Artikel
1
1
Voor de toepassing van het bepaalde bij of krachtens deze wet wordt verstaan onder:
Onze Minister: Onze Minister van Landbouw en Visserij;
landbouw: akkerbouw, weidebouw, veehouderij, pluimveehouderij, bijenhouderij, tuinbouw - daaronder begrepen fruitteelt en het kweken van bomen, bloemen en bloembollen -, teelt van griendhout en elke andere vorm van bodemcultuur met uitzondering van bosbouw;
produkten:
-
a.
alle voortbrengselen, welke, al dan niet na bewerking of verwerking, kunnen dienen als voedsel voor mens of dier, alsmede de bij bewerking of verwerking van die voortbrengselen verkregen derivaten en afvallen;
-
b.
de niet reeds onder a begrepen, al dan niet bewerkte of verwerkte voortbrengselen van de landbouw en de visserij, alsmede de bij bewerking of verwerking van die voortbrengselen verkregen derivaten en afvallen.