Artikel
1
Begrippen
In deze regeling en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
-
a.
het ministerie van Financiën: het kernministerie, de Belastingdienst en de inspectie belastingen, toeslagen en douane;
-
b.
het kernministerie: de Generale Thesaurie, het directoraat-generaal Rijksbegroting, het directoraat-generaal Fiscale Zaken en het cluster secretaris-generaal;
-
c.
de Belastingdienst: de directoraten-generaal Belastingdienst, Toeslagen en Douane;
-
d.
de minister: de Minister van Financiën;
-
e.
de staatssecretaris: de Staatssecretaris van Financiën;
-
f.
bewindspersoon: de Minister of de Staatssecretaris van Financiën;
-
g.
algemene leiding: de secretaris-generaal, de plaatsvervangend secretaris-generaal, de directeuren-generaal en de thesaurier-generaal;
-
h.
mandaat: de bevoegdheid om in naam van een bewindspersoon besluiten te nemen;
-
i.
(hoofd)budgethouder: hoofd van een organisatie-eenheid verantwoordelijk voor het financieel beheer van één of meer budgetten;
-
j.
bedrijfsvoering: onderwerpen op de terreinen van personeel en organisatie, informatievoorziening en ict, inkoop, huisvesting, facilitaire zaken en beveiliging;
-
k.
eigenaar: degene die oog houdt voor stabiliteit en continuïteit van een organisatie en is verantwoordelijk voor het inrichten en faciliteren van de governancestructuur gebaseerd op het rijksbreed toegepaste driehoeksmodel;
-
l.
opdrachtnemer: degene die verantwoordelijk is voor een doelmatige, doeltreffende en rechtmatige uitvoering van (fiscale) wet- en regelgeving en de verantwoording hierover;
-
m.
opdrachtgever: degene die verantwoordelijk is voor een uitvoerbare formulering van de beleidsopdracht, met een zo concreet mogelijke omschrijving van de gewenste beleidsdoelen en resultaatafspraken;
-
n.
coördinerend opdrachtgever: degene die de integrale benadering van beleid en uitvoering bevordert via de coördinatie van de beleid- en opdrachtcyclus in nauwe samenwerking met de opdrachtgever en de opdrachtnemer.