Wet van 23 juni 1952, houdende instelling van de Nederlandse orde van advocaten alsmede regelen betreffende orde en discipline voor de advocaten en procureurs

Advocatenwet

Wij JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de Nederlandse orde van advocaten in te stellen, alsmede de regelen betreffende de orde en discipline voor de advocaten en procureurs te herzien;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

§ 1

Van de inschrijving en de beëdiging van de advocaten; van het tableau

Artikel

1

Artikel

2

Artikel

2a

Artikel

2b

Artikel

2c

Artikel

3

Artikel

4

Artikel

5

Artikel

6

Artikel

7

De griffier zendt onverwijld afschrift van de beslissing aan de verzoeker en de raad.

Artikel

8

Artikel

8a

Artikel

8b

De secretaris van de algemene raad maakt schriftelijk een lijst openbaar van gegevens over advocaten ten aanzien van wie een beslissing tot het onvoorwaardelijk opleggen van een maatregel als bedoeld in artikel 48, tweede lid, onder d of e, onherroepelijk is geworden. In deze lijst worden opgenomen:

  • a.

    de naam van de advocaat en het advocatenkantoor waar de advocaat werkzaam is;

  • b.

    de plaats waar de advocaat kantoor houdt;

  • c.

    de vermelding van de raad van de orde in het arrondissement waartoe de advocaat behoort;

  • d.

    de maatregel die aan de advocaat is opgelegd, voor zover van toepassing met vermelding van de duur van de maatregel; en

  • e.

    de datum van de beslissing waarbij de maatregel is opgelegd alsmede de datum waarop de maatregel ingaat.

Artikel

8c

Artikel

8d

De artikelen 8, eerste lid, aanhef en onder a, b, d, en f tot en met m, en tweede lid, 8a, 8b, en 8c, eerste lid, zijn van overeenkomstige toepassing op advocaten die hun werkzaamheden uitoefenen onder hun oorspronkelijke beroepstitel als bedoeld in artikel 16h, met dien verstande dat:

Artikel

8e

Artikel

8f

Schrapping van het tableau brengt het verlies mee van de betrekkingen, waarbij de hoedanigheid van advocaat is vereist voor verkiesbaarheid of benoembaarheid.

Artikel

9

Artikel

9aa

§ 1a

Van de opleiding en de stage van advocaten

Artikel

9b

Artikel

9c

Artikel

9d

Vervallen

Artikel

9e

Vervallen

Artikel

9f

Vervallen

Artikel

9g

Vervallen

Artikel

9h

Vervallen

Artikel

9i

Vervallen

Artikel

9j

Artikel

9k

§ 2

Van de bevoegdheden en verplichtingen der advocaten

Artikel

10

De advocaten oefenen de praktijk uit overeenkomstig de bevoegdheden en vereisten, bij de Wetboeken van Burgerlijke Rechtsvordering en Strafvordering en bij de bijzondere wetten en besluiten gegeven en gevorderd, en overeenkomstig deze wet en de daarop berustende verordeningen en besluiten.

Artikel

10a

Artikel

11

Onverminderd het bepaalde in artikel 9j, hebben advocaten zowel in burgerlijke als in strafzaken de bevoegdheid om als zodanig voor alle rechterlijke colleges binnen het Rijk op te treden.

Artikel

11a

Artikel

12

Artikel

13

Artikel

14

De advocaten pleiten staande, gekleed in het kostuum bij het bijzondere reglement op dat onderwerp bepaald, des goedvindende met gedekten hoofde.

Artikel

15

Vervallen

Artikel

16

Advocaten, die in staat van faillissement zijn verklaard of ten aanzien van wie de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen van toepassing is verklaard, die wegens schulden zijn gegijzeld of onder curatele zijn gesteld, zijn gedurende de duur van het faillissement onderscheidenlijk de toepassing van de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen, de gijzeling of de curatele van rechtswege in de uitoefening van de praktijk geschorst. De geschorste advocaat mag gedurende de schorsing de titel van advocaat niet voeren. De griffier van het gerecht dat een van de in de eerste zin vermelde beslissingen of een beslissing die de opheffing van de schorsing tot gevolg heeft, heeft uitgesproken, geeft van de schorsing , onderscheidenlijk de opheffing hiervan kennis aan de secretaris van de algemene raad met het oog op de verwerking op het tableau. Schorsing brengt mee het verlies van de betrekkingen, waarbij de hoedanigheid van advocaat vereiste voor verkiesbaarheid of benoembaarheid is.

