Wet van 21 februari 2018, houdende regels over de informatie-uitwisseling betreffende bovengrondse en ondergrondse infrastructuur van netten en netwerken ter voorkoming van graafschade en ter bevordering van de aanleg van elektronische communicatienetwerken met hoge snelheid, alsmede wijziging van de Telecommunicatiewet ter bevordering van medegebruik van fysieke infrastructuur en van de gecoördineerde aanleg van civiele werken (Wet informatie-uitwisseling bovengrondse en ondergrondse netten en netwerken)

Wet informatie-uitwisseling bovengrondse en ondergrondse netten en netwerken

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat de implementatie van richtlijn 2014/61/EU van het Europese Parlement en de Raad van 15 mei 2014 inzake maatregelen ter verlaging van de kosten van de aanleg van elektronischecommunicatienetwerken met hoge snelheid (PbEU 2014, L 155) maatregelen vergt waardoor medegebruik van bestaande fysieke infrastructuur en coördineren van civiele werken wordt bevorderd teneinde de aanleg van elektronische communicatienetwerken met hoge snelheid te stimuleren, alsmede dat daartoe uitbreiding nodig is van de bestaande wettelijke informatie-uitwisseling tussen beheerders van netten; dat het wenselijk is de regels voor informatie-uitwisseling over ondergrondse en bovengrondse elementen van netten en netwerken onder te brengen in dezelfde wet; dat gelet hierop de Wet informatie-uitwisseling ondergrondse netten wordt vervangen door een wet die ziet op de informatie-uitwisseling omtrent ondergrondse en bovengrondse elementen van netten en netwerken;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Hoofdstuk

1

Begripsbepalingen

Artikel

1

In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • aanbieder: een aanbieder van een openbaar elektronisch communicatienetwerk als bedoeld in artikel 1.1 van de Telecommunicatiewet;

  • beheerder: degene die als natuurlijk persoon handelende in de uitoefening van een beroep of een bedrijf dan wel als rechtspersoon een net beheert;

  • beheerpolygoon: de weergave door een beheerder respectievelijk door een netwerkexploitant van een aaneengesloten gebied, waarbinnen een beheerder een of meer netten beheert, respectievelijk een netwerkexploitant fysieke infrastructuur beheert;

  • civiele werken: civiele werken als bedoeld in artikel 5a.1 van de Telecommunicatiewet;

  • coördinatie:coördinatie van civiele werken als bedoeld in artikel 5 van richtlijn nr. 2014/61/EU;

  • Dienst: de Dienst voor het kadaster en de openbare registers, bedoeld in artikel 2 van de Organisatiewet Kadaster;

  • fysieke infrastructuur: fysieke infrastructuur als bedoeld in artikel 1.1 van de Telecommunicatiewet;

  • gebiedsinformatie: het geheel van informatie dat door beheerders of netwerkexploitanten, ingevolge de artikelen 11, eerste lid, en 12, eerste lid en tweede lid, onderdeel a, aan de Dienst is verstrekt over de betrokken oriëntatiepolygoon dan wel graafpolygoon;

  • graafbericht: het bericht van de Dienst, bedoeld in artikel 10, onderdeel b, onder 1°;

  • graaflocatie: de locatie waar graafwerkzaamheden worden verricht;

  • graafmelding: de melding aan de Dienst van voorgenomen graafwerkzaamheden, bedoeld in artikel 8, eerste lid;

  • graafpolygoon: de weergave door een grondroerder van het gebied, waarbinnen de graaflocatie zich bevindt;

  • graafwerkzaamheden: het mechanisch verrichten van werkzaamheden in de ondergrond;

  • grondroerder: degene onder wiens verantwoordelijkheid of leiding graafwerkzaamheden worden verricht;

  • liggingsgegevens: de gegevens omtrent de ligging van een net of netwerk binnen de betrokken oriëntatiepolygoon dan wel graafpolygoon;

  • medegebruik: medegebruik van fysieke infrastructuur als bedoeld in artikel 5a.3, eerste en vierde lid, van de Telecommunicatiewet;

  • net: een ondergrondse kabel of leiding, daaronder mede begrepen lege buizen, ondergrondse ondersteuningswerken en beschermingswerken, bestemd voor transport van vaste, vloeibare of gasvormige stoffen, van energie of van informatie;

  • net met gevaarlijke inhoud: een buisleiding die behoort tot een krachtens artikel 20.11, eerste lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet aangewezen categorie;

  • netwerk: een netwerk van een netwerkexploitant;

  • netwerkexploitant: een netwerkexploitant als bedoeld in artikel 5a.1 van de Telecommunicatiewet;

  • netwerk met hoge snelheid: een elektronisch communicatienetwerk met hoge snelheid als bedoeld in artikel 1.1 van de Telecommunicatiewet;

  • Onze Minister: Onze Minister van Economische Zaken en Klimaat;

  • opdrachtgever: degene die opdracht geeft tot het uitvoeren van een werk waarbij graafwerkzaamheden worden verricht;

  • oriëntatiepolygoon: de weergave door een opdrachtgever, grondroerder, aanbieder of bestuursorgaan van een aangesloten gebied, ten aanzien waarvan deze met het oog op een belang als bedoeld in artikel 7, eerste, tweede of derde lid, om gebiedsinformatie verzoekt;

  • oriëntatieverzoek: het verzoek aan de Dienst om gebiedsinformatie, bedoeld in artikel 7, eerste tot en met derde lid;

  • registratiemelding: de melding van de beheerder of een netwerkexploitant, bedoeld in artikel 6, tweede of derde lid;

  • richtlijn nr. 2014/61/EU: richtlijn nr. 2014/61/EU van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 15 mei 2014 inzake maatregelen ter verlaging van kosten van de aanleg van elektronischecommunicatienetwerken met hoge snelheid (PbEU 2014 L 155).

Hoofdstuk

2

Preventie van graafschade

Artikel

2

Artikel

3

Hoofdstuk

3

Elektronisch informatiesysteem

Artikel

4

Artikel

5

Artikel

5a

Artikel

6

Hoofdstuk

4

Informatie-uitwisseling ten behoeve van graafwerkzaamheden, of ten behoeve van medegebruik of coördinatie als bedoeld in hoofdstuk 5a van de Telecommunicatiewet

Artikel

7

Artikel

8

Artikel

9

Artikel

10

Na ontvangst van een oriëntatieverzoek als bedoeld in artikel 7, eerste, tweede of derde lid, of van een graafmelding als bedoeld in artikel 8:

  • a.

    verstrekt de Dienst aan degene die het oriëntatieverzoek of de graafmelding heeft gedaan onverwijld een ontvangstbevestiging;

  • b.

    bericht de Dienst hierover onverwijld onder vermelding van de oriëntatiepolygoon of graafpolygoon:

    • 1°.

      indien het graafwerkzaamheden betreft: alle beheerders wier beheerpolygoon geheel of gedeeltelijk samenvalt met deze oriëntatiepolygoon onderscheidenlijk graafpolygoon;

    • 2°.

      indien het medegebruik van fysieke infrastructuur of de coördinatie van civiele werken betreft: alle netwerkexploitanten wier beheerpolygoon geheel of gedeeltelijk samenvalt met deze oriëntatiepolygoon.

Artikel

11

Artikel

12

Artikel

13

Artikel

13a

Artikel

13b

Artikel

14

Onze Minister kan voor de situatie dat graafmeldingen die betrekking hebben op graafwerkzaamheden als bedoeld in artikel 8, derde lid, gezamenlijk worden gedaan door tussenkomst van een door Onze Minister aan te wijzen organisatie, bij regeling vrijstelling verlenen van de verplichtingen ten aanzien van de termijnen, bepaald in de artikelen 8, eerste lid, 10, 11, eerste lid, 13, eerste lid en 13b. De vrijstelling kan onder beperkingen worden verleend.

Artikel

15

Artikel

16

Onze Minister van Veiligheid en Justitie kan ter voorkoming van een terroristisch misdrijf als bedoeld in artikel 83 van het Wetboek van Strafrecht of om op voorhand de gevolgen daarvan te beperken aan de Dienst alle nodige aanwijzingen geven ten aanzien van de informatie-uitwisseling.

Artikel

17

Artikel

18

De grondroerder meldt schade aan een net als gevolg van zijn graafwerkzaamheden onverwijld aan de beheerder van het beschadigde net.

Artikel

19

Artikel

20

Hoofdstuk

5

Geschilbeslechting omtrent informatie-uitwisseling ten behoeve van medegebruik van fysieke infrastructuur of coördinatie van civiele werken

Artikel

23

Artikel

24

Artikel

25

Artikel

26

Een bij een geschil betrokken partij volgt de door Onze Minister op grond van artikel 23 genomen besluit op. Onze Minister kan daarbij termijnen stellen.

Hoofdstuk

6

Nadere regelgeving

Artikel

28

Artikel

29

Artikel

30

Bij algemene maatregel van bestuur kunnen gebieden worden aangewezen ten aanzien waarvan om veiligheidsredenen kan worden afgeweken van de voorschriften gesteld bij of krachtens hoofdstuk 4. Daarbij kunnen regels worden gesteld over de informatie-uitwisseling omtrent die gebieden of de daarin gelegen fysieke infrastructuur of civiele werken.

Artikel

31

Indien de in deze wet geregelde onderwerpen in het belang van een goede uitvoering van richtlijn nr. 2014/61/EU nadere regeling behoeven, kan deze geschieden bij algemene maatregel van bestuur.

Hoofdstuk

7

Handhaving

Artikel

32

Artikel

34

Hoofdstuk

8

Bevoegdheid gemeenten

Artikel

35

De bevoegdheid, de gemeenteraad toekomend ingevolge artikel 149 van de Gemeentewet, blijft ten aanzien van het verrichten van graafwerkzaamheden gehandhaafd voor zover de door hem te maken verordeningen niet met deze wet in strijd zijn.

Hoofdstuk

8a

Evaluatiebepaling

Artikel

35a

Onze Minister zendt binnen vijf jaar na de inwerkingtreding van deze wet en vervolgens iedere vijf jaar aan de Staten-Generaal een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van deze wet op het voorkomen van graafschade in de praktijk.

Hoofdstuk

9

Wijziging van andere wetten

Artikel

36

Wijzigt de Telecommunicatiewet.

Artikel

37

Wijzigt de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel

38

Wijzigt de Kadasterwet.

Artikel

39

Wijzigt de Organisatiewet Kadaster.

Artikel

40

Wijzigt de Wet op de economische delicten.

Hoofdstuk

10

Overgangsbepalingen

Artikel

41

Op bezwaar en beroep ingevolge de Wet informatie-uitwisseling ondergrondse netten dat is ingediend tegen een besluit van voor de datum van inwerkingtreding van deze wet, blijven de bij of krachtens de Wet informatie-uitwisseling ondergrondse netten geldende voorschriften zoals die luidden onmiddellijk voorafgaand aan het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet van toepassing.

Artikel

41a

Hoofdstuk

11

Slotbepalingen

Artikel

43

De artikelen van deze wet treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

Artikel

44

Deze wet wordt aangehaald als: Wet informatie-uitwisseling bovengrondse en ondergrondse netten en netwerken.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te

Wassenaar
Willem-Alexander
De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, M.C.G. Keijzer
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K.H. Ollongren
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, S. van Veldhoven-van der Meer
De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus