Regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, van 2 mei 2024, nr. IENW/BSK-2024/133084, houdende vaststelling van de tijdelijke regels inzake uitkeringen voor bodemsaneringen voor de periode 2024 tot en met 2030 (Tijdelijke regeling uitkering bodem 2024–2030)

Tijdelijke regeling uitkering bodem 2024–2030

§

1

Algemene bepalingen

Artikel

1

Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • andere niet genormeerde stoffen: niet genormeerde stoffen niet zijnde PFAS, drugs of aan drugsproductie gerelateerde stoffen;

  • bevoegd gezag Wbb: provincie of gemeente als bedoeld in de Wet bodembescherming of gemeente als bedoeld in het Besluit aanwijzing bevoegdgezaggemeenten Wet bodembescherming zoals die luidden voor de datum waarop de Omgevingswet in werking is getreden;

  • bevoegd gezag Ow: bevoegd gezag voor de bodem als bedoeld in de Omgevingswet voor de taken in het kader van de aanpak van bodem- of grondwaterverontreiniging;

  • budgetpost:

    • a.

      historische spoedopgaven;

    • b.

      diffuus verspreid lood;

    • c.

      PFAS en andere niet genormeerde stoffen;

    • d.

      buitenproportionele opgaven categorie B;

    • e.

      oude afspraken; of

    • f.

      toekomstbestendig omgaan met nazorg;

  • buitenproportionele opgave categorie A: buitenproportionele opgave als bedoeld in artikel 15, eerste lid;

  • buitenproportionele opgave categorie B: buitenproportionele opgave als bedoeld in artikel 15, tweede lid;

  • college: college van gedeputeerde staten;

  • convenant bodem en ondergrond: convenant bodem en ondergrond 2016–2020 zoals dat luidde op 31 december 2020;

  • grondwaterrichtlijn: Richtlijn 2006/118/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 betreffende de bescherming van het grondwater tegen verontreiniging en achteruitgang van de toestand (PbEU 2006, L 372);

  • historische spoedopgaven: aanpak van historische spoedeisende bodemverontreiniging als bedoeld in artikel 10;

  • kaderrichtlijn water: Richtlijn 2000/60/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2000 tot vaststelling van een kader voor communautaire maatregelen betreffende het waterbeleid (PbEG 2000, L 327);

  • nazorglocatie: locatie waar langdurig maatregelen moeten worden getroffen om de aanwezige bodemverontreiniging te beheersen dan wel te beheren;

  • minister: Minister van Infrastructuur en Waterstaat;

  • oude afspraken: aantoonbare toezeggingen of financiële afspraken die in het verleden tussen een individueel bevoegd gezag Wbb en het Rijk zijn gemaakt over de sanering van een geval van ernstige bodemverontreiniging als bedoeld in de Wet bodembescherming of over de gebiedsgerichte aanpak van ernstige bodemverontreiniging;

  • penvoerder: penvoerder als bedoeld in artikel 1 van het Kaderbesluit subsidies I en M;

  • samenwerkingsverband: samenwerkingsverband als bedoeld in artikel 1 van het Kaderbesluit subsidies I en M;

  • toekomstbestendig omgaan met nazorg: afronding van de saneringsaanpak van de afgelopen decennia, met inbegrip van het toekomstbestendig borgen van het resultaat van die saneringsaanpak;

  • uitkering: specifieke uitkering als bedoeld in artikel 15a van de Financiële-verhoudingswet of subsidie indien middelen aan een waterschap worden verleend;

  • werkvoorraad: het geheel van alle projecten, activiteiten, werkzaamheden en financiële verplichtingen waarvoor op grond van deze regeling een uitkering is verleend;

  • Wet bodembescherming: Wet bodembescherming zoals die luidde op 31 december 2023.

Artikel

3

Doel

Het doel van deze regeling is om door middel van het verstrekken van uitkeringen bevoegde gezagen Wbb, bevoegde gezagen Ow, colleges verantwoordelijk voor de kwaliteit van het grondwater en waterschappen als bevoegd gezagen regionale waterbodems onder de Omgevingswet wat betreft waterbodems die onder de historische spoedopgaven vallen, in staat te stellen om in de periode van 2024 tot en met 2030 een aantal taken op het gebied van bodemsanering goed af te ronden en nieuwe bodemkwaliteitsopgaven te signaleren en daarop te reageren met een passende aanpak.

Artikel

4

Uitkeringsplafonds en wijze van verdelen

Artikel

5

Start activiteiten

Een uitkering kan worden verleend voor activiteiten als bedoeld in deze regeling die zijn gestart:

  • a.

    in 2024 indien een aanvraag wordt ingediend in dat jaar; of

  • b.

    in het jaar voorafgaand aan een aanvraagperiode die is gelegen na 2024,

mits die activiteiten zijn opgenomen in de aanvraag voor de desbetreffende uitkering en aan de bestedingsvoorwaarden, bedoeld in de artikelen 14, 22, 26 en 30 wordt voldaan.

§

2

Algemene bepalingen inzake aanvraag uitkering

Artikel

6

Aanvraag uitkering

Artikel

7

Aanvraagperioden en formulier

Artikel

8

Aanvullende afwijzingsgrond

In aanvulling op de artikelen 11 en 12 van het Kaderbesluit subsidies I en M kan de minister afwijzend beslissen op een aanvraag om een uitkering als bedoeld in deze regeling, indien voor de activiteiten uit anderen hoofde Rijksmiddelen zijn of zullen worden verleend dan wel kunnen worden verleend.

