Regeling van de Minister van Economische Zaken en Klimaat van 27 februari 2021, nr. WJZ/20120093, tot vaststelling van een regeling voor de verstrekking van subsidie voor het lokaal en gezamenlijk opwekken van hernieuwbare elektriciteit (Subsidieregeling coöperatieve energieopwekking)

Subsidieregeling coöperatieve energieopwekking

§

1

Algemeen

Artikel

1

(begripsbepalingen)

In deze regeling en voor zover van toepassing in de besluiten, bedoeld in de artikelen 2, derde lid, 4, derde lid, 5, eerste lid, 6, tweede lid, 8, derde lid, en 9, wordt verstaan onder:

  • aansluiting: aansluiting als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel b, van de Elektriciteitswet 1998;

  • allocatiepunt: een punt achter een aansluiting, waarmee een productie-installatie is aangesloten op het elektriciteitsnet, waar wordt gemeten en waaraan een marktpartij als bedoeld in artikel 1 van de Regeling garanties van oorsprong en certificaten van oorsprong is gekoppeld;

  • coöperatie: coöperatie als bedoeld in artikel 53, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek;

  • deelnemend lid: lid van de coöperatie dat een financiële inleg heeft in de in de beschikking tot subsidieverlening opgenomen productie-installatie, zoals vastgelegd in een overeenkomst tussen het lid en de coöperatie;

  • elektriciteitsnet: net als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel i, van de Elektriciteitswet 1998;

  • garantie van oorsprong: garantie van oorsprong voor duurzame elektriciteit als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel x, van de Elektriciteitswet 1998;

  • garantie van oorsprong voor netlevering: garantie van oorsprong voor elektriciteit die op het elektriciteitsnet wordt ingevoed;

  • garanties van oorsprong voor niet-netlevering: garantie van oorsprong voor elektriciteit die op een installatie wordt ingevoed;

  • grootverbruikersaansluiting: aansluiting met een totale maximale doorlaatwaarde van meer dan 3*80A;

  • hernieuwbare elektriciteit: elektriciteit, opgewekt in een productie-installatie die uitsluitend gebruik maakt van hernieuwbare energie;

  • hernieuwbare energie: energie uit hernieuwbare niet-fossiele bronnen, namelijk windenergie, zonne-energie (thermische zonne-energie en fotovoltaïsche energie) en geothermische energie, omgevingsenergie, getijdenenergie, golfslagenergie en andere energie uit de oceanen, waterkracht, en energie uit biomassa, stortgas, gas van rioolzuiveringsinstallaties, en biogas;

  • kleinverbruikersaansluiting: aansluiting met een totale maximale doorlaatwaarde van ten hoogste 3*80A;

  • minister: Minister van Economische Zaken en Klimaat als bedoeld in artikel 2 van de Kaderwet EZK- en LNV-subsidies;

  • netbeheerder: netbeheerder als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel k, van de Elektriciteitswet 1998;

  • P50-waarde voor de netto elektriciteitsproductie: netto elektriciteitsproductie waarbij de verwachte jaarlijkse energieproductie voor een gegeven combinatie van locatie en productie-installatie, die gebruik maakt van windenergie, moet zijn bepaald met een waarschijnlijkheid van 50%;

  • postcodegebied: gebied waarbinnen de postcodes in het postcodesysteem beginnen met eenzelfde getal van vier cijfers;

  • postcoderoos: postcodegebied en de direct aangrenzende postcodegebieden;

  • postcodesysteem: postcodesysteem als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel j, van de Postwet 2009;

  • productie-installatie: samenstel van voorzieningen waarmee uitsluitend hernieuwbare elektriciteit wordt geproduceerd, waarbij onder een samenstel van voorzieningen wordt verstaan alle aanwezige middelen die onderling met elkaar zijn verbonden voor de productie van hernieuwbare elektriciteit;

  • vereniging van eigenaars: vereniging van eigenaars als bedoeld in artikel 112, eerste lid, onderdeel e, van Boek 5 van het Burgerlijk Wetboek;

  • zuiver terugleverallocatiepunt: allocatiepunt waarop uitsluitend elektriciteit aan het elektriciteitsnet wordt geleverd en waarop geen elektriciteit van het elektriciteitsnet wordt afgenomen.

§

2

Criteria voor subsidieverstrekking

Artikel

2

(verstrekking subsidie)

§

3

Wijze van berekenen en subsidiebedrag

Artikel

3

(berekeningswijze subsidie)

Artikel

4

(aantal kWh dat jaarlijks voor subsidie in aanmerking komt)

Artikel

5

(basisbedrag)

Artikel

6

(correctie met definitief correctiebedrag)

Artikel

7

(elektriciteitsprijs)

De elektriciteitsprijs, bedoeld in artikel 6, eerste lid, onderdeel a, bedraagt voor:

  • a.

    elektriciteit die wordt ingevoed op het elektriciteitsnet: de gemiddelde waarde van elektriciteit die wordt ingevoed op het elektriciteitsnet, minus de profielkosten van elektriciteitslevering aan het elektriciteitsnet en de onbalanskosten;

  • b.

    elektriciteit die niet wordt ingevoed op het elektriciteitsnet: de gemiddelde waarde van elektriciteit die niet wordt ingevoed op het elektriciteitsnet.

