Uitvoering Wet op de gevaarlijke werktuigen en Besluit schiethamers

1

Een goedgekeurd monster, als bedoeld in artikel 3, wordt gewaarmerkt.

2

Het waarmerken geschiedt door het aanbrengen van het nummer van het certificaat van goedkeuring en van het rijkswapen, beschreven in artikel 1 van het Koninklijk besluit van 10 juli 1907, Stb. 181. Nummer en wapen hebben een hoogte van ten minste 5 mm.

3

De in het tweede lid bedoelde handelingen worden verricht door het centraal kantoor van de Arbeidsinspectie.

1

Het merk van goedkeuring op een schiethamer of splinterkap, welke geheel is vervaardigd overeenkomstig een monster, als bedoeld in artikel 3, bestaat uit het woord RIJKSKEUR en het nummer van het certificaat van goedkeuring; het merk wordt aangebracht, voor wat schiethamers betreft, op de in artikel 3, derde lid, van het Besluit schiethamers bedoelde plaats, en voor wat splinterkappen betreft, op een duidelijk in het oog vallende plaats. Het merk van goedkeuring moet goed leesbaar en duurzaam zijn en een hoogte hebben van ten minste 5 mm.

2

Fabrikanten en importeurs van schiethamers en splinterkappen, aan wie een certificaat van goedkeuring voor een monster, als bedoeld in artikel 3, is afgegeven, zijn bevoegd tot het aanbrengen van een merk van goedkeuring, als bedoeld in het eerste lid, op de door hen vervaardigde of geïmporteerde schiethamers of splinterkappen, die geheel overeenkomstig dat goedgekeurde monster zijn vervaardigd.

1

Een merk van afkeuring van een schiethamer of splinterkap bestaat in een metalen plaatje van de onderstaande vorm en afmetingen:

Schaal 1.1

2

Dit merk wordt door middel van stevig metaaldraad en een loodzegel aan de schiethamer, onderscheidenlijk splinterkap bevestigd.