§ 2a

Van de bevoegdheden en verplichtingen van andere dan in Nederland ingeschreven advocaten

Artikel

16a

De bepalingen van deze wet en andere wettelijke voorschriften betreffende advocaten, hebben uitsluitend betrekking op in Nederland ingeschreven advocaten, voor zover die voorschriften of de navolgende, tot deze paragraaf behorende, artikelen niet anders bepalen.

Artikel

16b

Voor de uitoefening in Nederland van werkzaamheden bij wijze van dienstverrichting, worden mede als advocaat aangemerkt, personen die niet als zodanig in Nederland zijn ingeschreven, maar die wel in een andere lidstaat van de Europese Unie, in een andere staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte of in Zwitserland, hierna te noemen staat van herkomst, gerechtigd zijn hun beroepswerkzaamheden uit te oefenen onder de benaming advocaat of een daarmede overeenkomstige benaming in de taal of in een der talen van de staat van herkomst.

Artikel

16c

Wanneer de in het vorige artikel bedoelde personen, hierna te noemen: bezoekende advocaten, bij de uitoefening in Nederland van werkzaamheden bij wijze van dienstverrichting hun titel voeren, dienen zij daarbij de beroepsorganisatie te vermelden waartoe zij behoren of het gerecht waarbij zij overeenkomstig de wettelijke regeling van de staat van herkomst zijn toegelaten.

Artikel

16d

Artikel

16e

Artikel

16f

Ten aanzien van andere werkzaamheden, bij wijze van dienstverrichting, dan die bedoeld in het eerste lid van artikel 16d, blijven bezoekende advocaten onderworpen aan de voorwaarden en de beroepsregels van de staat van herkomst. Zij dienen daarnaast de voor in Nederland ingeschreven advocaten geldende beroepsregels in acht te nemen, met name die betreffende: (a) de onverenigbaarheid van het uitoefenen van de werkzaamheden van advocaat met het verrichten van andere werkzaamheden in Nederland, (b) de verhouding tot andere advocaten en (c) het verbod van bijstand door een zelfde advocaat aan partijen met tegenstrijdige belangen. Laatstbedoelde regels zijn slechts toepasselijk voor zover zij kunnen worden nageleefd door een advocaat die niet in Nederland is gevestigd en de naleving ervan objectief gerechtvaardigd is ten einde in Nederland de behoorlijke uitoefening van de werkzaamheden van advocaten, de waardigheid van het beroep en de inachtneming van de bedoelde regels inzake onverenigbaarheid te verzekeren.

§ 2b

De bevoegdheden en verplichtingen van de advocaat uit een andere lidstaat die onder zijn oorspronkelijke beroepstitel als advocaat werkzaam wil zijn

Artikel

16g

De bepalingen van deze wet en andere wettelijke voorschriften betreffende advocaten hebben uitsluitend betrekking op in Nederland ingeschreven advocaten voorzover die voorschriften of de navolgende, tot deze paragraaf behorende, artikelen niet anders bepalen.

Artikel

16h

Artikel

16i

Artikel

16j

Voor de uitoefening van de werkzaamheden die met de vertegenwoordiging en de verdediging van een cliënt in rechte verband houden werkt de advocaat, bedoeld in het eerste lid van artikel 16h, samen met een overeenkomstig artikel 1 in Nederland ingeschreven advocaat voorzover ingevolge de wet de bijstand of vertegenwoordiging van een advocaat is voorgeschreven. Het eerste lid van artikel 16d alsmede het tweede tot en met vierde en zesde lid van artikel 16e zijn van overeenkomstige toepassing.

Artikel

16k

§ 3

Van de Nederlandse orde van advocaten, van de orden in de arrondissementen, en van haar organen

Afdeling 1

Van de samenstelling en de bevoegdheid

Artikel

17

Artikel

17a

Artikel

18

Artikel

19

Artikel

20

Artikel

21

Bij verhindering van een afgevaardigde, een vergadering van het college van afgevaardigden bij te wonen, geeft hij daarvan onverwijld kennis aan de in artikel 20, vijfde lid, aangewezen plaatsvervanger.

Artikel

22

Artikel

23

Artikel

24

Artikel

25

De vergadering der Nederlandse orde van advocaten beraadslaagt over onderwerpen, die voor advocaten en rechtzoekenden van belang zijn.

Artikel

26

Artikel

27

De algemene raad vertegenwoordigt de Nederlandse advocaten overal, waar daartoe aanleiding bestaat, ook indien het belang der Nederlandse orde daarbij niet rechtstreeks betrokken is.

Artikel

28

Artikel

29

Artikel

30

Artikel

31

Artikel

32

Artikel

32a

Artikel

33

De algemene raad houdt het bureau van de Nederlandse orde van advocaten in stand en geeft door middel daarvan voorlichting ten aanzien van al die onderwerpen, waarvan de wetenschap voor de advocaat van belang is, streeft de eenheid van beroepsgenoten na en bevordert de behandeling van wetenschappelijke en praktische vraagstukken in algemene vergaderingen van advocaten.

Artikel

34

Artikel

35

Artikel

36

De organen van de Nederlandse orde van advocaten en van de orden in de arrondissementen kunnen huishoudelijke reglementen opstellen.

Afdeling 1a

Het college van toezicht

Artikel

36a

Artikel

36b

Artikel

36c

Afdeling 2

Van de vergaderingen

Artikel

37

Artikel

38

Artikel

39

Artikel

40

Artikel

41

Artikel

42

Artikel

43

Artikel

44

Artikel

45

§ 3a

Toezicht

Artikel

45a

Artikel

45c

Artikel

45d

Artikel

45e

Artikel

45f

Artikel

45g

Artikel

45i

§

4

Van de tuchtrechtspraak

Artikel

46

De advocaten zijn aan tuchtrechtspraak onderworpen ter zake van enig handelen of nalaten in strijd met de zorg die zij als advocaat behoren te betrachten ten opzichte van degenen wier belangen zij als zodanig behartigen of behoren te behartigen, ter zake van inbreuken op het bepaalde bij of krachtens deze wet, de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme en de Wet kwaliteit incassodienstverlening, de verordeningen van de Nederlandse orde en ter zake van enig handelen of nalaten dat een behoorlijk advocaat niet betaamt. Deze tuchtrechtspraak wordt uitgeoefend in eerste aanleg door de raden van discipline en in hoger beroep, tevens in hoogste ressort, door het hof van discipline.

Artikel

46a

Artikel

46aa

Artikel

46b

Artikel

46c

Artikel

46d

Artikel

46e

Artikel

46f

Indien de deken buiten het geval van een klacht op de hoogte is gebracht van bezwaren tegen een advocaat, kan hij deze ter kennis van de raad van discipline brengen. Hij stelt daarvan de advocaat tegen wie de bezwaren zijn gerezen schriftelijk op de hoogte.

Artikel

46fa

Artikel

46fb

Artikel

46g

Artikel

46h

Artikel

46i

Artikel

46j

Artikel

46k

Artikel

46l

Artikel

46m

Artikel

46n

Artikel

47

Artikel

47a

Artikel

47b

Artikel

47c

Artikel

48

Artikel

48a

Artikel

48aa

Artikel

48ab

Artikel

48ac

Artikel

48b

Artikel

48c

Artikel

48d

De raad van discipline die het in artikel 48a bedoelde bevel heeft gegeven, kan, hetzij op vordering van degene die op grond van artikel 48c, eerste lid, toeziet op de nakoming van de voorwaarden, bedoeld in artikel 48b, hetzij op verzoek van de betrokken advocaat, hetzij ambtshalve, gedurende de proeftijd in de gestelde bijzondere voorwaarden wijziging brengen.