Artikel

8

(basiselektriciteitsprijs)

Artikel

9

(voorschotverlening voorlopig correctiebedrag)

Artikel

10

(banking)

Artikel

11

(maximum subsidiebedrag)

§

4

Aanvraag tot subsidie en besluitvorming daarover

Artikel

12

(verdeling subsidieplafond)

Artikel

13

(gegevens aanvraag)

Artikel

14

(verklaring toestemming en verklaring netbeheerder)

Artikel

15

(overeenkomsten locatie productie-installatie)

Artikel

16

(statuten coöperatie en ledenlijst vereniging van eigenaars)

Artikel

17

(vergunningen)

Artikel

18

(haalbaarheidsstudie)

Artikel

19

(exploitatieberekening)

Artikel

20

(windenergie-opbrengstberekening productie-installatie ≥100 kW)

Artikel

21

(beslistermijn)

Artikel

22

(afwijzingsgronden)

Artikel

23

(subsidieperiode)

§

5

Verplichtingen en voorwaarden voor de subsidieontvanger

Artikel

24

(ingebruikname productie-installatie)

Artikel

25

(in gebruik volgens aanvraag)

Artikel

26

(meetverplichting)

Artikel

27

(eigendom productie-installatie)

Artikel

28

(locatie productie-installatie)

Artikel

29

(allocatiepunt productie-installatie)

Artikel

30

(meerdere productie-installaties op zelfde locatie)

Indien de productie-installatie wordt aangesloten op het elektriciteitsnet met een kleinverbruikersaansluiting en deze productie-installatie wordt aangebracht op een locatie waarvoor op grond van deze regeling al subsidie is verstrekt voor een andere productie-installatie die is aangesloten op het elektriciteitsnet met een kleinverbruikersaansluiting, zijn beide productie-installaties met één en dezelfde kleinverbruikersaansluiting aangesloten op het elektriciteitsnet.

Artikel

31

(zeggenschap coöperatie)

Indien de subsidieontvanger een coöperatie is, draagt de subsidieontvanger er zorg voor dat al zijn leden die niet geschorst zijn, toegang hebben tot de algemene vergadering en dat die leden daar elk één stem hebben over de in de beschikking tot subsidieverlening opgenomen productie-installatie.

Artikel

32

(postcoderoosvereiste productie-installatie)

De productie-installatie is aangebracht in de bij beschikking tot subsidieverlening vastgestelde postcoderoos.

Artikel

33

(postcoderoosvereiste coöperatie en vereniging van eigenaars)

Artikel

34

(wijziging postcodegebieden)

Bij een postcodewijziging door de daartoe bevoegde instantie blijven voor de toepassing van deze regeling de postcodegebieden gelden zoals deze golden op de datum van de beschikking tot subsidieverlening.

Artikel

35

(minimum aantal leden)

Artikel

36

(kleinverbruikersaansluiting leden)

Artikel

37

(lijst deelnemende leden en financiële inleg coöperatie)

Artikel

38

(overige gegevensverstrekking)

Artikel

39

(evaluatieverplichting)

De subsidieontvanger verleent tot en met vijf jaar na de datum van de beschikking tot subsidievaststelling medewerking aan een evaluatie van de doeltreffendheid en de effecten van de aan hem verleende subsidie, voor zover medewerking redelijkerwijs van hem kan worden verlangd.

§

6

Bevoorschotting

Artikel

40

(verstrekking voorschot)

Artikel

42

(berekeningswijze maandelijks bedrag)

Artikel

43

(bijstelling voorschot)

Artikel

44

(verplichtingen subsidieontvanger bij bevoorschotting)

De minister verstrekt geen voorschot indien de subsidieontvanger:

  • a.

    niet heeft voldaan aan de bij of krachtens deze regeling gestelde bepalingen; of

  • b.

    failliet is verklaard of aan hem surséance van betaling is verleend, dan wel een verzoek daartoe bij de rechtbank is ingediend.

§

7

Subsidievaststelling

Artikel

45

(aanvraag subsidievaststelling)

Artikel

46

(beslistermijn subsidievaststelling)

§

8

Slotbepalingen

Artikel

48

(inwerkingtreding en vervaldatum)

Artikel

49

(citeertitel)

Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling coöperatieve energieopwekking.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

‘s-Gravenhage
De Minister van Economische Zaken en Klimaat, B. van 't Wout