Wet van 19 februari 2020 tot wijziging van de Omgevingswet en enkele andere wetten met het oog op het beschermen van de bodem, met inbegrip van het grondwater, en het duurzaam en doelmatig gebruik van de bodem (Aanvullingswet bodem Omgevingswet)

Aanvullingswet bodem Omgevingswet

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben dat het wenselijk is om de Omgevingswet aan te vullen met regels met het oog op de bescherming van de bodem, met inbegrip van het grondwater, en het duurzaam en doelmatig gebruik van de bodem;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Hoofdstuk

1

Wijzigingen in de Omgevingswet

Hoofdstuk

2

Intrekken en wijziging van andere wetten

Paragraaf

2.1

Intrekken van de Wet bodembescherming

Paragraaf

2.2

Wijziging van andere wetten

Hoofdstuk

3

Overgangsrecht

Artikel

3.1

(eerbiedigend overgangsrecht saneringen)

Artikel

3.2

(eerbiedigend overgangsrecht gebiedsgerichte aanpak en overige)

Het recht zoals dat gold voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet blijft van toepassing op:

Artikel

3.3

(eerbiedigende werking voor vrijstellingen)

Het recht zoals dat gold voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet blijft tot en met 31 december 2021 van toepassing op een vrijstelling die op grond van artikel 64 van de Wet bodembescherming voor het gebruik van waterige fracties of reinigingswater is verleend.

Artikel

3.4

(eerbiedigende werking vordering tot schadevergoeding)

Het recht zoals dat gold voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet blijft van toepassing op een vordering tot schadevergoeding als bedoeld in artikel 73 van de Wet bodembescherming die aanhangig is gemaakt voor de inwerkingtreding van deze wet.

Artikel

3.5

(gelijkstellingen)

Artikel

3.6

(vangnetbepaling)

Bij algemene maatregel van bestuur kan overgangsrecht worden geregeld voor een bepaling in de Wet bodembescherming, die wordt vervangen door een bepaling in een algemene maatregel van bestuur, voor zover hierin niet is voorzien in het overgangsrecht in deze wet.

Artikel

3.7

(voortzetting bestaand overgangsrecht)

Als in verband met de invoering van deze wet een wet, algemene maatregel van bestuur of ministeriële regeling wordt ingetrokken waarin een overgangsrechtelijke bepaling is opgenomen, blijft die overgangsrechtelijke bepaling van toepassing tot die is uitgewerkt

Hoofdstuk

4

Slotbepalingen

Artikel

4.1

(internetpublicatie, voorhang en andere totstandkomingsvereisten Aanvullingsbesluit bodem Omgevingswet en Aanvullingsregeling bodem Omgevingsrecht)

Artikel

4.2

(inwerkingtreding)

De artikelen van deze wet treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

Artikel

4.3

(citeertitel)

Deze wet wordt aangehaald als: Aanvullingswet bodem Omgevingswet.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te

’s-Gravenhage
Willem-Alexander
De Minister voor Milieu en Wonen, S. van Veldhoven-van der Meer
De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus