Gelet op artikel 59, aanhef en onder a, van de Wmg, heeft de Minister van VWS met brief van 4 juni 2021, met kenmerk 2369290-1009887-PZO, ten behoeve van de voorliggende beleidsregel een aanwijzing op grond van artikel 7 van de Wmg, aan de NZa gegeven. Deze aanwijzing dateert van 4 juni 2021 en heeft als kenmerk 2369290-1009887-PZO.
Gelet op artikel 59, aanhef en onder a, van de Wmg, heeft de Minister voor Langdurige Zorg en Sport met brief van 18 mei 2022, met kenmerk 3366568-1028982-PZo, ten behoeve van de voorliggende beleidsregel een aanwijzing op grond van artikel 7 van de Wmg, aan de NZa gegeven. Deze aanwijzing dateert van 18 mei 2022 en heeft als kenmerk 3366568-1028982-PZo.
Artikel
1
Begripsbepalingen
In deze beleidsregel wordt, tenzij anders vermeld, verstaan onder:
natuurlijk persoon of rechtspersoon voor zover deze tarieven in rekening brengt namens, ten behoeve van of in verband met het verlenen van zorg door een zorgaanbieder als bedoeld onder 1°.
Artikel
2
Doel van de beleidsregel
Het doel van de beleidsregel is om vast te leggen op welke wijze de NZa gebruik maakt van haar bevoegdheid om tarieven en prestatiebeschrijvingen vast te stellen op het gebied van geneeskundige zorg zoals bedoeld in artikel 2.4 van het Besluit zorgverzekering voor zover voor deze zorg nog geen prestatiebeschrijvingen zijn vastgesteld op grond van andere beleidsregels.
Artikel
3
Reikwijdte
Deze beleidsregel is van toepassing op geneeskundige zorg als omschreven bij of krachtens de Zorgverzekeringswet (Zvw) voor zover de NZa voor de voornoemde zorg op grond van andere beleidsregels geen prestatiebeschrijvingen heeft vastgesteld op grond van de Wmg.
Artikel
4
Voorwaarden, voorschriften en beperkingen
De prestaties zoals vermeld in artikel 5 mogen enkel in rekening worden gebracht, indien wordt voldaan aan de voorwaarden, voorschriften en/of beperkingen verbonden aan de betreffende prestaties. De NZa zal de voorwaarden, voorschriften en/of beperkingen opnemen in de tariefbeschikking.
Artikel
5
Prestatiebeschrijvingen en tarieven
1
Geneeskundige zorg in het kader van individuele zorg bij tuberculose en infectieziekten
a.
Prestatiestructuur
Het leveren van geneeskundige zorg in het kader van individuele zorg bij tuberculose (infectie) en infectieziekten. Hierbij kan sprake zijn van de noodzaak tot verwijzen, diagnosticeren, behandelen en begeleiden (ook) met het oog op het bevorderen van de therapietrouw. De zorg kan enkel op consultbasis worden gedeclareerd en kent de volgende prestatiestructuur:
•
Consult korter dan 20 minuten;
•
Consult 20 minuten of langer;
•
Visite korter dan 20 minuten;
•
Visite 20 minuten of langer;
•
Telefonisch consult;
•
Vaccinatie.
b.
Begrenzing en beperking van de prestatie
Individuele zorg bij tuberculose (infectie) en infectieziektebestrijding kan alleen gedeclareerd worden door gekwalificeerde en landelijke geregistreerde artsen. De Registratie commissie Geneeskundig Specialisten (RGS) van de KNMG bepaalt daarbij de registratiecriteria.
c.
Tariefsoort en -hoogte
De onder artikel 5.1.a beschreven prestaties voor de behandeling van tuberculose en infectieziektebestrijding door GGD artsen kennen maximumtarieven. Het maximumtarief voor een consult korter dan 20 minuten is gelijkgesteld aan het basistarief dat geldt voor incidentele en acute hulpverlening die een huisarts levert aan niet bij hem ingeschreven verzekerden. Het maximumtarief voor de in de bovenstaande lijst genoemde overige prestaties wordt vervolgens bepaald door het basistarief consult met de bijbehorende factor te vermenigvuldigen.
Consult korter dan 20 minuten
1,0
Consult 20 minuten of langer
2,0
Visite korter dan 20 minuten
1,5
Visite 20 minuten of langer
2,5
Telefonisch consult
0,5
Vaccinatie
0,5
d.
De aan de zorgaanbieder in rekening gebrachte laboratoriumkosten en entstoffen in verband met vaccinatie kunnen enkel tegen kostprijs worden doorberekend. Aanvullend diagnostisch onderzoek door de zorgaanbieder kan op basis van de regelgeving voor medisch-specialistische zorg in rekening worden gebracht.
2
Preventieve voetzorg
a.
Prestatiestructuur
Het leveren van preventieve voetzorg aan patiënten met een verhoogd risico op voetulcera, vanwege verlies van protectieve sensibiliteit van de voeten, verminderde doorbloeding van de voeten, verhoogde druk op de huid mogelijk in combinatie met een kwetsbare huid, ten gevolge van een medische aandoening of een medische behandeling, zoals door het Zorginstituut omschreven in het ‘Standpunt Voetzorg voor mensen met diabetes mellitus’ en ‘Notitie verduidelijking standpunt Voetzorg voor mensen met diabetes mellitus’. Eveneens kan preventieve voetzorg worden geleverd aan patiënten met een verhoogd risico op voetulcera, vanwege een voetulcus of amputatie in de voorgeschiedenis, een inactieve Charcotvoet, eindstadium nierfalen of nierdialyse, zoals door het Zorginstituut omschreven in het ‘Standpunt Voetzorg voor mensen met diabetes mellitus’ en ‘Notitie verduidelijking standpunt Voetzorg voor mensen met diabetes mellitus’. De te declareren prestaties omvatten het totaalpakket aan werkzaamheden, voor zover deze door het Zorginstituut Nederland geduid zijn als geneeskundige zorg die ten laste van de basisverzekering kan worden gebracht.
Preventieve voetzorg bij kent de volgende prestatiestructuur:
1.
Jaarlijks gerichte voetcontrole om te beoordelen of iemand met licht verhoogde risicovoeten mogelijk wonden krijgt
Er is sprake van verlies van protectieve sensibiliteit (PS) of aanwijzingen voor perifeer arterieel vaatlijden (PAV) zonder tekenen van lokaal verhoogde druk. De prestatie omvat anamnese, voetonderzoek en risico-inventarisatie bij licht verhoogd risico op voetulcera. Het tarief behorende bij deze prestatie is gebaseerd op een gemiddelde inspanning per voetcontrole.
2.
Preventieve voetzorg om hoog risicovoeten zonder lokaal verhoogde druk te beschermen tegen het krijgen van wonden
Er is sprake van verlies van protectieve sensibiliteit (PS) in combinatie met aanwijzingen voor perifeer arterieel vaatlijden (PAV) zonder tekenen van lokaal verhoogde druk. De prestatie omvat het volgende totaalpakket aan werkzaamheden bij hoog risico op voetulera:
•
jaarlijkse voetcontrole, bestaande uit anamnese, voetonderzoek en risicoinventarisatie;
•
meer frequent gericht voetonderzoek, inclusief de daaruit volgende diagnostiek en behandeling van risicofactoren zoals huid- en nagelproblemen en voetvorm- en standsafwijkingen bij patiënten met een verhoogd risico op ulcera;
•
behandeling van risicofactoren bij patiënten met een hoog risico op ulcera;
•
educatie en initiëren van aanpassing van leefstijlfactoren als onderdeel van de behandelcyclus;
•
advisering over adequaat schoeisel en/of advisering over andere hulpmiddelen.
Het tarief behorende bij deze prestatie is gebaseerd op een gemiddelde jaarlijkse inspanning.
3.
Preventieve voetzorg om hoog risicovoeten met lokaal verhoogde druk te beschermen tegen het krijgen van wonden
Er is sprake van:
−
aanwijzingen voor perifeer arterieel vaatlijden (PAV) in combinatie met tekenen van lokaal verhoogde druk. Of;
−
verlies van protectieve sensibiliteit (PS) in combinatie met tekenen van lokaal verhoogde druk. Of;
−
verlies van PS in combinatie met aanwijzigngen voor PAV en tekenen van lokaal verhoogde druk.
De prestatie omvat het volgende totaalpakket aan werkzaamheden bij hoog risico op voetulcera:
•
jaarlijkse voetcontrole, bestaande uit anamnese, voetonderzoek en risicoinventarisatie;
•
meer frequent gericht voetonderzoek, inclusief de daaruit volgende diagnostiek en behandeling van risicofactoren zoals huid- en nagelproblemen en voetvorm- en standsafwijkingen bij patiënten met een verhoogd risico op ulcera;
•
behandeling van risicofactoren bij patiënten met een hoog risico op ulcera;
•
educatie en initiëren van aanpassing van leefstijlfactoren als onderdeel van de behandelcyclus;
•
advisering over adequaat schoeisel en/of advisering over andere hulpmiddelen.
Het tarief behorende bij deze prestatie is gebaseerd op een gemiddelde jaarlijkse inspanning.
4.
Preventieve voetzorg om zeer hoog risicovoeten te beschermen tegen het (opnieuw) krijgen van wonden
Er is sprake van:
−
voetulcus of amputatie in de voorgeschiedenis. Of;
−
inactieve Charcot-voet. Of;
−
eindstadium nierfalen (eGFR < 15ml/min) of nierdialyse.
De prestatie omvat het volgende totaalpakket aan werkzaamheden bij een sterk verhoogd risico op voetulcera:
•
jaarlijkse voetcontrole, bestaande uit anamnese, voetonderzoek en risicoinventarisatie;
•
meer frequent gericht voetonderzoek, inclusief de daaruit volgende diagnostiek en behandeling van risicofactoren zoals huid- en nagelproblemen en voetvorm- en standsafwijkingen bij patiënten met een sterk verhoogd risico op ulcera;
•
behandeling van risicofactoren bij patiënten met een sterk verhoogd risico op ulcera;
•
educatie en initiëren van aanpassing van leefstijlfactoren als onderdeel van de behandelcyclus;
•
advisering over adequaat schoeisel en/of advisering over andere hulpmiddelen.
Het tarief behorende bij deze prestatie is gebaseerd op een gemiddelde jaarlijkse inspanning.
5.
Toeslag voor zorg aan huis
In het geval de zorgaanbieder de patiënt thuis behandelt vanwege de gezondheidstoestand van de patiënt, kan een toeslag voor zorg aan huis in rekening worden gebracht ter compensatie van tijd en reiskosten, indien aan alle onderstaande voorwaarden wordt voldaan:
•
De behandeling vindt bij de patiënt thuis, niet zijnde een instelling als bedoeld in de Wet toelating zorginstellingen, plaats;
•
De toeslag kan per patiënt per dag slechts eenmaal in rekening worden gebracht tenzij er een medische noodzaak is de patiënt meerdere keren op één dag te behandelen en er dan ook meerdere keren reistijd en reiskosten gemaakt worden.
6.
Toeslag voor zorg in een instelling
In het geval de zorgaanbieder de patiënt, vanwege de gezondheidstoestand van de patiënt, in een instelling als bedoeld in de Wet toelating zorginstellingen behandelt, kan een toeslag voor zorg in een instelling in rekening worden gebracht ter compensatie van tijd en reiskosten indien aan alle onderstaande voorwaarden wordt voldaan:
•
De behandeling vindt in een instelling als bedoeld in de Wet toelating zorginstellingen plaats;
•
De toeslag kan per patiënt per dag slechts eenmaal in rekening worden gebracht tenzij er een medische noodzaak is de patiënt meerdere keren op één dag in een instelling te behandelen en er dan ook meerdere keren reistijd en reiskosten gemaakt worden;
•
Deze prestatie mag alleen in rekening worden gebracht wanneer er daadwerkelijk reistijd en reiskosten naar de instelling gemaakt worden voor behandeling van de patiënt.
b.
Begrenzing en beperking van de prestatie
De prestaties in artikel 5.2.a kunnen enkel in rekening worden gebracht indien de zorg geen onderdeel uitmaakt van een integraal bekostigde zorgketen diabetes mellitus, zoals beschreven in de Beleidsregel huisartsenzorg en multidisciplinaire zorg, maar zorginhoudelijk wel voldoet aan de voorwaarden van die beleidsregel.
De prestaties kunnen enkel in rekening worden gebracht indien het totaalpakket aan werkzaamheden zoals beschreven in artikel 5.2.a onder verantwoordelijkheid van de declarerende zorgaanbieder wordt of kan worden geleverd. De declarerende zorgaanbieder fungeert daarbij als hoofdaannemer van het totaalpakket aan werkzaamheden.
Indien een (deel van de) prestatie(s) wordt uitbesteed aan een onderaannemer (uitvoerende zorgaanbieder), dient gebruik te worden gemaakt van de prestatie onderlinge dienstverlening in artikel 5.4 van deze beleidsregel.
c.
Tariefsoort en -hoogte
De onder artikel 5.2.a beschreven prestaties 1 tot en met 4 kennen maximumtarieven, gebaseerd op de gemiddelde inzet van zorgaanbieders voor patiënten binnen de prestatiebeschrijvingen. Bovenop het maximumtarief kan een opslag worden overeengekomen voor de behandeling van patiënten met een hogere zorgzwaarte dan het gemiddelde van de populatie. Voor de opslag geldt dat deze enkel in rekening kan worden gebracht indien voor individuele patiënten met een hogere dan gemiddelde zorgzwaarte hier een overeenkomst met de zorgverzekeraar van de patiënt aan ten grondslag ligt. De aanvullende voorwaarden die moeten gelden voor het in rekening brengen van de opslag, kunnen in deze overeenkomst worden vastgelegd. Ook de opslag kent een maximumtarief.
In de maximumtarieven is een component voor het (gederfd) rendement op het eigen vermogen (VGREV) van 1,17% toegevoegd. Het opslagpercentage dient als vergoeding voor de eigen vermogenskosten waarmee de zorgaanbieder ondernemersrisico’s kan opvangen.
De maximumtarieven en bijbehorende opslagen zijn weergegeven op definitief prijsniveau 2022.
Jaarlijks gerichte voetcontrole om te beoordelen of iemand met licht verhoogde risicovoeten mogelijk wonden krijgt
€ 41,52
Preventieve voetzorg om hoog risicovoeten zonder lokaal verhoogde druk te beschermen tegen het krijgen van wonden
€ 295,28
€ 104,58
Preventieve voetzorg om hoog risicovoeten met lokaal verhoogde druk te beschermen tegen het krijgen van wonden
€ 430,62
€ 129,19
Preventieve voetzorg om zeer hoog risicovoeten te beschermen tegen het (opnieuw) krijgen van wonden
€ 578,27
€ 141,49
De onder artikel 5.2.a beschreven prestaties 5 en 6 kennen maximumtarieven, welke zijn weergegeven op definitief niveau 2022.
De toeslag voor zorg aan huis (prestatie 5) of in een instelling (prestatie 6) kunnen uitsluitend in rekening worden gebracht wanneer er zorg, vallende onder de in artikel 5.2.a beschreven prestaties 1, 2, 3 of 4, aan de patiënt wordt geleverd.
Toeslag voor zorg aan huis
€ 22,53
Toeslag voor zorg in een instelling
€ 7,51
Alle tarieven worden in beginsel jaarlijks ambtshalve geïndexeerd. Voor wat betreft de loonkosten wordt de index vastgesteld door het Ministerie van VWS. Deze index houdt verband met de cao-afspraken. Het tarief wordt vastgesteld op basis van een voorcalculatie voor jaar t en de definitieve index van jaar t-1.
3
Koemelkallergie-test
a.
Prestatiestructuur
Het leveren van een dubbelblinde placebogecontroleerde voedselprovocatietest conform de geldende richtlijn Voedselveiligheid jeugdgezondheidszorg. De patiënt krijgt op locatie van de zorgaanbieder in oplopende doses onder medisch toezicht in twee sessies testvoeding met of zonder koemelk toegediend, waarbij noch de betrokken behandelaars noch de patiënt (en diens ouders) op de hoogte zijn van welke testvoeding koemelk bevat.
b.
Tariefsoort en -hoogte
De onder artikel 5.3.a beschreven prestatie kent een maximumtarief. In het maximumtarief is een component voor het (gederfd) rendement op het eigen vermogen (VGREV) van 1,17% toegevoegd. Het opslagpercentage dient als vergoeding voor de eigen vermogenskosten waarmee de zorgaanbieder ondernemersrisico’s kan opvangen.
Het maximumtarief voor de prestatie bedraagt € 857,37 (definitief niveau 2022).
Het tarief wordt in beginsel jaarlijks ambtshalve geïndexeerd. Voor wat betreft de loonkosten wordt de index vastgesteld door het Ministerie van VWS. Deze index houdt verband met de cao-afspraken. Voor wat betreft de materiële kosten wordt aangesloten bij de prijsindexcijfer particuliere consumptie uit het Centraal Economisch Plan (CEP) van het Centraal Planbureau (CPB). Met de brief van 20 september 2022 (kenmerk 3434939-1035019-FEZ) heeft VWS de NZa opdracht gegeven om voor de tariefberekening 2023 incidenteel aan te sluiten op de ramingen uit de Macro Economische Verkenningen van het Centraal Planbureau. Dit geldt zowel voor de personele index als de materiële index. De op het tarief toe te passen index is het gewogen gemiddelde van de loon- en materiële indices waarbij wordt uitgegaan van een aandeel van 68% loonkosten en 32% materiële kosten. Het tarief wordt vastgesteld op basis van een voorcalculatie voor jaar t en de definitieve indices van jaar t-1.
c.
Contractvoorwaarde
Deze prestatie kan enkel in rekening worden gebracht indien hieraan een schriftelijke overeenkomst tussen de betreffende zorgaanbieder en ziektekostenverzekeraar ten grondslag ligt. De prestatie mag ook in rekening worden gebracht indien de zorgverzekeraar van de desbetreffende verzekerde uitsluitend restitutiepolissen aanbiedt onder de voorwaarde dat er een overeenkomst is met minimaal één andere zorgverzekeraar.
4
Onderlinge dienstverlening
a.
