Beleidsregels van de Minister voor Wonen en Rijksdienst van 27 januari 2015, nr. 2014-0000068292 ter uitvoering van het Besluit beheer sociale-huursector inzake het beleggen door toegelaten instellingen als bedoeld in artikel 70 van de Woningwet (Beleidsregels verantwoord beleggen door toegelaten instellingen volkshuisvesting)

Beleidsregels verantwoord beleggen door toegelaten instellingen volkshuisvesting

De Minister voor Wonen en Rijksdienst,

Besluit:

§

1

Begripsomschrijvingen

Artikel

1

In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

  • a)

    toegelaten instelling: toegelaten instelling als bedoeld in artikel 70 van de Woningwet;

  • b)

    CFV: Centraal Fonds voor de Volkshuisvesting, bedoeld in artikel 71 van de Woningwet;

  • c)

    ILT: Inspectie Leefomgeving en Transport;

  • d)

    minister: Minister voor Wonen en Rijksdienst;

  • e)

    jaarverslaggeving: verantwoording van de instelling conform Titel 9 van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek die minimaal bestaat uit het bestuursverslag en de jaarrekening;

  • f)

    kasstroomprognose: uitspraak omtrent het vermoedelijk verloop of de vermoedelijke afloop van de financieringsbehoefte en de liquiditeitsplanning voor de korte en lange termijn;

  • g)

    rating: taxatie van de kredietwaardigheid van een financiële onderneming of een land;

  • h)

    ratingbureau: bureau dat de kredietwaardigheid van financiële ondernemingen en landen taxeert, als Moody’s, Standard and Poor’s en Fitch;

  • i)

    waardepapieren: documenten met een geldwaarde, zoals een bewijs van een obligatie.

  • j)

    middelen: alle gelden waarover een toegelaten instelling beschikt;

  • k)

    beleggingen: uitgezette middelen die tijdelijk niet benodigd zijn om aan de lopende financiële verplichtingen te voldoen, m.u.v. financiële derivaten als bedoeld in de “Beleidsregels gebruik financiële derivaten door toegelaten instellingen volkshuisvesting”;

  • l)

    lidstaat: lid van de Europese Unie of een andere staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte – Noorwegen, IJsland en Liechtenstein – en ten minste beschikt over een AA-rating afgegeven door ten minste twee ratingbureaus;

  • m)

    financiële onderneming: onderneming als bedoeld in de Wet op het financieel toezicht die het bedrijf van kredietinstelling mag uitoefenen, beleggingsdiensten mag verlenen, beleggingsinstellingen mag beheren, rechten van deelneming in een beleggings-maatschappij mag aanbieden, of het bedrijf van verzekeraar mag uitoefenen, alsmede ondernemingen die op grond van Europese richtlijnen vallen onder een met de Wft vergelijkbare vorm van Home Country Control;

  • n)

    near banking: het lenen van gelden met het doel deze weer uit te zetten bij dezelfde of een andere partij;

  • o)

    achtergesteld papier: waardepapieren die later voor uitbetaling in aanmerking komen dan de vorderingen van andere schuldeisers.

§

2

Algemene uitgangspunten

Artikel

2

Toegelaten instellingen doen jaarlijks in de jaarverslaggeving ten minste verslag van:

  • a.

    het beleid en de uitvoering ten aanzien van het beleggen;

  • b.

    de soorten en omvang van de beleggingen;

  • c.

    de looptijden van de beleggingen.

Artikel

3

§

3

Organisatorische eisen

Artikel

4

§

4

Toegestane beleggingen

Artikel

5

§

5

Contractuele voorwaarden beleggingen

Artikel

6

1. Toegelaten instellingen mogen geen overeenkomst aangaan waarin clausules worden gehanteerd die op enigerlei wijze de uitoefening van het toezicht op de toegelaten instellingen kunnen belemmeren.

§

6

Externe verantwoording en extern toezicht

Artikel

7

§

7

Plan van aanpak

Artikel

8

§

8

Slotbepalingen

Artikel

9

Het CFV ziet toe op de naleving van deze beleidsregels, met uitzondering van het toezicht op de aanwezigheid van een bepaling inzake near banking activiteiten in het beleggingsstatuut zoals vermeld in artikel 4 lid 2. Dit onderdeel valt onder het rechtmatigheidstoezicht zoals uitgeoefend door de ILT.

Artikel

10

Deze beleidsregels worden aangehaald als: Beleidsregels verantwoord beleggen door toegelaten instellingen volkshuisvesting.

Deze beleidsregels zullen met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst en treden in werking op 1-2-2015.

Den Haag
De Minister voor Wonen en Rijksdienst,S.A.Blok