Aanwijzing opsporingsambtenaren landbouwwetten
besluit:
in overeenstemming met de Minister van Landbouw en Visserij:
1
de ambtenaren van de Algemene Inspectiedienst van het Ministerie van Landbouw en Visserij aan te wijzen als ambtenaren, belast met de opsporing van overtredingen van de voorschriften, gesteld bij of krachtens de Wet van 31 mei 1929 (Wet houdende bepalingen betreffende de in- en doorvoer van kippen- en eendeneieren),
-
de Landbouwuitvoerwet 1929,
-
de Bloembollenziektenwet 1937,
-
de Paardenwet 1939,
-
de Bodemproductie wet 1939,
-
de Bijenwet 1947,
-
de Tuberculinewet,
-
de Landbouwwet,
-
de Pachtwet,
-
de Boswet,
-
de Wet erkenningen tuinbouw,
-
de Visserijwet 1963,
voor zover deze overtredingen economische delicten zijn in de zin van artikel 1 van de Wet op de economische delicten;
2
in te trekken de beschikkingen van zijn toenmalige ambtsvoorgangers van;
-
19 januari 1955 , 2e Afd. A, nr. 146/255,
-
28 juli 1955 , 2e Afd. A, nr. 1293/255,
-
22 december 1955 , 2e Afd. A, nr. 2060/255,
-
9 november 1960 , Hoofdafd. Publiekrecht, Afd. St. en Sr., nr. 517/260,
-
6 februari 1962 , Hoofdafd. Publiekrecht, Afd. St. en Sr., nr. 060/262,
-
25 juni 1962 , Hoofdafd. Publiekrecht, Afd. St. en Sr., nr. 213/262,
-
8 mei 1964 , Hoofdafd. Publiekrecht, Afd. St. en Sr., nr. 264/281,
-
alsmede zijn beschikking van
-
30 mei 1967 Hoofdafd. Staats- en Strafrecht, nr. 257/267;