Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 30 augustus 2016, nr. MBO/999166, houdende subsidieverstrekking voor de verbetering van taalvaardigheid van werknemers, de aanpak van laaggeletterdheid bij volwassenen en de leesbevordering bij kinderen (Subsidieregeling Tel mee met Taal)

Subsidieregeling Tel mee met Taal

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Besluit:

Artikel

1

Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • contacturen: aantal uren feitelijk contact tussen een deelnemer of een groep van deelnemers en één of meer opleiders;

  • deelnemer:

  • dienstbetrekking:

  • digitale vaardigheden: binnen de alledaagse leef-, werk- en leeromgeving herkenbare digitale toepassingen gebruiken en de meest voorkomende handelingen verrichten op de domeinen:

    • ICT-systemen gebruiken,

    • beveiliging, privacy en ergonomie,

    • informatie zoeken,

    • informatie verwerken en presenteren,

    • communicatie;

  • groep van verbonden rechtspersonen: economische eenheid waarin rechtspersonen en vennootschappen organisatorisch zijn verbonden als bedoeld in artikel 24b van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek;

  • inburgeringscursus: geheel van activiteiten dat wordt uitgevoerd ter voorbereiding op het inburgeringsexamen, bedoeld in artikel 7, tweede lid, onderdeel a, van de Wet inburgering, of het staatsexamen Nederlands als tweede taal;

  • kaderregeling: Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS;

  • minister: Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap;

  • opleider: opleider, bedoeld in artikel 3a;

  • opleidingstraject: traject gericht op het vergroten van één of meer taalvaardigheden, de rekenvaardigheid dan wel het vergroten van de digitale vaardigheden die een deelnemer beheerst met minimaal 30 contacturen dat door een opleider in maximaal 12 maanden wordt verzorgd en dat niet opleidt tot een door de minister erkend diploma en waarbij het traject wordt gegeven in de Nederlandse taal;

  • ouder

  • penvoerder: partij met rechtspersoonlijkheid, niet zijnde een gemeente, een waterschap, een provincie of de Staat, die voor de subsidie, bedoeld in artikel 4a, een aanvraag indient die namens ten minste twee partijen wordt gedaan en die ten minste door die partijen wordt ondersteund, waaronder in ieder geval:

    • een gemeente; en

    • een lokale bibliotheek, een instelling die de jeugdgezondheidszorg uitvoert, een school of een voorschoolse voorziening;

  • personeelskosten: bruto loonkosten voor het personeel van de aanvrager dat werkzaamheden verricht ten behoeve van subsidiabele activiteiten;

  • project: opleidingstraject, taaltraject, rekentraject, traject digitale vaardigheden of andere activiteit welke:

    • a.

      gericht is op het verhogen van de taalvaardigheid, rekenvaardigheid of de digitale vaardigheden van een deelnemer en voor zover van toepassing leesbevordering bij diens kind dan wel kinderen; en

    • b.

      bijdraagt aan de regionale of lokale aanpak van laaggeletterdheid, lage rekenvaardigheden of digitale laaggeletterdheid;

  • rekentraject: traject gericht op de verhoging van de rekenvaardigheden van een deelnemer, zijnde een opleidingstraject of een cursus verzorgd door of onder verantwoordelijkheid van een opleider. Het traject wordt gegeven in de Nederlandse taal;

  • rekenvaardigheid: getallen, verhoudingen, meten en meetkunde, of verbanden;

  • taaltraject: traject gericht op de verhoging van de taalvaardigheid in de Nederlandse taal van een deelnemer, zijnde een opleidingstraject, of een cursus verzorgd door of onder de verantwoordelijkheid van een opleider;

  • taalvaardigheid: schrijfvaardigheid, leesvaardigheid, luistervaardigheid of spreekvaardigheid in de Nederlandse taal;

  • traject digitale vaardigheden: traject gericht op de verhoging van de digitale vaardigheden van een deelnemer, zijnde een opleidingstraject of een cursus verzorgd door of onder verantwoordelijkheid van een opleider en die niet opleidt tot een door de minister erkend diploma. Het traject wordt gegeven in de Nederlandse taal;

  • werkgever: privaatrechtelijke of publiekrechtelijke rechtspersoon met volledige rechtsbevoegdheid waarbij werknemers in dienstbetrekking werkzaam zijn, niet zijnde de Staat, een provincie, een waterschap of een gemeente;

  • werknemer: natuurlijke persoon die een dienstbetrekking heeft bij een werkgever.

Artikel

3

Opleidingstrajecten werkgevers

Artikel

3a

Opleider opleidingstrajecten voor werkgevers

Een opleider die een opleidingstraject verzorgt, is werkzaam voor een bedrijf of instelling of beschikt als zelfstandige over een inschrijving bij de Kamer van Koophandel, is aantoonbaar geschikt voor het geven van taalonderwijs in de Nederlandse taal, wat blijkt uit:

Artikel

4

Projecten samenwerkingsverbanden

Vervallen

Artikel

4a

Activiteiten laagtaalvaardige ouders

Artikel

4b

Taaltrajecten voor laagtaalvaardige ouders

Vervallen

Artikel

4c

Overige activiteiten in verband met laagtaalvaardige ouders

Vervallen

Artikel

5

Te subsidiëren kosten

Artikel

6

Omvang subsidie

Artikel

7

Subsidieplafonds

Artikel

7a

Subsidieplafonds voor subsidie in verband met laagtaalvaardige ouders

Vervallen

Artikel

8

Wijze van verdeling beschikbare middelen

Bij overschrijding van het subsidieplafond wordt door middel van loting van de aanvragen die in de aanvraagperiode zijn ontvangen, bepaald welke subsidieaanvragen worden gehonoreerd.

Artikel

9

De subsidieaanvraag

Artikel

10

Bij de aanvraag tot subsidieverlening aan werkgevers te overleggen informatie

Artikel

11

Bij de aanvraag tot subsidieverlening aan samenwerkingsverbanden te overleggen informatie

Vervallen

Artikel

11a

Bij de aanvraag tot subsidieverlening voor activiteiten ten behoeve van laagtaalvaardige ouders te overleggen informatie

Artikel

11b

Bij de aanvraag tot subsidieverlening voor overige activiteiten te overleggen informatie

Vervallen

Artikel

12

Melding andere aanvragen

In aanvulling op artikel 3.6 van de kaderregeling doet de subsidieaanvrager, voor zover hij na indiening van de subsidieaanvraag voor dezelfde begrote kosten een subsidie of een andere financiële bijdrage aanvraagt bij een of meer andere bestuursorganen, daarvan terstond mededeling aan de minister.

Artikel

13

Verplichtingen

Artikel

13a

Penvoerderschap

Artikel

14

Andere financiële bijdragen

De minister brengt subsidies of andere financiële bijdragen, verstrekt door een of meer andere bestuursorganen, voor dezelfde activiteiten in mindering bij vaststelling van een subsidie.

Artikel

15

Vaststelling en verantwoording

Artikel

17

Inwerkingtreding en vervaldatum

Artikel

18

Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling Tel mee met Taal.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,M.Bussemaker

Bijlage

1

behorende bij de artikelen 4 en 11 van de Subsidieregeling Tel mee me Taal. Voorwaarden regionaal of lokaal taalakkoord

  • 1.

    Het taalakkoord wordt getekend door minimaal acht deelnemers, waarvan minimaal:

    • °

      één centrumgemeente van een arbeidsmarktregio of minimaal drie niet-centrumgemeenten

    • °

      één bibliotheek

    • °

      één onderwijsinstelling (school, mbo-instelling, ho-instelling of private aanbieder van opleidingen met NRTO-keurmerk)

    en twee of meer van de organisaties uit de lijst hieronder:

    • °

      Een zorgaanbieder, zijnde een partij die valt onder de Wet Kwaliteit, klachten en geschillen zorg. 1Hier is een zorgaanbieder gedefinieerd als een instelling dan wel een solistisch werkende zorgverlener, zijnde een natuurlijke persoon die beroepsmatig zorg verleent.http://wetten.overheid.nl/BWBR0037173/2016-01-01

    • °

      Een zorginstelling die valt onder de Jeugdwet en/of de Wet maatschappelijke ondersteuning

    • °

      Een werkgever als bedoeld in artikel 1, onder n, van deze regeling

    • °

      Vrijwilligersorganisatie

    • °

      Peuterspeelzaal, kinderdagverblijf of buitenschoolse opvang

    Een organisatie die zowel zorgaanbieder als werkgever is, telt slechts mee voor één van deze categorieën. Het is toegestaan om méér dan één partij uit dezelfde categorie te laten tekenen.

  • 2.

    Het taalakkoord sluit aan bij het landelijke doel van het actieprogramma Tel mee met Taal door in te zetten op leesbevordering en op het voorkomen en verminderen van laaggeletterdheid en taalachterstanden bij kinderen en volwassenen. Het taalakkoord vertaalt deze landelijke doelstellingen naar concrete, meetbare doelstellingen op lokaal en/of regionaal niveau en beschrijft hoe deze doelstellingen worden gehaald en hoe de voortgang wordt gemeten en geëvalueerd.

  • 3.

    Het taalakkoord beschrijft hoe op lokaal of regionaal niveau voor de aanpak van laaggeletterdheid en leesbevordering een beleidsmatige verbinding tussen taal en de domeinen werk, gezin, onderwijs en gezondheid wordt gemaakt en welke instrumenten hierbij worden ingezet.

  • 4.

    Elke ondertekenaar beschrijft in een individueel prestatiedocument welke acties of activiteiten worden ondernomen om de gezamenlijke doelstellingen te helpen realiseren.

  • 5.

    Het taalakkoord beschrijft een afgebakende tijdsperiode van minimaal 12 maanden.

  • 6.

    Het taalakkoord geeft inzicht in de inzet van middelen en menskracht van alle ondertekenaars ten behoeve van het behalen van de gezamenlijke doelstellingen en de borging in beleid, zodat de effectieve samenwerking ook ná de tijdsperiode van het taalakkoord in stand blijft.

  • 7.

    Bij de uitvoering van het taalakkoord wordt aantoonbaar gebruik gemaakt van:

    • °

      Een Taalhuis of Taalpunt als centraal punt voor de herkenning, doorverwijzing en/of scholing van cursisten en/of vrijwilligers dat werkt aan de negen bouwstenen van de Koninklijke Bibliotheek, PSO’s en Stichting Lezen & Schrijven (www.taalhuis.nl)

    en/of

    • °

      Een programma of methode om leesplezier bij kinderen te vergroten of de taalontwikkeling van kinderen en hun ouders te stimuleren, zoals de methode Taal voor Thuis, of

    • °

      Het programma De Bibliotheek op School in zowel het basisonderwijs als het voortgezet onderwijs, of

    • °

      Het programma Boekstart in de Kinderopvang

Bijlage

2

behorende bij artikel 13, eerste lid, onderdeel a, van de Subsidieregeling Tel mee met Taal. Vragenlijst effectmeting taalscholing werknemers

Vervallen