Wet voortgezet onderwijs BES

Titel

I

Algemene bepalingen

Artikel

1

Begripsbepalingen

Deze wet verstaat onder:

assistentopleiding: assistentopleiding als bedoeld in artikel 7.2.2, eerste lid, onderdeel a, van de Wet educatie en beroepsonderwijs BES;

basisberoepsopleiding: basisberoepsopleiding als bedoeld in artikel 7.2.2, eerste lid, onderdeel b, van de Wet educatie en beroepsonderwijs BES;

basisregister onderwijs: basisregister onderwijs als bedoeld in artikel 24b van de Wet op het onderwijstoezicht;

belangstellingsmeting: de belangstellingsmeting, bedoeld in artikel 124a;

beroepsopleiding: opleiding als bedoeld in artikel 7.1.2, tweede lid, van de Wet educatie en beroepsonderwijs BES;

beroepspraktijkvorming: beroepspraktijkvorming als bedoeld in artikel 7.2.7, eerste lid, van de Wet educatie en beroepsonderwijs BES;

bevoegd gezag: voor wat betreft:

  • a.

    een openbare school:

    • 1°.

      het bestuurscollege van het betreffende openbaar lichaam, voor zover de raad niet anders bepaalt, en, indien de raad dit besluit, met inachtneming van door hem te stellen regelen;

    • 2°.

      de openbare rechtspersoon, bedoeld in artikel 97; dan wel

    • 3°.

      de stichting, bedoeld in artikel 98 of artikel 109;

  • b.

    een bijzondere school: de rechtspersoon, bedoeld in artikel 105, eerste lid;

bijzondere school: een door een natuurlijke persoon of door een privaatrechtelijke rechtspersoon, niet zijnde een stichting als bedoeld in artikel 98, in stand gehouden school;

College voor toetsen en examens: College voor toetsen en examens als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Wet College voor toetsen en examens;

contractactiviteiten: activiteiten als bedoeld in artikel 43, tweede lid;

deelnemers: deelnemers als bedoeld in de Wet educatie en beroepsonderwijs BES;

expertisecentrum onderwijszorg: de rechtspersoon, bedoeld in artikel 69, eerste lid;

ho-student: degene die hoger onderwijs volgt, als bedoeld in artikel 1.1, onderdeel b, van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek;

inspectie: de inspectie, bedoeld in de Wet op het onderwijstoezicht, voor zover het voortgezet onderwijs betreft;

instelling voor beroepsonderwijs: instelling als bedoeld in artikel 1.1.1 van de Wet educatie en beroepsonderwijs BES, waaraan beroepsonderwijs als bedoeld in artikel 1.2.1, tweede lid, van die wet wordt verzorgd;

kerndoelen: de op grond van artikel 34 vastgestelde na te streven inhoudelijke doelstellingen voor het onderwijsprogramma voor de eerste twee leerjaren, bedoeld in artikel 35, gericht op het verwerven door leerlingen van kennis, inzicht en vaardigheden;

kwalificatie: de kwalificatie, bedoeld in artikel 7.1.3 van de Wet educatie en beroepsonderwijs BES;

mbo-student: student als bedoeld in artikel 1.1.1 van de Wet educatie en beroepsonderwijs BES;

middenkaderopleiding: middenkaderopleiding als bedoeld in artikel 7.2.2, eerste lid, onderdeel d, van de Wet educatie en beroepsonderwijs BES;

Onze Minister: Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap;

openbaar lichaam: openbaar lichaam Bonaire, Sint Eustatius of Saba;

openbare rechtspersoon: een rechtspersoon die krachtens publiekrecht is ingesteld als bedoeld in artikel 97;

openbare school:

  • a.

    een school in stand gehouden door een openbaar lichaam, al dan niet te zamen met een of meer privaatrechtelijke rechtspersonen met volledige rechtsbevoegdheid;

  • b.

    een door een openbare rechtspersoon als bedoeld in artikel 97 in stand gehouden school;

  • c.

    een door een stichting als bedoeld in artikel 98 of artikel 109 in stand gehouden school;

opleidingsdomein: opleidingsdomein als bedoeld in artikel 1.1.1 van de Wet educatie en beroepsonderwijs BES;

ouders: ouders, voogden of verzorgers;

personeel:

  • a.

    de benoemde rector, directeur, conrector, adjunct-directeur of leraar, en overig personeel benoemd in een andere functie dan het geven van onderwijs, waaronder begrepen de leden van het bestuur van die scholen die zijn benoemd door een raad van toezicht als bedoeld in artikel 56, derde lid, voor zover die leden mede zijn benoemd op basis van een arbeidsovereenkomst of een schriftelijke aanstelling;

  • b.

    het onder a bedoelde personeel dat zonder benoeming is tewerkgesteld, tenzij het betreft de toepassing van de artikelen 90 tot en met 93 en 167, voor zover niet anders is bepaald, en de toepassing van daarmee verband houdende wettelijke bepalingen;

persoonsgebonden nummer BES: het administratienummer van de leerling, dan wel het door Onze Minister uitgegeven onderwijsnummer, bedoeld in artikel 65, vierde lid;

Raad onderwijs arbeidsmarkt: de Raad onderwijs arbeidsmarkt, bedoeld in artikel 1.5.1 van de Wet educatie en beroepsonderwijs BES;

Rijksvertegenwoordiger: Rijksvertegenwoordiger voor de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba;

scholengemeenschap: een gemeenschap van twee of meer scholen voor voortgezet onderwijs;

school: een school voor voortgezet onderwijs, tenzij het tegendeel blijkt;

vakopleiding: vakopleiding als bedoeld in artikel 7.2.2, eerste lid, onderdeel c, van de Wet educatie en beroepsonderwijs BES;

vavo-student: vavo-student als bedoeld in artikel 1.1.1 van de Wet educatie en beroepsonderwijs BES;

voortgezet onderwijs: het voortgezet onderwijs, bedoeld in artikel 2.

Artikel

2

Voortgezet onderwijs

Artikel

3

Bevoegdheid schoolonderwijs

Voortgezet onderwijs mag slechts worden gegeven door degene die daartoe ingevolge deze wet bevoegd is.

Artikel

4

Verplichting tot overleg en aangifte inzake zedenmisdrijven

Artikel

4a

Zorgplicht veiligheid op school

Artikel

5

Kosten van leerlingenvervoer

Titel

II

Het onderwijs

Artikel

6

Vormen van voortgezet onderwijs

Het voortgezet onderwijs wordt onderscheiden in:

  • a.

    voorbereidend wetenschappelijk onderwijs;

  • b.

    hoger en middelbaar algemeen voortgezet onderwijs;

  • c.

    voorbereidend beroepsonderwijs;

  • d.

    praktijkonderwijs;

  • e.

    andere vormen van voortgezet onderwijs.

Afdeling

I

Openbaar en uit de openbare kas bekostigd bijzonder schoolonderwijs

Artikel

7

Openbaar en uit de openbare kas bekostigd bijzonder schoolonderwijs

De bepalingen van de hoofdstukken I en II van deze afdeling regelen het openbaar schoolonderwijs; de bepalingen van de hoofdstukken I en III zijn voorwaarden voor bekostiging van het bijzonder schoolonderwijs.

Hoofdstuk

I

Regelen voor het openbaar schoolonderwijs, tevens voorwaarden voor bekostiging van het bijzonder schoolonderwijs

§

1

Scholen

Artikel

8

Taal

Het onderwijs wordt gegeven en de examens worden afgenomen in het Nederlands. In afwijking van de eerste volzin kan een andere taal worden gebezigd:

  • a.

    wanneer het onderwijs met betrekking tot die taal betreft,

  • b.

    wanneer het praktijkonderwijs als bedoeld in artikel 31 betreft, of

  • c.

    indien de specifieke aard, de inrichting of de kwaliteit van het onderwijs dan wel de herkomst van de leerlingen daartoe noodzaakt, overeenkomstig een door het bevoegd gezag vastgestelde gedragscode. De gedragscode wordt toegezonden aan de inspectie.

Artikel

9

Onderwijs

Het onderwijs wordt zodanig ingericht dat leerlingen die in verband met ziekte thuis verblijven dan wel zijn opgenomen in een ziekenhuis, op adequate wijze voldoende onderwijs kunnen genieten.

Artikel

10

Bestrijding (taal)achterstand

Artikel

11

Onderwijs in lichamelijke opvoeding

Onderwijs in lichamelijke opvoeding, bestaande uit praktische bewegingsactiviteiten, wordt gespreid verzorgd over alle leerjaren van het voortgezet onderwijs. Dit onderwijs vindt plaats gespreid over de schoolweken, en in zodanige substantiële omvang en schooltijd dat wordt voldaan aan de eisen op het gebied van kwaliteit, intensiteit en variëteit van de bewegingsactiviteiten neergelegd in kerndoelen en examenprogramma’s. In afwijking van de tweede volzin geldt voor het laatste leerjaar het voorschrift, dat het onderwijs in het eindexamenvak lichamelijke opvoeding niet eerder mag worden afgesloten dan in de maand december.

Artikel

12

Beschikbaarstelling lesmateriaal aan leerlingen

Artikel

12a

Onderwijstijd

Artikel

12b

Onderwijsdagen

Artikel

13

Voorbereidend wetenschappelijk onderwijs

Artikel

14

Hoger algemeen voortgezet onderwijs

Hoger algemeen voortgezet onderwijs is het onderwijs dat is ingericht ter voorbereiding op aansluitend hoger beroepsonderwijs en dat mede algemene vorming omvat. Het hoger algemeen voortgezet onderwijs wordt gegeven:

  • a.

    aan scholen met een cursusduur van vijf jaren;

  • b.

    aan afdelingen van scholen voor middelbaar algemeen voortgezet onderwijs. Deze hebben een cursusduur van twee jaren en vangen aan na vier jaren middelbaar algemeen voortgezet onderwijs.

Artikel

15

Middelbaar algemeen voortgezet onderwijs

Middelbaar algemeen voortgezet onderwijs is het onderwijs dat is ingericht ter voorbereiding op aansluitend beroepsonderwijs dan wel op hoger algemeen voortgezet onderwijs, en dat mede algemene vorming omvat. Het middelbaar algemeen voortgezet onderwijs wordt gegeven aan scholen met een cursusduur van vier jaren.

Artikel

16

Theoretische leerweg en profielen mavo

Artikel

18

Beroepsgerichte leerwegen en profielen vbo

Artikel

19

Leer-werktraject in basisberoepsgerichte leerweg

Artikel

20

Inrichting buitenschools praktijkgedeelte

Het bevoegd gezag stelt bij de inrichting van het leer-werktraject in elk geval vast:

  • a.

    de organisatie van de leerlingbegeleiding vanwege het bevoegd gezag zowel binnen de school als bij het bedrijf dat of de organisatie die het buitenschoolse praktijkgedeelte verzorgt, alsmede

  • b.

    de invulling van het buitenschoolse praktijkgedeelte en waarborgt daarbij dat niet uitsluitend eenzijdige productiearbeid wordt verricht.

Artikel

21

Leer-werkovereenkomst

Artikel

22

Beoordeling kwaliteit leerbedrijven

Artikel

24

Kwaliteitseisen leerbedrijven

Artikel

25

Samenwerkingsovereenkomst met BVE-instelling

Artikel

26

Assistentopleiding in het vmbo

Artikel

27

Samenwerkingsovereenkomst assistentopleiding in het vmbo

Artikel

27a

Doorlopende leerroute vmbo-mbo

Artikel

27b

Samenwerking tussen VO-scholen en MBO-instellingen in het kader van doorlopende leerroutes vmbo-mbo

Artikel

27c

Melden inrichting doorlopende leerroute vmbo-mbo

Het bevoegd gezag van een school en het bevoegd gezag van een instelling voor beroepsonderwijs melden aan Onze Minister dat zij gezamenlijk een doorlopende leerroute vmbo-mbo aanbieden.

Artikel

27d

Inrichting doorlopende leerroutes vmbo-mbo

Artikel

27e

Inschrijving doorlopende leerroute vmbo-mbo

Artikel

27f

Verantwoordelijkheid van de school

Artikel

27j

Examinering en diplomering VO binnen een doorlopende leerroute vmbo-mbo

Artikel

27k

Overstapoptie

Artikel

27l

Geïntegreerde route vmbo-basisberoepsopleiding

Artikel

28

Afdelingen voorbereidend beroepsonderwijs

Vervallen

Artikel

29

Gemengde leerweg en profielen scholengemeenschap mavo-vbo

Artikel

30

Leerwegondersteunend onderwijs

Artikel

31

Praktijkonderwijs

Artikel

32

Toelating praktijkonderwijs

Artikel

33

Algemene voorschriften eerste twee leerjaren

Het onderwijs in de eerste twee leerjaren wordt zodanig ingericht dat met behoud van keuzevrijheid de doorstroming van leerlingen wordt bevorderd naar een van de profielen, bedoeld in de artikelen 16, 18 of 29 of naar het derde leerjaar voorbereidend wetenschappelijk onderwijs en hoger algemeen voortgezet onderwijs en vervolgens naar de periode van voorbereidend hoger onderwijs, bedoeld in artikel 38.

Artikel

34

Kerndoelen

Bij algemene maatregel van bestuur worden kerndoelen vastgesteld, waarbij aandacht wordt besteed aan aspecten van:

  • a.

    Nederlandse taal,

  • b.

    Engelse taal,

  • c.

    geschiedenis en staatsinrichting,

  • d.

    aardrijkskunde,

  • e.

    economie,

  • f.

    wiskunde,

  • g.

    natuur- en scheikunde,

  • h.

    biologie,

  • i.

    verzorging,

  • j.

    informatiekunde,

  • k.

    techniek,

  • l.

    lichamelijke opvoeding, en

  • m.

    beeldende vorming, muziek, drama en dans.

Artikel

35

Onderwijsprogramma eerste twee leerjaren

Artikel

36

Ontheffingen delen onderwijsprogramma; bijzondere voorschriften

Artikel

37

Voorschriften derde leerjaar vwo en havo

Op het onderwijs in het derde leerjaar aan scholen voor voorbereidend wetenschappelijk onderwijs en voor hoger algemeen voortgezet onderwijs zijn van overeenkomstige toepassing:

Artikel

38

Periode van voorbereidend hoger onderwijs vwo en havo; profielen

Artikel

39

Vakken en andere programmaonderdelen periode van voorbereidend hoger onderwijs: vwo

Artikel

40

Vakken en andere programmaonderdelen periode van voorbereidend hoger onderwijs: havo

Artikel

41

Nadere inrichting profielen vwo en havo

Bij algemene maatregel van bestuur wordt met betrekking tot de profielen, bedoeld in artikel 38, tweede lid, vastgesteld:

  • a.

    het relatieve gewicht van elk van de vakken binnen het geheel van de vakken van het eindexamen, uitgedrukt in een normatieve studielast per vak,

  • b.

    de nadere ordening van de vakken, genoemd in de artikelen 39 en 40, met het oog op hun plaats in het gemeenschappelijk deel, het profieldeel of het vrije deel,

  • c.

    voorschriften over vakken en andere programmaonderdelen, bedoeld in artikel 39, zevende lid, en artikel 40, zesde lid, die het bevoegd gezag aanwijst, behalve godsdienstonderwijs of levensbeschouwelijk vormingsonderwijs aan bijzondere scholen, en

  • d.

    voorschriften over de mogelijkheid van vrijstelling en de bevoegdheid van het bevoegd gezag om ontheffing te verlenen van onderdelen van de artikelen 39 en 40.

Artikel

42

Actief burgerschap en sociale cohesie

Artikel

43

Dagscholen; contractactiviteiten

Artikel

44

Aanduiding onderwijsaanbod in maatschappelijk verkeer

Artikel

45

Overige voorschriften inrichting onderwijs

Artikel

46

Meetellen tijd op andere school; vaststellen vakanties

Indien een leerling gedurende een deel van de week onderwijs ontvangt op een andere school of wordt begeleid bij het expertisecentrum onderwijszorg, telt de tijd gedurende welke de leerling dit onderwijs ontvangt mee voor het aantal uren onderwijs dat de leerling ten minste moet ontvangen.

Artikel

47

Kwaliteit onderwijs

Het bevoegd gezag draagt zorg voor de kwaliteit van het onderwijs op de school. Onder zorg dragen voor de kwaliteit van het onderwijs wordt in elk geval verstaan het naleven van de bij of krachtens deze wet gegeven voorschriften en het uitvoeren van het stelsel van kwaliteitszorg, bedoeld in artikel 50, vierde lid.

Artikel

47a

Referentieniveaus Nederlandse taal en rekenen

Voor de vormen van onderwijs, bedoeld in artikel 6, onderdelen a tot en met d, wordt bij algemene maatregel van bestuur een samenhangend geheel van referentieniveaus taal en rekenen vastgesteld met dien verstande dat verschillende referentieniveaus kunnen worden vastgesteld voor en binnen de leerwegen, bedoeld in de artikelen 16, 18 en 29.

Artikel

48

Rapportage vorderingen van leerlingen

Het bevoegd gezag rapporteert over de vorderingen van de leerlingen aan hun ouders, dan wel aan de leerlingen zelf indien zij meerderjarig en handelingsbekwaam zijn.

Artikel

50

Schoolplan

Artikel

51

Schoolgids

Artikel

51a

Vaststelling en beschikbaarstelling schoolplan en schoolgids

Artikel

52

Klachtenregeling

Artikel

53

Vaststelling schoolplan en schoolgids

Vervallen

Artikel

54

Scheiding toezicht en bestuur

Artikel

55

Intern toezicht

Artikel

56

Inhoud intern toezicht

Artikel

57

Samenstelling medezeggenschapsraad

Artikel

58

Medezeggenschap

Artikel

61

Bijzondere inrichting school

Ten behoeve van de bijzondere inrichting van het onderwijs aan een school kan Onze Minister besluiten toe te staan dat wordt afgeweken van de artikelen 8 en 12a tot en met 41, en van de voorschriften, bedoeld in artikel 45. Onze Minister besluit binnen zes maanden na ontvangst van een aanvraag. Indien de beschikking niet binnen zes maanden kan worden gegeven, stelt Onze Minister de aanvrager daarvan in kennis en noemt hij daarbij een termijn waarbinnen de beschikking wel tegemoet kan worden gezien.

Artikel

63

Handelingsplan

Artikel

64

Toelating, verwijdering, voorwaardelijke bevordering; verblijfsduur praktijkonderwijs

Artikel

64a

Doorstroom naar havo en vwo

Artikel

65

Te verstrekken gegevens bij toelating

Artikel

66

Melding in verband met voortijdig schoolverlaten niet-leerplichtigen

Artikel

66a

Deelname leerlingen aan extra activiteiten

§

2

Zorgstructuur

Artikel

67

Samenwerkingsverband

Artikel

68

Eilandelijk zorgplan

Artikel

69

Expertisecentrum onderwijszorg

Artikel

70

Toezicht expertisecentrum onderwijszorg

Artikel

71

Taakverwaarlozing door expertisecentrum onderwijszorg

§

3

Eindexamens

Artikel

72

Eindexamens en diploma

Artikel

73

Schooldiploma praktijkonderwijs

Artikel

74

Extraneï-examens

Artikel

76

Verklaring

§

4

Personeel

Artikel

77

Personeelscategorieën; formatiebeleid; taken en functies personeel

Artikel

78

Overdracht taken en bevoegdheden

Artikel

79

Vaststelling managementstatuut

Artikel

80

Vereisten benoeming of tewerkstelling leraren

Artikel

81

Bekwaamheid op grond van buitenlands getuigschrift

Onze Minister kan in aanvulling op artikel 80, eerste lid, aan personen die in het bezit zijn van een buiten de Europese Economische Ruimte of Zwitserland behaald bewijsstuk de bevoegdheid verlenen tot het geven van voortgezet onderwijs in de openbare lichamen. Hij kan daarbij voorwaarden en beperkingen stellen.

Artikel

82

Verzorgen onderwijs met geschiktheidsverklaring op grond van Wet educatie en beroepsonderwijs BES

In afwijking van artikel 80, eerste lid, onderdeel b, kan met het verzorgen van onderwijs in de assistentopleiding, bedoeld in artikel 26, ook worden belast degene die in het bezit is van een geschiktheidsverklaring als bedoeld in artikel 4.2.5, eerste lid, van de Wet educatie en beroepsonderwijs BES voor tot die assistentopleiding behorend onderwijs, met dien verstande dat betrokkene tevens in het bezit is van een getuigschrift als bedoeld in artikel 7a.4 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek.

Artikel

83

Benoembaarheid leidinggevend personeel

Artikel

84

Benoembaarheid onderwijsondersteunende functionarissen

Artikel

85

Afwijking benoemingvereisten leraren

Volgens regelen, te stellen bij algemene maatregel van bestuur, kunnen in bijzondere gevallen, in afwijking van de eisen van benoembaarheid, gesteld in artikel 80, eerste lid onder b, leraren die voldoen aan de in artikel 86, eerste juncto vijfde lid, bedoelde bekwaamheidseisen, niet zijnde bekwaamheidseisen voor de periode van voorbereidend hoger onderwijs, tot een bepaald aantal lessen tijdelijk tevens onderwijs geven in het desbetreffende vak of de desbetreffende combinatie van vakken aan de scholen of leerjaren van scholen waarvoor moet worden voldaan aan laatstgenoemde bekwaamheidseisen.

Artikel

86

Bekwaamheidseisen

Artikel

87

Inclusieve bevoegdheid

Degene die voor een bepaald vak voldoet aan de in artikel 86, eerste juncto vijfde lid, bedoelde bekwaamheidseisen voor de periode van voorbereidend hoger onderwijs, is daarmee tevens bekwaam voor dat vak voor zover dat wordt verzorgd in het voortgezet onderwijs niet zijnde de periode van voorbereidend hoger onderwijs.

Artikel

88

Bekwaamheidsdossier

Het bevoegd gezag beschikt ten aanzien van elk personeelslid dat een functie of werkzaamheden verricht waarvoor bekwaamheidseisen zijn vastgesteld, over geordende gegevens met betrekking tot de bekwaamheid en het onderhouden van de bekwaamheid. Ten behoeve van de onderlinge vergelijkbaarheid en herkenbaarheid van de gegevens kunnen bij ministeriële regeling voorschriften worden vastgesteld over de inrichting en wijze van ordening van deze gegevens.

Artikel

90

Rechtspositieregeling personeel

Artikel

92

Benoeming, schorsing en ontslag

Het bevoegd gezag benoemt, schorst en ontslaat de rector, de directeur, de conrectoren, de adjunct-directeuren, de leraren en het overige personeel.

Artikel

93

Benoeming in algemene dienst

Artikel

94

Schoolpracticumplaatsen

Hoofdstuk

II

Overige regelen voor het openbaar schoolonderwijs

Artikel

96

Karakter openbaar onderwijs

Artikel

97

Instandhouding openbare school door een openbare rechtspersoon

Artikel

98

Instandhouding openbare school door een stichting

Artikel

99

Bestuursoverdracht openbare school

Artikel

100

Disciplinaire maatregel, schorsing en ontslag door Rijksvertegenwoordiger

In afwijking van artikel 92 legt de Rijksvertegenwoordiger de disciplinaire straf of de schorsing op of verleent hij het ontslag, indien het betreft een rector, een directeur, een conrector, een adjunct-directeur of een leraar van een openbare school, die tevens lid is van de eilandsraad, welke die school in stand houdt.

Artikel

101

Eerbiediging van geloofs- of levensovertuiging

Artikel

102

Godsdienstonderwijs op openbare scholen

Artikel

103

Levensbeschouwelijk vormingsonderwijs op openbare scholen

Hoofdstuk

III

Overige voorwaarden voor bekostiging uit de openbare kas van het bijzonder schoolonderwijs

Artikel

104

Uitzondering weigering leerling op grond van levensbeschouwing

Artikel

105

Bestuur bijzondere school

Artikel

106

Bestuursoverdracht bijzondere school

Artikel

107

Akte van benoeming

Artikel

108

Bestuurlijke voorschriften bijzonder onderwijs

In een geval als bedoeld in artikel 94, vierde lid, eerste volzin, maakt het bevoegd gezag van een bijzondere school de beslissing tot ontzegging van de toegang tot de school schriftelijk en met redenen omkleed bekend aan de betrokken ho-student.

Hoofdstuk

IV

Overige bepalingen met betrekking tot het uit de openbare kas bekostigd onderwijs

Artikel

109

Bestuurlijke fusie openbare en bijzondere scholen

Artikel

109a

Samenwerkingsschool

Afdeling

II

Niet uit de openbare kas bekostigd bijzonder schoolonderwijs

Artikel

110

Kennisgeving oprichting bijzondere school

Het bestuur van een bijzondere school voor voortgezet onderwijs geeft binnen vier weken na de oprichting van de school onder overlegging van de statuten der instelling, die de school in stand houdt, en van de reglementen, van die oprichting kennis aan Onze Minister. Indien de statuten of reglementen worden gewijzigd of ingetrokken, wordt eveneens binnen vier weken van de wijziging of van de intrekking van de statuten of reglementen aan Onze Minister kennis gegeven.

Artikel

111

Bekwaamheids- en zedelijkheidseisen personeel

Artikel

112

Aanwijzingsbevoegdheid

Artikel

113

Verzoek tot aanwijzing

De aanwijzing geschiedt op een daartoe tot Onze Minister gerichte aanvraag van het schoolbestuur. Bij de aanvraag worden overgelegd:

  • a.

    het schoolplan van de school;

  • b.

    bewijsstukken dat wordt voldaan aan de bekwaamheidseisen;

  • c.

    de statuten en het reglement van de rechtspersoon met volledige rechtsbevoegdheid, die de school in stand houdt.

Artikel

114

Voorschriften aanwijzing

Artikel

114a

Samenwerking met vavo

Artikel

114b

Samenwerking met onbekostigd mbo t.b.v. doorlopende leerroute vmbo-mbo

Artikel

115

Intrekken aanwijzing

Onze Minister kan de aanwijzing intrekken, indien niet langer wordt voldaan aan de voorschriften gegeven bij of krachtens de artikelen 112, 114 en 114a of indien van misbruik van de verleende aanwijzing is gebleken. De aanwijzing kan door Onze Minister tevens worden ingetrokken indien het schoolbestuur of het personeel van de school in strijd handelt met artikel 5:20, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht.

Afdeling

III

Staatsexamens

Artikel

116

Staatsexamens

Afdeling

IV

Andere vormen van voortgezet onderwijs

Artikel

117

Inrichtingen voor voortgezet onderwijs

Titel

III

Aanvang, grondslagen, wijze en beëindiging der bekostiging

Afdeling

I

Aanvang van de bekostiging

Paragraaf

1

Algemeen

Artikel

118

Begripsbepalingen

In deze afdeling worden de onder a tot en met d aangegeven schoolsoorten aangeduid met de daarbij vermelde afkortingen:

  • a.

    vwo: voorbereidend wetenschappelijk onderwijs,

  • b.

    havo: hoger algemeen voortgezet onderwijs,

  • c.

    mavo: middelbaar algemeen voortgezet onderwijs,

  • d.

    vbo: voorbereidend beroepsonderwijs.

Artikel

119

Bekostiging en voorzieningenplanning

Bekostiging uit 's Rijks kas van een school of scholengemeenschap neemt geen aanvang dan krachtens de bepalingen van deze afdeling.

Artikel

120

Nieuwe school, scholengemeenschap of nevenvestiging

Artikel

121

Toevoegen profiel vbo of school

Artikel

122

Voldoende openbaar onderwijs

Artikel

123

Aanvraagprocedure nieuwe school, scholengemeenschap of profiel vbo

Artikel

124

Verplichtingen voor aanvraag bekostiging

Artikel

124a

Belangstellingsmeting

Artikel

125

Aanvang bekostiging en vervallen aanspraak bekostiging

Artikel

126

Omzetting

Artikel

127

Samenvoeging en afsplitsing scholen of scholengemeenschappen

Paragraaf

2

Vestigingen

Artikel

127a

Vestigingen

Aan een school of scholengemeenschap kan, naast een hoofdvestiging, een nevenvestiging zijn verbonden. Een nevenvestiging is gelegen in hetzelfde openbaar lichaam als de hoofdvestiging.

Artikel

127b

Hoofdvestiging

Artikel

127c

Nevenvestiging

Artikel

127d

Verplaatsing vestiging en gevolgen voor bekostigingsaanspraak

De aanspraak op bekostiging blijft bestaan indien het bevoegd gezag binnen de grenzen van het openbaar lichaam

  • a.

    een vestiging verplaatst, of

  • b.

    een deel van het onderwijsaanbod op een vestiging verplaatst naar een andere vestiging van dezelfde school of scholengemeenschap.

Paragraaf

3

Overige bepalingen voorzieningenplanning

Artikel

127e

Aanvullende middelen

Onze Minister kan onder door hem nader te stellen voorwaarden aanvullende middelen ter beschikking stellen die niet strekken tot bekostiging van het onderwijs, bedoeld in deze wet, maar die direct of indirect dienstig zijn voor de uitvoering van het onderwijs of voor verhoging van de mogelijkheid tot deelname aan het onderwijs. Bij de toepassing van dit artikel zijn de titels 4.1 en 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht en de artikelen 4, 5, 9 en 10 van de Wet overige OCW-subsidies van toepassing.

Artikel

127g

Uitvoeringsregels

Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden vastgesteld voor de uitvoering van deze afdeling.

Afdeling

II

Voorziening in de huisvesting en inventaris

Artikel

128

Reikwijdte van afdeling II

De artikelen 129 tot en met 147 zijn slechts van toepassing op scholen voor voorbereidend wetenschappelijk onderwijs, voor hoger en middelbaar algemeen voortgezet onderwijs, voor voorbereidend beroepsonderwijs en voor praktijkonderwijs.

Artikel

129

Voorziening in huisvesting door het openbaar lichaam

Artikel

130

Voorzieningen in de huisvesting

Artikel

131

Vaststelling door het bestuurscollege van bekostigingsplafond voor nieuwe voorzieningen in de huisvesting

Artikel

132

Indiening aanvraag

Artikel

133

Beschikkingen op aanvragen

Artikel

134

Beschikkingen op aanvragen met een spoedeisend karakter

Artikel

135

Weigeringsgronden

Artikel

136

Tijdstip aanvang bekostiging; vervallen aanspraak op bekostiging

Artikel

137

Toetsing i.v.m. wettelijke voorschriften en nieuwe feiten en omstandigheden

Voorzieningen komen voor bekostiging in aanmerking, mits op het op grond van artikel 136, eerste lid, vastgestelde tijdstip,

  • a.

    is voldaan aan de bij of krachtens de wet gestelde voorschriften, en

  • b.

    de feiten en omstandigheden waarin de school verkeert, ten opzichte van de feiten en omstandigheden ten tijde van de vaststelling van de beschikking tot verlening niet ingrijpend zijn gewijzigd.

Artikel

138

Bouwheerschap

Artikel

139

Instemming met eigen bouwplannen voor een niet door het openbaar lichaam in stand gehouden school

Indien het bevoegd gezag van een niet door het openbaar lichaam in stand gehouden school aanspraak heeft op bekostiging van een voorziening in de huisvesting, behoeven de bouwplannen en de desbetreffende begrotingen de instemming van het bestuurscollege, tenzij het bevoegd gezag met het bestuurscollege overeenkomt dat het openbaar lichaam deze voorziening tot stand brengt.

Artikel

140

Totstandbrenging voorziening voor een niet door het openbaar lichaam in stand gehouden school

Het openbaar lichaam brengt een voorziening in de huisvesting van een niet door het openbaar lichaam in stand gehouden school slechts tot stand, indien tussen het bestuurscollege en het bevoegd gezag overeenstemming bestaat over de bouwplannen en de wijze van uitvoering.

Artikel

141

Onderhoudsplicht; verbod tot vervreemding en bezwaring

Artikel

142

Vorderingsrecht

Artikel

143

Verhuur en medegebruik gebouw of terrein

Artikel

144

Voorziening niet ten laste van het openbaar lichaam

Voorzieningen aan gebouwen of terreinen in verband met verhuur krachtens de artikelen 143 of 145 door het bevoegd gezag van een niet door het openbaar lichaam in stand gehouden school, komen niet ten laste van het openbaar lichaam.

Artikel

145

Einde gebruik gebouw of terrein door niet door het openbaar lichaam in stand gehouden school

Artikel

146

Jaarlijks bedrag voor huisvestingskosten van niet door het openbaar lichaam in stand gehouden scholen

In afwijking van dit hoofdstuk kan de eilandsraad besluiten dat jaarlijks een bedrag voor huisvestingskosten wordt betaald aan het bevoegd gezag van een niet door het openbaar lichaam in stand gehouden school voor zover die op het grondgebied van dat openbaar lichaam in stand wordt gehouden. De eilandsraad neemt het besluit in overeenstemming met het bevoegd gezag.

Artikel

147

Informatieverstrekking aan het bestuurscollege

Het bevoegd gezag van een niet door het openbaar lichaam in stand gehouden school is gehouden aan de eilandsraad onderscheidenlijk het bestuurscollege alle inlichtingen te verschaffen die de eilandsraad onderscheidenlijk het bestuurscollege voor een adequate uitvoering van de bepalingen in dit hoofdstuk noodzakelijk achten.

Afdeling

III

Grondslagen en wijze der bekostiging

Hoofdstuk

I

Algemene bepalingen

Artikel

148

Algemene bepalingen bekostiging scholen

Artikel

149

Grondslag bekostiging zorg voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoefte

Artikel

151

Kostensoorten

Vervallen

Hoofdstuk

II

Grondslagen van de genormeerde bekostiging

Artikel

152

Bekostiging scholen

Artikel

153

Bepalen van de hoogte van de bekostiging

Artikel

154

Teldatum aantal leerlingen voor berekening bekostiging

Bij het bepalen van de hoogte van de bekostiging, bedoeld in artikel 152, gaat Onze Minister, volgens daarover bij of krachtens algemene maatregel van bestuur gestelde regels, uit van het aantal leerlingen van de school op 1 oktober van het jaar voorafgaand aan het jaar waarop de bekostiging betrekking heeft.

Artikel

155

Verstrekken aanvullende bekostiging bij bijzondere ontwikkelingen

Artikel

156

Aanvraag en verstrekken aanvullende bekostiging bij bijzondere omstandigheden

Artikel

157

Aanvullende bekostiging exploitatiekosten

Vervallen

Hoofdstuk

III

Wijze van de bekostiging

§

1

Onroerende zaak-belastingen

Artikel

158

Bekostiging voor belastingen ter zake van onroerende zaken

Het openbaar lichaam bekostigt aan het bevoegd gezag van een niet door het openbaar lichaam in stand gehouden school dat is onderworpen aan een of meer der in artikel 43 van de Wet financiën openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba bedoelde belastingen ter zake van onroerende zaken het bedrag dat is uitgegeven voor de belastingen met betrekking tot de in het openbaar lichaam gelegen gebouwen en terreinen.

§

2

Bekostiging personeels- en exploitatiekosten

Artikel

159

Bekostiging bedragen voor personeels- en exploitatiekosten

Vervallen

§

3

Eilandelijk beleid met betrekking tot personele en materiële voorzieningen

Artikel

160

Eilandelijk beleid als een openbaar lichaam zelf geen openbare scholen in stand houdt of als openbare scholen ontbreken

Artikel

161

Eilandelijk beleid bij verzelfstandiging van het openbaar onderwijs in een openbaar lichaam

Vervallen

Artikel

162

Eilandelijk beleid als een openbaar lichaam zelf openbare scholen in stand houdt

§

4

Overschrijdingsregeling ten behoeve van bijzondere scholen

Artikel

163

Vaststelling uitgaven en inkomsten personeels- en exploitatiekosten; vaststelling percentage t.b.v. niet door het openbaar lichaam in stand gehouden scholen

Artikel

164

Vaststelling overschrijdingsbedrag t.b.v. niet door het openbaar lichaam in stand gehouden scholen

Artikel

165

Uitkering overschrijdingsbedrag aan niet door het openbaar lichaam in stand gehouden scholen; beroep op Rijksvertegenwoordiger

§

5

Vaststelling en betaling van de bekostiging

Artikel

168

Betaling bekostiging door voorschotten

Artikel

169

Verrekening van vorderingen

Onze Minister is bevoegd tot verrekening van vorderingen krachtens deze wet van of op het bevoegd gezag van een school met vorderingen van of op Onze Minister krachtens een andere wet.

Artikel

170

Overdracht bekostiging bij overstap leerling tijdens schooljaar

Indien een leerling in de loop van het schooljaar de school verlaat zonder de opleiding te hebben voltooid, en aansluitend wordt ingeschreven als leerling aan een andere school voor voortgezet onderwijs of als mbo-student of vavo-student aan een instelling voor educatie en beroepsonderwijs, kan het bevoegd gezag van de school met het bevoegd gezag van die andere school of die instelling overeenkomen een deel van de bekostiging over te dragen aan dat andere bevoegd gezag vanwege deze tussentijdse overstap.

Artikel

170a

Overdracht bekostiging in het kader van een doorlopende leerroute vmbo-mbo

In afwijking van artikel 172 kan het bevoegd gezag van de school met het bevoegd gezag van de instelling voor beroepsonderwijs waarmee het een samenwerkingsovereenkomst heeft gesloten als bedoeld in artikel 27b, tweede lid, overeenkomen om vanwege een doorlopende leerroute vmbo-mbo als bedoeld in artikel 27a, tweede lid, of de geïntegreerde route vmbo-basisberoepsopleiding, bedoeld in artikel 27l, tweede lid, een deel van de bekostiging over te dragen aan dat andere bevoegd gezag.

Hoofdstuk

IV

Overige bepalingen

Artikel

171

Boekhouding bijzonder onderwijs

Artikel

172

Besteding bekostiging

Artikel

172a

Beheer van de middelen

Het bevoegd gezag beheert de middelen van de school op zodanige wijze dat het voortbestaan van de school is verzekerd.

Artikel

173

Besteding overeenkomstig bestemming

Artikel

174

Geen vergoeding na schade door schuld of nalatigheid; subrogatie wegens schade aan gebouwen van scholen

Artikel

175

Jaarverslag

Artikel

176

Informatie over bekostiging

Artikel

177

Beleidsinhoudelijke informatie

Artikel

178a

Onderzoek vanwege de minister en correctie bekostiging

Artikel

183

Aanwijzing

Artikel

184

Inhouding bekostiging

Artikel

185

Maatregelen

Artikel

187

Uitvoeringsvoorschriften afdeling III

Afdeling

IV

Beëindiging der bekostiging

Artikel

188

Opheffingsnormen

Artikel

189

Grondslag der berekening

Artikel

190

Terugstorting exploitatie-overschot

Titel

IV

Bestrijding voortijdig schoolverlaten niet-leerplichtigen

Artikel

193

Voortijdige schoolverlater

Vervallen

Artikel

194

Bestrijding voortijdig schoolverlaten door openbaar lichaam

Vervallen

Artikel

195

Informatie over voortijdig schoolverlaten

Vervallen

Titel

V

Zij-instroom in het beroep

Dit onderdeel is nog niet inwerking getreden

Titel

Va

Experimenten

Artikel

205a

Ruimte voor innovatie

Titel

VI

Overgangsbepalingen

Afdeling

I

Overgangsrecht invoering WVO BES

Artikel

206

Inwerkingtreding, eerste toepassing en overgangsrecht inrichting en examens

Artikel

207

Aanspraak op bekostiging

Vervallen

Artikel

208

Voorziening in de huisvesting voor het jaar 2011 tot en met een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip

Artikel

209

Overgangsgrondslag bekostiging

Vervallen

Artikel

210

Benoembaarheid bevoegde leraren

Onverminderd artikel 80, eerste lid, onderdelen a en c, kunnen in afwijking van artikel 3 en artikel 80, eerste lid, onderdeel b, leraren worden benoemd dan wel tewerkgesteld zonder benoeming die op de dag voorafgaand aan het tijdstip van de inwerkingtreding van dit artikel, bevoegd waren tot het geven van onderwijs op grond van de Landsverordening voortgezet onderwijs.

Artikel

211

Benoembaarheid onbevoegde leraren

Onverminderd artikel 80, eerste lid, onderdelen a en c, mag in afwijking van artikel 3 en artikel 80, eerste lid onderdeel b, gedurende een periode van vijf jaar na het tijdstip van de inwerkingtreding van dit artikel, voortgezet onderwijs gegeven worden door degenen die op de dag voorafgaand aan het tijdstip van de inwerkingtreding van dit artikel, voortgezet onderwijs gaven op een van de scholen in de openbare lichamen zonder daartoe bevoegd te zijn.

Artikel

212

Benoembaarheid leraren in opleiding

Onverminderd artikel 80, eerste lid, onderdelen a en c, mogen in afwijking van artikel 3 en artikel 80, eerste lid onderdeel b, degenen die geen getuigschrift bezitten als bedoeld in artikel 80, eerste lid, onderdeel b, ten eerste, maar wel voor het tijdstip van de inwerkingtreding van dit artikel, een opleiding begonnen zijn die leidt tot een bewijs van bekwaamheid tot het geven van onderwijs als bedoeld in de Landsverordening voortgezet onderwijs gedurende een periode van vijf jaar na het tijdstip van de inwerkingtreding van dit artikel, na het behalen van dit bewijs van bekwaamheid worden benoemd dan wel tewerkgesteld worden zonder benoeming tot leraar in het voortgezet onderwijs.

Artikel

213

Benoembaarheid leidinggevend personeel

Onverminderd artikel 83, eerste lid, onderdelen a en f, en artikel 83, tweede en derde lid, kan in afwijking van artikel 83, eerste lid, onderdeel b, tot rector, directeur, conrector of adjunct-directeur worden benoemd dan wel tewerkgesteld zonder benoeming degene die op de dag voorafgaand aan het tijdstip van de inwerkingtreding van dit artikel, bevoegd was tot het geven van onderwijs op grond van de Landsverordening voortgezet onderwijs.

