Regeling van de Minister voor Klimaat en Energie van 26 september 2023, nr. WJZ/ 36713828, houdende regels over de subsidiëring van de realisatie en exploitatie van productie-installaties voor waterstof (Subsidieregeling opschaling volledig hernieuwbare waterstofproductie via elektrolyse)

Subsidieregeling opschaling volledig hernieuwbare waterstofproductie via elektrolyse

De Minister voor Klimaat en Energie,

Besluit:

§

1

Algemeen

Artikel

1.1

(begripsbepalingen)

In deze regeling wordt verstaan onder:

§

2

Criteria voor subsidieverstrekking

Artikel

2.1

(verstrekken van subsidie)

De Minister verstrekt op aanvraag aan een onderneming subsidie bestaande uit:

  • a.

    een subsidiedeel voor de realisatie van een waterstofproductie-installatie; en

  • b.

    een subsidiedeel voor de productie van volledig hernieuwbare waterstof met die waterstofproductie-installatie.

Artikel

2.2

(criteria)

Artikel

2.3

(volledig hernieuwbare waterstof)

Artikel

2.4

(subsidieplafond en openstellingstermijn)

§

3

Algemene bepalingen over de aanvraag voor subsidieverlening en de besluitvorming daarover

Artikel

3.1

(verdeling subsidieplafond)

Artikel

3.2

(rangschikkingsbedrag €/MW)

Artikel

3.3

(gegevens aanvraag)

Artikel

3.4

(gegevens subsidieparameters)

Artikel

3.5

(vergunningen)

Artikel

3.6

(haalbaarheidsstudie)

Artikel

3.7

(toestemming eigenaar locatie)

Artikel

3.8

(transportindicatie elektriciteit)

Artikel

3.9

(toestemming informatieverstrekking gemandateerden)

Artikel

3.10

(beslistermijn aanvraag subsidie)

Artikel

3.11

(afwijzingsgronden)

Artikel

3.12

(toets passende stimulering)

De Minister kan al ontvangen of genoten overheidssteun of in de toekomst te ontvangen of te genieten overheidssteun voor de realisatie van de waterstofproductie-installatie of voor de productie van volledig hernieuwbare waterstof in mindering brengen op de subsidie die op grond van deze regeling wordt verstrekt, indien die steun er toe leidt dat de totale voor de waterstofproductie-installatie verleende overheidssteun meer bedraagt dan is toegestaan op grond van de verplichtingen die voor de Staat gelden krachtens een verdrag.

Artikel

3.13

(transparantiebepaling)

De Minister maakt binnen zes maanden na de subsidieverlening de informatie bekend over de steunverlening, bedoeld in paragraaf 3.2.1.14, onderdeel 58, aanhef en subonderdeel b, van de Richtsnoeren staatssteun ten behoeve van klimaat, milieubescherming en energie 2022 (PbEU 2022/C 80/01).

§

4

Verplichtingen voor de subsidieontvanger

Artikel

4.1

(certificaat volledig hernieuwbare waterstof en ≥ 70% broeikasgasemissiereductie)

Artikel

4.2

(verklaring volledig hernieuwbare waterstof en ≥ 70% broeikasgasemissiereductie)

Artikel

4.3

(realisatie- en ingebruiknametermijn)

Artikel

4.4

(ontheffing)

Artikel

4.5

(waterstofproductie-installatie in Nederland)

De waterstofproductie-installatie wordt in stand gehouden in Nederland, de territoriale zee of binnen de Nederlandse exclusieve economische zone.

Artikel

4.6

(voortgangsverslag realisatie waterstofproductie-installatie)

Artikel

4.7

(eindverslag realisatie waterstofproductie-installatie)

Artikel

4.8

(overzicht kosten en baten toets passende stimulering)

Artikel

4.9

(voortgangsverslag productie waterstof)

Artikel

4.10

(kennisverspreiding)

De Minister kan de voortgangsverslagen, bedoeld in de artikelen 4.6 en 4.9, en het eindverslag, bedoeld in artikel 4.7, gebruiken voor openbare, brede verspreiding van de niet-bedrijfsgevoelige kennis en informatie die zijn opgedaan.

Artikel

4.11

(overige gegevensverstrekking)

Artikel

4.12

(evaluatieverplichting)

De subsidieontvanger verleent tot en met vijf jaar na de beschikking tot subsidievaststelling medewerking aan een evaluatie door de Minister van de doeltreffendheid en de effecten van de subsidie, voor zover medewerking redelijkerwijs van hem kan worden verlangd.

§

5

Investeringssubsidiedeel

Artikel

5.1

(toepassingsbereik paragraaf 5)

Deze paragraaf is van toepassing op het investeringssubsidiedeel.

Artikel

5.2

(berekeningswijze investeringssubsidiebedrag)

Artikel

5.3

(maximum investeringssubsidiebedrag)

Artikel

5.4

(subsidiabele kosten realisatie waterstofproductie-installatie)

Artikel

5.5

(kosten realisatie stoommethaanreforminstallatie)

Artikel

5.6

(verstrekken voorschotten)

Artikel

5.7

(berekeningswijze voorschotten)

Artikel

5.8

(bijstellen voorschotten)

§

6

Exploitatiesubsidiedeel

Artikel

6.1

(toepassingsbereik paragraaf 6)

Deze paragraaf is van toepassing op het exploitatiesubsidiedeel.