Artikel

48e

De raad van discipline die met toepassing van artikel 48a heeft bepaald dat de opgelegde maatregel voor een door hem te bepalen gedeelte niet zal worden tenuitvoergelegd, kan hetzij op vordering van degene die op grond van artikel 48c, eerste lid, toeziet op de nakoming van de voorwaarden, bedoeld in de artikelen 48a en 48b, hetzij ambtshalve, last geven dat alsnog tot tenuitvoerlegging zal worden overgegaan.

Artikel

48f

Een beslissing als bedoeld in de artikelen 48d en 48e wordt niet gegeven dan na verhoor, althans behoorlijke oproeping van de betrokken advocaat en, in het geval de beslissing de bijzondere voorwaarde tot gehele of gedeeltelijke schadevergoeding betreft en deze daarbij belanghebbende is, de klager. Voor het verhoor wordt tevens opgeroepen degene die op grond van artikel 48c, eerste lid, toeziet op de nakoming van de voorwaarden, bedoeld in artikel 48b. Op het verhoor en de beslissing zijn de bepalingen van de artikelen 49, tweede tot en met het laatste lid, en 50 van overeenkomstige toepassing.

Artikel

48g

Een beslissing als bedoeld in de artikelen 48d en 48e is niet aan enig rechtsmiddel onderworpen, voor zover deze geen deel uitmaakt van een beslissing van de raad van discipline ter zake van een andere in artikel 46 bedoelde gedraging.

Artikel

48h

Vervallen

Artikel

49

Artikel

50

De griffier van de raad van discipline zendt van de beslissingen van de raad bij aangetekende brief onverwijld afschrift:

  • a.

    aan de betrokken advocaat;

  • b.

    aan de klager;

  • c.

    aan de deken van de algemene raad;

  • d.

    aan de secretaris van de algemene raad;

  • e.

    aan de deken van de orde waartoe de betrokken advocaat behoort;

  • f.

    aan het college van toezicht;

  • g.

    indien de beslissing werd gegeven krachtens een verwijzing als bedoeld in artikel 46aa, derde lid, of een aanwijzing als bedoeld in artikel 46aa, vijfde lid, aan de raad van discipline der orde waarvan de betrokken advocaat deel uitmaakt;

  • h.

    indien de betrokken advocaat is ingeschreven bij de raad voor rechtsbijstand en aan hem een maatregel als bedoeld in artikel 48, tweede lid, is opgelegd en de beslissing waarbij de maatregel is opgelegd in kracht van gewijsde is gegaan dan wel de raad van discipline toezending nodig acht: aan het bestuur van de raad voor rechtsbijstand.

Artikel

50a

Artikel

51

Artikel

52

Artikel

53

Artikel

54

Artikel

55

Artikel

56

Artikel

56a

Artikel

56b

Artikel

57

Artikel

57a

Indien het hof van discipline bij oplegging van de maatregel van schorsing beslist dat deze, overeenkomstig het in artikel 48a bepaalde, geheel of gedeeltelijk niet ten uitvoer zal worden gelegd, wordt de beslissing over de tenuitvoerlegging overgelaten aan de raad van discipline die in eerste aanleg over de klacht heeft geoordeeld. De artikelen 48b tot en met 48g zijn van overeenkomstige toepassing.

Artikel

58

De griffier van het hof van discipline zendt van de beslissing bij aangetekende brief onverwijld afschrift:

  • a.

    aan de betrokken advocaat;

  • b.

    aan de deken van de algemene raad;

  • c.

    aan de raad van discipline die de zaak in eerste aanleg heeft behandeld;

  • d.

    aan de deken van de orde waartoe de betrokken advocaat behoort;

  • e.

    aan het college van toezicht;

  • f.

    indien de beslissing in eerste aanleg werd gegeven krachtens een verwijzing als bedoeld in artikel 46aa, derde lid, of een aanwijzing als bedoeld in artikel 46aa, vijfde lid, aan de voorzitter van de raad van discipline, waartoe de betrokken advocaat behoort;

  • g.

    indien aan de betrokken advocaat die is ingeschreven bij de raad voor rechtsbijstand, een maatregel als bedoeld in artikel 48, tweede lid, is opgelegd dan wel het hof van discipline toezending nodig acht, aan het bestuur van de raad voor rechtsbijstand;

  • h.

    aan de klager.

