Wet van 25 mei 1978, houdende regelen inzake voorzieningen op het gebied van het financiële verkeer in buitengewone omstandigheden
Noodwet financieel verkeer
Wij Juliana, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is regelen te stellen inzake voorzieningen op het gebied van het financiële verkeer in geval van oorlog, oorlogsgevaar of andere buitengewone omstandigheden;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
Hoofdstuk
1
Inleidende bepalingen
Artikel
1
Voor de toepassing van het bij en krachtens deze wet bepaalde wordt verstaan onder:
a.
Onze Minister: Onze Minister van Financiën;
b.
de Bank: De Nederlandsche Bank N.V.;
c.
banken: alle ondernemingen en instellingen, tot wier bedrijf behoort het ter beschikking stellen of houden van gelden ten behoeve van derden, met uitzondering van de Bank; in geval van twijfel of een onderneming of instelling als bank in de zin van deze wet moet worden beschouwd, beslist Onze Minister;
d.
Vervallen.
e.
noodgeld: betaalmiddelen, welke van overheidswege in omloop worden gebracht ter vervanging van ’s Rijks munten;
f.
hulpgeld: penningen, bonnen, zegels en dergelijke, welke door anderen dan de overheid of de Bank in buitengewone omstandigheden in omloop worden gebracht of als betaalmiddel worden gebruikt;
g.
schadeloosstelling:
1.
de schadeloosstelling of vergoeding wegens vordering in eigendom van onroerende en roerende zaken, dan wel wegens wegruiming krachtens artikel 16 van de Oorlogswet voor Nederland;
2.
de schadeloosstelling wegens onteigening;
3.
de vergoeding ter verkrijging bij minnelijke regeling van te onteigenen of te vorderen onroerende en roerende zaken;
4.
de vergoeding of verzekeringsuitkering wegens tenietgaan, verlies of beschadiging van onroerende en roerende zaken;
5.
de uitkering uit hoofde van een wettelijke aansprakelijkheidsverzekering voor of in verband met schade aan onroerende en roerende zaken;
overeenkomst van natura-uitvaartverzekering: een overeenkomst van natura-uitvaartverzekering als bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht, gesloten door een natura-uitvaartverzekeraar waarop die wet van toepassing is;
k.
beheerder: een rechtspersoon die het beheer voert over een of meer beleggingsinstellingen;
l.
gereglementeerde markt: een gereglementeerde markt als bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht of een met een gereglementeerde markt vergelijkbaar systeem uit een staat die geen lidstaat is.
Wanneer het in het eerste lid bedoelde besluit is genomen, wordt onverwijld een voorstel van wet aan de Tweede Kamer gezonden omtrent het voortduren van de werking van de bij dat besluit in werking gestelde bepalingen.
3
Wordt het voorstel van wet door de Staten-Generaal verworpen, dan worden bij koninklijk besluit, op voordracht van Onze Minister-President, de bepalingen die ingevolge het eerste lid in werking zijn gesteld, onverwijld buiten werking gesteld.
4
Bij koninklijk besluit, op voordracht van Onze Minister-President, worden bepalingen die ingevolge het eerste lid in werking zijn gesteld,buiten werking gesteld, zodra de omstandigheden dit naar Ons oordeel toelaten.
5
Het besluit, bedoeld in het eerste, derde en vierde lid, wordt op de daarin te bepalen wijze bekendgemaakt. Het treedt in werking terstond na de bekendmaking.
6
Het besluit, bedoeld in het eerste, derde en vierde lid, wordt in ieder geval geplaatst in het Staatsblad.
Hoofdstuk
II
Kredietbeperking
Artikel
3
Dit artikel is nog niet in werking getreden; ingeval buitengewone omstandigheden dit noodzakelijk maken kan bij koninklijk besluit, op voordracht van Onze Minister-President, dit artikel in werking treden.
Onze Minister is bevoegd te bepalen - zo nodig in afwijking van andere wettelijke regelingen - dat het aan banken verboden is zonder een door of namens hem verleende algemene of bijzondere vergunning kredieten te verlenen of beschikkingen op openstaande kredieten toe te staan.
Hoofdstuk
III
Bankenmoratorium
Artikel
4
Dit artikel is nog niet in werking getreden; ingeval buitengewone omstandigheden dit noodzakelijk maken kan bij koninklijk besluit, op voordracht van Onze Minister-President, dit artikel in werking treden.
1
Onze Minister is bevoegd te bepalen, dat het aan anderen dan banken verboden is zonder een door of namens hem verleende algemene of bijzondere vergunning over schuldvorderingen op deze banken of op de Bank, in contanten te beschikken, met dien verstande, dat rechthebbenden op opeisbare tegoeden op rekeningen bij banken of bij de Bank, de vrije beschikking behouden over een door Onze Minister te bepalen bedrag per rekeninghouder.
2
Het is verboden om tegoeden, welke ten behoeve van bepaalde doeleinden worden vrijgegeven, voor andere doeleinden aan te wenden.
Artikel
5
Dit artikel is nog niet in werking getreden; ingeval buitengewone omstandigheden dit noodzakelijk maken kan bij koninklijk besluit, op voordracht van Onze Minister-President, dit artikel in werking treden.
Onze Minister is bevoegd nadere voorschriften te geven terzake van een krachtens artikel 4 ingesteld bankenmoratorium.
Hoofdstuk
IV
Rentevaststelling
Artikel
6
Dit artikel is nog niet in werking getreden; ingeval buitengewone omstandigheden dit noodzakelijk maken kan bij koninklijk besluit, op voordracht van Onze Minister-President, dit artikel in werking treden.
Onze Minister is bevoegd - zo nodig in afwijking van andere wettelijke regelingen - voorschriften te geven met betrekking tot vergoedingen voor diensten op het gebied van het bankwezen in de ruimste zin en van de geld- en kapitaalmarkt, voorzover zij het karakter van rentevergoeding dragen.
Hoofdstuk
V
Noodgeld
Artikel
7
Dit artikel is nog niet in werking getreden; ingeval buitengewone omstandigheden dit noodzakelijk maken kan bij koninklijk besluit, op voordracht van Onze Minister-President, dit artikel in werking treden.
Onze Minister is bevoegd noodgeld in omloop te brengen tot de bedragen, welke hij in verband met de buitengewone omstandigheden nodig acht.
Artikel
8
Dit artikel is nog niet in werking getreden; ingeval buitengewone omstandigheden dit noodzakelijk maken kan bij koninklijk besluit, op voordracht van Onze Minister-President, dit artikel in werking treden.
1
Noodgeld kan in omloop worden gebracht in dezelfde waarden, waarin ’s Rijks munten in omloop zijn gebracht. De waarde wordt op het noodgeld aangegeven.
2
Noodgeld is wettig betaalmiddel.
Artikel
9
Dit artikel is nog niet in werking getreden; ingeval buitengewone omstandigheden dit noodzakelijk maken kan bij koninklijk besluit, op voordracht van Onze Minister-President, dit artikel in werking treden.
Dit artikel is nog niet in werking getreden; ingeval buitengewone omstandigheden dit noodzakelijk maken kan bij koninklijk besluit, op voordracht van Onze Minister-President, dit artikel in werking treden.
Onze Minister is bevoegd in omloop gebracht noodgeld buiten omloop te stellen. Hij stelt daarbij nadere regelen omtrent de inlevering vast. Bij de inlevering wordt de nominale waarde van het noodgeld vergoed in gangbare Nederlandse betaalmiddelen. Op het tijdstip, waarop noodgeld buiten omloop wordt gesteld, verliest dit de hoedanigheid van wettig betaalmiddel.
Hoofdstuk
VI
Bescherming geldcirculatie
Artikel
11
Dit artikel is nog niet in werking getreden; ingeval buitengewone omstandigheden dit noodzakelijk maken kan bij koninklijk besluit, op voordracht van Onze Minister-President, dit artikel in werking treden.
Onze Minister is bevoegd te bepalen, dat het verboden is:
a.
’s Rijks munten of noodgeld bij wege van betaling of anderszins over te dragen of aan te nemen anders dan tegen de nominale waarde daarvan zonder een door of namens hem verleende algemene of bijzondere vergunning;
b.
’s Rijks munten of noodgeld aan hun bestemming te onttrekken door oppotting, versmelting, verminking of anderszins;
c.
hulpgeld aan te bieden of aan te nemen behoudens in door hem te bepalen gevallen.
Artikel
12
Dit artikel is nog niet in werking getreden; ingeval buitengewone omstandigheden dit noodzakelijk maken kan bij koninklijk besluit, op voordracht van Onze Minister-President, dit artikel in werking treden.
Onze Minister is bevoegd nadere voorschriften te geven ter bescherming van de geldcirculatie.
Hoofdstuk
VII
Giraal betalingsverkeer
Artikel
13
Dit artikel is nog niet in werking getreden; ingeval buitengewone omstandigheden dit noodzakelijk maken kan bij koninklijk besluit, op voordracht van Onze Minister-President, dit artikel in werking treden.
Onze Minister is bevoegd te bepalen dat in door hem nader aan te geven gevallen een schuldeiser girale betaling van een geldschuld niet kan uitsluiten.
Hoofdstuk
VIII
Bepalingen inzake de bank
Artikel
14
Dit artikel is nog niet in werking getreden; ingeval buitengewone omstandigheden dit noodzakelijk maken kan bij koninklijk besluit, op voordracht van Onze Minister-President, dit artikel in werking treden.
De Bank verleent, in afwijking van het bepaalde in artikel 8, eerste lid, van de Bankwet 1998, aan de Staat kredieten of voorschotten in blanco volgens regelen door Onze Minister na overleg met de Bank te stellen, wanneer dit voor een tijdelijke versterking van ’s Rijks schatkist nodig is.
Artikel
15
Vervallen
Artikel
16
Vervallen
Hoofdstuk
IX
Moratorium levensverzekeringsondernemingen, pensioen- en spaarfondsen en beleggingsinstellingen
Artikel
17
Dit artikel is nog niet in werking getreden; ingeval buitengewone omstandigheden dit noodzakelijk maken kan bij koninklijk besluit, op voordracht van Onze Minister-President, dit artikel in werking treden.
1
Onze Minister is bevoegd te bepalen, dat het verboden is zonder een door of namens hem verleende algemene of bijzondere vergunning:
a.
niet-periodieke uitkeringen te doen ingevolge een overeenkomst van levensverzekering of ingevolge verzekering van zodanige uitkeringen door een pensioen- of spaarfonds, zodanige uitkeringen aan te nemen of daarover anders dan door wijziging van de begunstiging te beschikken;
b.
een overeenkomst van levensverzekering door afkoop te beëindigen, daarop beleningen aan te gaan, de daarin vervatte rechten over te dragen of de daarin vervatte verplichting tot het doen van niet-periodieke uitkeringen om te zetten in de verplichting tot het doen van periodieke uitkeringen.
2
Onder de in het eerste lid, letter a, bedoelde uitkeringen zijn niet begrepen de uitkeringen krachtens overeenkomsten van herverzekering, gesloten tot dekking van verplichtingen tot het doen van periodieke uitkeringen.
3
Met afkoop wordt gelijk gesteld het omzetten van een overeenkomst van levensverzekering in een andere overeenkomst van levensverzekering waarbij de afloopdatum van de verzekering wordt vervroegd.
Artikel
18
Dit artikel is nog niet in werking getreden; ingeval buitengewone omstandigheden dit noodzakelijk maken kan bij koninklijk besluit, op voordracht van Onze Minister-President, dit artikel in werking treden.
Onze Minister is bevoegd nadere voorschriften te geven terzake van een krachtens artikel 17 ingesteld verzekeringsmoratorium, met inbegrip van voorschriften inzake vergoeding van rente over bedragen, waarvan de uitkering ingevolge de bij en krachtens dit hoofdstuk vastgestelde bepalingen is opgeschort.
Artikel
18a
Dit artikel is nog niet in werking getreden; ingeval buitengewone omstandigheden dit noodzakelijk maken kan bij koninklijk besluit, op voordracht van Onze Minister-President, dit artikel in werking treden.
1
Onze minister is bevoegd te bepalen dat het een beheerder verboden is, zonder door een of namens hem verleende algemene of bijzondere vergunning, rechten van deelneming in een beleggingsinstelling rechtstreeks of middellijk in te kopen.
2
Onze minister is bevoegd nadere voorschriften te geven ter zake van een krachtens het eerste lid ingesteld moratorium.
Hoofdstuk
IXA
Korting op dekking terrorismerisico door verzekeringsondernemingen
Artikel
18b
Dit artikel is nog niet in werking getreden; ingeval buitengewone omstandigheden dit noodzakelijk maken kan bij koninklijk besluit, op voordracht van Onze Minister-President, dit artikel in werking treden.
1
Onze Minister is bevoegd te bepalen dat verzekeringsondernemingen die ingevolge door hen gesloten overeenkomsten van levensverzekering, overeenkomsten van schadeverzekering of overeenkomsten van natura-uitvaartverzekering uitkeringen zullen verrichten naar aanleiding van een of meer terroristische handelingen, door hem vast te stellen kortingen toepassen, dan wel niet gehouden zijn tot uitkeringen die een door hem te bepalen bedrag voor alle verzekeringsondernemingen gezamenlijk overschrijden.
2
Onder de in het eerste lid bedoelde uitkeringen krachtens overeenkomsten van levensverzekering, overeenkomsten van schadeverzekering of overeenkomsten van natura-uitvaartverzekering zijn niet begrepen uitkeringen krachtens overeenkomsten van herverzekering.
3
Onze Minister is bevoegd de in het eerste lid bedoelde kortingen en beperkingen van uitkeringen te herzien.
Artikel
18c
Dit artikel is nog niet in werking getreden; ingeval buitengewone omstandigheden dit noodzakelijk maken kan bij koninklijk besluit, op voordracht van Onze Minister-President, dit artikel in werking treden.
Onze Minister is bevoegd nadere voorschriften te geven terzake van het bepaalde in artikel 18b.
Artikel
18d
Dit artikel is nog niet in werking getreden; ingeval buitengewone omstandigheden dit noodzakelijk maken kan bij koninklijk besluit, op voordracht van Onze Minister-President, dit artikel in werking treden.
Zolang de ingevolge de artikelen 18b en 18c gegeven voorschriften van kracht zijn, blijven de in de betrokken overeenkomsten van levensverzekering, overeenkomsten van schadeverzekering of overeenkomsten van natura-uitvaartverzekering opgenomen bepalingen omtrent de dekking van het terrorismerisico buiten toepassing.
Hoofdstuk
X
Dekking oorlogsrisico door levensverzekeringsondernemingen, pensioen- en spaarfondsen
Artikel
19
Dit artikel is nog niet in werking getreden; ingeval buitengewone omstandigheden dit noodzakelijk maken kan bij koninklijk besluit, op voordracht van Onze Minister-President, dit artikel in werking treden.
Onze Minister is bevoegd te bepalen, dat in overeenkomsten van levensverzekering het oorlogsrisico van een door hem vast te stellen tijdstip af wordt geacht mede te zijn verzekerd.
Artikel
20
Dit artikel is nog niet in werking getreden; ingeval buitengewone omstandigheden dit noodzakelijk maken kan bij koninklijk besluit, op voordracht van Onze Minister-President, dit artikel in werking treden.
1
Onze Minister is bevoegd te bepalen, dat in verband met de dekking van het oorlogsrisico door hem vast te stellen kortingen worden toegepast op de verzekerde bedragen - waaronder mede begrepen eventuele premierestitutie -, op de premievrije waarden, op de afkoopwaarden en al dan niet op de reeds verschuldigde uitkeringen uit hoofde van overeenkomsten van levensverzekering.
2
Onze Minister is bevoegd de in het vorige lid bedoelde kortingen te herzien.
3
Onze Minister is bevoegd te bepalen, dat het, zolang hij van de hem in het eerste lid gegeven bevoegdheid geen gebruik heeft gemaakt, verboden is zonder een door of namens hem verleende algemene of bijzondere vergunning uitkeringen ingevolge een overeenkomst van levensverzekering te doen, aan te nemen of daarover te beschikken.
Artikel
21
Dit artikel is nog niet in werking getreden; ingeval buitengewone omstandigheden dit noodzakelijk maken kan bij koninklijk besluit, op voordracht van Onze Minister-President, dit artikel in werking treden.
Onze Minister is bevoegd nadere voorschriften te geven terzake van het mede-verzekeren van het oorlogsrisico in overeenkomsten van levensverzekering en terzake van de in artikel 20 bedoelde kortingen.
Artikel
22
Dit artikel is nog niet in werking getreden; ingeval buitengewone omstandigheden dit noodzakelijk maken kan bij koninklijk besluit, op voordracht van Onze Minister-President, dit artikel in werking treden.
Onze Minister bepaalt het tijdstip, met ingang waarvan de krachtens artikel 20 vastgestelde kortingen niet meer worden toegepast ten aanzien van daarna te sluiten overeenkomsten van levensverzekering.
Artikel
23
Dit artikel is nog niet in werking getreden; ingeval buitengewone omstandigheden dit noodzakelijk maken kan bij koninklijk besluit, op voordracht van Onze Minister-President, dit artikel in werking treden.
Zolang de ingevolge de artikelen 19-22 gegeven voorschriften van kracht zijn, blijven de in de betrokken overeenkomsten van levensverzekering opgenomen bepalingen omtrent de dekking van het oorlogsrisico buiten toepassing.
Artikel
24
Dit artikel is nog niet in werking getreden; ingeval buitengewone omstandigheden dit noodzakelijk maken kan bij koninklijk besluit, op voordracht van Onze Minister-President, dit artikel in werking treden.
Het bepaalde in de artikelen 19-23 is van overeenkomstige toepassing op de aanspraken, verbonden aan de deelneming in een pensioen- of spaarfonds.
Hoofdstuk
Xa
Bepalingen inzake de effectenbeurzen
Artikel
24a
Dit artikel is nog niet in werking getreden; ingeval buitengewone omstandigheden dit noodzakelijk maken kan bij koninklijk besluit, op voordracht van Onze Minister-President, dit artikel in werking treden.
Dit onderdeel is nog niet inwerking getreden
Hoofdstuk
XI
Betaling schadeloosstellingen
Artikel
25
Dit artikel is nog niet in werking getreden; ingeval buitengewone omstandigheden dit noodzakelijk maken kan bij koninklijk besluit, op voordracht van Onze Minister-President, dit artikel in werking treden.
1
Onze Minister is bevoegd te bepalen - zo nodig in afwijking van andere wettelijke regelingen -, dat de betaling van schadeloosstellingen of van voorschotten daarop behoudens een door of namens hem te verlenen algemene of bijzondere vergunning uitsluitend kan geschieden door storting op een geblokkeerde rekening. Alsdan wordt voor de toepassing van de Onteigeningswet het bewijs van deze storting met een bewijs van de betaling gelijkgesteld.
2
Onze Minister is bevoegd nadere voorschriften te geven terzake van een overeenkomstig het eerste lid vastgestelde wijze van betaling en zonodig de rechtsgevolgen daarvan voor de daarbij betrokken partijen en voor derden te bepalen.
3
Onze Minister is bevoegd voorschriften te geven terzake van de vrijgave van op geblokkeerde rekeningen gestorte bedragen alsmede terzake van de voorwaarden welke aan de vrijgave kunnen worden verbonden. Deze voorschriften kunnen betrekking hebben zowel op alle geblokkeerde rekeningen of bepaalde gedeelten of groepen daarvan als op afzonderlijke rekeningen.
Hoofdstuk
XII
Financieel verkeer met het buitenland
Artikel
26
Dit artikel is nog niet in werking getreden; ingeval buitengewone omstandigheden dit noodzakelijk maken kan bij koninklijk besluit, op voordracht van Onze Minister-President, dit artikel in werking treden.
Onze Minister is bevoegd - zo nodig in afwijking van andere wettelijke regelingen - voorschriften te geven ten aanzien van de financiële betrekkingen met het buitenland, alsmede ten aanzien van het vorderen van gouden munten, fijn goud, alliages van goud (onbewerkt of halffabrikaat) en buitenlandse activa van ingezetenen. Tenzij bijzondere omstandigheden dit naar zijn oordeel onmogelijk maken, oefent hij deze bevoegdheden niet uit dan in overeenstemming met Onze Ministers van Buitenlandse Zaken, van Economische Zaken en van Landbouw en Visserij.
Hoofdstuk
XIII
Bepalingen van bijzondere aard
Artikel
27
Dit artikel is nog niet in werking getreden; ingeval buitengewone omstandigheden dit noodzakelijk maken kan bij koninklijk besluit, op voordracht van Onze Minister-President, dit artikel in werking treden.
Wanneer anderen dan Onze Minister algemene of bijzondere vergunningen verlenen overeenkomstig het bepaalde bij of krachtens deze wet, nemen zij de daartoe door Onze Minister gegeven aanwijzingen in acht.
Artikel
28
Dit artikel is nog niet in werking getreden; ingeval buitengewone omstandigheden dit noodzakelijk maken kan bij koninklijk besluit, op voordracht van Onze Minister-President, dit artikel in werking treden.
1
Een overeenkomstig het bepaalde bij of krachtens de artikelen 3, 4, 11, 17, 20 of 25 te verlenen vergunning kan zowel een algehele als een gedeeltelijke ontheffing van de desbetreffende bepalingen inhouden.
2
Aan een vergunning, als bedoeld in het eerste lid, kunnen voorschriften en voorwaarden worden verbonden.
Artikel
29
Vervallen
Artikel
30
Dit artikel is nog niet in werking getreden; ingeval buitengewone omstandigheden dit noodzakelijk maken kan bij koninklijk besluit, op voordracht van Onze Minister-President, dit artikel in werking treden.
1
Een ministeriële regeling krachtens deze wet vastgesteld treedt niet in werking alvorens zij is bekendgemaakt overeenkomstig de Bekendmakingswet (Stb. 1988, 18) of op een andere door Onze Minister bepaalde wijze.
2
Andere besluiten van Onze Minister krachtens deze wet genomen treden niet in werking alvorens zij zijn bekendgemaakt door plaatsing in de Staatscourant of op een andere door Onze Minister bepaalde wijze.
Artikel
31
Dit artikel is nog niet in werking getreden; ingeval buitengewone omstandigheden dit noodzakelijk maken kan bij koninklijk besluit, op voordracht van Onze Minister-President, dit artikel in werking treden.
Dit artikel is nog niet in werking getreden; ingeval buitengewone omstandigheden dit noodzakelijk maken kan bij koninklijk besluit, op voordracht van Onze Minister-President, dit artikel in werking treden.
Het is aan ieder, die bij de toepassing van de bij of krachtens deze wet gestelde bepalingen enige taak vervult, verboden aan daarbij verkregen gegevens of inlichtingen bekendheid te geven, tenzij zulks voor de juiste uitoefening van die taak wordt vereist.
Artikel
34
Bij algemene maatregel van bestuur worden de autoriteiten aangewezen, die onder daarbij te stellen regelen in enig gebied de daarbij aangewezen bevoegdheden, welke in deze wet aan Onze Minister worden toegekend, uitoefenen, zolang de verbinding tussen dat gebied en Onze Minister is verbroken. Ons besluit wordt mede bekend gemaakt in de Nederlandse Staatscourant.
Artikel
35
Bij algemene maatregel van bestuur worden regelen gesteld terzake van betalingen door het Rijk in enig gebied, zo lang de verbindingen tussen Onze Minister en een zodanig gebied zijn verbroken. Hierbij kan van andere wettelijke regelingen worden afgeweken.
Hoofdstuk
XIV
Slotbepalingen
Artikel
36
Het Besluit Bankenmoratorium 1944 (Stb. E28) wordt ingetrokken.
Artikel
37
Na het in artikel 23 bedoelde tijdvak doen Wij zo spoedig mogelijk een voorstel van wet aan de Staten-Generaal omtrent de definitieve regeling terzake van de krachtens artikel 20 genomen maatregelen.
Artikel
38
Deze wet kan worden aangehaald als: Noodwet financieel verkeer.
Artikel
39
Met uitzondering van de artikelen 3-32 treedt deze wet in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad, waarin zij is geplaatst.
Lasten en bevelen, dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst, en dat alle Ministeriële Departementen, Autoriteiten, Colleges en Ambtenaren, wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven ten Paleize Soestdijk
Juliana
De Minister-President, Minister van Algemene Zaken, Van Agt