Artikel

6.2

(gegevens beschikking subsidieverlening)

In de beschikking tot subsidieverlening wordt in ieder geval opgenomen:

  • a.

    de periode die het exploitatiesubsidiedeel beslaat;

  • b.

    de productieprijs van volledig hernieuwbare waterstof;

  • c.

    de totale hoeveelheid te produceren volledig hernieuwbare waterstof in kg in de periode die het exploitatiesubsidiedeel beslaat;

  • d.

    de jaarlijkse gemiddelde hoeveelheid te produceren volledig hernieuwbare waterstof in kg, berekend met de formule:

    jaarlijkse gemiddelde hoeveelheid te produceren volledig hernieuwbare waterstof = totale hoeveelheid te produceren volledig hernieuwbare waterstof in kg, bedoeld in onderdeel c : periode die het exploitatiesubsidiedeel beslaat in kalenderjaren;

  • e.

    de maandelijkse gemiddelde hoeveelheid te produceren volledig hernieuwbare waterstof in kg, berekend met de formule:

    maandelijkse gemiddelde hoeveelheid te produceren volledig hernieuwbare waterstof = jaarlijkse gemiddelde hoeveelheid te produceren volledig hernieuwbare waterstof, bedoeld in onderdeel d : 12.

Artikel

6.3

(startdatum periode exploitatiesubsidiedeel)

De periode die het exploitatiesubsidiedeel beslaat, start op de datum van ingebruikname van de waterstofproductie-installatie.

Artikel

6.4

(berekeningswijze exploitatiesubsidiebedrag)

Artikel

6.5

(maximum exploitatiesubsidiebedrag)

Het maximum exploitatiesubsidiebedrag wordt berekend volgens de formule:

de totale hoeveelheid te produceren volledig hernieuwbare waterstof in kg in de periode die het exploitatiesubsidiedeel beslaat x (productieprijs van volledig hernieuwbare waterstof – € 1,7600 per kg waterstof).

Artikel

6.6

(gebankte onderproductie)

Artikel

6.7

(gebankte overproductie)

Indien in een kalenderjaar meer kg volledig hernieuwbare waterstof is geproduceerd dan de jaarlijkse gemiddelde hoeveelheid te produceren volledig hernieuwbare waterstof, wordt die te veel geproduceerde kg tot een hoeveelheid van ten hoogste 25% van de jaarlijkse gemiddelde hoeveelheid te produceren volledig hernieuwbare waterstof aangemerkt als zijnde geproduceerd in een volgend kalenderjaar, indien in dat volgende kalenderjaar de hoeveelheid geproduceerde volledig hernieuwbare waterstof in kg lager is dan de jaarlijkse gemiddelde hoeveelheid te produceren volledig hernieuwbare waterstof, inclusief de op grond van artikel 6.6 toegevoegde te produceren volledig hernieuwbare waterstof.

Artikel

6.8

(verstrekken voorschotten)

Artikel

6.9

(verstrekken maandelijks bedragen)

Artikel

6.10

(bijstellen voorschotten)

Artikel

6.11

(productieprijs volledig hernieuwbare waterstof)

Artikel

6.12

(definitief correctiebedrag)

Artikel

6.13

(voorlopig correctiebedrag)

Artikel

6.14

(hernieuwbare stroomafnameovereenkomsten)

Indien sprake is van een netgekoppelde waterstofproductie-installatie of een dubbelgekoppelde waterstofproductie-installatie verstrekt de Minister alleen een voorschot indien het eindverslag, bedoeld in artikel 4.7, vergezeld gaat van de hernieuwbare stroomafnameovereenkomsten voor wind- of zonne-energie voor de elektriciteit die gedurende de eerste vijf jaar zal worden gebruikt voor de productie van volledig hernieuwbare waterstof.

§

7

Subsidievaststelling

Artikel

7.1

(aanvraag subsidievaststelling)

Artikel

7.2

(subsidievaststelling)

§

8

Overgangs-, wijzigings- en slotbepalingen

Artikel

8.1

(overgangsrecht Omgevingswet)

Wijzigt deze regeling.

Artikel

8.2

(inwerkingtreding en vervaldatum)

Artikel

8.3

(citeertitel)

Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling opschaling volledig hernieuwbare waterstofproductie via elektrolyse.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage
De Minister voor Klimaat en Energie, R.A.A. Jetten

Bijlage

Bij artikel 5.7, (werkwijze berekening voorschotten investeringssubsidiedeel)

Een voorschot voor het investeringssubsidiedeel wordt als volgt berekend:

  • 1.

    Uitgangspunt is telkens de periode tussen de mijlpalen zoals die zijn opgenomen in het projectplan. De start van de activiteiten, bedoeld in artikel 5.6, derde lid, wordt daarbij als eerste mijlpaal beschouwd.

  • 2.

    Bepaald wordt welke periode tussen twee mijlpalen binnen het kwartaal vallen waarvoor een voorschot wordt verleend. De subsidiabele kosten in de periode tussen die twee mijlpalen komen voor voorschot in dat kwartaal in aanmerking.

  • 3.

    Indien de periode tussen twee mijlpalen meer dan één kwartaal beslaat, worden de subsidiabele kosten van die periode tussen die twee mijlpalen evenredig verdeeld over de betreffende kwartalen.