Burgerlijk Wetboek Boek 1, Personen- en familierecht

Burgerlijk Wetboek Boek 1

Boek

1

Personen- en familierecht

Titel

1

Algemene bepalingen

Artikel

1

Artikel

2

Het kind waarvan een vrouw zwanger is wordt als reeds geboren aangemerkt, zo dikwijls zijn belang dit vordert. Komt het dood ter wereld, dan wordt het geacht nooit te hebben bestaan.

Artikel

3

Titel

2

Het recht op de naam

Artikel

4

Artikel

5

Artikel

6

De geslachtsnaam wordt ten aanzien van een ieder dwingend bewezen door de akte van geboorte.

Artikel

7

Artikel

8

Hij die de naam van een ander zonder diens toestemming voert, handelt jegens die persoon onrechtmatig, wanneer hij daardoor de schijn wekt die ander te zijn of tot diens geslacht of gezin te behoren.

Artikel

9

Titel

3

Woonplaats

Artikel

10

Artikel

11

Artikel

12

Artikel

13

Het sterfhuis van een overledene is daar, waar hij zijn laatste woonplaats heeft gehad.

Artikel

14

Een persoon die een kantoor of een filiaal houdt, heeft ten aanzien van aangelegenheden die dit kantoor of dit filiaal betreffen mede aldaar woonplaats.

Artikel

15

Een persoon kan een andere woonplaats dan zijn werkelijke slechts kiezen, wanneer de wet hem daartoe verplicht, of wanneer de keuze bij schriftelijk of langs elektronische weg aangegane overeenkomst voor een of meer bepaalde rechtshandelingen of rechtsbetrekkingen geschiedt en voor de gekozen woonplaats een redelijk belang aanwezig is. Indien de keuze bij langs elektronische weg aangegane overeenkomst geschiedt, is artikel 227a lid 1 van Boek 6 van overeenkomstige toepassing.

Titel

4

Burgerlijke stand

Afdeling

1

De ambtenaar van de burgerlijke stand

Artikel

16

Artikel

16a

Artikel

16b

Wanneer de ambtenaar van de burgerlijke stand in de uitoefening van zijn ambt op grond van enige bepaling van deze titel of van enige andere titel van dit boek in rechte optreedt, kan hij dit zonder advocaat doen.

Artikel

16c

Burgemeester en wethouders bepalen de uren, waarop elk bureau van de burgerlijke stand dagelijks voor het publiek geopend zal zijn. Daarbij wordt, ten einde de werkzaamheden van de ambtenaren van de burgerlijke stand op die dagen zoveel mogelijk te beperken, een afzonderlijke regeling getroffen voor de zaterdag, de zondag, de algemeen erkende feestdagen en de overige daarvoor door burgemeester en wethouders aan te wijzen dagen, waarop gemeentelijke diensten niet of slechts gedeeltelijk zijn geopend.

Artikel

16d

Bij algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld ten aanzien van de door het college van burgemeester en wethouders te treffen voorzieningen ten behoeve van de taakuitoefening door de ambtenaar van de burgerlijke stand, en voorts ten aanzien van al wat verder de taak van de ambtenaar van de burgerlijke stand betreft.

Afdeling

2

De registers van de burgerlijke stand en de bewaring daarvan

Artikel

17

Artikel

17a

Artikel

17b

De beheerder van een archiefbewaarplaats als bedoeld in artikel 17a is belast met het bewaren van de onder hem berustende registers, met het toevoegen van latere vermeldingen aan de daarin opgenomen akten en met de afgifte van afschriften en uittreksels van deze akten.

Artikel

17c

Bij algemene maatregel van bestuur wordt geregeld alles wat verder betreft de inrichting van de registers, alsmede de in artikel 17b genoemde handelingen ten aanzien van die registers.

Afdeling

3

Akten van de burgerlijke stand en partijen bij deze akten

Artikel

18

Artikel

18a

Artikel

18b

Artikel

18c

Artikel

18d

Afdeling

4

De akten van geboorte, van overlijden en de akten houdende attestaties de vita

Artikel

19

Artikel

19a

Artikel

19b

Indien de plaats of de dag van de geboorte van het kind niet bekend is dan wel indien de naam, met inbegrip van de voornamen, van de moeder uit wie het kind is geboren niet bekend is, wordt de geboorteakte ten aanzien van deze punten opgemaakt krachtens een bevel en overeenkomstig de aanwijzingen van het openbaar ministerie.