§

3

Historische spoedopgaven

Artikel

10

Uitkering historische spoedopgaven

Een historische spoedopgave betreft een historische spoedopgave als bedoeld in de Wet bodembescherming, zijnde een verontreiniging die grotendeels is ontstaan voor 1 januari 1987 of voor 1 juli 1993 indien het asbest betreft en betreft de start, voortzetting, afbouw of afronding door het bevoegd gezag Wbb van de aanpak van historische spoedsaneringen als bedoeld in het convenant bodem en ondergrond, bestaande uit:

  • a.

    de aanpak van de individuele historische spoedlocaties die zijn opgenomen in de eindrapportage van het uitvoeringsprogramma van het convenant bodem en ontwikkelingsbeleid en aanpak spoedlocaties zoals dat luidde op 31 december 2015, gepubliceerd op de website van het Informatiepunt Leefomgeving;

  • b.

    de aanpak van individuele historische spoedlocaties waarvoor uiterlijk op de datum van de aanvraag voor een uitkering een onherroepelijke beschikking tot spoedige sanering als bedoeld in artikel 37 van de Wet bodembescherming is genomen;

  • c.

    gebiedsgericht grondwaterbeheer zoals dat uiterlijk op de datum van de aanvraag voor een uitkering is vastgesteld door het bevoegd gezag;

  • d.

    nazorg, inclusief isoleren, beheer- en controlemaatregelen, van gesaneerde locaties dan wel de afbouw daarvan; of

  • e.

    de aanpak van de C-lijst waterbodems die zijn opgenomen in de voortgangsrapportage van de aanpak bodemverontreiniging met onaanvaardbare risico’s 2023, gepubliceerd op de website van het Informatiepunt Leefomgeving.

Artikel

11

Aanvraag uitkering historische spoedopgaven 2024

Artikel

12

Aanvraag uitkering historische spoedopgaven 2026, 2028, 2030

Artikel

13

Aanvraag uitkering onvoorziene kosten historische spoedopgaven 2021, 2022, 2023

Artikel

14

Besteding uitkering historische spoedopgave

§

4

Buitenproportionele opgaven

Artikel

15

Buitenproportionele opgaven

Artikel

16

Kosten die in aanmerking komen voor een uitkering voor buitenproportionele opgaven

Artikel

17

Maximaal bedrag uitkering ontgraving niet openbaar gebied in verband met aanpak diffuus verspreid lood

Indien de aanpak van het element diffuus verspreid lood, bedoeld in artikel 15, eerste lid, een sanering van particuliere tuinen betreft, waarbij een wijkgerichte aanpak het uitgangspunt is, volkstuinen of een ontwikkelingslocatie betreft, bedraagt een uitkering maximaal 50% van de kosten voor een leeflaagsanering die kan bestaan uit afgraven, ophogen dan wel aanvullen met grond of een combinatie daarvan tot een diepte van maximaal 0,5 meter. Kosten voor het aanbrengen van verharding worden niet vergoed.

Artikel

18

Aanvraag uitkering voor buitenproportionele opgaven categorie A 2024

Artikel

19

Aanvraag uitkering buitenproportionele opgaven categorie A 2026, 2028, 2030

Artikel

20

Aanvraag uitkering buitenproportionele opgaven categorie B 2024–2030

Artikel

21

Aanvraag uitkering onvoorziene kosten buitenproportionele opgaven 2021, 2022, 2023

Artikel

22

Besteding uitkering voor buitenproportionele opgaven

§

5

Oude afspraken

Artikel

23

Aanvraag uitkering oude afspraken 2024

Artikel

24

Aanvraag uitkering oude afspraken 2026, 2028, 2030

Artikel

25

Aanvraag uitkering onvoorziene kosten oude afspraken 2021, 2022, 2023

Artikel

26

Besteding uitkering voor oude afspraken

§

6

Toekomstbestendig omgaan met nazorg

Artikel

27

Maximaal bedrag uitkering opstellen plannen toekomstbestendig omgaan met nazorg

Een uitkering voor het opstellen van een plan voor de aanpak van het toekomstbestendig omgaan met nazorg bedraagt maximaal € 50.000,–, exclusief compensabele btw.

Artikel

28

Aanvraag uitkering toekomstbestendig omgaan met nazorg 2024

Artikel

29

Aanvraag uitkering toekomstbestendig omgaan met nazorg 2026, 2028, 2030

Artikel

30

Besteding uitkering voor toekomstbestendig omgaan met nazorg

§

7

Wijze van verdelen van resterende middelen

Artikel

31

Verdeling resterende middelen over budgetposten

Artikel

32

Tweede aanvraagronde

§

8

Verantwoording en vaststelling uitkering

Artikel

33

Verantwoording

Verantwoording over de besteding van een uitkering dan wel de middelen die uit een uitkering zijn ontvangen vindt plaats overeenkomstig:

Artikel

34

Vaststelling uitkering

§

9

Wijziging tijdelijke regelingen specifieke uitkering bodem

Artikel

35

Wijziging Tijdelijke regelingen specifieke uitkering bodem jaren 2021, 2022 en 2023

Wijzigt de Tijdelijke Regeling specifieke uitkering bodem overbruggingsjaar 2021, Tijdelijke regeling specifieke uitkering bodem 2022 en Tijdelijke regeling specifieke uitkering bodem 2023.

§

10

Slotbepalingen

Artikel

36

Inwerkingtreding en horizonbepaling

Artikel

37

Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Tijdelijke regeling uitkering bodem 2024–2030.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, V.L.W.A. Heijnen