Artikel
1.1
Algemene begrippen
In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
-
a.
werkgever: de inhoudingsplichtige in de zin van de Wet op de loonbelasting 1964 of de werkgever in de zin van de Wet financiering sociale verzekeringen;
-
b.
werknemer: de werknemer in de zin van de Werkloosheidswet, de Ziektewet, de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen of de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering;
-
c.
loonaangifte: de aangifte voor de loonbelasting, de premie voor de volksverzekeringen, de premies voor de werknemersverzekeringen en de ingevolge de Zorgverzekeringswet over het loon verschuldigde inkomensafhankelijke bijdrage;
-
d.
aangiftetijdvak: het tijdvak waarover de loonbelasting moet worden betaald;
-
e.
polisadministratie: hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 33 van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen;
-
f.
loonadministratie: de loonadministratie, bedoeld in artikel 28, eerste lid, onderdeel c, van de Wet op de loonbelasting 1964;
-
g.
verloonde uren: de uren waarover loon is betaald en waarvan door de werkgever ingevolge artikel 28, eerste lid, onderdeel d, van de Wet op de loonbelasting 1964 opgave aan de inspecteur is gedaan;
-
h.
jaarloon: het door een werknemer in een dienstbetrekking als bedoeld in artikel 3 tot en met 6 van de Ziektewet in een kalenderjaar genoten loon uit tegenwoordige dienstbetrekking overeenkomstig het loon waarvan door de werkgever ingevolge artikel 28, eerste lid, onderdeel e, van de Wet op de loonbelasting 1964 opgave aan de werknemer is gedaan;
-
i.
correctiebericht: het correctiebericht, bedoeld in artikel 28a van de Wet op de loonbelasting 1964;
-
j.
inspecteur of ontvanger: de functionaris van de rijksbelastingdienst die als zodanig bij wet van Onze Minister van Financiën is aangewezen;
-
k.
Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen: het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, genoemd in hoofdstuk 5 van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen.