Artikel
I
Wijziging van de Wet op het voortgezet onderwijs
Wijzigt de Wet op het voortgezet onderwijs.
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
Wijzigt de Wet op het voortgezet onderwijs.
Wijzigt de Wet voortgezet onderwijs BES.
Wijzigt de Wet op de expertisecentra.
Wijzigt de Wijzigingswet enkele onderwijswetten (herziening organisatie en financiering van ondersteuning leerlingen in het basisonderwijs, speciaal en voortgezet speciaal onderwijs, voortgezet onderwijs en beroepsonderwijs).
Wijzigt de Wijzigingswet Wet op de expertisecentra, enz. (kwaliteit speciaal en voortgezet speciaal onderwijs).
De wijzigingen die artikel I, onderdeel D, onder 2, 3 en 5, voor wat betreft het vervallen van klassieke culturele vorming, en artikel II, onder 2, 3 en 5, voor wat betreft het vervallen van klassieke culturele vorming, aanbrengen in artikel 13 van de Wet op het voortgezet onderwijs en artikel 39 van de Wet voortgezet onderwijs BES en de ter uitvoering daarvan vastgestelde voorschriften, vinden met ingang van het eerste schooljaar na inwerkingtreding van deze artikelen of onderdelen successievelijk toepassing per opvolgend leerjaar.
Op de leerjaren waarvoor de wijzigingen als gevolg van hun successievelijke toepassing nog niet gelden, blijft van toepassing het bepaalde bij en krachtens artikel 13 van de Wet op het voortgezet onderwijs en artikel 39 van de Wet voortgezet onderwijs BES zoals luidend op de dag voor de inwerkingtreding van artikel I, onderdeel D, onder 2, 3 en 5, voor wat betreft het vervallen van klassieke culturele vorming, en artikel II, onder 2, 3 en 5, voor wat betreft het vervallen van klassieke culturele vorming.
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur wordt geregeld tot welk tijdstip, voor welke leerlingen of staatsexamenkandidaten, en voor zover nodig op welke wijze, nog gelegenheid wordt gegeven tot het afleggen van een eindexamen of staatsexamen als bedoeld in artikel 29 onderscheidenlijk artikel 60 van de Wet op het voortgezet onderwijs of artikel 72 onderscheidenlijk artikel 116 van de Wet voortgezet onderwijs BES, volgens de bij en krachtens de Wet op het voortgezet onderwijs of de Wet voortgezet onderwijs BES vastgestelde voorschriften zoals luidend op de dag voor inwerkingtreding van artikel I, onderdeel D, onder 2, 3 en 5, voor wat betreft het vervallen van klassieke culturele vorming, en artikel II, onder 2, 3 en 5, voor wat betreft het vervallen van klassieke culturele vorming.
Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing op het afleggen van het vergelijkbare examen van een opleiding voortgezet algemeen volwasseneneducatie als bedoeld in artikel 7.3.1, eerste lid, onder a, van de Wet educatie en beroepsonderwijs en in artikel 7.3.1, eerste lid, onder a, van de Wet educatie en beroepsonderwijs BES.
Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.