Artikel

214

Bestrijding voortijdig schoolverlaten

Vervallen

Artikel

214a

Continueren oude bepalingen voor zover de nieuwe nog niet in werking treden

Tot een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip blijven de bepalingen van de Wet voortgezet onderwijs BES zoals die is komen te luiden op 10 oktober 2010, van kracht voor zover de regeling van de daarin opgenomen onderwerpen niet is vervangen door de inwerkingtreding van overeenkomstige onderwerpen in deze wet.

Afdeling

II

Overgangsrecht inzake brede benoembaarheid leraren omgangskunde

Artikel

214b

Overgangsrecht Wet op de beroepen in het onderwijs inzake brede benoembaarheid leraren omgangskunde

Afdeling

III

Overgangsrecht Wijziging van de Wet op het voortgezet onderwijs, de Wet voortgezet onderwijs BES en enkele aanverwante wetten in verband met het invoeren van profielen in het voorbereidend beroepsonderwijs en het middelbaar algemeen voortgezet onderwijs, alsmede de actualisatie en flexibilisering van het beroepsgerichte deel van de examenprogramma’s in het voorbereidend beroepsonderwijs (Stb. 2016, 88)

Artikel

214c

Overgangsrecht invoering profielen vmbo

Vervallen

Artikel

214d

Invoering profielen vmbo per 1 augustus 2017 voor het derde leerjaar

Vervallen

Artikel

214e

Omzetting onderwijsaanbod naar profielen

Vervallen

Afdeling

IV

Overgangsrecht wijziging van onder meer de Wet op het voortgezet onderwijs en de Wet voortgezet onderwijs BES in verband met modernisering van de bepalingen over voorzieningenplanning (Stb. 2018, 156)

Artikel

214f

Overgangsrecht modernisering bepalingen voorzieningenplanning

Toepassing van artikel 125, eerste en tweede lid, zoals luidend ingevolge de Wet van 25 mei 2018 tot wijziging van onder meer de Wet op het voortgezet onderwijs en de Wet voortgezet onderwijs BES in verband met modernisering van de bepalingen over voorzieningenplanning (Stb. 2018, 156) leidt niet eerder dan 1 jaar na inwerkingtreding van het betrokken artikellid tot het vervallen van de aanspraak op bekostiging.

Titel

VII

Slotbepalingen

Artikel

215

Toepassing van deze wet

Bij twijfel of deze wet op een of meer inrichtingen van onderwijs van toepassing is, wordt beslist bij koninklijk besluit.

Artikel

216

Afkeuring onderwijslocaties i.v.m. volksgezondheid

Vervallen

Artikel

217

Strafbepaling overtreding voorschriften volksgezondheid

Vervallen

Artikel

218a

Inwerkingtreding

De artikelen die niet bij Besluit van 3 februari 2011, houdende vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van een aantal onderdelen van de Aanpassingswet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba (Stb. 2011, 34) in werking zijn getreden, treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan, verschillend kan worden vastgesteld.

Artikel

218b

Evaluatie zorgplicht veiligheid op school

Onze Minister zendt binnen vijf jaar na de inwerkingtreding van artikel V van de Wet van 4 juni 2015 tot wijziging van enige onderwijswetten in verband met het invoeren van verplichting voor scholen om zorg te dragen voor de veiligheid op school (Stb. 238) aan de Staten-Generaal een verslag over de doeltreffendheid en effecten van de artikelen 4a en 51, eerste lid, onderdeel k, in de praktijk.

Artikel

218c

Evaluatie in verband met het pseudonimiseren van het persoonsgebonden nummer van een onderwijsdeelnemer

Onze Minister zendt binnen vijf jaar na de inwerkingtreding van de Wet van 29 november 2017 tot wijziging van diverse onderwijswetten in verband met het pseudonimiseren van het persoonsgebonden nummer van een onderwijsdeelnemer ten behoeve van het bieden van voorzieningen in het kader van het onderwijs en de begeleiding van onderwijsdeelnemers (Stb. 508) aan de Staten-Generaal een verslag over de doeltreffendheid en effecten van artikel 179, negende tot en met twaalfde lid, in de praktijk.

Artikel

218d

Evaluatie in verband met nieuwe stichtingssystematiek

Onze Minister zendt na vijf, tien en vijftien jaar na de inwerkingtreding van de Wet van 20 mei 2020 tot wijziging van diverse onderwijswetten door het wijzigen van de systematiek van het in aanmerking brengen voor bekostiging van nieuwe openbare en bijzondere scholen zodat er meer ruimte is voor een nieuw onderwijsaanbod (Wet meer ruimte voor nieuwe scholen) (Stb. 2020, 160) aan de Staten-Generaal een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van de gewijzigde systematiek van het in aanmerking brengen voor bekostiging van nieuwe scholen in de praktijk. Daarbij wordt in ieder geval gelet op de effecten op de segregatie.

Artikel

218e

Evaluatie doorstroom naar havo en vwo

Onze Minister zendt binnen vijf jaar na de inwerkingtreding van de Wet van 8 april 2020 tot wijziging van de Wet op het voortgezet onderwijs en de Wet voortgezet onderwijs BES in verband met het faciliteren van een gelijke kans op doorstroom naar het hoger algemeen voortgezet onderwijs en het voorbereidend wetenschappelijk onderwijs (Stb. 2020, 121) aan de Staten-Generaal een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van artikel 64a in de praktijk.

Artikel

218d*

Evaluatie vereenvoudiging grondslagen bekostiging

Onze Minister zendt binnen vijf jaar na de inwerkingtreding van de Wet van 28 oktober 2020 tot wijziging van onder meer de Wet op het voortgezet onderwijs en de Wet voortgezet onderwijs BES in verband met vereenvoudiging van de grondslagen van de bekostiging voor personeels- en exploitatiekosten van de scholen voor voortgezet onderwijs (vereenvoudiging grondslagen bekostiging vo-scholen; Stb. 2020, 437), en vervolgens telkens na vier jaar, aan de Staten-Generaal verslag over de doeltreffendheid en de effecten van de wijzigingen in titel III, afdeling III, hoofdstuk II in de praktijk.

Artikel

219

Citeertitel

Deze wet wordt aangehaald als: Wet voortgezet onderwijs BES.