Artikel
1
In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder model: model als bedoeld in artikel 2, onder 4, van Verordening (EU) nr. 2017/1369.
Hebben goedgevonden en verstaan:
In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder model: model als bedoeld in artikel 2, onder 4, van Verordening (EU) nr. 2017/1369.
Het is verboden in strijd te handelen met de artikelen:
3,
4, eerste en tweede lid in samenhang met het vijfde lid, en vierde en zesde lid;
5,
6,
9, eerste lid, laatste volzin en vierde lid,
11, dertiende lid,
van Verordening (EU) nr. 2017/1369.
Het verbod, bedoeld in het eerste lid, aanhef en onderdeel d, is voor zover het gaat om het samenwerken met markttoezichtautoriteiten, van overeenkomstige toepassing op fulfilmentdienstverleners als bedoeld in artikel 3, onder 11, van verordening (EU) nr. 2019/1020, gemachtigden als bedoeld in artikel 3, onder 12, van verordening (EU) nr. 2019/1020 en aanbieders van diensten van de informatiemaatschappij als bedoeld in artikel 3, onder 14, van verordening (EU) nr. 2019/1020.
Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld ter implementatie van Richtlijn nr. 96/60/EG van de Commissie van 19 september 1996 houdende uitvoeringsbepalingen van Richtlijn 92/75/EEG van de Raad wat de etikettering van het energieverbruik van huishoudelijke was-droogcombinaties betreft (PbEG 1999, L266).
De op basis van artikel 31, eerste lid, van de Wet uitvoering EU-handelingen energie-efficiëntie aangewezen ambtenaren bepalen op basis van steekproeven of een model van een energiegerelateerd product voldoet aan het bij of krachtens dit besluit bepaalde.
Onze Minister is bevoegd in vervolg op het onderzoek, bedoeld in het eerste lid, maatregelen te nemen als bedoeld in artikel 9, tweede, vijfde en negende lid, en 10, derde en vijfde lid, van Verordening (EU) nr. 2017/1369, waarbij hij handelt in overeenstemming met het bepaalde in artikel 8, eerste lid, van Verordening (EU) nr. 2017/1369.
De bevoegdheid, bedoeld in het tweede lid, is van overeenkomstige toepassing ten aanzien van fulfilmentdienstverleners als bedoeld in artikel 3, onder 11, van verordening (EU) nr. 2019/1020 en gemachtigden als bedoeld in artikel 3, onder 12, van verordening (EU) nr. 2019/1020.
Ter uitvoering van verordening (EU) 2019/1020 kan Onze Minister, indien er geen andere doeltreffende middelen voorhanden zijn om een ernstig risico als bedoeld in artikel 3, onderdeel 20, van genoemde verordening, gevormd door een energiegerelateerd product weg te nemen, een zelfstandige last opleggen aan:
degene die daartoe in staat is, om inhoud te verwijderen van of de toegang te beperken tot een online interface als bedoeld in artikel 3, onderdeel 15, van genoemde verordening, of opdracht te geven tot de duidelijke weergave van een waarschuwing aan eindgebruikers wanneer die zich toegang tot de online interface verschaffen, of;
indien niet binnen de daarvoor gestelde termijn aan een last als bedoeld onder a is voldaan, een aanbieder van diensten van de informatiemaatschappij als bedoeld in artikel 3, onderdeel 14, van genoemde verordening om alle maatregelen te treffen die redelijkerwijs van hem kunnen worden gevergd om de toegang tot een online interface te beperken, onder meer door een daarvoor in aanmerking komende derde te verzoeken dergelijke maatregelen uit te voeren.
Degene tot wie een zelfstandige last als bedoeld in het eerste lid is gericht, handelt overeenkomstig die last.
Op grond van het eerste lid kan geen zelfstandige last worden opgelegd die leidt tot het blokkeren of filteren van internetverkeer.
Voor een zelfstandige last als bedoeld in het eerste lid, is voorafgaande machtiging vereist van de rechter-commissaris. In het verzoek om afgifte van een machtiging worden de proportionaliteit en subsidiariteit van het verzoek gemotiveerd. De rechter-commissaris kan het openbaar ministerie horen alvorens te beslissen. Artikel 171 van het Wetboek van Strafvordering is van overeenkomstige toepassing.
Tegen de beslissing van de rechter-commissaris, bedoeld in het vierde lid, staat voor zover het verzoek om een machtiging niet is toegewezen, voor Onze Minister binnen veertien dagen beroep open bij de rechtbank, sector strafrecht.
Wijzigt het Warenbesluit bestuurlijke boeten.
Het Besluit etikettering energieverbruik energiegerelateerde producten wordt ingetrokken, alsmede de volgende regelingen:
Na inwerkingtreding van dit besluit berust de Regeling etikettering energiegebruik was-droogcombinaties op artikel 3 van dit besluit.
Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst, met uitzondering van artikel 2, eerste lid, onderdeel b, dat in werking treedt op 1 januari 2019.
Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit energie-etikettering energiegerelateerde producten.
Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.