Wet van 19 april 2017 tot integratie van de Wet huurcommissieregeling BES in een Wet maatregelen huurwoningmarkt Caribisch Nederland onder gelijktijdige aanpassing van eerstgenoemde wet, van Boek 7a van het Burgerlijk Wetboek BES en de Wet volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en milieubeheer BES (Wet maatregelen huurwoningmarkt Caribisch Nederland)

Wet maatregelen huurwoningmarkt Caribisch Nederland

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben dat het wenselijk is tegelijk met het voorstel van wet tot aanpassing van Boek 7a van het Burgerlijk Wetboek BES, de bepalingen van de Wet huurcommissieregeling BES te integreren in een nieuw wetsvoorstel en deze bepalingen waar mogelijk te rangschikken, te vereenvoudigen, te actualiseren alsmede in een aantal artikelen inhoudelijke wijzigingen aan te brengen en voorts de Wet volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en milieubeheer BES aan te passen;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Hoofdstuk

1

Huurprijzen en huurcommissie

Afdeling

1

Begripsomschrijvingen

Artikel

1.1

In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

  • a.

    gebrek: gebrek als bedoeld in artikel 7a:1603i van het Burgerlijk Wetboek BES;

  • b.

    huur en verhuur, huurprijs, servicekosten en woning: hetgeen daaronder wordt verstaan in de derde afdeling van titel 7 van Boek 7a van het Burgerlijk Wetboek BES;

  • c.

    huurcommissie: huurcommissie als bedoeld in artikel 1.4;

  • d.

    inflatiepercentage: het onmiddellijk voorafgaand aan de datum van 1 juli, ieder jaar in januari door het Centraal Bureau voor de Statistiek bekendgemaakte percentage, waarmee de consumentenprijzen (alle huishoudens) ten opzichte van het aan die bekendmaking voorafgaande jaar zijn verhoogd, met dien verstande dat dat percentage ten minste 0 bedraagt;

  • e.

    openbare lichamen: de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba.

Afdeling

2

Reikwijdte

Artikel

1.2

Deze wet is van toepassing in de openbare lichamen.

Artikel

1.3

Afdeling

3

Instelling, inrichting, samenstelling en taken van de huurcommissie en van de voorzitter van de huurcommissie

§

1

Instelling, inrichting en samenstelling van de huurcommissie

Artikel

1.4

In elk der openbare lichamen wordt door het bestuurscollege een huurcommissie ingesteld die bevoegd is voor het betreffende openbare lichaam.

Artikel

1.5

Artikel

1.6

Artikel

1.7

Artikel

1.8

§

2

Taken van de huurcommissie en van de voorzitter van de huurcommissie

Artikel

1.9

Artikel

1.10

De huurcommissie verstrekt op verzoek aan het Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba nadere inlichtingen over een door haar gedane uitspraak, alsmede, ingeval zij geen uitspraak heeft gedaan, indien het Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba geacht kan worden daarbij belang te hebben, over de aan een woning toe te kennen kwaliteit en een voor die woning redelijk te achten huurprijs.

Artikel

1.11

De voorzitter heeft tot taak in afwijking van artikel 1.9, eerste lid, en de in het tweede en derde lid van dat artikel aangegeven gevallen uitspraak te doen indien ten aanzien van een aan de huurcommissie gedaan verzoek een van de in artikel 1.25, eerste lid, bedoelde gevallen zich voordoet.

