Besluit van 17 december 2014, houdende regels over zoönosen (Besluit zoönosen)

Besluit zoönosen

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Economische Zaken van 15 september 2014, nr. WJZ / 14098214, gedaan in overeenstemming met Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;
Gelet op Richtlijn 2003/99/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 17 november 2003 inzake de bewaking van zoönosen en zoönoseverwekkers en houdende wijziging van Beschikking 90/424/EEG van de Raad en intrekking van Richtlijn 92/117/EEG van de Raad (PbEU 2003, L 325), Verordening (EG) nr. 2160/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 17 november 2003 inzake de bestrijding van salmonella en andere specifieke door voedsel overgedragen zoönoseverwekkers (PbEU 2003, L 325) en de artikelen 81c, 103 en 111 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren;
De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 1 oktober 2014, nr. W15.14.0335/IV);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Economische Zaken van 15 december 2014, nr. WJZ/14190617, uitgebracht in overeenstemming met Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel

1

In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • wet: Gezondheids- en welzijnswet voor dieren;

  • richtlijn 2003/99/EG: Richtlijn 2003/99/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 17 november 2003 inzake de bewaking van zoönosen en zoönoseverwekkers en houdende wijziging van Beschikking 90/424/EEG van de Raad en intrekking van Richtlijn nr. 92/117/EEG van de Raad (PbEU 2003, L 325);

  • verordening (EG) nr. 178/2002: Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsvoorschriften (PbEG 2002, L 31).

Artikel

2

Artikel

3

De exploitant van een levensmiddelenbedrijf, bedoeld in artikel 3, derde lid, van verordening (EG) nr. 178/2002 die onderzoek doet naar de aanwezigheid van zoönosen of zoönoseverwekkers, die overeenkomstig artikel 4, tweede lid, van richtlijn nr. 2003/99/EG worden bewaakt:

  • a.

    houdt de resultaten van het onderzoek bij;

  • b.

    bewaart de onderzoeksgegevens en de relevante isolaten gedurende twee jaar, en

  • c.

    stelt de onderzoeksresultaten of relevante isolaten desgevraagd ter beschikking aan Onze Minister.

Artikel

4

De artikelen 15, vierde lid, 17, 19, 20, 21, eerste en tweede lid, 22, eerste lid, 24, 32, 83, aanhef en onderdeel a, 84 tot en met 91, 91a, 91h, 92, 100, 101 en 101a van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren zijn van overeenkomstige toepassing ter wering en bestrijding van:

  • a.

    Salmonella enteritidis;

  • b.

    Salmonella typhimurium, waaronder monofasische Salmonella typhimurium met de antigene formule 1,4,[5],12:i:-;

  • c.

    Salmonella hadar;

  • d.

    Salmonella infantis;

  • e.

    Salmonella virchow, en

  • f.

    Salmonella java.

Artikel

5

Archiefbescheiden van het Productschap Pluimvee en Eieren of het Productschap Diervoeder betreffende zaken die op grond van dit besluit worden behartigd door Onze Minister, worden overgedragen aan Onze Minister, voor zover zij niet overeenkomstig de Archiefwet 1995 zijn overgebracht naar een archiefbewaarplaats.

Artikel

6

Wijzigt het Besluit heffing bestrijding dierziekten.

Artikel

7

Wijzigt het Besluit heffing preventie dierziekten.

Artikel

9

Dit besluit treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Artikel

10

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit zoönosen.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

Wassenaar
Willem-Alexander
De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp
De Minister van Veiligheid en Justitie, I.W. Opstelten