Wet van 22 mei 2019, houdende nieuwe bepalingen met betrekking tot de medezeggenschap van cliënten in zorginstellingen (Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen 2018)

Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen 2018

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo, Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de medezeggenschap van cliënten in zorginstellingen te versterken en daartoe een nieuwe Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen vast te stellen;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Hoofdstuk

I

Algemene bepaling

Artikel

1

Hoofdstuk

II

Inspraak

Artikel

2

Hoofdstuk

III

Cliëntenraden

Artikel

3

Artikel

4

Artikel

5

Artikel

6

Artikel

7

Artikel

8

Artikel

9

Artikel

10

Een instelling legt in haar statuten of, indien zij geen statuten heeft, anderszins schriftelijk vast dat de cliëntenraad in de gelegenheid wordt gesteld om een bindende voordracht te doen voor de benoeming van ten minste één lid van het toezichthoudende orgaan van de instelling.

Artikel

11

Artikel

12

Artikel

13

Hoofdstuk

IV

Commissie van vertrouwenslieden en toezicht

Artikel

14

Artikel

15

Hoofdstuk

V

Wijzigingen in andere wetten

Artikel

16

Wijzigt de Jeugdwet.

Artikel

17

Wijzigt deze wet.

Artikel

18

Wijzigt de Wet zorg en dwang psychogeriatrische en verstandelijk gehandicapte cliënten.

Artikel

19

Wijzigt de Wet zorg en dwang psychogeriatrische en verstandelijk gehandicapte cliënten.

Artikel

20

Wijzigt de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg.

Artikel

21

Wijzigt de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg.

Artikel

22

Wijzigt de Wet toetreding zorgaanbieders.

Artikel

23

Wijzigt de Wet toetreding zorgaanbieders.

Hoofdstuk

VI

Overgangs- en slotbepalingen

Artikel

25

Artikel

26

Artikel

27

Onze Minister voor Medische Zorg zendt binnen vijf jaar na de inwerkingtreding van deze wet aan de Staten-Generaal een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van deze wet in de praktijk.

Artikel

28

De artikelen van deze wet treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

Artikel

29

Deze wet wordt aangehaald als: Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen 2018.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te

’s-Gravenhage
Willem-Alexander
De Minister voor Medische Zorg, B.J. Bruins
De Minister voor Rechtsbescherming, S. Dekker
De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus