Besluit van de Minister van Economische Zaken en Klimaat, in overeenstemming met de Minister voor Rechtsbescherming van 31 januari 2018, nr. WJZ / 18018309, tot vaststelling van het Protocol mijnbouwschade Groningen en tot instelling van de Tijdelijke commissie mijnbouwschade Groningen en van de Tijdelijke commissie advisering bezwaarschriften mijnbouwschade Groningen (Besluit mijnbouwschade Groningen)

Besluit mijnbouwschade Groningen

De Minister van Economische Zaken en Klimaat, in overeenstemming met de Minister voor Rechtsbescherming;

Besluit:

I

Algemeen

Artikel

1

In dit besluit en de hierbij behorende bijlagen wordt verstaan onder:

  • Commissie: de Tijdelijke commissie mijnbouwschade Groningen, bedoeld in artikel 3;

  • Commissie advisering bezwaarschriften: de Tijdelijke commissie advisering bezwaarschriften mijnbouwschade Groningen, bedoeld in artikel 9;

  • gebouwen en werken: gebouwen en werken met uitzondering van:

  • schade:

    • a.

      fysieke schade aan gebouwen en werken die is ontstaan door beweging van de bodem als gevolg van de aanleg of de exploitatie van een mijnbouwwerk ten behoeve van het winnen van gas uit het Groningenveld of als gevolg van de gasopslag Norg, en

    • b.

      materiële schade die het gevolg is van deze fysieke schade;

  • Protocol: het Protocol mijnbouwschade Groningen, bedoeld in artikel 2;

  • vergunninghouder: de houder van de bij koninklijk besluit van 30 mei 1963, nr. 39 (Stcrt. 126) verleende winningsvergunning en de houder van de opslagvergunning voor de gasopslag Norg.

II

Protocol mijnbouwschade Groningen

Artikel

2

Er is een Protocol mijnbouwschade Groningen voor de afwikkeling van aanvragen tot vergoeding van schade. Dit protocol is opgenomen in bijlage 1.

III

Tijdelijke commissie mijnbouwschade Groningen

Artikel

3

Artikel

4

Artikel

5

Artikel

6

Artikel

7

Artikel

8

IV

Tijdelijke commissie advisering bezwaarschriften mijnbouwschade Groningen

Artikel

9

Artikel

10

V

Overgangs- en slotbepalingen

Artikel

11

Artikel

12

Geschillen die voor 19 maart 2018 door de Raad van Arbiters Bodembeweging in behandeling zijn genomen en op 19 maart 2018 nog in behandeling zijn, worden door de Raad van Arbiters Bodembeweging afgehandeld, tenzij de geschilbeslechtingsprocedure door de eigenaar wordt beëindigd volgens de procedure van artikel 16 van het Reglement arbiter bodembeweging. In dat geval kan voor hetzelfde geschil een aanvraag worden ingediend bij de Commissie. De Commissie behandelt deze aanvraag met inachtneming van de reeds in de geschilbeslechtingsprocedure gewisselde stukken.

Artikel

12a

Geschillen over schademeldingen die voor 31 maart 2017, 12:00 uur zijn voorgelegd aan het Centrum Veilig Wonen en op 19 maart 2018 bij het Centrum in behandeling zijn kunnen aan de Raad van Arbiters Bodembeweging worden voorgelegd.

Artikel

13

De Commissie kan, vooruitlopend op een volledige werkwijze als bedoeld in artikel 6, een werkwijze vaststellen om aanvragen te behandelen waarvan eenvoudig is vast te stellen dat de schade is veroorzaakt door bodembeweging als gevolg van de aanleg of de exploitatie van een mijnbouwwerk ten behoeve van het winnen van gas uit het Groningenveld of als gevolg van de gasopslag Norg.

Artikel

14

Artikel

15

Dit besluit treedt in werking met ingang van 19 maart 2018 en werkt terug tot en met 9 maart 2018, met uitzondering van artikelen 3, tweede lid, 9, eerste lid en bijlage 1, behorende bij artikel 2 van het Besluit mijnbouwschade Groningen, die in werking treden met ingang van 19 maart 2018.

Artikel

16

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit mijnbouwschade Groningen.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst en in afschrift worden gezonden aan betrokkenen.

