Wet van 15 februari 1980, tot het treffen van sancties tegen bepaalde staten of gebieden

Sanctiewet 1977

Wij Juliana, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is over te gaan tot vernieuwing en uitbreiding van de wettelijke mogelijkheden om, ter uitvoering van internationale besluiten, aanbevelingen en afspraken, beperkingen vast te stellen voor de betrekkingen met bepaalde staten of gebieden;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel

2

Artikel

3

Artikel

4

De in artikel 2 bedoelde regels kunnen tevens de toegang en het verblijf van vreemdelingen betreffen, in die zin dat in de regels kan worden bepaald, dat:

  • 1°.

    in afwijking van de artikelen 3 en 12 van de Vreemdelingenwet 2000 de toegang en het verblijf kunnen worden geweigerd aan vreemdelingen die

    • a.

      onderdaan zijn van een in de regels aan te wijzen staat,

    • b.

      gevestigd zijn in een in de regels aan te wijzen buiten het Koninkrijk gelegen gebied of

    • c.

      in het bezit zijn van documenten voor grensoverschrijding afgegeven door in de regels aan te wijzen instanties;

  • 2°.

    Onze Ministers verblijfsvergunningen als bedoeld in de artikelen 14 en 20 van de Vreemdelingenwet 2000 van vreemdelingen die behoren tot één van de onder 1° bedoelde categorieën, kunnen intrekken. Een intrekking op grond van dit artikel geldt als een intrekking op grond van artikel 19 respectievelijk artikel 22 van de Vreemdelingenwet 2000.

Artikel

5

Onze Minister van Financiën kan de Nederlandsche Bank NV in de gelegenheid stellen haar zienswijze te geven omtrent de beoordeling van aanvragen om ontheffing op grond van artikel 9 alsmede over de uitvoering van de in de artikelen 3 en 4 bedoelde regels met betrekking tot financiële aangelegenheden.

Artikel

6

Artikel

7

Bij regeling kan Onze Minister, wanneer hij overweegt een voordracht tot vaststelling, wijziging of intrekking van een sanctiebesluit te doen en naar zijn oordeel een gewichtige reden een onmiddellijke voorziening eist, regels overeenkomstig het in overweging zijnde besluit vaststellen alsmede in een bestaand sanctiebesluit vervatte regels buiten werking stellen.

Artikel

8

Een sanctieregeling op grond van artikel 7 blijft, behoudens eerdere intrekking van kracht totdat een krachtens artikel 2 vastgesteld besluit, dat hetzelfde onderwerp betreft, in werking treedt, doch uiterlijk tot tien maanden na het in werking treden van de regeling.

Artikel

9

Artikel

10

Artikel

11

Artikel

12

De Wet op de economische delicten wordt als volgt gewijzigd: aan artikel 1 onder 2° wordt toegevoegd: de Sanctiewet 1977, artikel 2 juncto artikel 3, de artikelen 7 en 9, voor zover betrekking hebbend op regels als bedoeld in artikel 3, en artikel 10, derde lid.

Artikel

13

De Nederlandse strafwet is toepasselijk op de Nederlander die zich buiten Nederland schuldig maakt aan een bij of krachtens deze wet strafbaar gesteld feit.

Artikel

14

Tegen een besluit op grond van artikel 9, derde lid, kan een belanghebbende beroep instellen bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven.

Artikel

15

De Uitvoerverbodenwet 1935 (Stb. 599) en de Sanctiewet 1935 (Stb. 621) treden voor Nederland buiten werking.

Artikel

16

Lasten en bevelen, dat deze wet in het Staatsblad zal worden geplaatst, en dat alle Ministeriële Departementen, Autoriteiten, Colleges en Ambtenaren, wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te Lech
Juliana
De Minister van Buitenlandse Zaken, C. A. van der Klaauw
De Minister van Justitie, J. de Ruiter
De Minister van Financiën a.i., G. M. V. van Aardenne
De Minister van Verkeer en Waterstaat, D. S. Tuijnman
De Minister van Economische Zaken, G. M. V. van Aardenne
De Minister van Landbouw en Visserij, Van der Stee
De Minister van Justitie, J. de Ruiter