Wet van 20 november 1980, houdende regelen met betrekking tot de tarieven van organen voor gezondheidszorg
Wet tarieven gezondheidszorg
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is regelen te stellen ter bevordering van een evenwichtig stelsel van tarieven op het gebied van de gezondheidszorg mede met het oog op de beheersing van de kostenontwikkeling daarvan;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
Hoofdstuk
I
Begripsbepalingen
Artikel
1
1
In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
a.
Onze Minister: Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;
b.
het College: het College tarieven gezondheidszorg, bedoeld in artikel 18;
een ziekenfonds, toegelaten ingevolge de Ziekenfondswet;
2.
een particuliere ziektekostenverzekeraar, zijnde een verzekeraar die in het bezit is van de ingevolge artikel 24, eerste lid, van de Wet toezicht verzekeringsbedrijf 1993 vereiste vergunning, of die heeft voldaan aan de ingevolge de artikelen 37 of 38 van die wet vereiste procedure met betrekking tot een bijkantoor in Nederland;
3.
een orgaan dat een publiekrechtelijke ziektekostenregeling voor ambtenaren uitvoert;
f.
orgaan voor gezondheidszorg:
1.
een instelling voor gezondheidszorg;
2.
een persoon die een medisch, paramedisch, psycho-sociaal dan wel psycho-therapeutisch, farmaceutisch of verplegend beroep of een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen daarmede verwant beroep uitoefent;
g.
instelling voor gezondheidszorg: een instelling in het kader waarvan medische, paramedische, psycho-sociale dan wel psycho-therapeutische, farmaceutische of verpleegkundige hulp wordt verleend, al dan niet gebonden aan de aanwezigheid van ruimtelijke voorzieningen voor de huisvestingen en de daarmee samenhangende verzorging van patiënten;
h.
tarief: prijs voor een prestatie of geheel van prestaties, door een orgaan voor gezondheidszorg geleverd.
i.
maximumtarief: een maximumtarief, goedgekeurd of vastgesteld overeenkomstig artikel 17 c.
2
Deze wet is van toepassing op een orgaan voor gezondheidszorg en een daarmee gelijkgestelde voorziening of instelling, die bij algemene maatregel van bestuur wordt aangewezen of behoort tot een bij een zodanige maatregel aan te wijzen categorie.
3
Bij algemene maatregel van bestuur kan een voorziening voor maatschappelijke dienstverlening, behorende tot een bij die maatregel aangewezen categorie, voor de toepassing van deze wet en de daarop berustende bepalingen met een orgaan voor gezondheidszorg worden gelijkgesteld.
4
Bij algemene maatregel van bestuur kan een instelling, behorende tot een bij die maatregel aangewezen categorie, met een orgaan voor gezondheidszorg worden gelijkgesteld, indien haar werkzaamheden geheel of gedeeltelijk liggen op het gebied van de gezondheidszorg of geheel of gedeeltelijk ten behoeve van de gezondheidszorg worden verricht en indien dat voor een goede uitvoering van deze wet nodig is.
5
Bij algemene maatregel van bestuur kunnen met betrekking tot daarbij aangewezen prestaties nadere regelen worden gesteld ter zake van het bepaalde in het eerste lid, onder h en i. Tot deze regelen kan behoren dat de prijs voor daarbij aangewezen prestaties niet als tarief in de zin van deze wet wordt aangemerkt.
Hoofdstuk
II
Tarieven
Titel
1
Algemeen
Artikel
2
Het is verboden een tarief in rekening te brengen, dat niet overeenkomstig deze wet is goedgekeurd of vastgesteld.
Artikel
2a
1
Onze Minister kan, indien zulks naar zijn oordeel voor een goede uitvoering van deze wet wenselijk is, voorschriften geven betreffende het door organen voor gezondheidszorg voeren van een administratie waaruit de hoogte, de opbouw en de wijze van berekening van de tarieven blijkt.
2
Onze Minister kan regels stellen betreffende het door organen voor gezondheidszorg:
a.
bekendmaken van tarieven en maximumtarieven;
b.
specificeren van op verrichte prestaties betrekking hebbende rekeningen.
