

      • gezamenlijk beleid en procedures met betrekking tot kwaliteitsbeheersing;

      • een gezamenlijke bedrijfsstrategie;

      • een gemeenschappelijke merknaam; of

      • het delen van een aanzienlijk deel van de bedrijfsmiddelen;

    • b.

      samenwerkingsverband van accountantsafdelingen;

  • opdrachtteam: alle partners en andere personen die de assurance-opdracht uitvoeren, alsmede alle personen die door een accountantseenheid of een ander onderdeel van het netwerk zijn ingezet en assurance-werkzaamheden gericht op de assurance-opdracht uitvoeren. Hieronder wordt niet verstaan een externe deskundige die is ingeschakeld door de eindverantwoordelijke accountant en is ingehuurd door de accountantseenheid of een ander onderdeel van het netwerk;

  • organisatie van openbaar belang (OOB): entiteit als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel l, van de Wta;

  • overheidsaccountant: accountant als bedoeld in artikel 1 van de Verordening op de ledengroepen;

  • partner: iedere persoon met bevoegdheid om namens de accountantseenheid of het netwerk verbintenissen aan te gaan betreffende de uitvoering van een opdracht op het gebied van professionele dienstverlening;

  • persoonlijke uiting van gastvrijheid: voor een derde betaalde kosten van uitstapjes, reizen, lunches, diners en dergelijke die geen zakelijk karakter dragen;

  • resultaatafhankelijke vergoeding: vergoeding die wordt bepaald op basis van vooraf vastgestelde voorwaarden en afhangt van de uitkomst van de conform opdracht verrichte werkzaamheden;

  • verantwoordelijke entiteit: entiteit die verantwoordelijk is voor het assurance-object;

  • verantwoordelijke partij: verantwoordelijke persoon of verantwoordelijke entiteit;

  • verantwoordelijke persoon: persoon die verantwoordelijk is voor het assurance-object;

  • verbonden derde: natuurlijk of rechtspersoon die feitelijk beleidsbepalend is in de verantwoordelijke entiteit, dan wel invloed van betekenis kan uitoefenen op het zakelijke en financiële beleid van die verantwoordelijke entiteit, alsmede de huishouding waarin de verantwoordelijke entiteit feitelijk beleidsbepalend is, dan wel invloed van betekenis kan uitoefenen op het zakelijke en financiële beleid;

  • wettelijke controle: controle als bedoeld in artikel 1, onderdeel p, van de Wta;

  • Wta: Wet toezicht accountantsorganisaties.

Hoofdstuk

2

– Algemene bepalingen

Paragraaf

2.1

– Reikwijdte

Artikel

2

Deze verordening geldt voor assurance-opdrachten waarop op basis van de gedrags- en beroepsregels van de NBA de Nadere voorschriften controle- en overige standaarden van toepassing zijn.

Paragraaf

2.2

– Onafhankelijke uitvoering van een assurance-opdracht

Artikel

3

Artikel

4

In afwijking van artikel 3, zesde tot en met achtste lid, is sprake van een onafhankelijke uitvoering van een assurance-opdracht door een overheidsaccountant als:

  • a.

    de overheidsaccountant bij of krachtens wet deze assurance-opdracht kan uitvoeren;

  • b.

    deze assurance-opdracht zowel in wezen als in schijn onafhankelijk wordt uitgevoerd van het assurance-object en de verantwoordelijke persoon; en

  • c.

    de overheidsaccountant voldoet aan eventuele bij of krachtens die wet gestelde voorwaarden aan de onafhankelijke uitvoering van de assurance-opdracht.

Paragraaf

2.3

– Toetsingskader

Artikel

5

Bij het naleven van deze verordening past een accountant professionele oordeelsvorming toe waarbij hij zich baseert op:

  • a.

    hetgeen een objectieve, redelijke en geïnformeerde derde aanvaardbaar en toereikend acht; en

  • b.

    de omstandigheden die hij weet of behoort te weten.