Prestatiestructuur
Onderlinge dienstverlening betreft de levering van een (deel)prestatie of van een geheel van prestaties door een ‘andere zorgaanbieder’ in opdracht van een ‘zorgaanbieder’. De andere zorgaanbieder wordt in dit kader ook wel aangeduid als de ‘uitvoerende zorgaanbieder’. De zorgaanbieder wordt in dit kader ook wel aangeduid als de ‘opdrachtgevende zorgaanbieder’.
De uitvoerende zorgaanbieder heeft de mogelijkheid om (onderdelen van) de prestaties op het gebied van overige geneeskundige zorg met inachtneming van de geldende maximumtarieven, in opdracht van de opdrachtgevende zorgaanbieder via onderlinge dienstverlening in rekening te brengen aan de opdrachtgevende zorgaanbieder.
b.
Tariefsoort en -hoogte
De tarieven voor de prestatie onderlinge dienstverlening zijn vrij onderhandelbaar. Het overeengekomen tarief mag echter niet hoger zijn dan het door de NZa vastgestelde maximumtarief voor de bij de zorg behorende prestatie.
5
Medische verklaring in het kader van de Wet zorg en dwang – rechterlijke machtiging
a.
Prestatiestructuur
Het opstellen van een medische verklaring door een ter zake kundige arts ten behoeve van het verzoek van het CIZ tot het verlenen van een rechterlijke machtiging zoals omschreven in de Wet zorg en dwang.
Alle werkzaamheden die worden uitgevoerd in het kader van de medische verklaring voor de rechterlijke machtiging vallen onder deze prestatiebeschrijving en kunnen niet apart in rekening worden gebracht.
Het maximumtarief kan dus in rekening worden gebracht per medische verklaring.
Deze prestaties mag ook in rekening worden gebracht wanneer alle werkzaamheden zijn uitgevoerd, maar er uiteindelijk wordt besloten geen medische verklaring op te stellen.
b.
Tariefsoort en -hoogte
De onder artikel 5, vijfde lid, onderdeel a beschreven prestatie kent een maximumtarief.
Het maximumtarief voor deze prestatie is opgebouwd uit de volgende elementen:
•
De opbouw van de prestatie uitgedrukt in aantal minuten (in)direct patiëntgebonden tijd;
•
Een tarief per 60 minuten (in)direct patiëntgebonden tijd. Het aantal uren direct en indirect patiëntgebonden tijd in de prestatie vermenigvuldigd met het tarief per 60 minuten vormt het maximumtarief van de prestatie.
De prestatie ‘Medische verklaring in het kader van de Wet zorg en dwang – rechterlijke machtiging’ is een integrale prestatie en bevat zowel de direct als de indirect patiëntgebonden tijd.
Voor de opbouw van deze prestatie gaan we uit van de volgende gemiddelde tijdsbesteding:
Voorbereiden en beoordelingsgesprek:
2,5 uur
Rapportage:
1 uur
Reistijd:
1,5 uur
Bij deze prestatie wordt dus uitgegaan van een gemiddelde tijdsbesteding van 5 uur.
Het tarief per 60 minuten is als volgt opgebouwd:
•
Directe personeelskosten: gemiddelde loonkosten binnen de range van FWG schalen 60-65 (artsen verstandelijk gehandicapten) en 65-75 (specialisten ouderengeneeskunde);
•
Productiviteit:70,6%;
•
Indirecte kosten: opslagpercentage van 30,6%, gelijk aan de tarifering binnen verpleging en verzorging;
•
VGREV: opslagpercentage voor gederfd rendement op eigen vermogen van 1,17%;
•
Prijsindexatie naar het betreffende tariefjaar van de kostenonderdelen loon, materieel en kapitaal.
6
Medische verklaring in het kader van de Wet zorg en dwang – inbewaringstelling
a.
Prestatiestructuur
Het opstellen van een medische verklaring door een ter zake kundige arts ten behoeve van een beschikking tot inbewaringstelling van de burgemeester van de gemeente waarin de betreffende persoon zich bevindt zoals omschreven in de Wet zorg en dwang.
Alle werkzaamheden die worden uitgevoerd in het kader van de medische verklaring voor de inbewaringstelling vallen onder deze prestatiebeschrijving en kunnen niet apart in rekening worden gebracht.
Het maximumtarief kan dus in rekening worden gebracht per medische verklaring.
Indien er geen medische verklaring voor een inbewaringstelling wordt opgesteld kan deze prestatie niet in rekening worden gebracht. Hiervoor kan de prestatie ‘Beoordeling tot inbewaringstelling zonder afgifte medische verklaring in het kader van de Wet zorg en dwang’ in rekening worden gebracht, indien wordt voldaan aan alle voorwaarden van die prestatie.
Het maximumtarief voor deze prestatie is opgebouwd uit de volgende elementen:
•
De opbouw van de prestatie uitgedrukt in aantal minuten (in)direct patiëntgebonden tijd;
•
Een tarief per 60 minuten (in)direct patiëntgebonden tijd. Het aantal uren direct en indirect patiëntgebonden tijd in de prestatie vermenigvuldigd met het tarief per 60 minuten vormt het maximumtarief van de prestatie;
•
Kosten software.
De prestatie ‘Medische verklaring in het kader van de Wet zorg en dwang – inbewaringstelling’ is een integrale prestatie en bevat zowel de direct als de indirect patiëntgebonden tijd.
Voor de opbouw van deze prestatie gaan we uit van de volgende gemiddelde tijdsbesteding:
Voorbereiden en beoordelingsgesprek:
2,5 uur
Rapportage
1 uur
Reistijd:
1,5 uur
Wachttijd
2 uur
Bij deze prestatie wordt dus uitgegaan van een gemiddelde tijdsbesteding van 7 uur voor de ter zake kundige arts.
Voor de ondersteunende/begeleidende zorgverlener wordt bij deze prestatie uitgegaan van een gemiddelde tijdsbesteding van 4,9 uur (70% van 7 uur).
Het tarief per 60 minuten is als volgt opgebouwd:
•
Directe personeelskosten:
○
gemiddelde loonkosten binnen de range van FWG schalen 60–65 (artsen verstandelijk gehandicapten) en 65–75 (specialisten ouderengeneeskunde);
○
gemiddelde loonkosten binnen de range van FWG schalen 45–55 (verpleegkundigen);
•
Productiviteit: 70,6%
•
Indirecte kosten: opslagpercentage van 30,6%, gelijk aan de tarifering binnen verpleging en verzorging;
•
VGREV: opslagpercentage voor gederfd rendement op eigen vermogen van 1,17%;
•
Prijsindexatie naar het betreffende tariefjaar van de kostenonderdelen loon, materieel en kapitaal.
7
Beoordeling tot inbewaringstelling zonder afgifte medische verklaring in het kader van de Wet zorg en dwang
a.
Prestatiestructuur
Deze prestatie kan in rekening worden gebracht wanneer:
•
er een beoordeling heeft plaatsgevonden door een ter zake kundige arts ten behoeve van een beschikking tot inbewaringstelling van de burgemeester van de gemeente waarin de betreffende persoon zich bevindt zoals omschreven in de Wet zorg en dwang;
•
de benodigde medische verklaring voor de inbewaringstelling door de ter zake kundige arts niet wordt afgegeven;
•
alle andere werkzaamheden die nodig zijn voor het afgeven van een medische verklaring wel zijn uitgevoerd.
Alle werkzaamheden die worden uitgevoerd in het kader van de beoordeling tot de inbewaringstelling in het kader van de Wet zorg en dwang vallen onder deze prestatiebeschrijving en kunnen niet apart in rekening worden gebracht.
Het maximumtarief kan dus per beoordeling in rekening worden gebracht.
Het maximumtarief voor deze prestatie is opgebouwd uit de volgende elementen:
•
De opbouw van de prestatie uitgedrukt in aantal minuten (in)direct patiëntgebonden tijd;
•
Een tarief per 60 minuten (in)direct patiëntgebonden tijd. Het aantal uren direct en indirect patiëntgebonden tijd in de prestatie vermenigvuldigd met het tarief per 60 minuten vormt het maximumtarief van de prestatie.
De presentatie ‘Beoordeling tot inbewaringstelling in het kader van de Wet zorg en dwang’ is een integrale prestatie en bevat zowel de direct als de indirect patiëntgebonden tijd.
Voor de opbouw van deze prestatie gaan we uit van de volgende gemiddelde tijdsbesteding:
Voorbereiden en beoordelingsgesprek:
2,5 uur
Rapportage
1 uur
Reistijd
1,5 uur
Bij deze prestatie wordt dus uitgegaan van een gemiddelde tijdsbesteding van 5 uur voor de ter zake kundige arts.
Voor de ondersteunende/begeleidende zorgverlener wordt bij deze prestatie uitgegaan van een gemiddelde tijdsbesteding van 3,5 uur (70% van 5 uur).
Het tarief per 60 minuten is als volgt opgebouwd:
•
Directe personeelskosten:
○
gemiddelde loonkosten binnen de range van FWG schalen 60-65 (artsen verstandelijk gehandicapten) en 65-75 (specialisten ouderengeneeskunde);
○
gemiddelde loonkosten binnen de range van FWG schalen 45-55 (verpleegkundigen);
•
Productiviteit: 70,6%
•
Indirecte kosten: opslagpercentage van 30,6%, gelijk aan de tarifering binnen verpleging en verzorging;
•
VGREV: opslagpercentage voor gederfd rendement op eigen vermogen van 1,17%;
•
Prijsindexatie naar het betreffende tariefjaar van de kostenonderdelen loon, materieel en kapitaal.
8
Verschijnen ter zitting in het kader van de Wet zorg en dwang, per zitting
a.
Prestatiestructuur
Bij het verschijnen ter zitting in het kader van de Wet zorg en dwang wordt een zorgverlener door de rechter gevraagd om een toelichting te geven op de meest actuele geestestoestand van de cliënt en de noodzakelijk geachte zorg. Hierdoor wordt de kwaliteit van de rechterlijke beslissing en daarmee de kwaliteit van de zorg geborgd.
De prestatie kan in rekening worden gebracht indien aan alle onderstaande voorwaarden wordt voldaan:
•
De zorgverlener is op verzoek van de rechtbank ter zitting verschenen.
•
Ten aanzien van de cliënt waarvoor de zorgverlener op verzoek van de rechterbank ter zitting is verschenen, is eerder één van de volgende prestaties gedeclareerd:
○
Medische verklaring in het kader van de Wet zorg en dwang – rechterlijke machtiging; of
○
Medische verklaring in het kader van de Wet zorg en dwang – inbewaringstelling.
De prestatie kan per zitting in rekening worden gebracht.
b.
Tariefsoort en -hoogte
De onder artikel 5, achtste lid, onderdeel a beschreven prestatie kent een maximumtarief.
Voor de opbouw van deze prestatie gaan we uit van de volgende gemiddelde tijdsbesteding:
Aanwezigheid zitting:
0,5 uur
Het tarief per 60 minuten is als volgt opgebouwd:
•
Directe personeelskosten:
○
gemiddelde loonkosten binnen de range van FWG schalen 60–65 (artsen verstandelijk gehandicapten) en 65–75 (specialisten ouderengeneeskunde);
○
gemiddelde loonkosten binnen de range van FWG schalen 45–55 (verpleegkundigen);
○
De gemiddelde loonkosten arts verstandelijk gehandicapten/specialisten ouderengeneeskunde en de gemiddelde loonkosten verpleegkundigen tellen respectievelijk voor 60% en 40% mee in de opbouw van het tarief;
•
Productiviteit: 70,6%
•
VGREV: opslagpercentage voor gederfd rendement op eigen vermogen van 1,17%;
•
Prijsindexatie naar het betreffende tariefjaar van de kostenonderdelen loon, materieel en kapitaal.
9
Reistoeslag zorgverlener bij verschijnen ter zitting in het kader van de Wet zorg en dwang, per 10 minuten
a.
Prestatiestructuur
De prestatie Reistoeslag zorgverlener bij verschijnen ter zitting in het kader van de Wet zorg en dwang, per 10 minuten kan alleen in rekening worden gebracht als de zorgverlener reistijd heeft gemaakt om bij de locatie waar de rechtszitting plaatsvindt te verschijnen, ter verantwoording van een medische verklaring in het kader van een rechterlijke machtiging of verlenging van de inbewaringstelling.
De prestatie is ter compensatie van tijd en kan in rekening worden gebracht indien aan alle onderstaande voorwaarden wordt voldaan:
•
De prestatie kan alleen in rekening worden gebracht in combinatie met de prestatie Verschijnen ter zitting in het kader van de Wet zorg en dwang, per zitting;
•
De prestatie geldt per oproep om ter zitting te verschijnen per cliënt.
De prestatie wordt uitsluitend naar evenredigheid van de werkelijke tijd voor deze prestatie in tijdseenheden van tien minuten gedeclareerd. Dit betekent dat de behandeltijd dient te worden afgerond naar het dichtstbijzijnde veelvoud van tien minuten.
b.
Tariefsoort en -hoogte
De onder artikel 5, negende lid, onderdeel a beschreven prestatie kent een maximumtarief.
De reistoeslag bestaat uit het aantal minuten reistijd keer de kostprijs van een zorgverlener per minuut. De kostprijs per minuut is gebaseerd op 60% van de gemiddelde loonkosten binnen de range van FWG schalen 60–65 (artsen verstandelijk gehandicapten) en 65–75 (specialisten ouderengeneeskunde) en 40% van de gemiddelde loonkosten binnen de range van FWG schalen 45–55 (verpleegkundigen).
10
Verblijf bij inbewaringstelling voor cliënten met een (vermoeden van een) verstandelijke beperking
a.
Begrippen
Onder deze prestatie wordt, tenzij anders vermeld, verstaan onder:
verblijf: Zorg als bedoeld in artikel 2.12 van het Besluit Zorgverzekering, voor zover het gaat om verblijf dat medisch noodzakelijk is in verband met geneeskundige zorg zoals huisartsen die plegen te bieden, al dan niet gepaard gaande met verpleging, verzorging of paramedische zorg.
psychologische zorg binnen het verblijf: Zorg verleend door gedragsdeskundigen aan patiënten tijdens het verblijf, passende bij de indicatie voor verblijf, op verzoek van de huisarts of specialist ouderengeneeskunde of arts verstandelijk gehandicapten. Deze zorg valt onder de Zvw-prestatie ‘zorg zoals klinisch psychologen die plegen te bieden’, en wordt geleverd aan patiënten met (een vermoeden van) gedragsmatige en/of cognitieve problematiek, en niet zijnde (specialistische) geneeskundige geestelijke gezondheidszorg. De zorgverlener moet bevoegd en bekwaam zijn om de zorg voor patiënten met gedragsmatige en/of cognitieve problematiek te leveren.
kalenderdag: één dag, de tijdsduur van 24 uur – van middernacht tot de eerstvolgende middernacht – waarvoor op de kalender een datum staat.
b.
Prestatiestructuur
De prestatie ‘Verblijf bij inbewaringstelling voor cliënten met een (vermoeden van een) verstandelijke beperking’ bevat de zorg ten tijde van een gedwongen opname met inbewaringstelling (IBS) aan cliënten met een (vermoeden van een) verstandelijke beperking. De cliënt is aangewezen op crisiszorg, blijkende uit het feit dat de IBS is opgelegd.
De prestatie omvat de volgende componenten:
a)
Verblijf:
○
Verblijf voor zorg die medisch noodzakelijk is. Hierbij is inbegrepen de huisvestingskosten, inventaris, eten en drinken, schoonmaak, linnengoed, outillagemiddelen, etc.
○
24-uurs beschikbaarheid en zorglevering van verpleging en/of verzorging.
○
De geneeskundige zorg geleverd door de specialist ouderengeneeskunde en arts verstandelijk gehandicapten. Bij de geneeskundige zorg is ook de diagnostiek, voor zover uitgevoerd door de specialist ouderengeneeskunde en arts verstandelijk gehandicapten, inbegrepen. Indien een specialist ouderengeneeskunde een geriatrisch assessment uitvoert ten behoeve van toegang tot de geriatrische revalidatiezorg, is dit niet opgenomen in de integrale prestaties van het eerstelijnsverblijf.
○
De psychologische zorg binnen het verblijf, die samenhangt met de indicatie voor opname in het verblijf.
○
De paramedische zorg (fysiotherapie, oefentherapie Mensendieck/Cesar, logopedie, diëtetiek en ergotherapie) binnen het verblijf, die samenhangt met de indicatie voor opname in het verblijf.
b)
De zorg zoals psychiaters die plegen te bieden;
c)
Farmaceutische zorg:
•
Kosten van geneesmiddelen vallen buiten het tarief en moeten apart in rekening worden gebracht als declaratie binnen de farmaceutische zorg. In de totstandkoming van de tarieven voor het verblijf bij inbewaringstelling voor cliënten met een (vermoeden van een) verstandelijke beperking zijn geneesmiddelen uit de kosten van het verblijf gehaald.
•
Omdat uitsluitend de kosten van geneesmiddelen buiten de tarieven om gedeclareerd moeten worden, maken de kosten die verband houden met de terhandstelling en hulpmiddelen alsmede de kosten voor dieetpreparaten wel onderdeel uit van het tarief. Onder dieetpreparaten worden diverse voedingsdranken, sondevoeding en metabole preparaten geschaard. Ook de kosten van eiwit- en vetpreparaten maken onderdeel uit van het tarief.
•
Toebehoren als infusievloeistof of wanneer een geneesmiddel reeds in een injectienaald is verpakt, maken geen onderdeel uit van het tarief voor verblijf en moeten als declaratie binnen de farmaceutische zorg gedeclareerd worden.
Deze prestatie is declarabel per kalenderdag en kan enkel gedeclareerd worden op dagen dat de cliënt aanwezig is ten tijde van de IBS.
c.
Tariefsoort en -hoogte
De onder artikel 5, achtste lid, onderdeel b beschreven prestatie kent een maximumtarief.
Het maximumtarief voor deze prestatie is gebaseerd op het bestaande tarief voor de prestatie ‘ghz crisiszorg zwaar (Z494)’ zoals omschreven in de Beleidsregel prestatiebeschrijvingen en tarieven zorgzwaartepakketten en volledig pakket thuis, aangevuld met een opslagpercentage voor gederfd rendement op eigen vermogen (VGREV) van 1,17% (€ 578,58 per dag definitief niveau 2022). Het tarief is geschoond voor de kosten van geneesmiddelen (€ 0,09 per dag definitief niveau 2021). Kosten van geneesmiddelen vormen geen onderdeel van het integrale dagtarief.