Regeling van de Minister van Justitie en Veiligheid en de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid van 1 april 2022, nummer 3936963, houdende regels voor de huisvesting en verzorging van ontheemden als gevolg van het oorlogsgeweld in Oekraïne (Regeling opvang ontheemden Oekraïne)

Regeling opvang ontheemden Oekraïne

De Minister van Justitie en Veiligheid en de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,

Besluiten:

Hoofdstuk

I

Algemene bepalingen

Artikel

1

Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    burgemeester: de burgemeester van de gemeente waarin de opvangvoorziening gelegen is;

  • b.

    opvangvoorziening: een accommodatie waarin onderdak wordt geboden aan ontheemden;

  • c.

    ontheemden: personen op wie het Uitvoeringsbesluit van 4 maart 2022 van de richtlijn 2001/55/EG van de Raad van 20 juli 2001 van toepassing is, ingevolge artikel 2 van dat besluit;

  • d.

    richtlijn: richtlijn 2001/55/EG van de raad van 20 juli 2001 betreffende minimumnormen voor het verlenen van tijdelijke bescherming in geval van massale toestroom van ontheemden en maatregelen ter bevordering van een evenwicht tussen de inspanning van de lidstaten voor de opvang en het dragen van de consequenties van de opvang van deze personen (PbEU L 212/12);

  • e.

    uitvoeringsbesluit: uitvoeringsbesluit (EU) 2022/382 van de Raad van 4 maart 2022 tot vaststelling van het bestaan van een massale toestroom van ontheemden uit Oekraïne in de zin van artikel 5 van Richtlijn 2001/55/EG, en tot invoering van tijdelijke bescherming naar aanleiding daarvan (PbEU 2022, L 71);

  • f.

    Minister: de Minister van Justitie en Veiligheid.

Artikel

2

De burgemeester draagt zorg voor de opvang van ontheemden, waaronder het aanbieden van een opvangvoorziening, met uitzondering van alleenstaande minderjarige ontheemden.

Hoofdstuk

II

Toelating tot de opvang

Artikel

3

De burgemeester kan een tijdelijke alternatieve opvangvoorziening beschikbaar stellen die voldoet aan de minimumnormen zoals opgenomen in deze regeling indien:

  • a.

    er geen opvangvoorziening meer beschikbaar is; of

  • b.

    de specifieke situatie en bijzondere opvangbehoeften van een kwetsbare ontheemde andersoortige opvang vereist.

Artikel

4

De burgemeester beëindigt het recht op opvang indien:

  • a.

    de ontheemde rechtens van zijn vrijheid is ontnomen; of

  • b.

    door de Minister belast met de uitvoering van de Vreemdelingenwet 2000 is geoordeeld dat betrokkene tijdelijke bescherming wordt geweigerd vanwege het bepaalde in artikel 28 van de Richtlijn;

  • c.

    de betrokkene niet aannemelijk kan maken dat hij ontheemd is.

Hoofdstuk

III

Eisen aan de opvangvoorziening

Artikel

5

Hoofdstuk

IV

De verstrekkingen gedurende de gemeentelijke opvang

Artikel

6

Artikel

7

Artikel

8

Artikel

9

Artikel

10

Artikel

11

Hoofdstuk

V

Verstrekkingen in particuliere opvangvoorzieningen

Artikel

12

Artikel

13

Artikel

14

Hoofdstuk

VI

Kwetsbare personen

Artikel

15

Artikel

16

Bij de uitoefening van de bevoegdheid, bedoeld in artikel 9, eerste lid, zorgt de burgemeester ervoor dat:

  • a.

    minderjarige kinderen van ontheemden of minderjarige ontheemden worden gehuisvest bij hun ouders, bij hun ongehuwde broers of zussen of bij de volwassene die krachtens het recht of de praktijk van Nederland voor hen verantwoordelijk is, mits het in het belang van de betrokken minderjarige is;

  • b.

    afhankelijke meerderjarige ontheemden met bijzondere opvangbehoeften worden ondergebracht bij meerderjarige nauwe verwanten die zich reeds in Nederland bevinden en die volgens het recht of de praktijk voor hen verantwoordelijk zijn.

Artikel

18

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling opvang ontheemden Oekraïne.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage
De Minister van Justitie en Veiligheid, D. Yeşilgöz-Zegerius
De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, E. van der Burg