Wet van 21 februari 1963, houdende regelen met betrekking tot de vrijmaking van kernenergie en de aanwending van radioactieve stoffen en ioniserende stralen uitzendende toestellen

Kernenergiewet

Wij JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is op het gebied van de kernenergie en de ioniserende stralen een regeling te treffen, in het bijzonder ter bevordering van een goede ontwikkeling op het gebied van de vrijmaking van kernenergie en de aanwending van radioactieve stoffen en ioniserende stralen uitzendende toestellen, zomede ter bescherming tegen de hieraan verbonden gevaren;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Hoofdstuk

I

Begripsbepalingen en werkingssfeer

Artikel

1

Artikel

2

Het bij of krachtens deze wet bepaalde is mede van toepassing op een verkennings- of opsporingsonderzoek of het winnen van delfstoffen als bedoeld in de Mijnwet continentaal plat.

Hoofdstuk

II

De Commissie Reactorveiligheid

Artikel

3

Vervallen

Artikel

4

Vervallen

Artikel

5

Vervallen

Artikel

6

Vervallen

Artikel

7

Vervallen

Artikel

8

Vervallen

Artikel

9

Vervallen

Artikel

9a

Vervallen

Artikel

10

Vervallen

Artikel

11

Vervallen

Artikel

12

Vervallen

Hoofdstuk

III

Splijtstoffen, ertsen en inrichtingen

Afdeling

1

Registratie van splijtstoffen en ertsen

Artikel

13

Artikel

14

Afdeling

2

Vergunningen

Artikel

15

Het is verboden zonder vergunning:

  • a.

    splijtstoffen of ertsen te vervoeren, voorhanden te hebben, binnen of buiten Nederlands grondgebied te brengen of te doen brengen, dan wel zich daarvan te ontdoen;

  • b.

    een inrichting, waarin kernenergie kan worden vrijgemaakt, splijtstoffen kunnen worden vervaardigd, bewerkt of verwerkt, dan wel splijtstoffen worden opgeslagen, op te richten, inwerking te brengen, in werking te houden, buiten gebruik te stellen, te ontmantelen of te wijzigen;

  • c.

    een uitrusting, geschikt om een vaartuig of ander vervoermiddel door middel van kernenergie voort te bewegen, daarin aan te brengen of aangebracht te houden, dan wel zodanige daarin aangebrachte uitrusting in werking te brengen, in werking te houden of te wijzigen.

Artikel

15a

Onze Ministers van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, van Economische Zaken en van Sociale Zaken en Werkgelegenheid tezamen zijn, in overeenstemming met Onze Minister van Verkeer en Waterstaat indien het vervoer van splijtstoffen of ertsen, of lozing in oppervlaktewater betreft, met Onze Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij indien het lozing in oppervlaktewater of lozing in lucht betreft, en met Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport indien het medische stralingstoepassingen betreft, bevoegd te beslissen op de aanvraag om een vergunning als bedoeld in artikel 15.

Artikel

15aa

Indien een vergunning als bedoeld in artikel 15, onder b, voor het wijzigen van een inrichting wordt aangevraagd en voor die inrichting al een of meer vergunningen krachtens deze wet zijn verleend, is artikel 8.4, eerste, tweede en vierde lid, van de Wet milieubeheer van overeenkomstige toepassing. Het bevoegd gezag kan de rechten die de vergunninghouder aan de al eerder verleende vergunningen ontleende, niet wijzigen anders dan mogelijk zou zijn met toepassing van artikel 18a of artikel 19 van deze wet.

Artikel

15b

Artikel

15c

Artikel

15d

Artikel

15e

Artikel

16

Artikel

17

Artikel

17a

Artikel

18a

Artikel

19

Artikel

20

Artikel

21

Afdeling

3

Inbezitneming van splijtstoffen en ertsen

Artikel

22

Artikel

23

Artikel

24

Artikel

25

Vervallen

Afdeling

5

Algemeen

Artikel

26

Hoofdstuk

IV

Radioactieve stoffen en toestellen

Afdeling

1

Radioactieve stoffen

Artikel

28

Ieder die radioactieve stoffen bereidt, vervoert, voorhanden heeft, toepast, binnen of buiten Nederlands grondgebied brengt of doet brengen, dan wel zich daarvan ontdoet, is verplicht daaromtrent een administratie te voeren, overeenkomstig bij of krachtens algemene maatregel van bestuur gestelde regels.

Artikel

29

Artikel

29a

Artikel

30

Onze Ministers van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer zijn, in overeenstemming met Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport indien het medische stralingstoepassingen betreft, met Onze Minister van Economische Zaken indien het toepassingen betreft in het kader van activiteiten in de zin van de Mijnwet 1903 of de Mijnwet continentaal plat, met Onze Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij indien het lozing in oppervlaktewater of lozing in lucht betreft, en met Onze Minister van Verkeer en Waterstaat indien het het vervoer van radioactieve stoffen of lozing in oppervlaktewater betreft, bevoegd te beslissen op de aanvraag om een vergunning als bedoeld in artikel 29, eerste lid.

Artikel

31

Artikel

32

Artikel

33

Afdeling

2

Toestellen

Artikel

34

Afdeling

3

Algemeen

Artikel

35

De voordracht tot vaststelling, wijziging of intrekking van een algemene maatregel van bestuur krachtens dit hoofdstuk wordt Ons gedaan door Onze Ministers van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer en van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Indien de maatregel betrekking heeft op medische stralingstoepassingen, wordt de voordracht mede door Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport gedaan. Indien de maatregel betrekking heeft op toepassingen met radioactieve stoffen of toestellen in het kader van activiteiten in de zin van de Mijnwet 1903 of de Mijnwet continentaal plat, wordt de voordracht mede door Onze Minister van Economische Zaken gedaan. Indien de maatregel betrekking heeft op lozing in oppervlaktewater of lozing in lucht, wordt de voordracht mede door Onze Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij gedaan. Indien de maatregel betrekking heeft op het vervoer van radioactieve stoffen of lozing in oppervlaktewater, wordt de voordracht mede door Onze Minister van Verkeer en Waterstaat gedaan.

Hoofdstuk

V

Maatregelen met betrekking tot werkzaamheden of verblijf in ruimten

Artikel

36

Hoofdstuk

Va

Metingen radioactiviteit en bedrijfsvoering

Artikel

37

Artikel

37a

Artikel

37b

Hoofdstuk

VI

Bepalingen met betrekking tot interventie bij ongevallen of langdurige blootstellingen alsmede de voorbereiding daarop

Afdeling

1

Inleidende bepalingen

Artikel

38

Voor de toepassing van dit hoofdstuk en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • a.

    Onze Minister: Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer;

  • b.

    ongeval: gebeurtenis

    • 1°.

      als gevolg waarvan straling vrijkomt of dreigt vrij te komen die tot een verhoogd risico leidt of kan leiden voor mens of milieu, of

    • 2°.

      die ter voorkoming of vermindering van een verhoogd stralingsrisico voor mens of milieu een gecoördineerde inzet van diensten en organisaties van verschillende disciplines vergt;

  • c.

    categorie A-object:

    • 1°.

      een inrichting als bedoeld in artikel 15, onder b, met uitzondering van een inrichting waarin uitsluitend splijtstoffen worden opgeslagen of verwerkt, alsmede een inrichting voor uraniumverrijking,

    • 2°.

      een ruimtevaartuig of een vervoermiddel met een uitrusting als bedoeld in artikel 15, onder c,

    • 3°.

      inrichtingen als bedoeld in artikel 15, onder b, uitrustingen als bedoeld in artikel 15, onder c, alsmede inrichtingen of vervoermiddelen waarin of waarmee handelingen worden verricht als bedoeld in artikel 15, onder a, met betrekking tot splijtstoffen of ertsen voor zover bestemd voor of in gebruik bij de Nederlandse krijgsmacht of bij de krijgsmacht van een bondgenootschappelijke mogendheid, of

    • 4°.

      een met een object als bedoeld onder 1° tot en met 3° en onder d vergelijkbaar object buiten Nederland;

  • d.

    categorie B-object:

    • 1°.

      een inrichting voor uraniumverrijking,

    • 2°.

      een inrichting waarin uitsluitend splijtstoffen of radioactieve stoffen worden opgeslagen of verwerkt,

    • 3°.

      een inrichting waarin radioactieve stoffen kunnen worden bereid of toegepast,

    • 4°.

      een inrichting waarin zich toestellen bevinden,

    • 5°.

      een vervoermiddel waarin zich splijtstoffen of ertsen bevinden, of

    • 6°.

      een vervoermiddel waarin zich radioactieve stoffen of toestellen bevinden;

  • e.

    radiologische noodsituatie: een situatie die een dringend optreden vereist om mensen, dieren, planten en goederen tegen blootstelling aan ioniserende straling te beschermen;

  • f.

    interventie: een verrichting, bestaande uit het treffen van maatregelen bij stralingsbronnen, stralingsroutes en mensen, dieren, planten en goederen, ter voorkoming of vermindering van de blootstelling aan ioniserende straling van mensen, dieren, planten en goederen ten gevolge van:

    • 1°.

      een radiologische noodsituatie, of

    • 2°.

      een langdurige blootstelling tengevolge van een radiologische noodsituatie of een handeling of werkzaamheid met splijtstoffen, radioactieve stoffen of toestellen die in het verleden heeft plaatsgevonden.

Artikel

38a

Artikel

39

Afdeling

2

Organisatie en coördinatie

Artikel

40

Artikel

42

Afdeling

3

Informatieverstrekking

Artikel

43

Artikel

43a

Artikel

44

Onze Minister, Onze Minister wie het aangaat, en de burgemeester dragen er zorg voor dat de personen werkzaam bij diensten of organisaties die kunnen worden ingeschakeld bij de bestrijding van een ongeval met een categorie A-object of van een ongeval met een categorie B-object dat krachtens artikel 42 als een ongeval met een categorie A-object wordt bestreden, regelmatig worden geïnformeerd over de tot deze categorie behorende ongevallen, over de risico’s die zij bij de uitvoering van hun taak lopen, en over de daarbij te nemen voorzorgsmaatregelen.

Afdeling

4

Regels en maatregelen bij een ongeval met een categorie A- of een categorie B-object

Artikel

46

Artikel

47

Artikel

48

Artikel

49

Artikel

49a

Artikel

49b

Artikel

49c

De burgemeester deelt de bevelen en algemeen verbindende voorschriften die hij op grond van de artikelen 173 en 175 onderscheidenlijk 176 van de Gemeentewet bij een ongeval met een categorie B-object heeft gegeven, onmiddellijk mee aan Onze Minister, Onze Minister wie het aangaat, en aan de commissaris van de Koning.

Artikel

49d

Afdeling

5

Schadevergoeding

Artikel

49e

Hoofdstuk

VII

Beroep

Artikel

51

Vervallen

Artikel

52

Vervallen

Artikel

53

Vervallen

Artikel

54

Vervallen

Artikel

55

Vervallen

Artikel

56

Vervallen

Artikel

57

Vervallen

Hoofdstuk

VIII

Ambtelijke bevoegdheden

Artikel

58

Artikel

60

Vervallen

Artikel

61

Vervallen

Artikel

62

Vervallen

Artikel

63

Vervallen

Artikel

64

Vervallen

Artikel

65

Hoofdstuk

IX

Algemene bepalingen

Artikel

67

Artikel

68

Bij algemene maatregel van bestuur kunnen regelen worden gesteld ter verzekering van de geheimhouding van:

  • a.

    gegevens, hulpmiddelen en materialen voor de vrijmaking van kernenergie en voor de opslag, vervaardiging, bewerking of verwerking van splijtstoffen, voor zover deze gegevens, hulpmiddelen en materialen, hetzij rechtstreeks van de overheid, hetzij met instemming van het bevoegde gezag, onder verplichting tot geheimhouding zijn verkregen, dan wel door Onze Ministers, wie het aangaat, zijn aangewezen;

  • b.

    met behulp van zodanige gegevens, hulpmiddelen en materialen verrichte onderzoekingen en toegepaste werkmethoden, voor zover deze onderzoekingen en werkmethoden door Onze Ministers, wie het aangaat, zijn aangewezen.

Artikel

69

Artikel

69a

Artikel

69b

Artikel

69c

Artikel

69d

Bij algemene maatregel van bestuur kunnen, voor zover nodig in afwijking van deze wet, voorzieningen worden getroffen voor het geval een krachtens artikel 69a, eerste lid, aangewezen instelling haar uit deze wet voortvloeiende verplichtingen niet naar behoren nakomt.

Artikel

70

Artikel

72

Artikel

73

Indien in deze wet geregelde onderwerpen in het belang van een goede uitvoering van de wet nadere regeling behoeven, kan deze geschieden bij algemene maatregel van bestuur.

Artikel

74

De bij de toepassing van deze wet betrokken personen zijn verplicht in bij algemene maatregel van bestuur bepaalde gevallen en overeenkomstig daarbij gestelde regelen bij de maatregel vastgestelde bedragen aan de staat te betalen als bijdrage in de aan de uitvoering van deze wet verbonden kosten.

Artikel

75

Artikel

76

Artikel

76a

Een gedraging in strijd met een voorschrift dat is verbonden aan een krachtens deze wet verleende vergunning, is verboden.

Hoofdstuk

X

Handhaving

Artikel

77

Vervallen

Artikel

78

Vervallen

Artikel 79

Vervallen

Artikel

80

Artikel

80a

In geval van vervolging wegens een strafbaar feit, vallende onder de omschrijvingen van artikel 7, eerste lid, onder a, van het op 3 maart 1980 te Wenen/New York tot stand gekomen Verdrag inzake de fysieke beveiliging van kernmateriaal (Trb. 1981, 7) op grond van een der bevoegdheidsregels, bedoeld in artikel 8, eerste lid, onder b, of artikel 8, tweede lid, van dat Verdrag, wordt bij de toepassing van deze wet

  • a.

    elk handelen zonder vergunning te verlenen door het bevoegd gezag van een Staat, Partij bij dat Verdrag, of in strijd met de in zulk een Staat geldende voorschriften gelijk gesteld met eenzelfde handelen zonder vergunning te verlenen ingevolge deze wet of in strijd met overeenkomstige bij of krachtens deze wet gestelde voorschriften,

  • b.

    het binnen of buiten het grondgebied van een Staat, Partij bij dat Verdrag, brengen of doen brengen gelijk gesteld met het binnen of buiten Nederlands grondgebied brengen of doen brengen, en

  • c.

    de veiligheid van de Staat gelijk gesteld met de veiligheid van een vreemde Staat, Partij bij dat Verdrag.

Artikel

81

De in artikel 80 strafbaar gestelde feiten zijn misdrijven.

Artikel 82

Vervallen

Artikel

83

Artikel

83b

Hoofdstuk

XI

Slotbepalingen

Artikel

84

Bevat wijzigingen in andere regelgeving.

Artikel

85

Krachtens de Hinderwet voor inrichtingen als in artikel 15, onder b, bedoeld verleende vergunningen worden geacht te zijn verleend op grond van deze wet.

Artikel

86

Bevat wijzigingen in andere regelgeving.

Artikel

87

De Röntgenstralenwet (Stb. 1931, 299) wordt ingetrokken.

Artikel

88

Deze wet kan worden aangehaald als: Kernenergiewet.

Artikel

89

Lasten en bevelen, dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst, en dat alle Ministeriële Departementen, Autoriteiten, Colleges en Ambtenaren, wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven ten Paleize Soestdijk
JULIANA.
De Minister van Economische Zaken, J. W. DE POUS.
De Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, J. CALS.
De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, G. M. J. VELDKAMP.
De Minister van Justitie, A. C. W. BEERMAN.
De Minister van Justitie, A. C. W. BEERMAN.