Artikel
3
1
Voor de toepassing van dit hoofdstuk worden onder representatieve organisaties van organen voor gezondheidszorg en representatieve organisaties van ziektekostenverzekeraars verstaan de organisaties van organen voor gezondheidszorg of van ziektekostenverzekeraars, welke Onze Minister op hun verzoek als zodanig aanwijst voor bij zijn besluit aangegeven categorieën van organen voor gezondheidszorg of van ziektekostenverzekeraars.
2
Onze Minister kan regels stellen die worden gehanteerd bij de beoordeling van de representativiteit van organisaties als bedoeld in het eerste lid.
3
Een aanwijzing als bedoeld in het eerste lid, kan onder voorwaarden of voor bepaalde tijd worden gegeven.
Titel
2
Goedkeuring van tarieven
Artikel
4
1
Indien een orgaan voor gezondheidszorg met een ziektekostenverzekeraar een tarief is overeengekomen, kunnen zij het College verzoeken dat tarief goed te keuren.
2
Een op een in het eerste lid bedoeld verzoek verleende goedkeuring geldt voor alle gevallen waarin het orgaan voor gezondheidszorg het tarief in rekening brengt aan de ziektekostenverzekeraar of aan degene die bij deze voor de prestatie waarop het tarief van toepassing is, is verzekerd.
Artikel
5
1
Indien overleg over een tarief tussen een representatieve organisatie van organen voor gezondheidszorg en een representatieve organisatie van ziektekostenverzekeraars of tussen een orgaan voor gezondheidszorg en een representatieve organisatie van ziektekostenverzekeraars dan wel tussen een representatieve organisatie van organen voor gezondheidszorg en een ziektekostenverzekeraar tot overeenstemming heeft geleid, kunnen zij het College verzoeken dat tarief goed te keuren.
2
Een op een in het eerste lid bedoeld verzoek verleende goedkeuring geldt voor alle gevallen waarin het orgaan voor gezondheidszorg dat het tarief is overeengekomen dan wel bij het in het eerste lid bedoelde overleg werd gerepresenteerd, het tarief in rekening brengt aan de ziektekostenverzekeraar die bij het eerder genoemde overleg werd gerepresenteerd, dan wel aan degene die bij deze voor de prestatie waarop het tarief van toepassing is, is verzekerd.
Artikel
6
1
Het College stelt regels vast over de wijze waarop een verzoek om goedkeuring van een tarief wordt ingediend.
2
Het College deelt zijn beschikking op een aanvraag om goedkeuring van een tarief schriftelijk mee aan de betrokken representatieve organisaties van organen voor gezondheidszorg en van ziektekostenverzekeraars.
3
Het College zendt, voor zover daarom is verzocht, binnen tien dagen na afloop van een kalendermaand aan Onze Minister, alsmede aan de naar het oordeel van het College representatief te achten op landelijk niveau werkzaam zijnde consumenten- en patiëntenorganisaties en aan de Economische Controledienst, een overzicht van de organen voor gezondheidszorg en de categorieën van organen voor gezondheidszorg waarvoor in de voorgaande kalendermaand door het College beschikkingen op aanvragen om goedkeuring van een tarief zijn genomen.
4
De door het College genomen beschikkingen op aanvragen om goedkeuring van een tarief liggen voor een ieder bij het College ter inzage. Het College doet van de nederlegging eenmaal per kalendermaand mededeling in de Staatscourant en in één of meer dag- of nieuwsbladen die landelijk worden verspreid.
Artikel
7
1
Voordat het College een beschikking neemt op een verzoek om goedkeuring van een tarief, worden het betrokken orgaan voor gezondheidszorg, de betrokken ziektekostenverzekeraar en de betrokken representatieve organisaties van organen voor gezondheidszorg en van ziektekostenverzekeraars door het College in de gelegenheid gesteld te worden gehoord, indien zij of een van hen daarom hebben verzocht.
2
Het College doet van zijn voornemen een verzoek om goedkeuring in behandeling te nemen tijdig mededeling aan de in het eerste lid bedoelde betrokkenen.
Titel
3
Vaststelling van tarieven
Artikel
8
1
Indien op een ingevolge artikel 4 of 5 gedaan verzoek om goedkeuring van een tarief afwijzend wordt beslist, wordt op verzoek van partijen of van een van hen dan wel ambtshalve een tarief door het College vastgesteld. De artikelen 4, tweede lid, en 5, tweede lid, zijn met betrekking tot dat tarief van overeenkomstige toepassing.
2
Op verzoek van een orgaan voor gezondheidszorg, van een ziektekostenverzekeraar of van een organisatie die voor een van beide representatief is, wordt voorts een tarief door het College vastgesteld, indien een overeenkomst als bedoeld in artikel 4 niet tot stand komt of het overleg als bedoeld in artikel 5 niet tot overeenstemming leidt. Daarbij wordt bepaald in welke gevallen het vastgestelde tarief geldt.
3
Op verzoek van een orgaan voor gezondheidszorg of van een representatieve organisatie van organen voor gezondheidszorg dan wel ambtshalve stelt het College een tarief vast, al dan niet gelijk aan een voor dat orgaan of die organen goedgekeurd tarief, dat geldt in alle gevallen waarin het in rekening wordt gebracht aan iemand die voor de prestatie waarop het tarief van toepassing is, niet is verzekerd bij een ziektekostenverzekeraar. Daarbij kunnen met betrekking tot de kring van hen aan wie het tarief rechtsgeldig in rekening kan worden gebracht, beperkingen worden gesteld.
4
Het College kan ter vervanging van een reeds goedgekeurd of vastgesteld tarief ambtshalve een ander tarief vaststellen indien een beleidsregel als bedoeld in artikel 11 dat vordert. Daarbij wordt bepaald in welke gevallen het tarief geldt.
Artikel
9
Artikel 7 is van overeenkomstige toepassing met betrekking tot de vaststelling van een tarief.
Artikel
10
Artikel 6 is van overeenkomstige toepassing met betrekking tot de vaststelling van een tarief.
Titel
4
Beleidsregels
Artikel
11
1
Het College stelt beleidsregels vast omtrent de hoogte, de opbouw en de wijze van berekening van een tarief of van onderdelen van een tarief. Het College kan in een beleidsregel opnemen aan wie een tarief in het onderlinge verkeer tussen organen voor gezondheidszorg in rekening dient te worden gebracht.
2
Beleidsregels als bedoeld in het eerste lid kunnen gericht zijn op het tot stand brengen van afhankelijkheid tussen de hoogte van een tarief of tarieven en het totaal van in enige periode in rekening gebrachte, dan wel te brengen tarieven.
Artikel
12
1
Een beleidsregel als bedoeld in artikel 11, eerste lid, behoeft de goedkeuring van Onze Minister. Een zodanige beleidsregel wordt daartoe gezonden aan Onze Minister.
2
Goedkeuring kan slechts worden onthouden wegens strijd met het recht of het belang van de volksgezondheid.
3
Het besluit omtrent goedkeuring wordt binnen acht weken na verzending bekendgemaakt. Het nemen van een besluit omtrent goedkeuring kan eenmaal voor ten hoogste vier weken worden verdaagd.
4
Indien binnen de in het derde lid genoemde termijn geen besluit tot goedkeuring of verdaging, dan wel binnen de termijn waarvoor het besluit is verdaagd, geen besluit omtrent goedkeuring is genomen, wordt een besluit tot goedkeuring geacht te zijn genomen.
5
De beleidsregels liggen voor een ieder bij het College ter inzage. Het College doet van de terinzagelegging mededeling in de Staatscourant en in één of meer dag- of nieuwsbladen die landelijk worden verspreid.
Artikel
13
1
Onze Minister kan beleidsregels vaststellen ten aanzien van de onderwerpen, waaromtrent ingevolge artikel 11, eerste en tweede lid, door het College beleidsregels worden of kunnen worden vastgesteld.
2
Onze Minister kan in de beleidsregels bepalen dat het College ter vervanging van een reeds goedgekeurd of vastgesteld tarief ambtshalve een ander tarief dient vast te stellen.
3
Onze Minister kan in de beleidsregels bepalen dat de kosten van door hem aangewezen rechtshandelingen waaruit financiële verplichtingen voor een orgaan voor gezondheidszorg kunnen voortvloeien, bij de beoordeling van een verzoek om goedkeuring of vaststelling van een tarief niet in aanmerking worden genomen, indien het verzoek niet vergezeld gaat van een verklaring van het College dat het met het verrichten van de rechtshandeling heeft ingestemd.
4
In het geval, bedoeld in het derde lid, worden tevens door Onze Minister beleidsregels gesteld over de wijze waarop een verzoek om een verklaring als in dat lid bedoeld, wordt ingediend en over de procedure volgens welke het College op een zodanig verzoek beslist.
Artikel
14
Alvorens overeenkomstig artikel 13 een beleidsregel wordt vastgesteld, wordt de zakelijke inhoud van het voorgenomen besluit schriftelijk medegedeeld aan de beide kamers der Staten-Generaal. Het besluit wordt niet eerder vastgesteld dan nadat 10 dagen zijn verstreken na die mededeling. Van de vaststelling wordt mededeling gedaan door plaatsing in de Staatscourant.
Artikel 15
Vervallen
Artikel
16
Vervallen
Artikel
17
Vervallen
Titel
4a
Maximumtarieven
Artikel
17a
Voor bij algemene maatregel van bestuur aan te wijzen prestaties en voor prestaties van bij algemene maatregel van bestuur aan te wijzen categorieën van organen voor gezondheidszorg zijn de artikelen 2, 4, 5, 7, 8, eerste en tweede lid, en 9 niet van toepassing.
Artikel
17b
1
Het is verboden voor een prestatie ten aanzien waarvan artikel 17a is toegepast, een tarief in rekening te brengen indien voor die prestatie niet overeenkomstig deze wet een maximumtarief is goedgekeurd of vastgesteld.
2
Het is verboden voor een prestatie waarvoor een maximumtarief is goedgekeurd of vastgesteld, een hoger tarief dan het maximumtarief in rekening te brengen.
Artikel
17c
1
Indien overleg tussen een representatieve organisatie van organen voor gezondheidszorg en een representatieve organisatie van ziektekostenverzekeraars over het maximumtarief voor een prestatie ten aanzien waarvan artikel 17a is toegepast, tot overeenstemming heeft geleid, kunnen zij het College verzoeken dat maximumtarief goed te keuren.
2
Indien overleg als bedoeld in het eerste lid, niet tot overeenstemming leidt, kan een representatieve organisatie van organen voor gezondheidszorg of een representatieve organisatie van ziektekostenverzekeraars het College verzoeken een maximumtarief vast te stellen. Daarbij wordt bepaald in welke gevallen het vastgestelde maximumtarief geldt.
3
Indien voor een prestatie ten aanzien waarvan artikel 17a is toegepast, geen maximumtarief is tot stand gekomen en bij het College geen verzoek als bedoeld in het eerste of tweede lid in behandeling is, kunnen een of meer organen voor gezondheidszorg samen met een of meer ziektekostenverzekeraars het College verzoeken een maximumtarief vast te stellen. Daarbij wordt bepaald in welke gevallen het vastgestelde maximumtarief geldt.
Artikel
17d
1
Voordat het College een maximumtarief goedkeurt of vaststelt, worden de bij het maximumtarief betrokken representatieve organisaties door het College in de gelegenheid gesteld te worden gehoord, indien zij of één van hen daarom hebben verzocht.
2
Het College doet van zijn voornemen een verzoek om goedkeuring of vaststelling van een maximumtarief in behandeling te nemen, tijdig mededeling aan de betrokken representatieve organisatie van organen voor gezondheidszorg en aan de betrokken representatieve organisatie van ziektekostenverzekeraars, zodat deze een verzoek kunnen doen te worden gehoord.
Het in het eerste lid bedoelde tarief is niet hoger dan het voor zodanige hulp door het College goedgekeurde of vastgestelde tarief. Het tarief geldt voor een door de commissie te bepalen periode, welke telkens ten hoogste zes maanden bedraagt. Het tarief vervalt met ingang van het tijdstip waarop de toepassing van artikel 11 van de Ziekenfondswet onderscheidenlijk artikel 12 van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten eindigt.
3
De commissie die op grond van het eerste lid een tarief heeft vastgesteld, maakt haar besluit bekend aan Onze Minister. Onze Minister maakt het besluit bekend in de Staatscourant en in één of meer dag- of nieuwsbladen die landelijk worden verspreid. Zij deelt haar besluit voorts schriftelijk mee aan de betrokken representatieve organisaties van organen voor gezondheidszorg en van ziektekostenverzekeraars.
Er is een College tarieven gezondheidszorg, dat rechtspersoonlijkheid bezit. Het College is gevestigd in een door Onze Minister te bepalen plaats.
2
Het College is belast met de taken die hem bij of krachtens deze wet of een andere wet zijn opgedragen.
3
Het College wordt in en buiten rechte vertegenwoordigd door de voorzitter.
Artikel
19
1
Het College bestaat uit een oneven aantal van ten hoogste negen leden, onder wie de voorzitter.
2
Onze Minister benoemt, schorst en ontslaat de voorzitter en de overige leden. Benoeming vindt plaats op grond van de deskundigheid die nodig is voor de uitoefening van de taken van het College alsmede op grond van maatschappelijke kennis en ervaring. Van een besluit tot benoeming, schorsing of ontslag wordt mededeling gedaan in de Staatscourant.
3
Bij ministeriële regeling kunnen functies of werkzaamheden worden aangewezen, die niet verenigbaar zijn met het lidmaatschap van het College.
4
Bij de samenstelling van het College wordt gestreefd naar evenredige deelneming van vrouwen en personen behorende tot etnische of culturele minderheidsgroepen.
5
De leden worden benoemd voor ten hoogste vier jaar.
Herbenoeming kan twee maal en telkens voor ten hoogste vier jaar plaatsvinden.
6
Het lidmaatschap eindigt tussentijds door overlijden, ontslag op eigen verzoek of ontslag om zwaarwichtige redenen door Onze Minister.
7
Bij ministeriële regeling worden de vergoeding van reis- en verblijfkosten en verdere vergoedingen aan leden van het College en leden van commissies vastgesteld en kunnen nadere regels over hun rechtspositie worden vastgesteld.
Artikel
20
1
Het College stelt een bestuursreglement vast. Daarin worden in ieder geval regels gesteld omtrent de wijze waarop besluiten worden voorbereid, genomen en uitgevoerd.
2
In het bestuursreglement kan het College voorzien in de instelling van commissies, in welk geval in het bestuursreglement tevens regels worden gesteld omtrent de samenstelling en taken van de ingestelde commissie. In commissies kunnen ook personen deelnemen die geen lid van het College zijn.
3
Vergaderingen van het College en van commissies van het College zijn openbaar, behoudens voor zover in het bestuursreglement anders is bepaald.
4
Het bestuursreglement behoeft de goedkeuring van Onze Minister.
Artikel
21
1
Het College benoemt, schorst en ontslaat het personeel.
2
Het College stelt met betrekking tot de arbeidsvoorwaarden van het personeel regels vast.
Artikel
22
Het College zendt jaarlijks voor 1 oktober aan Onze Minister een werkprogramma voor het volgende kalenderjaar. Het werkprogramma behoeft de instemming van Onze Minister. Onze Minister zendt het werkprogramma aan beide kamers der Staten-Generaal. Het College stelt het werkprogramma algemeen verkrijgbaar.
Artikel
23
Het College zendt jaarlijks voor 1 oktober aan Onze Minister een begroting van zijn beheerskosten voor het volgende kalenderjaar, alsmede een meerjarenraming. De begroting en de meerjarenraming behoeven de instemming van Onze Minister.
Artikel
24
Het College zendt jaarlijks voor 1 juli aan Onze Minister een verslag van de werkzaamheden, het gevoerde beleid in het algemeen en de doelmatigheid en doeltreffendheid van zijn werkwijze in het bijzonder, alsmede gegevens over de uitvoering van het werkprogramma in het afgelopen kalenderjaar. Onze Minister zendt het verslag aan beide kamers der Staten-Generaal. Het College stelt het verslag algemeen verkrijgbaar.
Artikel
25
1
Het College brengt jaarlijks voor 1 juli aan Onze Minister een financieel verslag over zijn beheerskosten over het afgelopen kalenderjaar uit, dat vergezeld gaat van een verklaring omtrent de getrouwheid en de rechtmatigheid van de ontvangsten en uitgaven, afgegeven door een accountant als bedoeld in artikel 393 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, alsmede van een rapport van de accountant over de ordelijkheid en controleerbaarheid van het gevoerde financiële beheer.
2
Het financieel verslag behoeft de instemming van Onze Minister. Onze Minister zendt het financieel verslag aan beide kamers der Staten-Generaal. Het College stelt het financieel verslag algemeen verkrijgbaar.
Artikel
26
Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld over de inrichting van de begroting, het financieel verslag en aandachtspunten voor de accountantscontrole.
Artikel
27
De beheerskosten van het College komen tot ten hoogste het in de begroting aangegeven bedrag ten laste van het Algemeen Fonds Bijzondere Ziektekosten, bedoeld in artikel 38 van de Wet financiering volksverzekeringen. Op grond van de begroting worden maandelijks uit het Algemeen Fonds Bijzondere Ziektekosten voorschotten verleend.
Artikel
28
Onze Minister kan beleidsregels vaststellen met betrekking tot de werkwijze en de uitoefening van de taken van het College.
Artikel
29
1
Een besluit van het College kan bij koninklijk besluit worden vernietigd.
2
Van een besluit tot vernietiging wordt mededeling gedaan door plaatsing in de Staatscourant.
Artikel
29a
1
Het College rapporteert desgevraagd aan Onze Minister omtrent de uitvoerbaarheid en doelmatigheid van voorgenomen beleid met betrekking tot tarieven op het gebied van de gezondheidszorg.
2
Het College signaleert gevraagd en ongevraagd aan Onze Minister feitelijke ontwikkelingen op het terrein van de tarieven voor de gezondheidszorg.
Artikel
29b
Het College verstrekt desgevraagd aan Onze Minister de voor de uitoefening van zijn taak benodigde inlichtingen. Onze Minister kan inzage vorderen van zakelijke gegevens en bescheiden, voor zover dat voor de vervulling van zijn taak redelijkerwijs nodig is.
Artikel
29c
Het College verstrekt desgevraagd aan het College voor zorgverzekeringen en het College van toezicht op de zorgverzekeringen, bedoeld in de Ziekenfondswet, en aan het College bouw ziekenhuisvoorzieningen en het College sanering ziekenhuisvoorzieningen, bedoeld in de Wet ziekenhuisvoorzieningen, de voor de uitoefening van hun taak benodigde inlichtingen. De bedoelde colleges kunnen inzage vorderen van zakelijke gegevens en bescheiden, voor zover dat voor de vervulling van hun taak redelijkerwijs nodig is.
Hoofdstuk
IV
Het verstrekken van gegevens
Artikel
30
1
De organen voor gezondheidszorg en de ziektekostenverzekeraars zijn verplicht gegevens te verstrekken ter zake van goedkeuring of vaststelling van een tarief of maximumtarief, alsmede gegevens welke voor een verdere goede uitvoering van deze wet nodig zijn.
2
Bij algemene maatregel van bestuur worden bepaald:
a.
de doeleinden waarvoor de gegevens dienen te worden verstrekt;
b.
de aard van de gegevens die door de te onderscheiden organen voor gezondheidszorg of ziektekostenverzekeraars dienen te worden verstrekt;
c.
de tijdvakken waarop de gegevens betrekking dienen te hebben;
d.
de termijnen waarbinnen de gegevens dienen te worden verstrekt.
3
Bij de in het tweede lid bedoelde algemene maatregel van bestuur wordt tevens bepaald welke van de in dit artikel bedoelde gegevens worden verstrekt aan het College, Onze Minister en aan de Economische Controledienst.
4
Onze Minister stelt regelen omtrent het beheer van de verstrekte gegevens.
5
Onze Minister kan regelen stellen met betrekking tot de wijze waarop en de vorm waarin de gegevens dienen te worden verstrekt, alsmede met betrekking tot de wijze waarop de verstrekte gegevens dienen te worden verwerkt. Tevens kan Onze Minister instanties aanwijzen waar genoemde verwerking dient plaats te vinden.
6
De in dit artikel bedoelde gegevens mogen alleen in een zodanige vorm worden opgevraagd en verstrekt, dat zij niet tot individuele patiënten of cliënten herleidbaar zijn.
7
De in dit artikel bedoelde gegevens dienen volledig en naar waarheid te worden verstrekt.
Hoofdstuk
V
Toezicht op de naleving van de wet
Artikel
31
1
Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze wet zijn belast de bij besluit van Onze Minister aangewezen personen.
2
Van een besluit als bedoeld in het eerste lid wordt mededeling gedaan door plaatsing in de Staatscourant.
De griffiers van de in de Wet op de rechterlijke organisatie bedoelde burgerlijke gerechten, van de Centrale Raad van Beroep en van het College van Beroep verstrekken aan Onze Minister of het College of aan een krachtens artikel 31 aangewezen persoon vrij van alle kosten alle gegevens en uittreksels uit of afschriften van vonnissen, arresten, uitspraken, registers, met uitzondering van strafregisters, en andere stukken, die ten behoeve van de uitvoering van deze wet van hen verlangd worden.
Artikel
34
1
De organen voor gezondheidszorg en de ziektekostenverzekeraars zijn verplicht aan Onze Minister of het College van hen verlangde inlichtingen volledig en naar waarheid te verstrekken.
2
De inlichtingen worden, indien dit wordt verzocht, schriftelijk verstrekt binnen een door de in het eerste lid bedoelde instanties te stellen termijn.
3
Zij die uit hoofde van ambt, beroep of wettelijk voorschrift tot geheimhouding verplicht zijn, kunnen zich van het verstrekken van inlichtingen en van gegevens als bedoeld in Hoofdstuk IV verschonen, voor zover dit uit hun geheimhoudingsplicht voortvloeit.
Hoofdstuk
VI
Beroep
Artikel
35
Tegen een besluit van het College
a.
op een verzoek tot goedkeuring of tot vaststelling van een tarief of maximumtarief,
b.
tot ambtshalve vaststelling van een tarief of maximumtarief,
c.
tot weigering van een verklaring als bedoeld in artikel 13, derde lid, kan het orgaan voor gezondheidszorg of de representatieve organisatie van organen voor gezondheidszorg dan wel de ziektekostenverzekeraar of de representatieve organisatie van ziektekostenverzekeraars, die daardoor rechtstreeks in zijn belang is getroffen, beroep instellen bij het College van Beroep.
Artikel
36
Vervallen
Hoofdstuk
VII
Artikel
37
Vervallen
Artikel
38
Vervallen
Artikel
39
Vervallen
Artikel
40
Vervallen
Hoofdstuk
VIII
Overgangs- en slotbepalingen
Artikel
41
1
Indien in deze wet geregelde onderwerpen in het belang van een goede uitvoering van de wet nadere regeling behoeven, kan deze geschieden bij algemene maatregel van bestuur.
2
Bij een algemene maatregel van bestuur ter uitvoering van deze wet kan Onze Minister worden opgedragen nadere regelen vast te stellen.
Artikel
42
Vervallen
Artikel
43
1
Een tarief dat onmiddellijk voor het tijdstip waarop deze wet ten aanzien van bij algemene maatregel van bestuur ingevolge artikel 1, eerste, tweede, derde en vierde lid, aangewezen categorieën van organen voor gezondheidszorg of daarmee gelijkgestelde voorzieningen of instellingen in werking treedt, rechtsgeldig in rekening placht te worden gebracht aan ziektekostenverzekeraars of aan degenen die bij deze voor de prestatie waarop het tarief van toepassing is, zijn verzekerd, wordt in alle gevallen waarin het aan degene die tot die zelfde groep behoort, of aan een derde in rekening wordt gebracht, gelijkgesteld met een tarief dat ingevolge deze wet is tot stand gekomen.
2
Een tarief dat onmiddellijk voor het tijdstip waarop een algemene maatregel van bestuur als bedoeld in artikel 17a, in werking treedt, rechtsgeldig in rekening placht te worden gebracht door degene die een bij algemene maatregel van bestuur als bedoeld in artikel 17a, aangewezen prestatie verricht of door een bij zodanige algemene maatregel van bestuur aangewezen orgaan voor gezondheidszorg, wordt gelijkgesteld met een maximumtarief dat ingevolge deze wet is tot stand gekomen.
3
Een tarief als bedoeld in het eerste lid, geldt gedurende ten hoogste twaalf maanden, te rekenen vanaf het in het eerste lid bedoelde tijdstip.
4
Een beleidsregel als bedoeld in artikel 11, die onmiddellijk voor het tijdstip waarop een algemene maatregel van bestuur als bedoeld in artikel 17a, in werking treedt, van toepassing is op een bij zodanige algemene maatregel van bestuur aangewezen prestatie of op een bij zodanige algemene maatregel van bestuur aangewezen orgaan voor gezondheidszorg, wordt gelijkgesteld met een beleidsregel die tot stand is gekomen na het tijdstip waarop een zodanige algemene maatregel van bestuur in werking treedt.
Artikel
44
Een verzoek aan enig orgaan om goedkeuring of vaststelling van een tarief, door een orgaan voor gezondheidszorg of een representatieve organisatie van organen voor gezondheidszorg gedaan, voordat de categorie van organen voor gezondheidszorg waartoe verzoeker behoort, is aangewezen ingevolge het eerste, tweede, derde of vierde lid van artikel 1, wordt gelijkgesteld met een ingevolge deze wet gedaan verzoek om goedkeuring of vaststelling van een tarief. Het College bepaalt in welke gevallen het goedgekeurde of vastgestelde tarief geldt.
Artikel
45
Bij algemene maatregel van bestuur kunnen, zo nodig in afwijking van deze wet, tijdelijke voorzieningen worden getroffen voor het geval het College uit de wet voortvloeiende verplichtingen niet naar behoren nakomt.
Artikel
46
Onze Minister zendt binnen vijf jaar na de inwerkingtreding van dit artikel en vervolgens telkens na vier jaar aan de beide kamers der Staten-Generaal een verslag over de doeltreffendheid en doelmatigheid van het functioneren van het College.
Artikel
47
Vervallen
Artikel
48
Vervallen
Artikel
49
Vervallen
Artikel
50
Vervallen
Artikel
51
Vervallen
Artikel
52
Vervallen
Artikel
53
Vervallen
Artikel
54
Vervallen
Artikel
55
Deze wet wordt aangehaald als: Wet tarieven gezondheidszorg.
Artikel
56
Deze wet treedt in werking op een door Ons te bepalen tijdstip, dat voor de onderscheidene artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden gesteld.
Lasten en bevelen, dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst, en dat alle ministeriële departementen, autoriteiten, colleges en ambtenaren, wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven te Lage Vuursche
Beatrix
De Staatssecretaris van Volksgezondheid en Milieuhygiëne, E. Veder-Smit
De Minister van Economische Zaken, G. M. V. van Aardenne