Artikel

6

Artikel

7

De eindverantwoordelijke accountant die constateert dat in strijd wordt of is gehandeld met een bepaling in deze verordening beëindigt de assurance-opdracht, tenzij:

  • a.

    een maatregel wordt genomen die de onafhankelijke uitvoering van de assurance-opdracht tot dan toe waarborgt;

  • b.

    voor de verdere uitvoering van de assurance-opdracht een maatregel wordt genomen die de onafhankelijke uitvoering waarborgt. Hierbij worden de vereisten van hoofdstuk 3 tot en met 13 in acht genomen; en

  • c.

    de opdrachtgever en de met governance belaste personen schriftelijk akkoord zijn gegaan met:

    • de maatregel, bedoeld in onderdeel a; en

    • het continueren van de assurance-opdracht.

Artikel

8

De bepalingen in deze verordening die uitsluitend betrekking hebben op een assurance-opdracht bij een organisatie van openbaar belang zijn niet van toepassing, in geval van een assurance-opdracht ten behoeve van een nader bepaalde kring van gebruikers, mits:

  • a.

    het assurance-rapport:

    • geadresseerd is aan de nader bepaalde kring van gebruikers;

    • duidelijk de beperking in gebruik en verspreidingskring vermeldt;

    • duidelijk de toepassing van dit artikel vermeldt; en

  • b.

    alle gebruikers van buiten de verantwoordelijke entiteit en haar verbonden derde vooraf instemmen met de toepassing van dit artikel.

Paragraaf

2.4

– Internationale betrekkingen

Artikel

9

De artikelen 6 tot en met 8 en 10 tot en met 46 zijn niet van toepassing op betrekkingen tussen een in het buitenland gevestigd onderdeel van het netwerk of een daaraan verbonden persoon en:

  • a.

    een in het buitenland gevestigde verbonden derde;

  • b.

    een persoon verbonden aan een in het buitenland gevestigde verbonden derde,

    als de eindverantwoordelijke accountant vaststelt dat identificatie en beoordeling van een bedreiging als gevolg van die betrekkingen en het nemen van een maatregel plaatsvindt aan de hand van regels die ten minste gelijkwaardig zijn aan de Code of Ethics.

Paragraaf

2.5

– Betrekkingen met verbonden derde

Artikel

10

Paragraaf

2.6

– Relatie met de organisatiestructuur

Artikel

11

De eindverantwoordelijke accountant voert de assurance-opdracht alleen uit, als de organisatiestructuur van de accountantseenheid hem in staat stelt adequate maatregelen te treffen om de onafhankelijke uitvoering van de assurance-opdracht te waarborgen.

Paragraaf

2.7

– Vastlegging

Artikel

12

De eindverantwoordelijke accountant is ervoor verantwoordelijk dat in het assurance-dossier is opgenomen hoe hij de onafhankelijke uitvoering van de assurance-opdracht waarborgt. Hiertoe bevat het assurance-dossier ten minste:

  • a.

    een vastlegging van de aard en omvang van elke geïdentificeerde en beoordeelde bedreiging;

  • b.

    een vastlegging van elke met betrekking tot die bedreiging genomen maatregel;

  • c.

    de onderbouwde conclusie hoe de getroffen maatregel de onafhankelijke uitvoering waarborgt;

  • d.

    in de omstandigheid, bedoeld in artikel 3, zevende lid, de instemming van de nader bepaalde kring van gebruikers van buiten de verantwoordelijke entiteit en haar verbonden derde;

  • e.

    in de omstandigheid, bedoeld in artikel 7, het schriftelijke akkoord van de opdrachtgever en de met governance belaste personen; en

  • f.

    in de omstandigheid, bedoeld in artikel 8, de instemming van de nader bepaalde kring van gebruikers van buiten de verantwoordelijke entiteit en haar verbonden derde.

Paragraaf

2.8

– Beursgenoteerde ondernemingen niet-OOB

Artikel

13

De artikelen in deze verordening die betrekking hebben op een assurance-opdracht bij een organisatie van openbaar belang zijn, met uitzondering van artikelen 16 en 17, van overeenkomstige toepassing op een assurance-opdracht bij een beursgenoteerde onderneming die geen organisatie van openbaar belang is.

Paragraaf

2.9

– Fusies en overnames

Artikel

14

Paragraaf

2.10

– Hardheidsclausule

Artikel

15

Hoofdstuk

3

– Samenloop van dienstverlening bij een OOB waarbij een wettelijke controle wordt uitgevoerd

Artikel

16

Hoofdstuk

4

– Samenloop van dienstverlening bij een OOB waarbij waarbij geen wettelijke controle wordt uitgevoerd dan wel bij een niet-OOB

Paragraaf

4.1

– Algemeen

Artikel

17

Dit hoofdstuk is niet van toepassing als de accountantseenheid bij de verantwoordelijke entiteit een wettelijke controle uitvoert en deze entiteit kwalificeert als organisatie van openbaar belang.

Artikel

18

Het is verboden een assurance-opdracht uit te voeren bij een verantwoordelijke entiteit als de eindverantwoordelijke accountant, de accountantseenheid of een ander onderdeel van het netwerk:

  • a.

    een beslissing neemt ten behoeve van de verantwoordelijke entiteit, voor zover die beslissing van invloed is op het assurance-object;

  • b.

    participeert in het besluitvormingsproces van de verantwoordelijke entiteit met betrekking tot het assurance-object.

Paragraaf

4.2

– Samenloop van dienstverlening bij een niet-OOB

Artikel

19

Een bedreiging die een maatregel vereist doet zich voor, als de accountantseenheid of een ander onderdeel van het netwerk aan de verantwoordelijke entiteit niet zijnde een organisatie van openbaar belang een non-assurancedienst verleent of heeft verleend die van materiële invloed is op het assurance-object.

Artikel

20

Paragraaf

4.3

– Samenloop van dienstverlening bij een OOB waarbij geen wettelijke controle wordt uitgevoerd

Artikel

21

Het is verboden een assurance-opdracht uit te voeren bij een verantwoordelijke entiteit zijnde een organisatie van openbaar belang als de accountantspraktijk of een ander onderdeel van het netwerk aan die entiteit een non-assurancedienst verleent of heeft verleend die van materiële invloed op het assurance-object is.

Artikel

22

Het is verboden een assurance-opdracht uit te voeren bij een verantwoordelijke entiteit zijnde een organisatie van openbaar belang als de accountantspraktijk of een ander onderdeel van het netwerk aan die entiteit een administratieve dienst verleent of heeft verleend die van invloed is op het assurance-object.

Hoofdstuk

5

– Vergoedingen

Paragraaf

5.1

– Resultaatafhankelijke vergoedingen

Artikel

23

Het is verboden een assurance-opdracht uit te voeren als:

  • a.

    een resultaatafhankelijke vergoeding voor de assurance-opdracht is overeengekomen; of

  • b.

    de accountantspraktijk of een ander onderdeel van het netwerk aan de verantwoordelijke partijeen non-assurancedienst verleent of heeft verleend waarvoor een resultaatafhankelijke vergoeding is overeengekomen, voor zover:

    • de uitkomst van de non-assurancedienst van materiële invloed op het assurance-object is; of

    • de resultaatafhankelijke vergoeding voor de accountantspraktijk of een ander onderdeel van het netwerk van materieel belang is of dat naar verwachting zal zijn.

Paragraaf

5.2

– Relatieve omvang van vergoedingen

Artikel

24

Een bedreiging die een maatregel vereist doet zich voor als het totaal van vergoedingen die bij een verantwoordelijke partij in rekening is gebracht van materieel belang is voor:

  • a.

    de accountantspraktijk;

  • b.

    het netwerk;

  • c.

    de eindverantwoordelijke accountant; of

  • d.

    een onderdeel van de accountantspraktijk of het netwerk waarvoor deze vergoedingen een belangrijke prestatiemeter zijn.

Artikel

25

Paragraaf

5.3

– Achterstallige vergoedingen

Artikel

26

Een bedreiging die een maatregel vereist doet zich voor bij een aanzienlijke achterstand in de betaling aan de accountantspraktijk door een verantwoordelijke partij van vergoedingen voor assurance-opdrachten en overige dienstverlening.

Hoofdstuk

6

– Geschenken en gastvrijheid

Paragraaf

6.1

– Geschenken en persoonlijke uitingen van gastvrijheid

Artikel

27

Hoofdstuk

7

– Langdurige betrokkenheid bij dienstverlening aan de verantwoordelijke partij

Paragraaf

7.1

– Algemeen

Artikel

28

Paragraaf

7.2

– Aanvullende bepaling bij een OOB

Artikel

29

Hoofdstuk

8

– Financiële belangen

Artikel

30

Artikel

31

Artikel

32

In afwijking van artikel 31, tweede lid, vormt een financieel belang in de verantwoordelijke entiteit dat gehouden wordt door een nauwe financiële relatie van een persoon als bedoeld in dat artikel, tweede lid, onderdeel c, geen bedreiging als dit financieel belang uit hoofde van een arbeidsrelatie is verkregen en wordt afgestoten zodra dit redelijkerwijs mogelijk is.

