Besluit van 14 april 2016, houdende regels omtrent de eisen waaraan meetinstrumenten moeten voldoen voordat zij in de handel worden gebracht, in gebruik worden genomen of worden gebruikt, alsmede omtrent conformiteitsbeoordelingen van meetinstrumenten en verplichtingen van marktdeelnemers en tot wijziging van het Meeteenhedenbesluit 2006 (Besluit meetinstrumenten en marktdeelnemers)

Besluit meetinstrumenten en marktdeelnemers

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Economische Zaken van 29 januari 2016, nr. WJZ / 16006109;
Gelet op richtlijn 2014/31/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen van de lidstaten inzake het op de markt aanbieden van niet-automatische weegwerktuigen (PbEU L 96), richtlijn 2014/32/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen van de lidstaten inzake het op de markt aanbieden van meetinstrumenten (PbEU L 96), richtlijn 2009/34/EG van het Europees Parlement en de Europese Unie van 23 april 2009 betreffende voor meetmiddelen en metrologische controlemethoden geldende algemene bepalingen, richtlijn 75/107/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 19 december 1974 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgeving der Lid-Staten inzake flessen gebruikt als tapmaat (PbEG L 96) en de artikelen 5, 9, 26 en 36 van de Metrologiewet, artikel 3, eerste lid, van de Wet op de medische hulpmiddelen, en artikel 66, eerste lid, van de Geneesmiddelenwet;
De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 9 maart 2016, nr. W15.16.0021/IV);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Economische Zaken van 11 april 2016, nr. WJZ / 16042206;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Hoofdstuk

1

Begripsbepalingen

Artikel

1

In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • conformiteitsbeoordelingsprocedure: module A, A2, B, C, C2, D, D1, E, E1, F, F1, G, H of H1 van bijlage II bij de richtlijn meetinstrumenten of module B, D, D1, F, F1, of G bij de richtlijn niet-automatische weegwerktuigen;

  • CE-markering: markering, overeenkomstig het model van bijlage II bij verordening (EG) nr. 765/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 9 juli 2008 tot vaststelling van de eisen inzake accreditatie en markttoezicht betreffende het verhandelen van producten en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 339/93 (PbEU L 218);

  • instrumentspecifieke bijlage: bijlage III, IV, V, VI, VII, VIII, IX, X, XI of XII bij de richtlijn meetinstrumenten;

  • niet-automatisch weegwerktuig: werktuig voor het bepalen van de massa van een lichaam met gebruikmaking van de werking van de zwaartekracht op dat lichaam, waarbij voor het wegen tussenkomst van een bedienaar noodzakelijk is, alsmede zodanige werktuigen die bovendien worden gebruikt voor het bepalen van met de massa verband houdende grootheden, hoeveelheden, parameters of kenmerken;

  • richtlijn inzake tapmaatflessen: richtlijn 75/107/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 19 december 1974 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgeving der Lid-Staten inzake flessen, gebruikt als tapmaten (PbEG L 42);

  • richtlijn meetinstrumenten: richtlijn 2014/32/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen van de lidstaten inzake het op de markt aanbieden van meetinstrumenten (PbEU L 96);

  • richtlijn meetmiddelen en metrologische controlemethoden: richtlijn 2009/34/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 betreffende voor meetmiddelen en metrologische controlemethoden geldende algemene bepalingen (PbEU L 106);

  • richtlijn niet-automatische weegwerktuigen: richtlijn 2014/31/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen van de lidstaten inzake het op de markt aanbieden van niet-automatische weegwerktuigen (PbEU L 96);

  • SOLAS-verdrag: het op 1 november 1974 te Londen tot stand gekomen Internationaal Verdrag voor de beveiliging van mensenlevens op zee (Trb. 1976, 157) en de bij dat verdrag behorende bindende protocollen, aanhangsels en bijlage;

  • tapmaatfles: een tapmaatfles als bedoeld in artikel 1 van de richtlijn inzake tapmaatflessen;

  • wet: Metrologiewet.

Hoofdstuk

2

Meettaken ten behoeve van een specifieke toepassing

Artikel

2

Een meettaak ten behoeve van een specifieke toepassing als bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de wet is het bij het drijven van handel, bij levering uit hoofde van beroep of bedrijf en bij het vaststellen van belastingen of van andere heffingen:

  • a.

    meten van een stromende hoeveelheid gasvormige brandstof, al dan niet onder herleiding van de onder meetomstandigheden gemeten hoeveelheid naar een hoeveelheid onder basisomstandigheden, voor huishoudelijk gebruik, handelsgebruik of licht industrieel gebruik;

  • b.

    meten van binnen een stroomkring verbruikte actieve elektrische energie voor huishoudelijk gebruik, handelsgebruik of licht industrieel gebruik;

  • c.

    meten van thermische energie die door een vloeistof in een thermische-energiemeter wordt afgegeven, voor huishoudelijk gebruik, handelsgebruik of licht industrieel gebruik;

  • d.

    continu en dynamisch meten in volume of massa van stromende vloeistoffen met uitzondering van water, al dan niet onder herleiding van de onder meetomstandigheden gemeten hoeveelheid naar een hoeveelheid onder basisomstandigheden, binnen een gesloten leiding, ten behoeve van

    • 1°.

      het vaststellen van een hoeveelheid brandstof, al dan niet in de vorm van een vloeibaar gas, bij het tanken van motorvoertuigen, kleine schepen en kleine vliegtuigen;

    • 2°.

      het vaststellen van een hoeveelheid cryogene vloeistoffen;

    • 3°.

      het vaststellen van een hoeveelheid vloeistoffen bij het laden van schepen; of

    • 4°.

      het in andere gevallen vaststellen van een hoeveelheid vloeistoffen;

  • e.

    bepalen van de massa van een lichaam op grond van de werking van de zwaartekracht op dat lichaam, zonder tussenkomst van een bedienaar en volgens een vooraf bepaald programma van automatische processen, en in het bijzonder

    • 1°.

      het bepalen van de massa van vooraf samengevoegde afzonderlijke lasten of enkelvoudige lasten los materiaal, al dan niet met onderverdeling van artikelen met een verschillende massa of ter controle van voorverpakkingen;

    • 2°.

      het bepalen van de massa bij het vullen van houders met een vooraf bepaalde en vrijwel constante hoeveelheid bulkgoed;

    • 3°.

      het bepalen van de massa van bulkgoed door het in afzonderlijke lasten te verdelen, vervolgens de massa van de afzonderlijke last te bepalen en tenslotte de massa van de afzonderlijke lasten bij elkaar op te tellen;

    • 4°.

      het ononderbroken bepalen van de massa van bulkgoed op een continue bewegende transportband;

    • 5°.

      het bepalen van de massa van treinen en spoorwegwagons;

  • f.

    op basis van een door een afstandssignaalgenerator afgegeven signaal berekenen van afstand en het meten van tijdsduur in verband met het vaststellen van vergoedingen voor taxivervoer;

  • g.

    bepalen van de lengte van de randen van het kleinste omhullende rechthoekige parallellepipedum van een product.

Artikel

2a

Een meettaak ten behoeve van een specifieke toepassing als bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de wet is het op grond van hoofdstuk VI, deel A, voorschrift 2, vierde lid, onderdeel 1, van de bijlage van het SOLAS-verdrag ten behoeve van de openbare veiligheid bepalen van de massa van een beladen container op grond van de werking van de zwaartekracht op die container, zonder tussenkomst van een bedienaar en volgens een vooraf bepaald programma van automatische processen, en in het bijzonder het bepalen van de massa van vooraf samengevoegde afzonderlijke lasten of enkelvoudige lasten los materiaal.

