Regeling van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 8 april 2015, kenmerk 745401-134778-DMO, houdende Vaststelling subsidieplafond en vaststelling beleidsregels inzake subsidieverlening projecten en activiteiten ten behoeve van de participatie en emancipatie van de Sinti en Roma in Nederland

Besluit vaststelling subsidieplafond en vaststelling beleidsregels inzake het Beleidskader voor de subsidiering van projecten en activiteiten ten behoeve van de participatie en emancipatie van de Sinti en Roma in Nederland

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Besluit:

Artikel

3

Dit besluit treedt in werking op de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Artikel

4

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit vaststelling subsidieplafond en vaststelling beleidsregels inzake het Beleidskader voor de subsidiering van projecten en activiteiten ten behoeve van de participatie en emancipatie van de Sinti en Roma in Nederland.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,M.J. vanRijn

Beleidskader voor de subsidiëring van projecten en activiteiten ten behoeve van de participatie en emancipatie van de Sinti en Roma in Nederland

Inleiding

Het Ministerie van VWS is na de ontbinding van het Nederlands Instituut Sinti en Roma (NISR) in gesprek gegaan met Sinti en Roma om inzicht te krijgen in de wensen en behoeften binnen die gemeenschap over het bestemmen van de hierna overgebleven middelen. Het doel van VWS is om de middelen zo te beleggen dat zij ten goede komen aan de participatie en emancipatie van Sinti en Roma in Nederland.

Het is, mede gezien de geschiedenis van deze middelen, van belang dat de betrokkenheid van Sinti en Roma in het gehele proces gewaarborgd werd. Voorkomen moet worden dat er óver en niet mét Sinti en Roma wordt gesproken over beleid dat hen aangaat. Bij brief van 30 oktober 2012 aan de Tweede Kamer over de nieuwe aanpak is aangeven dat het vervolgtraject samen met Sinti en Roma wordt vormgegeven1Tweede Kamer, vergaderjaar 2012-2013, Aanhangsel Handelingen, nr. 408.. Ik ben er namelijk van overtuigd dat alleen mét Sinti en Roma acties ingezet kunnen worden die daadwerkelijk zullen leiden tot een verbeterde maatschappelijke positie. Mijn visie daarbij is dat activiteiten die gericht zijn op samenwerken, zoals tussen Sinti en Roma en tussen Sinti, Roma en overheden op alle niveaus de grootste kans van slagen hebben.

Een landelijke werkgroep van Sinti en Roma heeft begin 2013 een eerste inventarisatie van wensen gedaan op basis waarvan VWS rond de zomer van 2013 gesprekken heeft gevoerd met Sinti en Roma organisaties, zogenaamde ‘sleutelfiguren’, intermediairs en diverse professionals die werkzaam zijn binnen de gemeenschappen.

Deze mensen waren bereid om hun eigen opvattingen, expertise en netwerk met mijn departement te delen. Het Ministerie van VWS heeft dankbaar gebruik gemaakt van dit netwerk om (focus-) groepsgesprekken te organiseren waarin de ideeën uit de individuele gesprekken getoetst konden worden aan draagvlak binnen de gemeenschap en waar tevens nieuwe ideeën ingebracht konden worden. Dit soort gesprekken zijn gevoerd tot het moment dat er een verzadigingspunt was bereikt; er kwamen geen nieuwe visies of gezichtspunten meer naar voren.

Een veelheid aan onderwerpen die Sinti en Roma dagelijks en persoonlijk raken is tijdens die gesprekken aan de orde gekomen; zowel grote als kleine onderwerpen waarin de problemen maar ook de kansen benoemd werden. Men wil met blijvend respect voor de oorsprong van de middelen en de eigen cultuur, investeren in toekomst van de kinderen.

In een tweetal bijeenkomsten met Sinti en Roma zijn de ideeën besproken die vielen binnen de kaders die ik uiteen heb gezet en welke terug zijn te vinden in dit beleidskader. De onderwerpen zijn in een aantal thema’s geclusterd. Gezien het draagvlak dat er onder de Sinti en Roma is voor deze thema’s, zijn deze door mij akkoord bevonden en vormen dan ook de basis van dit beleidskader.

Het is de bedoeling om de Sinti en Roma met behulp van deze middelen, zelf in staat te stellen om de komende jaren hun positie in de maatschappij te verstevigen. Mijn standpunt daarbij is dat Sinti en Roma niet alleen in het voortraject maar ook bij de beoordeling van voorstellen een stem moeten hebben. Ik heb dan ook een adviescommissie samengesteld die mij zal adviseren bij het beoordelen van de subsidieaanvragen. De criteria voor de beoordeling van de aanvragen zijn neergelegd in dit beleidskader.

Voorgeschiedenis

Op 21 maart 20002Tweede Kamer vergaderjaar 1999-2000, 25 839, nummer 13. heeft het kabinet, naar aanleiding van het verschijnen van een aantal onderzoeksrapporten, besloten gelden ter beschikking te stellen aan bepaalde groepen vervolgingsslachtoffers. Dit als erkenning van geconstateerde tekortkomingen in het naoorlogs rechtsherstel. Het naoorlogs rechtsherstel is een instrument geweest om het materiële onrecht zoveel mogelijk te herstellen.

Aan de Sinti en Roma gemeenschap is 30 miljoen gulden (13,61 miljoen euro) ter beschikking gesteld omdat zij na de Tweede Wereldoorlog grotendeels buiten het rechtsherstel zijn gebleven en bovendien met grote kilte in de maatschappij zijn bejegend.

In november 2000 is de Stichting Rechtsherstel Sinti en Roma (SRSR) opgericht om de gelden te beheren en rechtmatig te verdelen. In overleg met het Ministerie van VWS en met instemming van de Tweede Kamer is een uitkeringsreglement voor individuele uitkeringen opgesteld. Vervolgens is een subsidiereglement voor collectieve doelen opgesteld.

Het aantal aanvragen bleek al snel veel lager dan de verwachtingen. Het kabinet heeft daarom in 2002 besloten om het bedrag dat na het uitkeren van de individuele uitkeringen resteerde niet terug te laten vloeien in de staatskas maar toe te voegen aan de middelen die al beschikbaar waren gesteld voor collectieve doeleinden en op deze wijze ten goede te laten komen aan de gehele Sinti- en Roma-gemeenschap in Nederland3Staatscourant 4 juni 2002, nr. 103 / pag. 22, Tweede Kamer, vergaderjaar 2003-2004, 20 454 en 25 839, nr. 66. Het beschikbaar houden van de resterende rechtsherstelmiddelen voor de gemeenschap was gekoppeld aan deze brede insteek.

Met draagvlak van gemeenten, maatschappelijke organisaties en Sinti en Roma zelf is gekozen voor een samenhangende, brede aanpak om de maatschappelijke positie van de gehele Sinti- en Roma-gemeenschap in Nederland succesvol aan te kunnen pakken.

Ter uitvoering van deze doelstelling, is het eerder genoemde NISR door de Stichting Afwikkeling Rechtsherstelgelden Sinti en Roma (SARSR, opvolger SRSR) in 2010 opgericht om een projectbureau te beheren vanwaar activiteiten gefinancierd zouden worden die bijdragen aan het verbeteren van de maatschappelijke positie van de Sinti- en Roma-gemeenschap in Nederland. Het NISR zou toezien op het ondersteunen en versterken van de participatie, met aandacht en respect voor de eigen identiteit van de gemeenschap. Het NISR zou tevens als landelijk steunpunt en expertisecentrum fungeren.

Op basis van de groeiende kritiek vanuit de Sinti- en Roma-gemeenschap (die veelal te maken had met het ontbreken van inspraak vanuit de doelgroep zelf waardoor er onvoldoende aansluiting was bij de vraag uit de doelgroep) en op basis van de conclusie van de Raad van Toezicht dat het NISR haar doelstellingen in onvoldoende mate heeft behaald, is in 2012 besloten tot ontbinding van het NISR.

In 2013 is het Ministerie van VWS, op basis van signalen uit verschillende rapporten4o.a. Rapportage inventariserend onderzoek activiteiten NISR en rapportage LBO werkgroep; een door Sinti en Roma ingestelde landelijke werkgroep. en op verzoek van de gemeenschap zelf, in gesprek gegaan met Sinti en Roma om zicht te krijgen op de bij hen levende wensen en behoeften om te komen tot een nieuwe aanpak voor de besteding van de resterende middelen die van en voor Sinti en Roma zijn en die door hen gedragen worden. Het is duidelijk geworden dat met het wegvallen van het NISR het doel, om de participatie en emancipatie van Sinti en Roma in Nederland te verbeteren, niet is veranderd.

Doel van het beleidskader

Dit beleidskader bevat een uitwerking van het subsidiebeleid ten behoeve van de participatie en emancipatie van Sinti en Roma in Nederland. Het doel is de financiering van projecten en activiteiten die volgens de Sinti en Roma direct of indirect zullen leiden tot een betere maatschappelijke positie van de Sinti en Roma in Nederland. Hiermee wordt vastgehouden aan het hiervoor genoemde besluit uit 2002.

Er zijn de afgelopen jaren diverse rapporten uitgekomen die de achtergestelde positie van Sinti en Roma in kaart brengen. Echter, bij het formuleren van de doelen van dit beleidskader is alleen rekening gehouden met de inbreng van Sinti en Roma die tijdens de gesprekken met VWS naar voren is gekomen. Zij hebben aangegeven om de middelen die zijn toegekend als gevolg van een verschrikkelijk verleden, in te willen zetten voor een betere toekomst voor hun kinderen.

In bijeenkomsten met Sinti en Roma in december 2013 en februari 2014 is overeenstemming bereikt over ‘De Boom’:

Ik heb deze thema’s en onderwerpen vervat in de volgende indeling:

  • Herinnering Tweede Wereldoorlog;

  • Tegengaan van discriminatie en vooroordelen;

  • Versteviging van belangenbehartiging en vertegenwoordiging;

  • Stimuleren van onderwijs;

  • Creëren van werkgelegenheid;

  • Respect voor cultuur en identiteit;

  • Advies en begeleiding intermediairs.

Gezien de oorsprong van middelen hecht ik er toch zeer aan om bij de bestemming van de gelden nadrukkelijk ook rekening te houden met de positie van de oorlogsgeneratie.

Subsidieplafond en wettelijke grondslag

In 2013 en 2014 is een aantal belangwekkende projecten met toestemming van VWS door de Stichting Afwikkeling Rechtsherstelgelden Sinti en Roma (SARSR) gecontinueerd. Om voor continuering in aanmerking te komen, zullen de betrokken organisaties in 2015 opnieuw een aanvraag moeten indienen die zal moeten voldoen aan de eisen en procedures zoals opgenomen in dit beleidskader.

Voor de verstrekking van subsidies ten behoeve van de participatie en emancipatie van Sinti en Roma is op peildatum 19 maart 2015, 4.128.737,21 euro beschikbaar. Dit bedrag, inclusief de te genereren rente5De middelen hebben op een rekening-courant van het Ministerie van Financiën gestaan. De bijgeschreven rente over de afgelopen jaren is dan ook betrekkelijk bescheiden geweest. De rente bij schatkistbankieren is veel lager dan bij een gewone rekening. Dit komt door het geringe kredietrisico van de Nederlandse Staat., zal zodanig verdeeld worden waardoor er per jaar een plafond van maximaal 500.000 euro beschikbaar is tot het budget is uitgeput. Wanneer in een jaar middelen over zijn, blijven deze in volgende jaren beschikbaar voor vorengenoemde doelstellingen, tot uiterlijk 2025.

De subsidies worden verstrekt op basis van de Kaderregeling VWS-subsidies. Daarin zijn de verplichtingen van de subsidieontvanger en de subsidiegever over en weer neergelegd. In artikel 2 van deze regeling staat dat uitsluitend subsidies worden verstrekt voor zover deze past binnen het beleid. In dit beleidskader is daartoe het beleid over de subsidiëring van projecten en activiteiten ten behoeve van de participatie en emancipatie van Sinti en Roma in Nederland uiteengezet. Op de verstrekking van subsidies zijn dus zowel de Kaderregeling VWS-subsidies, als dit beleidskader van toepassing.

Op 1 mei van elk jaar eindigt de indieningtermijn voor dat jaar. In 2015 zullen er twee subsidierondes zijn, eindigend op 1 juni en 1 september 2015. Ten aanzien van de in thema 4 bedoelde studiebeurs kunnen er gedurende het hele jaar aanvragen worden ingediend. In afwijking van artikel 6, eerste lid, van de Kaderregeling VWS-subsidies kunnen aanvragen uitsluitend worden ingediend voorafgaand aan de te subsidiëren projecten en activiteiten.

Sinti en Roma hebben aangegeven een aantal structurele veranderingen door te willen voeren die tot een verbetering van de kansen in onder andere het onderwijs en op de werkvloer zullen leiden. Dit kost tijd. Er is daarom gekozen voor een looptermijn van maximaal tien jaar om tot uiterlijk 2025 positieve initiatieven van Sinti en Roma zelf, mogelijk te maken. Gezien de omvang van de groep Sinti en Roma is de verwachting dat maximaal 500.000 euro per jaar voldoende is om zichtbare en inhoudelijk waardevolle projecten mogelijk te maken. Voor wat betreft het jaar 2015 zal welwillend met het subsidieplafond worden omgegaan, waarbij waar nodig artikel 4:84 Awb zal worden toegepast.