Artikel

33

Een financieel belang als bedoeld in artikel 31 dat tijdens de uitvoering van een assurance-opdracht is verkregen als gevolg van omstandigheden die in redelijkheid buiten de invloedsfeer van de betrokkene liggen, wordt zo spoedig mogelijk afgestoten.

Hoofdstuk

9

– Zakelijke relaties

Paragraaf

9.1

– Gezamenlijke zakelijke belangen

Artikel

34

Paragraaf

9.2

– Afname van goederen of diensten

Artikel

35

Paragraaf

9.3

– Leningen, garantstelling of andere vormen van zekerheidsstelling

Artikel

36

Paragraaf

9.4

– Associatie met de verantwoordelijke entiteit

Artikel

37

Hoofdstuk

10

– Werkrelaties met een verantwoordelijke entiteit

Paragraaf

10.1

– Voormalige collega werkzaam bij de verantwoordelijke entiteit

Paragraaf

10.1.1

– Algemeen

Artikel

38

Artikel

39

Artikel

40

Een bedreiging die een maatregel vereist doet zich voor als een lid van het assurance-team heeft aangegeven bij de verantwoordelijke entiteit te gaan werken.

Paragraaf

10.1.2

– Aanvullende bepaling bij een OOB

Artikel

41

In aanvulling op de artikelen 38, 39 en 40 is het verboden een assurance-opdracht uit te voeren als:

  • a.

    een key assurance-partner van een assurance-opdracht voor een verantwoordelijke entiteit zijnde een organisatie van openbaar belang, bij die entiteit gaat werken als bestuurder of persoon belast met governance of in een andere functie van waaruit hij invloed van betekenis op het assurance-object kan uitoefenen voordat ten minste vierentwintig maanden zijn verstreken sinds hij zijn functioneren als key assurance-partner heeft beëindigd;

  • b.

    de bestuursvoorzitter dan wel een vergelijkbare functionaris van de accountantspraktijk of van een ander onderdeel van het netwerk bij een verantwoordelijke entiteit zijnde een organisatie van openbaar belang gaat werken:

    • als bestuurder;

    • als persoon belast met governance;

    • in een andere functie van waaruit hij invloed van betekenis op het assurance-object kan uitoefenen,

    voordat ten minste vierentwintig maanden zijn verstreken sinds hij de functie als bestuursvoorzitter dan wel de vergelijkbare functie heeft neergelegd.

Paragraaf

10.2

– Indiensttreding personeel verantwoordelijke entiteit bij de accountantseenheid

Artikel

42

Het is verboden een assurance-opdracht uit te voeren als een lid van het assurance-team in de voorgaande twee jaar bij de verantwoordelijke entiteit werkte:

  • a.

    als bestuurder;

  • b.

    als persoon belast met governance; of

  • c.

    in een functie van waaruit hij invloed op het assurance-object kan uitoefenen.

Paragraaf

10.3

– Nevenfuncties

Artikel

43

Hoofdstuk

11

– Nauwe persoonlijke relaties

Artikel

44

Hoofdstuk

12

– Juridische procedure tegen de verantwoordelijke partij

Artikel

45

Hoofdstuk

13

– Prestatie-afhankelijke beoordeling en beloning

Artikel

46

Hoofdstuk

14

– Intrekking van regelingen

Artikel

47

Hoofdstuk

15

– Overgangs- en slotbepalingen

Artikel

48

Artikel

49

Het bestuur van de Nederlandse beroepsorganisatie van accountants kan, gehoord de leden, met betrekking tot de artikelen 2 tot en met 46 nadere voorschriften vaststellen.

Artikel

50

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening inzake de onafhankelijkheid van accountants bij assurance-opdrachten, bij afkorting ViO.

Artikel

51

Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na publicatie in de Staatscourant en werkt terug tot en met 1 januari 2014.

De ledenvergadering van de Nederlandse beroepsorganisatie van accountants,