Artikel

59

Artikel

60

Artikel

60a

De voorgaande bepalingen van deze paragraaf, met uitzondering van artikel 46fa, zijn eveneens van toepassing op bezoekende advocaten als bedoeld in artikel 16b, met dien verstande dat:

  • 1.

    in afwijking van artikel 46 de tuchtrechtspraak in eerste aanleg wordt uitgeoefend door de raad van discipline die bevoegd is ten aanzien van de samenwerkende advocaat en bij gebreke van dien door de raad van discipline in het ressort Den Haag;

  • 2.

    in afwijking van artikel 48, tweede lid, als maatregelen kunnen worden opgelegd:

    • a.

      enkele waarschuwing;

    • b.

      berisping;

    • c.

      een geldboete;

    • d.

      schorsing gedurende ten hoogste één jaar in de bevoegdheid in Nederland de in artikel 16b bedoelde werkzaamheden uit te oefenen;

    • e.

      ontzegging van de bevoegdheid in Nederland de in artikel 16b bedoelde werkzaamheden uit te oefenen;

  • 3.

    het in artikel 48, vijfde lid, bepaalde omtrent openbaarmaking mede van toepassing is op de in het vorige lid onder b tot en met e genoemde straffen;

  • 4.

    aan de bevoegde autoriteit van de staat van herkomst van de betrokken advocaat mededelingen kunnen worden gevraagd van de nodige gegevens over diens beroepsuitoefening en kennis zal worden gegeven van iedere genomen beslissing, een en ander onverminderd het vertrouwelijke karakter van die inlichtingen.

Artikel

60aa

§

4a

De procedure inzake het spoedshalve schorsen of treffen van een voorlopige voorziening

Artikel

60ab

Artikel

60ac

Artikel

60ad

Artikel

60ae

Zodra de beslissing van de raad van discipline op een door de deken ter kennis van de raad gebrachte klacht of bezwaar als bedoeld in artikel 60ab, vijfde lid, in kracht van gewijsde is gegaan, vervalt de op grond van artikel 60ab, eerste of tweede lid, opgelegde schorsing of voorlopige voorziening van rechtswege.

Artikel

60af

§

4b

De procedure inzake de onbehoorlijke praktijkuitoefening

Artikel

60b

Artikel

60c

Artikel

60d

Artikel

60e

Artikel

60f

Artikel

60g

Artikel

60h

§

5

Slotbepalingen

Artikel

61

Vervallen

Artikel

62

Vervallen

Artikel

63

Vervallen

Artikel

64

Vervallen

Artikel

65

Vervallen

Artikel

66

Vervallen

Artikel

67

Vervallen

Artikel

68

Vervallen

Artikel

69

Vervallen

Artikel

69a

Vervallen

Artikel

70

Bij algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld met betrekking tot het ambtskostuum van de advocaten.

Artikel

71

Deze wet wordt aangehaald als: Advocatenwet.

Artikel

72

Vervallen

Artikel

73

Vervallen

Artikel

74

Vervallen

Artikel

75

Vervallen

Artikel

76

Vervallen

Artikel

77

Vervallen

Artikel

78

Vervallen

Artikel

79

Vervallen

Artikel

80

Vervallen

Artikel

81

Vervallen

Artikel

82

Vervallen

Artikel

83

Vervallen

Lasten en bevelen, dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst, en dat alle Ministeriële Departementen, Autoriteiten, Colleges en Ambtenaren, wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven ten Paleize Soestdijk
JULIANA.
De Minister van Justitie, H. MULDERIJE.
De Minister van Justitie, H. MULDERIJE.