Artikel

19c

Zijn krachtens artikel 5, tiende lid, van dit boek in de akte een voorlopige voornaam en geslachtsnaam opgenomen, dan zendt de ambtenaar van de burgerlijke stand onverwijld een volledig afschrift van de akte aan Onze Minister van Justitie.

Artikel

19d

Artikel

19e

Artikel

19f

Artikel

19g

Artikel

19h

Artikel

19i

Artikel

19j

Artikel

19k

Afdeling

5

Latere vermeldingen

Artikel

20

Artikel

20a

Artikel

20b

Artikel

20d

Bij algemene maatregel van bestuur wordt geregeld al wat betreft de aan de ambtenaar over te leggen stukken, het opmaken van de latere vermeldingen en de inhoud daarvan.

Artikel

20e

Artikel

20f

Artikel

20g

De ambtenaar van de burgerlijke stand die aan de geboorteakte van een minderjarige een latere vermelding toevoegt, waaruit blijkt dat de minderjarige is erkend, of dat een naam van hem is gewijzigd, geeft van dit feit kennis aan de bewaarder van het in artikel 244 van dit boek bedoelde openbare register waarin rechtsfeiten omtrent die minderjarige zijn opgenomen.

Artikel

20h

Vervallen

Afdeling

6

Akten van inschrijving van bepaalde rechterlijke uitspraken

Artikel

21

Afdeling

7

De bewijskracht van akten van de burgerlijke stand alsmede van afschriften en uittreksels

Artikel

22

Artikel

22a

Authentieke afschriften of uittreksels, in de wettige vorm opgemaakt en afgegeven door de daartoe bevoegde bewaarder van het register, hebben dezelfde bewijskracht als het origineel, tenzij bewezen wordt dat zij daarmede niet overeenstemmen.

Afdeling

8

De openbaarheid van de akten van de burgerlijke stand

Artikel

23

De akten van de burgerlijke stand, daaronder begrepen de dubbelen van deze akten, zijn openbaar voor zover te dien aanzien in deze afdeling geen nadere voorziening is gegeven.

Artikel

23a

Van de akten van de burgerlijke stand mogen slechts de bewaarders en het openbaar ministerie inzage nemen. Voorts kunnen de rechter en het openbaar ministerie overlegging van akten bevelen.

Artikel

23b

Artikel

23c

De dubbelen van de akten van de burgerlijke stand zijn openbaar zolang zij onder de ambtenaar van de burgerlijke stand berusten.

Afdeling

9

De aanvulling van de registers van de burgerlijke stand en de verbetering van de daarin voorkomende akten en latere vermeldingen

Artikel

24

Artikel

24a

Kennelijke schrijf- of spelfouten en kennelijke misslagen kunnen ambtshalve door de ambtenaar van de burgerlijke stand worden verbeterd. Indien in een andere gemeente een akte betreffende dezelfde persoon of diens afstammelingen wordt gehouden, die eveneens verbetering behoeft, stelt de ambtenaar van de burgerlijke stand die de verbetering in de akte heeft aangebracht de ambtenaar van de burgerlijke stand in de andere gemeente daarvan op de hoogte.

Artikel

24b

Afdeling

10

Inschrijving van buitenlandse akten en de rechterlijke last tot het opmaken van een vervangende akte van geboorte

Artikel

25

Artikel

25a

Artikel

25b

Aan de akte van inschrijving, bedoeld in artikel 25, worden de latere vermeldingen toegevoegd die op grond van dit boek aan een in Nederland opgemaakte akte van geboorte, huwelijksakte of akte van overlijden moeten worden toegevoegd.

Artikel

25c

Artikel

25d

De rechtbank Den Haag kan op verzoek van het openbaar ministerie, van een belanghebbende of van de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente 's-Gravenhage de krachtens artikel 25c gegeven beschikking wijzigen op grond dat de vastgestelde gegevens onjuist of onvolledig zijn.

Artikel

25e

Vervallen

Artikel

25f

Artikel

25g

Afdeling

11

De verklaring voor recht omtrent de rechtsgeldigheid in Nederland van een buitenlandse akte of uitspraak

Artikel

26

Artikel

26a

De rechtbank kan, op verzoek of ambtshalve, bij de in het eerste lid van artikel 26 bedoelde verklaring voor recht tevens de toevoeging van een latere vermelding, op grond van artikel 24, eerste lid, aan een in de Nederlandse registers van de burgerlijke stand voorkomende akte gelasten.

