Artikel
1
In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
-
a.
Huis: Huis voor klokkenluiders als bedoeld in artikel 3;
-
b.
afdeling advies: de afdeling advies van het Huis, bedoeld in artikel 3a, tweede lid;
-
c.
afdeling onderzoek: de afdeling onderzoek van het Huis, bedoeld in artikel 3a, derde lid;
-
d.
vermoeden van een misstand: het vermoeden van een werknemer, dat binnen de organisatie waarin hij werkt of heeft gewerkt of bij een andere organisatie indien hij door zijn werkzaamheden met die organisatie in aanraking is gekomen, sprake is van een misstand voor zover:
-
1°.
het vermoeden gebaseerd is op redelijke gronden, die voortvloeien uit de kennis die de werknemer bij zijn werkgever heeft opgedaan of voortvloeien uit de kennis die de werknemer heeft gekregen door zijn werkzaamheden bij een ander bedrijf of een andere organisatie, en
-
2°.
het maatschappelijk belang in het geding is bij de schending van een wettelijk voorschrift, een gevaar voor de volksgezondheid, een gevaar voor de veiligheid van personen, een gevaar voor de aantasting van het milieu, een gevaar voor het goed functioneren van de openbare dienst of een onderneming als gevolg van een onbehoorlijke wijze van handelen of nalaten;
-
1°.
-
e.
onderzoek: een onderzoek als bedoeld in artikel 4;
-
f.
Onze Minister: Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;
-
g.
werkgever: degene die krachtens arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht of publiekrechtelijke aanstelling arbeid laat verrichten of heeft laten verrichten dan wel degene die anders dan uit dienstbetrekking arbeid laat verrichten of heeft laten verrichten;
-
h.
werknemer: degene die krachtens arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht of publiekrechtelijke aanstelling arbeid verricht of heeft verricht dan wel degene die anders dan uit dienstbetrekking arbeid verricht of heeft verricht;
-
i.
verzoeker: de werknemer die de afdeling onderzoek verzoekt een onderzoek in te stellen;
-
j.
bureau: het bureau, bedoeld in artikel 3d.