Artikel
1
Het bepaalde in artikel 4, eerste lid, onder b, van de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940-1945 (Stb. 1986, 386) is niet van toepassing op:
-
a.
de vervolgde, die recht heeft op een buitengewoon pensioen krachtens artikel 4 van de Wet buitengewoon pensioen 1940-1945 (Stb. 1986, 575), krachtens artikel 3 van de Wet buitengewoon pensioen zeelieden-oorlogsslachtoffers (Stb. 1986, 576) of krachtens artikel 6 van de Wet buitengewoon pensioen Indisch verzet (Stb. 1986, 360), dat is berekend naar een invaliditeitspercentage respectievelijk arbeidsongeschiktheidspercentage van minder dan 80;
-
b.
de vervolgde, die recht heeft op een buitengewoon pensioen krachtens artikel 14 van de Wet buitengewoon pensioen 1940-1945, krachtens artikel 14 van de Wet buitengewoon pensioen zeelieden-oorlogsslachtoffers of krachtens artikel 19 van de Wet buitengewoon pensioen Indisch verzet;
-
c.
de nabestaande van een vervolgde, genoemd in artikel 7, eerste lid, van de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940-1945, die recht heeft op een buitengewoon pensioen krachtens artikel 14 van de Wet buitengewoon pensioen 1940-1945, krachtens artikel 14 van de Wet buitengewoon pensioen zeelieden-oorlogsslachtoffers of krachtens artikel 19 van de Wet buitengewoon pensioen Indisch verzet, welk pensioen niet is berekend, uitgaande van het bepaalde in artikel 17, onder a, van de Wet buitengewoon pensioen 1940-1945 respectievelijk van de Wet buitengewoon pensioen zeelieden-oorlogsslachtoffers dan wel uitgaande van artikel 22, onder a, van de Wet buitengewoon pensioen Indisch verzet;
-
d.
de nabestaande van een vervolgde, genoemd in artikel 7, eerste lid, van de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940-1945, die recht heeft op een buitengewoon pensioen krachtens artikel 4 van de Wet buitengewoon pensioen 1940-1945, krachtens artikel 3 van de Wet buitengewoon pensioen zeelieden-oorlogsslachtoffers dan wel krachtens artikel 6 van de Wet buitengewoon pensioen Indisch verzet.