Artikel

26b

Is met betrekking tot de verzoeker geen akte in de Nederlandse registers van de burgerlijke stand opgenomen, dan kan de rechtbank Den Haag, op verzoek of ambtshalve, bij haar beschikking tevens de inschrijving, overeenkomstig artikel 25, van een daarvoor in aanmerking komende in het buitenland opgemaakte akte in de registers van de burgerlijke stand te 's-Gravenhage gelasten, alsmede de verbetering van de akte van inschrijving op grond van artikel 24, eerste lid. Ook kan zij bij haar beschikking een last als bedoeld in artikel 25c geven alsmede een last tot verbetering, overeenkomstig artikel 24, eerste lid, van de door de ambtenaar van de burgerlijke stand te 's-Gravenhage op te maken akte.

Artikel

26c

Vervallen

Artikel

26e

De griffier van het college, waarbij de zaak laatstelijk aanhangig was, zendt een afschrift van de beschikking aan de ambtenaar van de burgerlijke stand in wiens registers een op de belanghebbende betrekking hebbende akte is opgenomen, waaraan een latere vermelding van de beschikking moet worden toegevoegd. Is bij de beschikking een last tot inschrijving van een in het buitenland opgemaakte akte gegeven, dan zendt de griffier een afschrift van de beschikking aan de ambtenaar van de burgerlijke stand te 's-Gravenhage.

Artikel

26f

Vervallen

Afdeling

12

Voorziening tegen de weigering tot het opmaken van een akte van de burgerlijke stand of tot een andere verrichting

Artikel

27

Naar aanleiding van een besluit van een ambtenaar van de burgerlijke stand om op grond van artikel 18c of 20c te weigeren een akte van de burgerlijke stand op te maken, een latere vermelding aan een akte toe te voegen of, buiten het geval van stuiting van het huwelijk of het geregistreerd partnerschap en dat van afgifte van een afschrift of een uittreksel, aan een verrichting mee te werken, kunnen belanghebbende partijen binnen zes weken na de verzending van dat besluit een verzoek indienen bij de rechtbank binnen het rechtsgebied waar de standplaats van de ambtenaar van de burgerlijke stand is gelegen.

Artikel

27a

De rechtbank kan, op verzoek van een belanghebbende partij of ambtshalve, bij haar beschikking tevens een verklaring als bedoeld in artikel 26 afgeven, alsmede een last als bedoeld in artikel 26a, onderscheidenlijk artikel 26b.

Artikel

27b

De griffier zendt een afschrift van de beschikking aan de belanghebbende partijen en aan de ambtenaar van de burgerlijke stand.

Artikel

27c

Vervallen

Afdeling

13

Wijziging van de vermelding van het geslacht in de akte van geboorte

Artikel

28

Artikel

28a

Artikel

28b

Artikel

28c

Afdeling

14

De Commissie van advies voor de zaken betreffende de burgerlijke staat en de nationaliteit

Artikel

29

Er is een Commissie van advies voor de zaken betreffende de burgerlijke staat en de nationaliteit.

Artikel

29a

Artikel

29b

Artikel

29c

Indien een ambtenaar van de burgerlijke stand gerede twijfel heeft over de vraag of een aan een buiten Nederland opgemaakte akte van de burgerlijke stand of ander geschrift te ontlenen gegeven in aanmerking komt om in een akte van de burgerlijke stand te worden opgenomen, is hij gehouden het advies van de Commissie in te winnen.

Artikel

29d

Indien een ambtenaar van de burgerlijke stand een door de Commissie gegeven advies niet opvolgt, stelt hij de Commissie en de officier van justitie hiervan in kennis.

Artikel

29e

Onze Minister van Justitie kan nadere regels stellen omtrent de taak en de werkwijze van de Commissie.

Artikel

29f

Telkens binnen een termijn van vier jaren brengt de Commissie een rapport uit aan Onze Minister van Justitie, waarin de taakvervulling van de Commissie aan een onderzoek wordt onderworpen en voorstellen kunnen worden gedaan voor gewenste veranderingen.

Titel

5

Het huwelijk

Algemene bepaling

Artikel

30

Afdeling

1

Vereisten tot het aangaan van een huwelijk

Artikel

31

Om een huwelijk te mogen aangaan moeten een man en een vrouw de leeftijd van achttien jaren hebben bereikt.

Artikel

32

Een huwelijk mag niet worden aangegaan, wanneer de geestvermogens van een partij zodanig zijn gestoord, dat deze niet in staat is haar wil te bepalen of de betekenis van haar verklaring te begrijpen.

