Wet van 2 december 2015, houdende regels over het tijdelijk heffen van tol voor de gedeeltelijke bekostiging van de verbinding tussen de A15 bij Rozenburg en de A20 tussen Maassluis en Vlaardingen en de verbinding van de A15 tussen knooppunt Valburg en de A12 bij Zevenaar (Wet tijdelijke tolheffing Blankenburgverbinding en ViA15)

Wet tijdelijke tolheffing Blankenburgverbinding en ViA15

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben dat het wenselijk is om, mede gelet op Richtlijn 1999/62/EG van het Europese Parlement en de Raad van 17 juni 1999 betreffende het in rekening brengen van het gebruik van bepaalde infrastructuurvoorzieningen aan zware vrachtvoertuigen (PbEG 1999, L 187), zoals deze laatstelijk is gewijzigd bij Richtlijn 2013/22/EU van de Raad van 13 mei 2013 (PbEU 2013, L 158), tol te heffen voor twee projecten met het oog op de bekostiging en financiering daarvan;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Hoofdstuk

1

Algemene bepalingen

Artikel

1

(begripsbepalingen)

Voor de toepassing van deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

Hoofdstuk

2

Tol

§

2.1

Tolbesluit

Artikel

2

(tolbesluit)

Artikel

3

(tracébesluit geldt als tolbesluit)

Artikel

4

(uitvoeringsplan)

Artikel

5

(toltarief)

Artikel

6

(vrijstelling en ontheffing tolheffing)

§

2.2

Inning toltarief

Artikel

7

(betalen toltarief)

Artikel

8

(aanmaning bij verzuim betalen toltarief)

Artikel

9

(geen toltarief verschuldigd)

§

2.3

Bescherming persoonsgegevens

Artikel

10

(vastleggen persoonsgegevens en andere gegevens)

§

2.4

Infrastructuurfonds

Artikel

11

(opbrengsten naar Infrastructuurfonds)

Hoofdstuk

3

Handhaving

Artikel

12

(bestuurlijke boete)

Artikel

14

(verzuim bestuurlijke boete)

Als de bestuurlijke boete niet binnen de in artikel 12, derde lid, gestelde termijn is voldaan, of niet onmiddellijk is voldaan in een geval als bedoeld in artikel 15, vierde lid, is de verschuldigde van het toltarief, bedoeld in artikel 7, eerste lid, in verzuim voor de bestuurlijke boete, inclusief de daarop te vallen verhogingen, bedoeld in artikel 12, vierde en vijfde lid.

Artikel

15

(voorlopige maatregelen bij staandehouding)

Artikel

16

(handhavingsplan)

Artikel

17

(voorhang handhavingsplan)

Het toltarief, bedoeld in artikel 5, eerste lid, wordt in ieder geval niet eerder geheven dan vier weken nadat het ontwerp van het handhavingsplan, bedoeld in artikel 16, eerste lid, aan beide kamers der Staten-Generaal is overgelegd.

Hoofdstuk

4

Bezwaar en beroep

Artikel

18

(beroepsgronden)

Het bezwaar- of beroepschrift tegen de bestuurlijke boete kan zich ook richten tegen de verplichting tot het betalen van het toltarief.

Hoofdstuk

5

Overige en slotbepalingen

Artikel

19

(verslag)

Onze Minister zendt telkens na vier jaar aan de Staten-Generaal een verslag over de doeltreffendheid van deze wet in de praktijk.

Artikel

23

(wijziging Wegenwet)

Wijzigt de Wegenwet.

Artikel

25

(inwerkingtreding)

De artikelen van deze wet treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

Artikel

26

(citeertitel)

Deze wet wordt aangehaald als: Wet tijdelijke tolheffing Blankenburgverbinding en ViA15.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te

Wassenaar
Willem-Alexander
De Minister van Infrastructuur en Milieu, M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus
De Minister van Veiligheid en Justitie, G.A. van der Steur