Artikel
1
In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
-
a.
Onze Minister: Onze Minister van Verkeer en Waterstaat;
-
b.
motorrijtuig: een motorrijtuig als bedoeld in artikel 2, onderdeel a, van de Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994;
-
c.
mobiliteitstarief: een tarief als bedoeld in de artikelen 13, 21 en 26;
-
d.
betaalpoort: het geheel van werken en andere voorzieningen op en aan de weg dat ertoe strekt een mobiliteitstarief te heffen;
-
e.
expresbaan: een verkeersbaan, bestemd voor één rijrichting, van een weg die nog een andere verkeersbaan, bestemd voor dezelfde rijrichting, omvat, en waar het gebruik van de expresbaan aan een heffing kan zijn onderworpen die er toe strekt dat het verkeer op de expresbaan geen reistijd verliest wegens congestie;
-
f.
tolweg: een weg waar ten behoeve van de bekostiging van de weg verkeersdeelnemers wegens het gebruik van de weg een specifieke bijdrage verschuldigd zijn;
-
g.
tolbaan: een verkeersbaan, bestemd voor één rijrichting, van een weg die nog een andere verkeersbaan, bestemd voor dezelfde rijrichting, omvat, en waar ten behoeve van de bekostiging van de tolbaan verkeersdeelnemers wegens het gebruik van de tolbaan een specifieke bijdrage verschuldigd zijn.