Artikel

3

Een meettaak ten behoeve van een specifieke toepassing als bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de wet is het:

  • a.

    bij het drijven van handel,

  • b.

    bij het berekenen van een recht, heffing, belasting, premie, boete, vergoeding of soortgelijke verschuldigde bedragen,

  • c.

    bij de toepassing van wettelijke regelingen of andere besluiten van bestuursorganen of voor gerechtelijke expertise,

  • d.

    bij het bepalen van de prijs op grond van de massa voor rechtstreekse verkoop aan het publiek en voor voorverpakte artikelen,

  • e.

    bij het bepalen van de massa in de medische praktijk voor het wegen van patiënten voor observatie, diagnose en medische behandelingen,

  • f.

    bij het bepalen van de massa voor de vervaardiging van medicijnen op voorschrift in de apotheek en het bepalen van de massa tijdens analyses die in medische en farmaceutische laboratoria worden uitgevoerd,

bepalen van de massa van een lichaam met gebruikmaking van de werking van de zwaartekracht op dat lichaam, waarbij voor het wegen tussenkomst van een bedienaar noodzakelijk is, al dan niet vergezeld gaand van het bepalen van met de massa verband houdende grootheden, hoeveelheden, parameters of kenmerken.

Artikel

4

Een meettaak ten behoeve van een specifieke toepassing als bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de wet is het bij het drijven van handel, bij levering uit hoofde van beroep of bedrijf en bij het vaststellen van belastingen of van andere heffingen:

  • a.

    meten van een hoeveelheid vloeistof in een meetreservoir, anders dan een scheepstank;

  • b.

    meten van een hoeveelheid gecomprimeerd gas bij het tanken van motorvoertuigen en kleine vaartuigen;

  • c.

    bepalen van de massa van een bewegend motorvoertuig op grond van de werking van de zwaartekracht op dat motorvoertuig, zonder tussenkomst van een bedienaar en volgens een vooraf bepaald programma van automatische processen;

  • d.

    discontinu meten van een hoeveelheid uit een mengsel van benzine en olie bestaande brandstof, ten behoeve van het tanken van voertuigen met een tweetaktmotor.

Artikel

4a

Een meettaak ten behoeve van een specifieke toepassing als bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de wet is het op grond van hoofdstuk VI, deel A, voorschrift 2, vierde lid, onderdeel 1, van de bijlage van het SOLAS-verdrag ten behoeve van de openbare veiligheid bepalen van de massa van een beladen container op grond van de werking van de zwaartekracht op een bewegend motorvoertuig, zonder tussenkomst van een bedienaar en volgens een vooraf bepaald programma van automatische processen.

Hoofdstuk

3

Meetinstrumenten

§

3.1

Eisen aan meetinstrumenten

Artikel

5

Meetinstrumenten en onderdelen als bedoeld in de onderdelen a tot en met g voldoen voordat zij in de handel worden gebracht, in gebruik worden genomen of voor ingebruikneming op de markt worden aangeboden, aan de in bijlage I van de richtlijn meetinstrumenten opgenomen essentiële eisen en aan de toepasselijke essentiële eisen in de hierna bij het meetinstrument vermelde instrumentspecifieke bijlage:

Artikel

6

Artikel

7

Artikel

8

Meetinstrumenten als bedoeld in de onderdelen a tot en met f voldoen voordat zij in de handel worden gebracht, in gebruik worden genomen of voor ingebruikneming op de markt worden aangeboden, aan de bij ministeriële regeling voor het instrument gestelde eisen:

Artikel

9

Artikel

10

Artikel

11

§

3.2

Conformiteitsbeoordeling

Artikel

12

Artikel

13

Artikel

14

Artikel

15

Tapmaatflessen worden gecontroleerd op conformiteit met de eisen uit de richtlijn inzake tapmaatflessen door middel van steekproeven overeenkomstig de toepasselijke voorschriften van de richtlijn inzake tapmaatflessen.

Artikel

16

Artikel

17

§

3.3

Merktekens en opschriften

Artikel

18

Artikel

19

Artikel

20

De conformiteit van een in de handel te brengen of in gebruik te nemen tapmaatfles met de bij of krachtens de wet gestelde eisen blijkt uit het in artikel 7, tweede lid, bedoelde E.E.G-teken. Het teken wordt door de fabrikant aangebracht overeenkomstig de voorschriften van de richtlijn meetmiddelen en metrologische meetmethoden en de richtlijn inzake tapmaatflessen.

Artikel

21

Artikel

22

Hoofdstuk

4

Verplichtingen van de marktdeelnemers

Artikel

23

De bevoegde nationale autoriteit in de artikelen 8, achtste en negende lid, 9, tweede lid, onder b en c, 10, zevende en negende lid, 11, vierde en vijfde lid, van de richtlijn meetinstrumenten en de artikelen 6, achtste en negende lid, 7, tweede lid, onder b en c, 8, zevende en negende lid, 9, vierde en vijfde lid, van de richtlijn niet-automatische weegwerktuigen is Onze Minister.

Artikel

24

Artikel

25

De fabrikant van een meetinstrument als bedoeld in artikel 8 verricht de werkzaamheden en voldoet aan de verplichtingen die in verband met de conformiteitsbeoordeling volgens de in artikel 13 bedoelde conformiteitsbeoordelingsprocedure en de in de bijlage bij dit besluit opgenomen voorschriften aan hem zijn opgedragen.

Artikel

26

De fabrikant van een tapmaatfles verricht de werkzaamheden en voldoet aan de verplichtingen die in de richtlijn inzake tapmaatflessen aan hem zijn opgedragen.

Artikel

27

Artikel

28

Artikel

29

Artikel

30

De importeur of distributeur van een meetinstrument als bedoeld in de artikelen 5 of 7, eerste lid, of van een niet-automatisch weegwerktuig wordt als fabrikant in de zin van de richtlijn meetinstrumenten of de richtlijn niet-automatische weegwerktuigen beschouwd en voldoet aan de in artikel 24 genoemde verplichtingen van de fabrikant, wanneer hij een meetinstrument of niet-automatisch weegwerktuig onder zijn eigen naam of merknaam in de handel brengt of een reeds in de handel gebracht meetinstrument zodanig wijzigt dat de conformiteit met de desbetreffende richtlijnen in het gedrang kan komen.

Artikel

31

Een bij een meetinstrument als bedoeld in de artikelen 5, 6 of 7, eerste lid, betrokken marktdeelnemer verstrekt tot tien jaar nadat het meetinstrument aan hem geleverd is en tot tien jaar nadat hij het werktuig heeft geleverd de informatie, bedoeld in artikel 13 van de richtlijn meetinstrumenten en artikel 11 van de richtlijn niet-automatische weegwerktuigen.

Hoofdstuk

5

Overige en slotbepalingen

Artikel

32

Een wijziging van de richtlijn meetinstrumenten, van de richtlijn niet-automatische weegwerktuigen, van de richtlijn meetmiddelen en controlemethoden of van de richtlijn inzake tapmaatflessen gaat voor de toepassing van dit besluit gelden met ingang van de dag waarop aan de betrokken wijziging uitvoering moet zijn gegeven, tenzij bij ministerieel besluit, dat in de Staatscourant wordt bekendgemaakt, een ander tijdstip wordt vastgesteld.

Artikel

33

Artikel

34

De verklaring van toelating die voor de inwerkingtreding van dit besluit is afgegeven voor een conformiteitsbeoordeling als bedoeld in artikel 13 is geldig tot tien jaar na de dag van inwerkingtreding van dit besluit.

Artikel

35

Wijzigt het Besluit personenvervoer 2000.

Artikel

36

Wijzigt het Meeteenhedenbesluit 2006.

Artikel

37

Wijzigt het Meetinstrumentenbesluit II.

Artikel

40

Dit besluit treedt in werking met ingang van 20 april 2016, met uitzondering van:

Artikel

41

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit meetinstrumenten en marktdeelnemers.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

Wassenaar
Willem-Alexander
De Minister van Economische Zaken , H.G.J. Kamp
De Minister van Veiligheid en Justitie , G.A. van der Steur

Bijlage

bedoeld in artikel 13 van het Besluit meetinstrumenten en marktdeelnemers

Bij de toepassing van de conformiteitsbeoordelingsprocedures B, D, E, F en G uit bijlage I van de richtlijn meetinstrumenten gelden de volgende voorschriften.

I

Alle procedures

  • 1.

    Voor «aangemelde instantie» wordt telkens gelezen: aangewezen instantie.

  • 2.

    Verwijzingen naar normen of normatieve documenten als bedoeld in artikel 14 van de richtlijn meetinstrumenten zijn niet van toepassing.

  • 3.

    Voor «eisen van deze richtlijn» of «toepasselijke eisen van deze richtlijn» wordt telkens gelezen: desbetreffende eisen van de toepasselijke ministeriële regeling.

  • 4.

    Voor «certificaat van EU-type-onderzoek» wordt telkens gelezen: verklaring van toelating.

  • 5.

    Voor «overeenkomstig deze richtlijn» wordt telkens gelezen: overeenkomstig dit besluit.

II

Module B

  • 1.

    Voor «EU-typeonderzoek» wordt telkens gelezen: typeonderzoek.

  • 2.

    Wat betreft de aanvraag voor het type onderzoek geldt ten aanzien van de technische documentatie in plaats van het bepaalde in punt 3, subonderdeel c, dat de technische documentatie wordt opgesteld overeenkomstig artikel 18 van de richtlijn meetinstrumenten, met dien verstande dat het derde lid, onderdelen f en g, niet van toepassing zijn. Op basis van de documentatie moet kunnen worden beoordeeld of het meetinstrument in overeenstemming is met de eisen van de desbetreffende ministeriële regeling. De documentatie verschaft, voor zover dat voor de beoordeling nodig is, inzicht in het ontwerp, de fabricage en de werking van het meetinstrument.

  • 2.

    Voor de door de aangewezen instantie te verrichten activiteiten ten aanzien van de monsters geldt in plaats van de punten 4.1 tot en met 4.4 dat de aangewezen instantie:

    • de technische documentatie bestudeert en controleert of de monsters daarmee in overeenstemming zijn;

    • de passende onderzoeken en noodzakelijke proeven verricht om na te gaan of de door de fabrikant gekozen oplossingen voldoen aan de desbetreffende eisen van de toepasselijke ministeriële regeling.

  • 3.

    Voor de toepassing van punt 10 geldt dat het evaluatieverslag ter beschikking wordt gehouden van Onze Minister.

  • 4.

    Punt 11 is niet van toepassing.

III

Module D

  • 1.

    In plaats van punt 1 geldt dat de fabrikant voldoet aan de in module D opgenomen verplichtingen ter kwaliteitsborging van het productieproces en garandeert dat de betrokken meetinstrumenten overeenstemmen met het type als beschreven in de verklaring van toelating en met de desbetreffende eisen van de toepasselijke ministeriële regeling.

  • 2.

    Voor het opschrift van paragraaf 5 wordt gelezen: Conformiteitsmarkering.

  • 3.

    In punt 5.1 wordt voor de «CE-markering en de aanvullende metrologische markering» gelezen: Nederlandse metrologische markering als bedoeld in artikel 22, eerste lid, van het Besluit meetinstrumenten en marktdeelnemers.

  • 4.

    Punt 5.2 is niet van toepassing.

  • 5.

    Bij de toepassing van punt 6 wordt voor «nationale autoriteiten» gelezen: Onze Minister.

  • 6.

    Punt 8 is niet van toepassing.

IV

Module E

  • 1.

    In plaats van punt 1 geldt dat de fabrikant voldoet aan de in module E opgenomen verplichtingen ter kwaliteitsborging van de eindproductcontrole en beproeving en garandeert dat de betrokken meetinstrumenten overeenstemmen met het type als beschreven in de verklaring van toelating en met de desbetreffende eisen van de toepasselijke ministeriële regeling.

  • 2.

    Voor het opschrift van paragraaf 5 wordt gelezen: Conformiteitsmarkering.

  • 3.

    In punt 5.1 wordt voor de «CE-markering en de aanvullende metrologische markering» gelezen: Nederlandse metrologische markering als bedoeld in artikel 22, eerste lid, van het Besluit meetinstrumenten en marktdeelnemers.

  • 4.

    Punt 5.2 is niet van toepassing.

  • 5.

    Bij de toepassing van punt 6 wordt voor «nationale autoriteiten» gelezen: Onze Minister.

  • 6.

    Punt 8 is niet van toepassing.

V

Module F

  • 1.

    In plaats van punt 1 geldt dat de fabrikant voldoet aan de in bijlage F opgenomen verplichtingen voor de productkeuring en garandeert en verklaart dat de betrokken meetinstrumenten overeenstemmen met het type als beschreven in de verklaring van toelating en met de desbetreffende eisen van de toepasselijke ministeriële regeling.

  • 2.

    Bij de punten 4.1 en 5.2 geldt dat de aanwezen instantie in alle gevallen beslist over de te verrichten passende tests.

  • 3.

    Bij de toepassing van punt 5.4 wordt voor «nationale autoriteiten» gelezen: Onze Minister.

  • 4.

    Voor het opschrift van paragraaf 6 wordt gelezen: Conformiteitsmarkering.

  • 5.

    Voor de toepassing van punt 6.1 geldt dat voor «CE-markering en de aanvullende metrologische markering» wordt gelezen: Nederlandse metrologische markering als bedoeld in artikel 22, eerste lid, van het Besluit meetinstrumenten en marktdeelnemers.

  • 6.

    Punt 6.2 is niet van toepassing.

  • 7.

    Punt 8 is niet van toepassing.

VI

Module G

  • 1.

    In plaats van punt 1 geldt dat de fabrikant voldoet aan de in bijlage G opgenomen verplichtingen voor de productkeuring en garandeert en verklaart dat het betrokken meetinstrument overeenstemt met de desbetreffende eisen van de toepasselijke ministeriële regeling.

  • 2.

    Wat betreft de aanvraag geldt ten aanzien van de technische documentatie in plaats van het bepaalde in punt 2 dat de technische documentatie wordt opgesteld overeenkomstig artikel 18 van de richtlijn meetinstrumenten, met dien verstande dat het derde lid, onderdelen f en g, niet van toepassing zijn. Op basis van de documentatie moet kunnen worden beoordeeld of het meetinstrument in overeenstemming is met de eisen van de desbetreffende ministeriële regeling. De documentatie verschaft, voor zover dat voor de beoordeling nodig is, inzicht in het ontwerp, de fabricage en de werking van het meetinstrument.

  • 3.

    Bij punt 4 geldt dat de aanwezen instantie in alle gevallen beslist over de te verrichten passende tests.

  • 4.

    Bij de toepassing van punt 4 wordt voor «nationale autoriteiten» gelezen: Onze Minister.

  • 5.

    Voor het opschrift van paragraaf 5 wordt gelezen: Conformiteitsmarkering.

  • 6.

    Bij de toepassing van punt 5.1 wordt voor «CE-markering en de aanvullende metrologische markering» gelezen: Nederlandse metrologische markering als bedoeld in artikel 22, eerste lid, van het Besluit meetinstrumenten en marktdeelnemers.

  • 7.

    Punt 5.2 is niet van toepassing.

  • 8.

    Punt 6 is niet van toepassing.