VWS zal in overleg met de adviescommissie en met de Sinti en Roma in 2017 onderzoeken of de subsidieverlening op deze wijze gecontinueerd moet worden.

Inspraak Sinti en Roma

Voortraject

De middelen zijn geoormerkt ten behoeve van Sinti en Roma gemeenschappen in Nederland. De ‘bottom-up’ benadering heeft veel tijd gekost maar had tot doel om te komen tot uitvoerbare voorstellen van, voor en gedragen door Sinti en Roma.

Het is gezien de ervaringen van Sinti en Roma met het Nederlands Instituut Sinti en Roma en gezien de algehele gevoelens dat er voornamelijk óver en niet mét hen wordt gesproken, van cruciaal belang dat de betrokkenheid en inspraak van Sinti en Roma bij de besteding van de resterende middelen, goed is georganiseerd.

Sinti en Roma dienen ook een stem en verantwoordelijkheid te dragen bij de indiening en beoordeling van aanvragen.

Adviescommissie voor de participatie en emancipatie Sinti en Roma

Om de kans van slagen op kansrijke projecten en activiteiten voor Sinti en Roma te vergroten, heb ik een Adviescommissie participatie en emancipatie Sinti en Roma (verder adviescommissie) samengesteld om het advies van ervaringsdeskundigen mee te kunnen nemen bij de beoordeling van de aanvragen. Deze adviescommissie bestaat uit Sinti en Roma. Het instellen van een adviescommissie geeft de Sinti en Roma een stem in de beoordeling van concrete voorstellen die directe gevolgen hebben voor de gemeenschap.

Juist bij dit beleidskader is het instellen van een adviescommissie erg belangrijk. Immers, Sinti en Roma kunnen niet met documenten aantonen dat zij Sinti of Roma zijn. Of aanvragers en betrokkenen onderdeel uitmaken van een Sinti of Roma gemeenschap, zal onderdeel zijn van de adviserende taak van de ervaringsdeskundigen in de adviescommissie. Behalve advisering hierover zal het vertrouwen dat de adviescommissie stelt in de voorgelegde aanvragen, zwaar wegen.

Uitgangspunten bij indiening van aanvragen

Alleen projecten en activiteiten ten behoeve van de participatie en emancipatie van Sinti en Roma in Nederland die een aantoonbaar resultaat opleveren komen in aanmerking voor subsidie. Men moet naar verwachting, een bijdrage aan eerdergenoemde thema’s kunnen leveren. Voor subsidiëring komen voorstellen in aanmerking die zijn ingediend door:

  • legaal in Nederland verblijvende leden van de Sinti en Roma gemeenschap;

  • Sinti en Roma organisaties zonder winstoogmerk die zich inzetten voor de Sinti en Roma gemeenschap in Nederland;

  • derden die kunnen aantonen dat de aanvraag door meerdere leden van de Sinti en Roma gemeenschappen in Nederland gedragen wordt.

Voorwaarde is dat leden van de Sinti en Roma gemeenschap in Nederland rechtstreeks moeten kunnen profiteren van het project of daaraan deelnemen. Met dit beleidskader wil ik allereerst initiatieven uit de doelgroep zelf stimuleren en tegelijkertijd betrokken partijen tot samenwerking aanzetten, zowel onderling als met externe partijen. Ervaringen hebben namelijk bewezen dat activiteiten waarin wordt samengewerkt, bijvoorbeeld met en tussen Sinti, Roma en andere burgers, lokale overheden en welzijnsorganisaties, een grotere kans van slagen hebben.

In de hierna volgende beoordelingscriteria zullen deze uitgangspunten verder worden uitgewerkt.

Beoordelingscriteria

Belanghebbenden

Op grond van artikel 4 van de Kaderregeling VWS-subsidies komen natuurlijke en rechtspersonen in aanmerking voor subsidies. De aanvrager dient in Nederland woonachtig of gevestigd te zijn. Alleen aanvragen van de volgende belanghebbenden worden in behandeling genomen:

  • legaal in Nederland verblijvende leden van de Sinti- en Roma-gemeenschap;

  • Sinti- en Roma-organisaties zonder winstoogmerk die zich inzetten voor de Sinti en Roma gemeenschap in Nederland;

  • derden zonder winstoogmerk die kunnen aantonen dat de aanvraag door meerdere leden van de Sinti en Roma gemeenschappen in Nederland, gedragen wordt.

Indien een natuurlijk persoon een aanvraag doet, geldt er een maximum van 1 aanvraag per jaar van maximaal 5.000 euro. Een combinatie met een aanvraag voor een studiebeurs als bedoeld in thema nummer 4 is wel toegestaan. Rechtspersonen kunnen meerdere keren per jaar een aanvraag indienen van in totaal maximaal 50.000 euro per jaar.

Thematische indeling van activiteiten die voor subsidie in aanmerking komen

Uitsluitend projecten en activiteiten ten behoeve van de participatie en emancipatie van de Sinti en Roma in Nederland die een aantoonbaar resultaat opleveren komen in aanmerking voor subsidie. De subsidieverstrekking vindt plaats door middel van een beperkt aantal thema’s zoals overeengekomen in het voortraject. Zonder rangorde:

  • 1.

    Herinnering Tweede Wereldoorlog

    Tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn Sinti en Roma slachtoffers geweest van het nazi-regime. Sinti en Roma werden systematisch vervolgd en vermoord om wie ze waren. Op 16 mei 1944 vond er in Nederland een grote razzia plaats. Nederlandse Sinti en Roma zijn toen opgepakt en naar kamp Westerbork weggevoerd.

    Op 19 mei 1944 werden 245 Sinti en Roma vanuit kamp Westerbork naar het vernietigingskamp Auschwitz-Birkenau gedeporteerd. Ze zijn op 22 mei 1944 ondergebracht in een speciaal ‘Zigeunerlager’, een gedeelte van Birkenau waarin in die periode ruim 22.000 Sinti en Roma gevangen zaten. Van de 245 uit kamp Westerbork weggevoerde Sinti en Roma overleefden slechts 30 de oorlog.

    Voorwaarden voor toekenning

    Projecten en activiteiten met als doel om te herdenken, herinneren en/of de bekendheid van de genocide van Sinti en Roma ten tijde van de Tweede Wereldoorlog in Nederland te vergroten, kunnen in aanmerking komen voor subsidies.

    Gewenst effect

    De bedoeling is om, gezien het feit dat de Sinti en Roma een andere herdenkingscultuur kennen, initiatieven uit de gemeenschappen zelf voor bijvoorbeeld educatieve en herinneringsprojecten te stimuleren. Tevens wordt beoogd de betrokkenheid van de jongere generatie en de samenwerking met partijen in het veld van oorlogsgetroffenen en herinnering WO II te intensiveren.

  • 2.

    Tegengaan van discriminatie en vooroordelen

    Sinti en Roma zijn eeuwenlang slachtoffer van het ‘anti-ziganisme’ in Europa. Vandaag de dag voelen veel Sinti en Roma zich nog uitgesloten en gediscrimineerd vanwege wie ze zijn.

    Met name Roma komen veelvuldig negatief in de media met betrekking tot bijvoorbeeld integratie, kinderuitbuiting, minderjarige huwelijken en criminaliteit. Dit heeft zijn weerslag op de gehele groep Sinti en Roma en heeft volgens velen negatieve invloed op hoe zij door andere Nederlanders worden gezien in de maatschappij met als gevolg negatieve ervaringen op onder andere de werkvloer en in het onderwijs. Zo zijn er Sinti en Roma die er niet openlijk voor uit durven te komen dat ze Sinti of Roma zijn uit angst voor vooroordelen.

    Positieve voorbeelden zijn juist niet zichtbaar, wat de vooroordelen in stand houdt. De reguliere klachteninstanties ontvangen weinig meldingen van Sinti en Roma.

    Voorwaarden voor toekenning

    Projecten en activiteiten die tot doel hebben de beeldvorming en erkenning van Sinti en Roma in de maatschappij te verbeteren en te versterken, kunnen in aanmerking komen voor subsidie.

    Gewenst effect

    De bedoeling is om de onbekendheid met Sinti en Roma bij vele Nederlanders weg te nemen en ruimte te bieden aan positieve beelden van Sinti en Roma in Nederland, in het bijzonder in de Nederlandse media. Projecten en activiteiten waarin de brede samenwerking wordt gezocht, onderling of met organisaties actief op het terrein van mensenrechten, discriminatie, media, veiligheid en justitie worden aangemoedigd.

  • 3.

    Verstevigen van belangenbehartiging en vertegenwoordiging

    Er zijn stichtingen, verenigingen en natuurlijke personen die zich inzetten voor de bredere belangen van de Sinti en Roma. Zij hebben aangegeven de werkzaamheden landelijk te willen coördineren nu zij veelal dezelfde belangen nastreven.

    Voorwaarden voor toekenning

    Uitsluitend projecten en activiteiten die een daadwerkelijke (netwerk)samenwerking tussen Sinti en Roma ten behoeve van belangenbehartiging en vertegenwoordiging bewerkstelligen kunnen in aanmerking komen voor subsidie. De adviescommissie zal bij dit thema, meer dan bij de andere thema’s, een bestendige advieslijn moeten ontwikkelen en aanvragen met betrekking tot dit thema indringend toetsen op de vraag of het verstevigen van de belangenbehartiging en vertegenwoordiging werkelijk bereikt kan worden. Aanvragen van organisaties die louter betrekking hebben op het vergoeden van kosten als huur van vergaderruimte, ICT kosten en andere faciliteiten worden niet toegekend.

    Gewenst effect

    Het is wenselijk dat partijen gezamenlijk tot een plan voor landelijke coördinatie van belangenbehartiging, vertegenwoordiging, verwerven van derde (Europese) geldstromen, samenwerking in Europa enzovoorts kunnen komen. Participatie van jongeren wordt daarbij bijzonder aangemoedigd.

  • 4.

    Stimuleren van het onderwijs

    Nederland kent één van de beste onderwijssystemen ter wereld. Ondanks de laagdrempelige toegankelijkheid van het onderwijs, ervaren vele Sinti en Roma obstakels om de rechten en plichten met betrekking tot onderwijs uit te oefenen. Deze obstakels kunnen liggen voornamelijk in de culturele, sociale en financiële sfeer. De onderwijsinspectie ziet er op toe dat door alle partijen (allereerst de ouders maar ook de kinderen, scholen, gemeente etc.) aan de verplichtingen en kwaliteitseisen van het onderwijs worden voldaan. In het primair onderwijs zijn de afgelopen jaren goede stappen gemaakt.

    Voorwaarden voor toekenning

    Projecten en activiteiten die bovengenoemde obstakels wegnemen die Sinti en Roma in de weg staan om educatie en scholing in het primair, voortgezet, middelbaar beroepsonderwijs en hoger onderwijs te volgen, kunnen in aanmerking komen voor subsidie. Tevens kunnen bijdragen voor cursussen met betrekking tot taal en techniek die jongeren en volwassenen helpen om vaardigheden te ontwikkelen die hen op de arbeidsmarkt ten goede komen, in aanmerking komen voor subsidie. Voor een bijdrage voor een cursus wordt maximaal 50%, met een maximum van € 1.000,– per persoon per jaar vergoed.

    Gewenst effect

    De afgelopen jaren zijn goede resultaten geboekt in het primair onderwijs. De bedoeling van dit thema is voornamelijk om deelname aan vroegschoolse educatie, middelbaar onderwijs en hoger onderwijs te stimuleren.

    Tevens wordt er ruimte geboden aan initiatieven die niet-leerplichtige Sinti en Roma stimuleren om (weer) onderwijs te volgen. Projecten en activiteiten die aantoonbaar succesvol zijn gebleken, worden aangemoedigd.

    Studiebeurs

    Verzoeken van natuurlijke personen om een tegemoetkoming voor een bijdrage voor schoolkosten, studiekosten, praktische leermiddelen en reiskosten, ter ondersteuning van het middelbaar beroepsonderwijs en hoger onderwijs worden beoordeeld aan de hand van onderstaande criteria:

    • De aanvraag wordt door de aanvrager (student/scholier) zelf ingediend. Is hij of zij minderjarig dan tekent tenminste één van de ouders/verzorgers mee. De aanvraag dient vergezeld te worden van legitimatiebewijzen.

    • De aanvrager overlegt bij de aanvraag een bewijs van inschrijving bij de studie of opleiding waarop de aanvraag betrekking heeft.

    • De aanvrager overlegt tevens een korte motivering waarom hij of zij deze studie of opleiding gekozen heeft.

    • De adviescommissie toetst de aanvraag en kan daarbij besluiten de aanvrager in de gelegenheid te stellen om te worden gehoord.

    • Bij een positief advies kent de Staatssecretaris de aanvraag in beginsel toe. De aanspraak op subsidie wordt in één keer toegekend en ambtshalve vastgesteld. Daarna wordt jaarlijks een bedrag betaalbaar gesteld, voor de duur van de studie of opleiding, tot in totaal een maximum van vier jaren.

    • Op grond van artikel 41 van de Kaderregeling VWS-subsidies dienen veranderingen in de voortgang en duur van de studie gemeld te worden.

    De hoogte van de subsidie is gefixeerd op vaste bedragen, al naar gelang het niveau van de opleiding:

    • MBO-4 500,- euro per jaar

    • HBO 1000,- euro per jaar

    • WO 1500,- euro per jaar

  • 5.