’s-Gravenhage
De Minister van Economische Zaken en Klimaat, E.D. Wiebes

Bijlage

1

behorende bij artikel 2 van het Besluit mijnbouwschade Groningen

Protocol houdende regels over de afhandeling van schade als gevolg van bodembeweging door gaswinning uit het Groningerveld (Protocol mijnbouwschade Groningen)

Artikel

1

(Begripsomschrijvingen)

In dit protocol wordt verstaan onder:

  • Besluit: Besluit mijnbouwschade Groningen;

  • bouwkundige opname: vaststelling van de staat van het gebouw of werk waarop de aanvraag tot vergoeding van schade betrekking heeft;

  • schade: schade als bedoeld in artikel 1 van het Besluit;

  • deskundige: een persoon die voldoet aan de kwaliteitseisen zoals vastgesteld door de Commissie op basis van artikel 6, vijfde lid, van het Besluit.

Artikel

2

(Aanvraag tot schadevergoeding)

  • 1.

    Een aanvraag tot schadevergoeding wordt ingediend bij de Commissie via een door de Commissie vastgesteld formulier.

  • 2.

    De aanvraag bevat ten minste:

    • a.

      de naam en het adres van de aanvrager;

    • b.

      de datum;

    • c.

      de aard en het adres van het gebouw waarop het aanvraag betrekking heeft;

    • d.

      indien mogelijk, de datum of een inschatting van de datum waarop de schade is ontstaan;

    • e.

      een aanduiding van de oorzaak van de schade;

    • f.

      een beschrijving naar eigen inzicht van de aard en de omvang van de schade;

    • g.

      de inschatting van aanvrager of sprake zou kunnen zijn van een acuut onveilige situatie;

    • h.

      indien van toepassing de melding dat de schade bij een ander orgaan aanhangig is gemaakt.

Artikel

3

(Acuut onveilige situatie)

Als sprake zou kunnen zijn van een acuut onveilige situatie, laat de Commissie onmiddellijk maar in elk geval binnen 48 uur na indiening van de aanvraag, de situatie inspecteren en treft de Commissie in overleg met de aanvrager de benodigde maatregelen en informeert de Commissie de betreffende burgemeester.

Artikel

4

(Eerste reactie op aanvraag om schadevergoeding)

  • 1.

    De Commissie bevestigt de ontvangst van de aanvraag zo spoedig mogelijk, doch tenminste binnen één week na de ontvangst ervan en stelt de aanvrager in kennis van de te volgen procedure en de contactpersoon (zaakbegeleider) voor de aanvrager binnen de organisatie van de Commissie. De zaakbegeleider kan indien gewenst extra uitleg en informatie aan de aanvrager verschaffen.

  • 2.

    De Commissie stelt de aanvrager een termijn voor aanvulling van de gegevens en stukken als deze nodig zijn voor de beslissing op de aanvraag en de aanvrager hierover redelijkerwijs de beschikking kan krijgen.

  • 3.

    De Commissie stelt de aanvrager desgewenst in de gelegenheid tot het geven van een mondelinge toelichting op zijn aanvraag.

Artikel

5

(Deskundigen)

  • 1.

    De Commissie kan naar aanleiding van een aanvraag om schadevergoeding één of meerdere deskundigen aanwijzen om de schade op te nemen en te rapporteren over de aard van de schade in het licht van de door de Commissie te maken beoordeling.

  • 2.

    De deskundige werkt volgens de werkwijze zoals vastgesteld door de Commissie op basis van artikel 6, vijfde lid, van het Besluit.

  • 3.

    De Commissie stelt de aanvrager in kennis van zijn voornemen om één of meerdere deskundigen aan te wijzen.

  • 4.

    De aanvrager kan binnen twee weken na verzending van de kennisgeving een zienswijze geven naar aanleiding van het voornemen.

  • 5.

    Indien uit de zienswijze naar het oordeel van de Commissie blijkt dat de deskundige niet voldoet aan de kwaliteitseisen, bedoeld in het tweede lid, of aan de eisen van onpartijdigheid, wijst de Commissie een andere deskundige aan.

Artikel

6

(Procedure)

  • 1.

    De Commissie beslist over de te volgen procedure en deelt deze mee aan de aanvrager. De procedure kan de in het tweede tot en met het vijfde lid omschreven stappen omvatten.

  • 2.

    De deskundige neemt de schade op en rapporteert over de aard van de schade in het licht van de door de Commissie te maken beoordeling.

  • 3.

    Indien de deskundige binnen de termijn zoals vastgesteld door de Commissie geen rapport kan uitbrengen, deelt de deskundige dit aan de Commissie mee voor het einde van de termijn en onder opgaaf van de reden(en). De deskundigen geeft daarbij een zo kort mogelijke termijn op waarbinnen wel kan worden gerapporteerd.

  • 4.

    Indien het voor het uitbrengen van een rapport noodzakelijk is dat meer deskundigen worden benoemd, kunnen deskundigen de Commissie daarom verzoeken. Artikel 5 is van overeenkomstige toepassing.

  • 5.

    Een aanvrager kan binnen een door de Commissie vast te stellen termijn mondeling of schriftelijk zijn zienswijze geven op het rapport van de deskundige. De termijn kan op verzoek van de aanvrager met een door de Commissie vast te stellen termijn worden verlengd.

Artikel

7

(Besluit Commissie)

  • 1.

    De Commissie besluit op een aanvraag als bedoeld in artikel 3 van het Besluit. De Commissie past daarbij de regels van het civielrechtelijke aansprakelijkheids- en schadevergoedingsrecht overeenkomstig toe, waaronder begrepen de regel dat fysieke schade aan gebouwen en werken, die naar haar aard redelijkerwijs schade door beweging van de bodem als gevolg van de exploitatie van het Groningenveld zou kunnen zijn, vermoed wordt schade te zijn die veroorzaakt is door de exploitatie van het Groningenveld.

  • 2.

    Indien dit noodzakelijk is om op de aanvraag te kunnen besluiten, kan de Commissie deskundigen om een aanvullend rapport vragen.

  • 3.

    De Commissie kan, afhankelijk van de aanvraag, bij een positief besluit op de aanvraag de schadevergoeding vaststellen als betaling van de in opdracht van aanvrager herstelde schade, als geldbedrag of als vergoeding in natura.

  • 4.

    De Commissie zal, indien aan de orde, een vergoeding toekennen van de door de schade veroorzaakte bijkomende kosten op basis van door de Commissie vast te stellen richtlijnen en bijlage 2.

  • 5.

    Het toekennen van vergoeding kan gepaard gaan met overdracht aan de Staat van de vordering van de aanvrager op de vergunninghouder ter zake van de schade die vergoed wordt.

Artikel

8

(Bezwaar)

  • 1.

    Tegen het besluit van de Commissie staat bezwaar open.

  • 2.

    De Commissie schakelt de Commissie advisering bezwaarschriften in als onafhankelijke commissie in de zin van artikel 7:13 van de Algemene wet bestuursrecht.

  • 3.

    De Commissie advisering bezwaarschriften wijst ambtshalve of op verzoek een deskundige aan die de aanvrager kan bijstaan, tenzij de zaak waarop het betrekking heeft hier evident geen aanleiding voor geeft. Artikel 5 is van overeenkomstige toepassing.

Bijlage

2

behorende bij artikel 7, vierde lid, van het Protocol mijnbouwschade Groningen

Voor de volgende posten geldt als uitgangspunt een vaste vergoeding, tenzij de kosten aantoonbaar hoger zijn of anderszins worden vergoed:

Thuis blijven tijdens inspectie en/of schadeherstel

€ 95,– per dagdeel

Schoonmaakkosten

€ 150,– per schademelding

Overnachten

€ 100,– per nacht voor één of twee personen

€ 200,– per nacht voor meer dan twee personen

Advieskosten

€ 95,– per uur voor maximaal 20 uren

Verhuiskosten

Daadwerkelijk gemaakte kosten

Opslag van goederen

€ 40 per week

Reiskosten

€ 0,26 per kilometer

Voor de volgende schade geldt een vergoeding die afhankelijk is van de werkelijke kosten zoals door de schademelder zijn gemaakt: inboedel- en tuinschade, zorgkosten, inkomstenderving, redelijke juridische of andere begeleidingskosten.

Overlast vergoeding

De overlastvergoeding is € 250 tot maximaal € 1.000,–. De omvang van de overlastvergoeding wordt door de Commissie vastgesteld en is afhankelijk van de omvang van de schade en de overlast in de persoonlijke omstandigheden van de aanvrager.