Afdeling

4

Toetsingscriteria en uitspraken huurcommissie

§

1

Algemeen

Artikel

1.12

Artikel

1.13

§

2

Aanvangshuurprijs

Artikel

1.14

Artikel

1.15

§

3

Verhoging van de huurprijs

Artikel

1.16

§

4

Verlaging van de huurprijs

Artikel

1.17

§

5

Verhoging van de huurprijs na de totstandkoming van voorzieningen, veranderingen of toevoegingen

Artikel

1.18

§

6

De in rekening te brengen huurprijs bij vermindering van het woongenot als gevolg van een gebrek

Artikel

1.19

§

7

All-in prijzen, servicekosten en bedingen

Artikel

1.20

Artikel

1.21

Artikel

1.22

§

7*

Opzegging van de huurovereenkomst

Artikel

1.24

Indien bij de behandeling van het verzoek blijkt, dat er tussen de verhuurder en de huurder een geschil bestaat over het bedrag van de huurprijs, dat op grond van bepalingen van dit hoofdstuk verschuldigd is, zal de huurcommissie daarnaar onderzoek doen, aan partijen mededelen, welk bedrag van de huurprijs naar haar mening verschuldigd is en de vordering niet toewijzen alvorens de huurder een termijn te hebben gegund om alsnog aan zijn verplichtingen te voldoen.

Afdeling

5

Voorzittersuitspraken

Artikel

1.25

Afdeling

6

Werkwijze van de huurcommissie

§

1

Algemene bepalingen

Artikel

1.26

Bij afwezigheid of ontstentenis van de voorzitter worden zijn werkzaamheden verricht door de plaatsvervangend voorzitter. Bij afwezigheid of ontstentenis van een lid, neemt een der plaatsvervangende leden zitting op verzoek van de voorzitter en met inachtneming van het bepaalde bij artikel 1.5, derde lid. Bij afwezigheid of ontstentenis van de secretaris worden zijn werkzaamheden verricht door de plaatsvervangend secretaris of, bij afwezigheid of ontstentenis van deze, door het lid van de huurcommissie dat de voorzitter daartoe zal aanwijzen.

Artikel

1.27

Artikel

1.28

De huurcommissie kan geen zaak behandelen, indien niet de voorzitter en twee leden aanwezig zijn en de belangen van huurders en die van verhuurders van woningen niet gelijkelijk vertegenwoordigd zijn.

Artikel

1.29

De voorzitter, de leden en de secretaris van de huurcommissie zijn verplicht het geheim van de beraadslagingen te bewaren. Zij zijn voorts verplicht tot geheimhouding omtrent al hetgeen hun in hun hoedanigheid is bekend geworden.

§

2

De voorbereiding van de zitting

Artikel

1.30

Hij die een verzoekschrift tot de huurcommissie heeft gericht, verschaft haar alle hem ten dienste staande gegevens ter vervulling van haar taak. Hij volgt de aanwijzingen hem door of namens de huurcommissie gegeven.

Artikel

1.31

Artikel

1.32

Indien een verzoekschrift niet voldoende mededeling bevat, stelt de secretaris de verzoeker in de gelegenheid het verzoekschrift aan te vullen.

Artikel

1.33

Artikel

1.34

Artikel

1.35

De oproeping van de huurder en van de verhuurder om bij de behandeling van een verzoek krachtens dit hoofdstuk tegenwoordig te zijn, geschiedt schriftelijk door de secretaris.

§

3

De zitting

Artikel

1.36

Huurder en verhuurder kunnen zich voor de huurcommissie door een gemachtigde doen bijstaan of door een schriftelijk gemachtigde doen vertegenwoordigen.

Artikel

1.37

Artikel

1.38

De secretaris is bij de zitting van de huurcommissie aanwezig. Hij houdt aantekening van hetgeen aldaar verhandeld wordt, met vermelding van de zakelijke inhoud van de verklaringen van de door de huurcommissie gehoorde personen.

§

4

De uitspraak en verdere bepalingen

Artikel

1.39

De voorzitter en de leden onthouden zich van deelneming aan de behandeling van enige zaak, welke hun, hun echtgenoten of bloed- of aanverwanten tot en met de derde graad, persoonlijk aangaat, of waarin zij of een der genoemde personen als gemachtigden zijn betrokken. Deze onthouding wordt ten aanzien van een dergelijke zaak als afwezigheid aangemerkt.

Artikel

1.40

Artikel

1.41

Alle beslissingen worden genomen bij meerderheid van stemmen.

Artikel

1.42

Artikel

1.43

Artikel

1.44

Voor de bestrijding van bureaukosten en de uitbetaling van de aan getuigen en deskundigen toe te leggen vergoedingen worden door het bestuurscollege aan de secretaris gelden ter beschikking gesteld.

Afdeling

7

Slot- overgangsbepalingen

Artikel

1.45

Bij eilandsverordening kunnen ter uitvoering van afdeling 4 nadere regels worden gesteld, waarbij formulieren kunnen worden vastgesteld.

Artikel

1.46

De op het tijdstip van inwerkingtreding van hoofdstuk 1 van deze wet in een openbaar lichaam bij een huurcommissie onderscheidenlijk de voorzitter van de huurcommissie aanhangige verzoeken worden met toepassing van het vóór het tijdstip van inwerkingtreding van hoofdstuk 1 van deze wet in dat openbaar lichaam bij geldende recht behandeld door de huurcommissie onderscheidenlijk de voorzitter van de huurcommissie.

Artikel

1.47

De toepasselijkheid van de bepalingen van hoofdstuk 1 van deze wet kan niet bij overeenkomst worden uitgesloten of beperkt.

Artikel

1.48

In elke na het verstrijken van de termijn, bedoeld in artikel 7a:1603k, tweede lid, van het Burgerlijk Wetboek BES, ingestelde rechtsvordering ter zake van de vergoedingen, bedoeld in het eerste lid van dat artikel, wordt een uitspraak van de huurcommissie dan wel beschikking van het Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba omtrent de betalingsverplichting van de huurder met betrekking tot deze vergoedingen overgelegd.

Artikel

1.49

In elke rechtsvordering ter zake van hetgeen onverschuldigd mocht zijn betaald in verband met een overeenkomst als bedoeld in artikel 7a:1603j van het Burgerlijk Wetboek BES waarbij partijen slechts de hoogte van de prijs en niet die van de huurprijs zijn overeengekomen, wordt een uitspraak van de huurcommissie, bedoeld in artikel 1.20, dan wel een beslissing van het Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba als bedoeld in artikel 7a: 1603s van het Burgerlijk Wetboek BES overgelegd.

Artikel

1.50

De Wet huurcommissieregeling BES geldt niet voor een openbaar lichaam waarvoor hoofdstuk 1 van deze wet in werking is getreden en wordt ingetrokken op het moment dat hoofdstuk 1 van deze wet in alle openbare lichamen van toepassing is geworden.

Hoofdstuk

2

Wijziging van de zevende titel van Boek 7a van het Burgerlijk Wetboek BES

Artikel

2.1

Wijzigt Burgerlijk Wetboek BES Boek 7a.

Hoofdstuk

3

Wijziging van de Wet volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en milieubeheer BES

Artikel

3.1

Wijzigt de Wet volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en milieubeheer BES.

Hoofdstuk

4

[Vervallen]

Hoofdstuk

5

Slotbepalingen

Artikel

5.1 en 5.2

[Vervallen]

Artikel

5.3

Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zendt binnen vijf jaar na het tijdstip waarop hoofdstuk 1 van deze wet voor alle openbare lichamen in werking is getreden aan de Staten-Generaal een verslag over de doeltreffendheid en de effecten in de praktijk van deze wet.

Artikel

5.4

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip dat voor hoofdstuk 1 van deze wet voor de verschillende openbare lichamen verschillend kan worden vastgesteld.

Artikel

5.5

Deze wet wordt aangehaald als: Wet maatregelen huurwoningmarkt Caribisch Nederland.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te

Wassenaar
Willem-Alexander
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk
De Minister van Veiligheid en Justitie, S.A. Blok
De Minister van Veiligheid en Justitie, S.A. Blok