    Creëren van werkgelegenheid

    Sinti en Roma hebben aangegeven de armoede en grote uitkeringsafhankelijkheid die in een deel van de groep aan de orde is, een halt toe te willen roepen. Feit is dat steeds meer jongeren als gevolg van een goede opleiding, in staat zijn om een baan te vinden. Steeds meer Sinti- en Roma-vrouwen doen hun toetrede tot de arbeidsmarkt. Maar het lukt niet iedereen om op eigen kracht een baan te vinden. Dit kan samenhangen met culturele factoren, een te laag opleidingsniveau en vooroordelen op de werkvloer.

    Voorwaarden voor toekenning

    Projecten en activiteiten die bijdragen aan het creëren van werkgelegenheid voor Sinti en Roma, voor zover beschikbare reguliere werkgelegenheidsprojecten vanuit bijvoorbeeld de gemeenten niet toereikend zijn, kunnen in aanmerking komen voor subsidie. Financiële bijdragen voor het starten van ondernemingen en verzoeken met betrekking tot ondersteuning van de eigen onderneming (bijvoorbeeld ZZP’ers) zijn nadrukkelijk hiervan uitgesloten.

    Gewenst effect

    Werkende Sinti en Roma vormen een voorbeeld voor met name de jongere generatie. De bedoeling is om Sinti en Roma die op eigen kracht niet aan een baan komen, in de breedste vorm te ondersteunen. In het verleden zijn een aantal succesvolle werkgelegenheidsprojecten voor Sinti en Roma opgezet. Initiatieven die aantoonbaar succesvol zijn gebleken om de jeugdwerkloosheid aan te pakken en de aansluiting tussen school en werk weten te maken, worden aangemoedigd.

  • 6.

    Respect voor Cultuur en Identiteit

    Sinti en Roma zijn trots op hun cultuur. Een cultuur die 70 jaar geleden nog bedreigd werd in haar bestaan. Sinti en Roma staan in Nederland bekend om hun traditionele levenswijze en muziek. Sinti en Roma willen hun cultuur beschermen en tegelijkertijd breken met het stereotype beeld: niet iedereen woont in een woonwagen en maakt muziek.

    Voorwaarden voor toekenning

    Projecten en activiteiten die de cultuur van Sinti en Roma vieren, bekendmaken en bijdragen tot het behoud ervan kunnen in aanmerking komen voor subsidie.

    Gewenst effect

    De bedoeling is om projecten en activiteiten te stimuleren die met de levenswijze van de Sinti en Roma samenhangen, zoals taal en muziek, en deze te promoten bij de jongere generatie Sinti en Roma en andere Nederlanders. Projecten en activiteiten die Sinti en Roma op positieve wijze neerzetten door gebruik te maken van positieve rolmodellen worden gestimuleerd. Initiatieven om de talenten van jongeren, in de breedste zin, te helpen ontwikkelen worden gestimuleerd. Tevens komen initiatieven die leiden tot een verbetering van de kwaliteit en duurzaamheid van de leefomgeving in woonwagencentra, in aanmerking. Het moet daarbij gaan om verbetering van het algemene leefklimaat: initiatieven die louter bedoeld zijn om het persoonlijk woongenot te verbeteren worden in beginsel afgewezen.

    De ouderen nemen een belangrijke positie in de Sinti en Roma gemeenschappen; zij houden de cultuur in stand. Initiatieven die de ouderen binnen de gemeenschappen hierbij ondersteunen worden gestimuleerd.

  • 7.

    Advies en begeleiding door intermediairs

    Intermediairs spelen een belangrijke rol in de Sinti en Roma gemeenschap. Zowel intermediairs van Sinti- en Roma komaf als ook andere intermediairs staan Sinti en Roma bij tal van zaken bij en vormen een brug tussen Sinti, Roma en verschillende professionals en instanties op tal van terreinen. Intermediairs worden vertrouwd en zijn essentieel bij het opzetten van projecten.

    Voorwaarden voor toekenning

    Projecten en activiteiten die het werk van vrijwillige intermediairs ondersteunen of betrekking hebben op het trainen of werven van intermediairs, kunnen in aanmerking komen voor subsidie. De advisering en begeleiding door intermediairs kunnen in aanmerking komen voor subsidie voor zover het projectplan past binnen de voorwaarden van toekenning binnen in één van de andere thema’s. Advies en begeleiding staan dus altijd ten dienste van één van de andere thema’s. De kosten die samenhangen met het adviseren en begeleiden dienen expliciet in de aanvraag te worden opgenomen.

    Gewenst effect

    De bedoeling is dat intermediairs ‘actief’ op zoek gaan naar projecten en begeleiding bieden in het opzetten, aanvragen en uitvoeren van projecten, zodat het beoogde doel van de gehele regeling zo goed mogelijk wordt behaald.

Kwaliteitsborging in beslisproces

In de Kaderregeling VWS-subsidies gelden eisen ten aanzien van de aanvraag tot verlening van de subsidie. Aanvragen worden eerst door VWS op compleetheid getoetst, vervolgens doorgeleid naar de adviescommissie. De adviescommissie beoordeelt aan de hand van de volgende aspecten:

  • de hierboven per thema genoemde bijzondere toetsingscriteria;

  • de kwaliteit van het project;

  • de waarschijnlijkheid dat de doelstellingen van het project daadwerkelijk worden bereikt en het aantal personen dat direct of indirect met het project wordt bereikt;

  • het draagvlak binnen de Sinti en Roma gemeenschap;

  • de hoogte van de subsidie in relatie tot het in de desbetreffende subsidieronde maximaal uit te keren bedrag.

VWS beslist uiteindelijk op de aanvraag met inachtneming van het advies van de adviescommissie.

Verdeelregels voor subsidies

Er is geen rangorde binnen de thema’s. Ingeval van dreigende over inschrijving in enig jaar worden de volgende projecten uitsluitend op de navolgende volgorde met voorkeur toegekend:

  • 1.

    projecten en activiteiten voor de oorlogsgeneratie;

  • 2.

    projecten en activiteiten op het gebied van herinnering WO II;

  • 3.

    projecten en activiteiten waarin de betrokkenheid van en/of samenwerking met de jongere generatie centraal staan;

  • 4.

    projecten en activiteiten die ten tijde van Stichting Rechtsherstel Sinti en Roma, Stichting Afwikkeling Rechtsherstelgelden Sinti en Roma en het Nederlands Instituut Sinti en Roma zijn uitgevoerd, hun werking bewezen hebben;

  • 5.

    projecten en activiteiten waarin de samenwerking en aansluiting wordt gezocht met gemeenten, provincies, welzijnsorganisaties, culturele instellingen, andere Nederlanders en/of andere lokale partners;

  • 6.

    overige projecten en activiteiten.

Geen subsidie kan worden verstrekt aan

  • projecten die in strijd zijn met de Nederlandse wet- en regelgeving;

  • projecten die voldoende draagvlak van Sinti en Roma ontberen;

  • projecten die reeds betrekking hebben op een reguliere overheidstaak;

  • projecten die slechts ten goede komen aan de aanvrager zelf, met uitzondering van thema nr. 4;

  • projecten en activiteiten die intern gericht zijn en alleen de organisatie van aanvrager bereiken en niet de Sinti en Roma gemeenschap in brede zin;

  • projecten die kredieten inhouden voor bijvoorbeeld onroerend goed of ondernemingen;

  • projecten met een looptijd van langer dan vier jaar.

Een subsidieaanvraag wordt ingediend via een daarvoor speciaal opgesteld formulier. U kunt dit formulier terugvinden op www.rijksoverheid.nl/Subsidieregeling-Sinti-Roma.

Beleidsevaluatie

Ter voorbereiding van de evaluatie in 2017, wordt aan aanvragers waarvan de aanvraag is toegekend, gevraagd om een beknopt inhoudelijk verslag van de gesubsidieerde activiteiten in te sturen.

Verantwoorden en handhaving

De Kaderregeling VWS-subsidies is zoals eerder aangegeven van toepassing. Naast de reguliere verantwoordingsvereisten6Artikel 8 aanhef en onder d van de Kaderregeling VWS-subsidies: totaal werkelijk gemaakte kosten minus totaal werkelijke bijdragen van derden minus begrote eigen bijdrage, tot ten hoogste maximum bedrag (arrangement 2c). bij subsidies boven de € 25.000,– zullen kleinere subsidies ambtshalve worden vastgesteld, zie artikel 8, aanhef en onder a ten tweede, van de Kaderregeling VWS-subsidies. Op basis van steekproeven (of concrete aanwijzingen) kunnen individuele controles door VWS worden uitgevoerd. De subsidieontvanger dient dan aan te tonen dat de gesubsidieerde activiteiten zijn uitgevoerd en dat aan de subsidie verbonden verplichtingen is voldaan. Voor toegekende studiebeurzen (zie thema nr. 4) kunnen dan bijvoorbeeld bewijzen van inschrijving voor opvolgende jaren worden opgevraagd. In andere gevallen kan om bijvoorbeeld facturen worden gevraagd.