Artikel

33

Een persoon kan tegelijkertijd slechts met één andere persoon door het huwelijk verbonden zijn.

Artikel

34

Vervallen

Artikel

35

Vervallen

Artikel

36

Vervallen

Artikel

37

Artikel

38

Hij die wegens zijn lichamelijke of geestelijke toestand onder curatele staat, mag geen huwelijk aangaan zonder toestemming van de kantonrechter.

Artikel

39

Artikel

40

Vervallen

Artikel

41

Artikel

41a

Een huwelijk mag niet worden gesloten tussen hen die elkander, hetzij van nature hetzij familierechtelijk, als bloedverwanten bestaan in de derde of vierde graad in de zijlinie, tenzij de aanstaande echtgenoten bij de ambtenaar van de burgerlijke stand ieder een beëdigde verklaring hebben afgelegd, inhoudende dat zij hun vrije toestemming tot het huwelijk geven.

Artikel

42

Zij die met elkander een huwelijk willen aangaan, mogen niet tegelijkertijd een geregistreerd partnerschap zijn aangegaan.

Afdeling

2

Formaliteiten die aan de voltrekking van het huwelijk moeten voorafgaan

Artikel

43

Vervallen

Artikel

44

Artikel

45

Artikel

45a

Indien de gegevens betreffende overlijden als bedoeld in artikel 44, eerste lid, onder c, niet kunnen worden geverifieerd en de aanstaande echtgenoten niet in staat zijn om de akte of akten van overlijden over te leggen, kunnen zij terzake een beëdigde verklaring afleggen jegens de ambtenaar van de burgerlijke stand ten overstaan van wie het huwelijk zal worden voltrokken. Deze maakt daarvan melding in de huwelijksakte.

Artikel

46

Wanneer het huwelijk binnen een jaar, te rekenen vanaf de datum waarop het voornemen daartoe is kenbaar gemaakt, niet is voltrokken, mag het niet worden voltrokken dan nadat het voornemen daartoe opnieuw kenbaar is gemaakt.

Artikel

47

Vervallen

Artikel

48

Indien hij die wil hertrouwen het gezag heeft over kinderen uit een vorig huwelijk, geeft de ambtenaar van de burgerlijke stand van dit voornemen onverwijld kennis aan de rechtbank van de woonplaats van de bedoelde ouder.

Artikel

49

Artikel

49a

Afdeling

3

Stuiting van het huwelijk

Artikel

50

Een huwelijk kan worden gestuit, wanneer partijen niet de vereisten in zich verenigen om een huwelijk aan te gaan, of wanneer partijen niet beiden hun vrije toestemming tot het huwelijk zullen geven dan wel wanneer het oogmerk van de aanstaande echtgenoten, of één hunner, niet is gericht op de vervulling van de door de wet aan de huwelijkse staat verbonden plichten, doch op het verkrijgen van toelating tot Nederland.

Artikel

51

Artikel

52

Hij die met een der partijen door huwelijk verbonden is dan wel met een der partijen een geregistreerd partnerschap is aangegaan, kan op grond van het bestaan van dat huwelijk of dat geregistreerd partnerschap een nieuw aan te gaan huwelijk stuiten.

Artikel

53

Artikel

54

Artikel

55

Een stuiting kan worden opgeheven:

  • a.

    op dezelfde wijze als waarop zij is geschied;

  • b.

    door een verklaring, in persoon afgelegd ten overstaan van de ambtenaar van de burgerlijke stand, genoemd in het vorige artikel;

  • c.

    door een verklaring, afgelegd ten overstaan van een notaris;

  • d.

    door een in kracht van gewijsde gegane beschikking, gegeven op verzoek van een belanghebbende.

Artikel

56

Het huwelijk mag niet worden voltrokken, voordat de stuiting is opgeheven. Mocht het desniettemin voltrokken zijn hangende een geding tot opheffing van de stuiting, dan kan dit geding op verlangen van de opposant worden voortgezet en wordt het huwelijk nietig verklaard, indien de rechter de gegrondheid der stuiting aanvaardt.

Artikel

57

Een ambtenaar van de burgerlijke stand aan wie het bestaan van een der in de artikelen 31 tot en met 33, 41, 41a en 42 omschreven huwelijksbeletselen bekend is, mag geen medewerking verlenen aan een huwelijksvoltrekking of aan de vervulling van daaraan voorafgaande formaliteiten, ook al zou geen stuiting hebben plaatsgehad.

Afdeling

4

De voltrekking van het huwelijk

Artikel

58