Beschikking commissie deskundigen immunisatie militairen 1969

De Minister van Defensie,
Overwegende, dat het gewenst is de samenstelling van de commissie van deskundigen immunisatie militairen aan de huidige organisatie van de geneeskundige diensten der krijgsmacht aan te passen, alsmede de taak en werkwijze van deze commissie te herzien, ten einde haar in staat te stellen de haar toevertrouwde belangen beter te behartigen;

Besluit:

Artikel

1

In deze beschikking wordt verstaan onder:

de Minister:

de Minister van Defensie;

de Wet:

de Wet immunisatie militairen (Stb. 1953, 432);

de Commissie:

de commissie van deskundigen immunisatie militairen.

Artikel

2

Tot het uitbrengen aan de Minister van een advies, als bedoeld in artikel 3 der Wet, wordt een Commissie ingesteld.

Artikel

3

Artikel

4

Artikel

5

Artikel

6

Artikel

7

Artikel

8

Artikel

9

Artikel

10

Ten behoeve van elke immunisatie van militairen, die op basis van vrijwilligheid geschiedt, geeft de Commissie op verzoek van de Minister schriftelijk aanwijzingen, die mede betrekking hebben op de wijze van uitvoering van die immunisatie.

De artikelen 7, eerste lid, 8 en 9, tweede lid, zijn van overeenkomstige toepassing.

Artikel

11

Deze beschikking, die kan worden aangehaald als: Beschikking commissie deskundigen immunisatie militairen 1969, wordt in de Staatscourant geplaatst.

Artikel

12

Deze beschikking treedt in werking op de dag volgende op die van de plaatsing in de Staatscourant.

Tegelijkertijd wordt ingetrokken de Beschikking commissie van deskundigen immunisatie militairen van 25 november 1953 (Stcrt. 1953, 230).

Artikel

13

Vervallen

's-Gravenhage
De Minister van Defensie, W. denToom