Verordening van de Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming van 20 november 2024 nr. ANVS-2024/9570, houdende nadere regels met betrekking tot nucleaire veiligheid, beveiliging en ontmanteling (ANVS-Verordening nucleaire drukapparatuur, beveiliging en ontmanteling)

ANVS-Verordening nucleaire drukapparatuur, beveiliging en ontmanteling

De Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming,
Gelet op het op 3 maart 1980 te Wenen/New York tot stand gekomen Verdrag inzake de fysieke beveiliging van kernmateriaal (Trb. 1981, 7), zoals gewijzigd bij het op 8 juli 2005 te Wenen tot stand gekomen Verdrag tot wijziging van het voornoemde verdrag (Trb. 2006, 81);
Gelet op de IAEA Nuclear Security Series No. 13, Nuclear Security Recommendations on Physical Protection of Nuclear Material and Nuclear Facilities (INFCIRC/225/Revision 5, IAEA Nuclear Security Series-13” (STI/PUB/1481 (iaea.org));

Besluit:

Hoofdstuk

1

Algemene bepalingen

Dit onderdeel is nog niet inwerking getreden

Hoofdstuk

2

Nucleaire drukapparatuur

Dit onderdeel is nog niet inwerking getreden

Hoofdstuk

3

Beveiliging

Dit onderdeel is nog niet inwerking getreden

Hoofdstuk

4

Ontmanteling

Dit onderdeel is nog niet inwerking getreden

Hoofdstuk

5

Slotbepalingen

Artikel

5.1

(inwerkingtreding)

Artikel

5.2

(citeertitel)

Deze verordening wordt aangehaald als: ANVS-Verordening nucleaire drukapparatuur, beveiliging en ontmanteling.

Deze verordening zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming, A. van Bolhuis, bestuursvoorzitter
M. Brugmans, plv. bestuursvoorzitter

Bijlage

I

als bedoeld in artikel 3.1 van de ANVS-Verordening nucleaire drukapparatuur, beveiliging en ontmanteling

1. Plutonium1

Onbestraald2

2 kg of meer

Minder dan 2 kg maar meer dan 500 g

500 g of minder maar meer dan 15 g

2. Uranium-235

Onbestraald2

– verrijkt uranium van 20% of meer 235U

– 5 kg of meer

– Minder dan 5 kg maar meer dan 1 kg

– 1 kg of minder, maar meer dan 15g

– verrijkt uranium van 10% tot minder dan 20% 235U

– 10 kg of meer

– minder dan 10 kg maar meer dan 1 kg

– uranium verrijkt tot boven het natuurlijk gehalte, maar tot minder dan 10% 235U

– 10 kg of meer

3. Uranium-233

Onbestraald2

2 kg of meer

Minder dan 2 kg maar meer dan 500 g

500 g of minder, maar meer dan 15 g

4. Bestraalde splijtstof

Verarmd of natuurlijk uranium, thorium of laag verrijkte splijtstof (minder dan 10% aan splijtbaar materiaal)34 

1 Met uitzondering van plutonium met een isotoopgehalte van meer dan 80% aan plutonium-238.

2 Onder onbestraald wordt in deze tabel verstaan: materiaal dat niet in een reactor is bestraald, of materiaal dat in een reactor is bestraald, met een stralingsniveau van 1 gray/uur (100 rad/uur) of minder op een afstand van 1 meter zonder afscherming.

3 Op grond van bijzondere omstandigheden kan de Autoriteit, onverminderd artikel 22, achtste lid, van het Besluit, deze stoffen indelen in een andere categorie.

4 Andere splijtstof die op grond van haar oorspronkelijke gehalte aan splijtbaar materiaal onder categorie I of II valt voor de bestraling, kan één categorie lager worden ingedeeld, zo lang het stralingsniveau van de splijtstof groter is dan 1 gray/uur (100 rad/uur) op een afstand van 1 meter zonder afscherming.

Bijlage

II

als bedoeld in artikel 3.2, eerste lid, van de ANVS-Verordening nucleaire drukapparatuur, beveiliging en ontmanteling

Opleidingseisen of aantoonbare ervaringseisen op het vlak van beveiligingsdeskundige:

  • 1.

    Ten minste in het bezit van:

    • een diploma op ten minste HBO-niveau, of een gelijkwaardig niveau, op het vlak van beveiliging of

    • minimaal vijf jaar gelijkwaardige werkervaring in een gelijksoortige werkomgeving.

  • 2.

    Daarnaast, in het bezit van:

    • diploma stralingsniveau 5a/b dan wel kennis en ervaring op een gelijkwaardig niveau;

    • aantoonbare kennis dan wel bereid te zijn om desbetreffende kennis binnen drie jaar na aanstelling eigen te maken, op het vlak van:

      • ○.

        basisprincipes van nucleaire technologie

      • ○.

        risico- en crisismanagement

      • ○.

        fysieke-, cyber- en informatiebeveiliging en de onderlinge relaties daartussen

      • ○.

        opzet en werking van de desbetreffende externe beveiligingspartijen;

    • deelname aan de IAEA International Training Course of Regional Training Course Physical Protection.

  • 3.

    Met de hierboven genoemde beroepseisen worden gelijkgesteld beroepseisen die worden gesteld in een andere lidstaat van de Europese Unie dan wel een staat, niet zijnde een lidstaat van de Europese Unie, die partij is bij een daartoe strekkend of mede daartoe strekkend Verdrag dat Nederland bindt, en die een beroepsniveau waarborgen dat ten minste gelijkwaardig is aan het niveau dat met de nationale eisen wordt nagestreefd.

  • 4.

    De Autoriteit verklaart op verzoek van een vergunninghouder 15, onder b, Kernenergiewet, of een diploma gelijkwaardig is.

Bijlage

III

Eisen ten aanzien van het management op het punt van beveiliging als bedoeld in artikel 3.3, vijfde lid, van de ANVS-Verordening nucleaire drukapparatuur, beveiliging en ontmanteling

Het management voldoet op het punt van beveiliging aan de volgende eisen:

  • 1.

    Het opleggen van en voldoen aan verplichtingen ten aanzien professioneel gedrag en optreden, betrouwbaarheid, geheimhouding en integriteit.

  • 2.

    Het vaststellen en uitvoeren van:

    • maatregelen met betrekking tot de wijze waarop een hoog bewustzijn met betrekking tot de beveiliging bij de personeelsleden wordt bevorderd en gecontinueerd;

    • maatregelen om een kritische houding van alle management- en personeelsniveaus te bevorderen om het noodzakelijke niveau van beveiliging te bereiken en vast te houden;

    • maatregelen of regelingen waardoor personeelsleden tijdig beveiligingskwesties kunnen rapporteren.

  • 3.

    De onder 1 en 2 bedoelde eisen zijn van toepassing op alle interne en externe personeelsleden, die taken en verantwoordelijkheden hebben op het vlak van beveiliging.

Bijlage

IV

als bedoeld in artikel 3.7 van de ANVS-Verordening nucleaire drukapparatuur, beveiliging en ontmanteling als beveiligingsmaatregelen toe te passen niveaus van fysieke beveiliging bij vervoer van het in de bijlage I geclassificeerde materiaal

  • 1.

    Niveaus van fysieke beveiliging van categorie I- II- of III-materiaal bij opslag gedurende vervoer.

    • a.

      Categorie III-materiaal

      Opslag op een terrein waarvan de toegang onder toezicht staat.

    • b.

      Categorie II-materiaal

      Opslag op een terrein dat voortdurend wordt gecontroleerd door bewakers of elektronische apparatuur en omgeven is door een afscheiding met een beperkt aantal toegangen onder passend toezicht, of op enig terrein met een overeenkomstige fysieke beveiliging.

    • c.

      Categorie I-materiaal

      Opslag op een beveiligd terrein zoals hierboven is omschreven voor categorie II-materiaal, waarbij bovendien de toegang is beperkt tot personen wier betrouwbaarheid is vastgesteld, en dat onder toezicht staat van bewakers die nauw contact onderhouden met de autoriteiten die bevoegd zijn handelend op te treden.

    De in dit verband getroffen bijzondere maatregelen zijn gericht op het ontdekken en het voorkomen van het zich gewelddadig, dan wel onbevoegd, toegang verschaffen tot of het onrechtmatig wegnemen van categorie I- II- of III-materiaal.

  • 2.

    Niveaus van fysieke beveiliging van categorie I- II- of III-materiaal tijdens vervoer:

    • a.

      Categorie II- en III-materiaal

      Het vervoer vindt plaats met inachtneming van bijzondere voorzorgsmaatregelen, met inbegrip van voorafgaande overeenkomsten tussen afzender, ontvanger en vervoerder, alsmede een voorafgaande overeenkomst tussen natuurlijke personen of rechtspersonen, onderworpen aan de rechtsmacht en de voorschriften van de uitvoerende en de invoerende staten, met vermelding van tijd, plaats en procedures voor de overdracht van de verantwoordelijkheid voor het vervoer.

    • b.

      Categorie I-materiaal

      Het vervoer vindt plaats met inachtneming van de bijzondere voorzorgsmaatregelen zoals hierboven zijn vastgesteld voor het vervoer van categorie II- en III-materiaal, met daarbij voortdurend toezicht door begeleiders en onder omstandigheden die nauw contact waarborgen met de autoriteiten die bevoegd zijn handelend op te treden.

    • c.

      voor natuurlijk uranium anders dan in de vorm van erts of ertsresidu voor zover dat valt onder het in bijlage I geclassificeerde materiaal

      Bij het vervoer van hoeveelheden van meer dan 500 kg uranium wordt vooraf kennisgegeven van de verzending, met vermelding van de wijze van vervoer en het vermoedelijke tijdstip van aankomst, terwijl later de ontvangst van de zending wordt bevestigd.