Artikel
1
Begripsbepalingen
In deze regeling wordt verstaan onder:
-
a.
hoofd defensieonderdeel
-
1°.
de Secretaris-Generaal, voor zover het betreft de Bestuursstaf;
-
2°.
de commandant operationeel commando voor het desbetreffende commando;
-
3°.
de directeur van de Defensie Materieel Organisatie, voor zover het betreft de Defensie Materieel Organisatie, met uitzondering van het deel ondergebracht in de Bestuursstaf;
-
4°.
de commandant van het Defensie Ondersteuningscommando, voor zover het betreft het Defensie Ondersteuningscommando.
-
1°.
-
b.
commandant de commandant van het dienstencentrum internationale ondersteuning defensie;
-
c.
defensie-ambtenaar de militair of de ambtenaar;
-
d.
gezinsleden de echtgenoot van de defensie-ambtenaar en de kinderen, stief- en pleegkinderen van de defensie-ambtenaar of van zijn echtgenoot;
-
e.
eigen huishouding voeren hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 1, eerste lid, van het Verplaatsingskostenbesluit defensie;
-
f.
gehuwde defensie-ambtenaar de defensie-ambtenaar die met één of meer van zijn gezinsleden samenwoont en een eigen huishouding voert in een woning, of een gedeelte daarvan, waarover de gezinsleden de vrije en zelfstandige beschikking hebben;
-
g.
ongehuwde defensie-ambtenaar iedere niet onder f bedoelde defensie-ambtenaar;
-
h.
standaard netto Nederland
-
1°.
voor de militair:
-
(a)
de bezoldiging;
-
(b)
de vaste vergoeding extra-beslaglegging;
-
(c)
de aanvullende WUL-compensatie;
-
(d)
de tijdelijke toelage loongebouw;
-
(e)
de maatregel voor negatieve inkomenseffecten pensioenpremie, verminderd met:
-
(f)
de premie voor het ouderdoms- en nabestaandenpensioen, die wordt ingehouden krachtens de Kaderwet militaire pensioenen;
-
(g)
de premie voor het bovenwettelijk arbeidsongeschiktheidspensioen, bedoeld in artikel 23b van het Inkomstenbesluit militairen;
-
(h)
de voor de militair verschuldigde premie, bedoeld in artikel 4 van de Regeling
-
(i)
ziektekostenverzekering militairen, na aftrek van de werkgeversbijdrage als bedoeld in artikel 5 van die regeling;
-
(j)
de WGA-premie;
-
(k)
de over de voorgaande onderdelen verschuldigde loonheffing volgens de witte maandtabel voor inwoners van Nederland met loonheffingskorting, Vermeerderd met:
-
(l)
voor de gehuwde militair: het maximum bedrag algemene heffingskorting, en het resultaat vermenigvuldigd met de factor 1,1.
-
(a)
-
2°.
Voor de ambtenaar:
-
(a)
de bezoldiging;
-
(b)
de inkomenstoeslag;
-
(c)
in voorkomend geval de vergoeding wegens overwerk, bedoeld in artikel 49 van het Inkomstenbesluit burgerlijke ambtenaren defensie, verminderd met:
-
(d)
de premie voor het ouderdoms- en nabestaandenpensioen, bedoeld in het pensioenreglement;
-
(e)
de premie voor het bovenwettelijk arbeidsongeschiktheidspensioen, bedoeld in het pensioenreglement;
-
(f)
de WGA-premie;
-
(g)
de over de voorgaande onderdelen verschuldigde loonheffing volgens de witte maandtabel voor inwoners van Nederland met loonheffingskorting, vermeerderd met:
-
(h)
voor de gehuwde ambtenaar: het maximum bedrag algemene heffingskorting, en het resultaat vermenigvuldigd met de factor 1,075.
-
(a)
-
1°.
-
i.
koopkrachtcomponent het door de minister vastgestelde percentage van het Standaard Netto Nederland dat beoogt de koopkracht te behouden van een voor Nederland representatief geacht pakket van goederen en diensten van betrokkene en in voorkomend geval van zijn gezin;
-
j.
verblijfscomponent het door de minister vastgestelde percentage van het Standaard Netto Nederland dat beoogt een tegemoetkoming te zijn voor de kosten die voortvloeien uit de verschillen in verblijfsomstandigheden tussen Nederland en het land van plaatsing;
-
k.
verplaatsingcomponent het door de minister vastgestelde bedrag als tegemoetkoming in de kosten die het gevolg zijn van een plaatsing in het buitenland. Het betreft een tegemoetkoming voor de kosten die het gevolg zijn van:
-
a.
het eventuele verlies van schooljaren van de kinderen waardoor zij langer ten laste van de ouders blijven;
-
b.
het niet mogen of kunnen werken van de echtgeno(o)t(e) van de militair en de daaruit voortvloeiende derving van inkomsten en de kleinere kans op werk voor de echtgeno(o)t(e) bij terugkeer in Nederland;
-
c.
het worden geconfronteerd met een taal die men niet beheerst hetgeen in de beginperiode van de plaatsing buiten Nederland kan leiden tot meerkosten waaronder de uitgaven voor taalonderwijs;
-
d.
het bezit van een woning, met de daaraan verbonden kosten bij verkoop of verhuur (waaronder makelaars- en transactiekosten);
-
e.
de confrontatie met een hogere huur bij terugkeer uit het buitenland;
-
f.
de extra kosten die het gevolg zijn van de afstand tussen het land van plaatsing en het thuisland waar de achtergebleven familieleden verblijven;
-
g.
kosten a.g.v. de extra sociale verplichtingen in geval van plaatsing bij een niet Nederlands onderdeel;
-
a.
-
l.
tegemoetkoming meerkosten beginperiode dat deel van de verplaatsingcomponent dat ineens bij aanvang plaatsing in het buitenland wordt uitgekeerd ter bestrijding van de meerkosten in de beginperiode van de plaatsing;
-
m.
Wet FVP de Wet financiële voorzieningen privatisering ABP;
-
n.
vervallen;
-
o.
vervallen;
-
p.
ACRU de Aanvullende CAO Rijk Uitzendingen;
-
q.
post een vertegenwoordiging van het Koninkrijk in het buitenland als bedoeld in Bijlage 1 van de ACRU;
-
r.
vervallen;
-
s.
basisbeurs de basisbeurs, bedoeld in artikel 3.1 van de Wet studiefinanciering 2000, dan wel de tegemoetkoming scholieren, bedoeld in artikel 1.1 van de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten;
-
t.
metterwoon gevestigd het daadwerkelijk wonen, zodanig dat de gezinsleden er het merendeel van de tijd de nacht doorbrengt, de maaltijden gebruikt en over het algemeen aldaar het leefpatroon heeft dat de gezinsleden volgens algemeen aanvaarde normen gewoonlijk op het huisadres pleegt te hebben;
-
u.
Europa Europa inclusief Turkije;
-
v.
duurtecorrectie %DC zoals opgenomen in tabel 2.