Artikel
1.1
1
In deze wet en de daarop rustende bepalingen wordt verstaan onder:
-
a.
behandelplan: een plan dat zo spoedig mogelijk na aanvang van de behandeling wordt opgesteld dat is gericht op het zodanig verminderen van de uit de stoornis van de geestvermogens voortvloeiende gevaarlijkheid van de forensische patiënt voor anderen dan de forensische patiënt of de algemene veiligheid van personen of goederen dat de forensische patiënt in de maatschappij kan terugkeren;
-
b.
forensische patiënt: een persoon met een aanspraak op forensische zorg;
-
c.
forensische zorg: zorg als omschreven in het tweede lid;
-
d.
gedetineerde: een persoon ten aanzien van wie de tenuitvoerlegging van een vrijheidsstraf of vrijheidsbenemende maatregel in een penitentiaire inrichting plaatsvindt;
-
e.
indicatiestelling: een met redenen omkleed, gedagtekend en ondertekend advies van deskundigen, opgesteld op basis van onderzoek van de verdachte, veroordeelde of gedetineerde, waarin de forensische zorgbehoefte en het noodzakelijke beveiligingsniveau is opgenomen;
-
f.
instelling: een door Onze Minister aangewezen instelling als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg, die strekt tot de verlening van forensische zorg;
-
g.
Onze Minister: de Minister van Veiligheid en Justitie;
-
h.
Onze Ministers: de Minister van Veiligheid en Justitie en de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;
-
i.
private instelling: een door Onze Minister aangewezen instelling bedoeld in artikel 3.2, eerste lid, waarvan de verpleeg- en behandelkosten worden vergoed op basis van een contract dat de zorgaanbieder met Onze Minister heeft gesloten;
-
j.
rijksinstelling: een door Onze Minister aangewezen instelling, onder beheer van Onze Minister;
-
k.
strafrechtelijke titel: een beslissing van een rechter, officier van justitie of Onze Minister die het verlenen van geestelijke gezondheidszorg of verslavingszorg omvat;
-
l.
sepot: een beslissing van het openbaar ministerie tot het afzien van verdere vervolging, bedoeld in artikel 167, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering;
-
m.
ter beschikking gestelde: een forensische patiënt ten aanzien van wie een bevel tot verpleging van overheidswege, bedoeld in artikel 37b of 38c van het Wetboek van Strafrecht, is gegeven;
-
n.
voorwaarde: een beperkende bepaling bij een straf, maatregel, sepot of gratie, of de tenuitvoerlegging daarvan, die inhoudt dat een persoon zich laat opnemen in een instelling dan wel zich onder behandeling stelt van een zorgverlener of door een zorgverlener voorgeschreven of aangeboden geneesmiddelen gebruikt dan wel gedoogt dat hij zich geneesmiddelen laat toedienen;
-
o.
zorgaanbieder: zorgaanbieder als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg die een instelling in stand houdt waarin forensische zorg wordt verleend;
2
Onder forensische zorg wordt verstaan zorg als omschreven bij of krachtens artikel 3.1.1 van de Wet langdurige zorg of als omschreven bij of krachtens artikel 11 van de Zorgverzekeringwet, voor zover het geestelijke gezondheidszorg of verslavingszorg betreft, die wordt verleend aan een justitiabele met een psychiatrische aandoening of beperking, verslaving daaronder begrepen, of een verstandelijke handicap, en die al dan niet als een voorwaarde, onderdeel uitmaakt van een straf of een maatregel, of van de ten uitvoerlegging van een straf of maatregel, of als voorwaarde onderdeel uitmaakt van een sepot, een schorsing van de voorlopige hechtenis, of een gratieverlening op grond van de Gratiewet, dan wel onderdeel uitmaakt van een strafbeschikking waarbij een gedragsmaatregel wordt opgelegd. Beveiliging kan onderdeel uitmaken van forensische zorg. De eerste volzin is niet van toepassing op zorg die al dan niet als voorwaarde onderdeel uitmaakt van een straf of maatregel bedoeld in het Eerste boek, Titel VIII A, van het Wetboek van Strafrecht. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen andere vormen van zorg worden aangemerkt als forensische zorg dan wel daarvan worden uitgesloten.