Besluit van 25 maart 1983, tot vaststelling van een algemene maatregel van bestuur ter uitvoering van de Wet op de gevaarlijke werktuigen (Stb. 1952, 104)

Besluit containers

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, mevr. mr. A. Kappeyne van de Coppello, in overeenstemming met Onze Minister van Verkeer en Waterstaat, van 24 januari 1983, Directoraat-Generaal van de Arbeid, Hoofdafdeling Wetgevingsbeleid, nr. 130773;
Overwegende dat het wenselijk is regelen te stellen ter uitvoering van de Internationale Overeenkomst voor Veilige Containers (Trb. 1976, 28, en 1982, 50);
De Raad van State gehoord (advies van 25 februari 1983, nr. W12.83.0071/23.3.08);
Gezien het nader rapport van voornoemde Staatssecretaris van 21 maart 1983, Directoraat-Generaal van de Arbeid, Hoofdafdeling Wetgevingsbeleid, nr. 134385;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Hoofdstuk

I

Inleidende bepalingen

Artikel

1

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • a.

    container: met hoekstukken toegeruste houder die ingericht is om meermalen te worden gebruikt voor het vervoer van goederen op of in een vervoermiddel, zonder tussentijdse in- of uitlading van die goederen;

  • b.

    hoekstukken: aan de boven- of onderzijde van een container dan wel aan die beide zijden aanwezige voorzieningen waaraan de container zich laat hanteren of vastzetten;

  • c.

    maximale brutomassa: de maximaal toegestane massa van de container tezamen met zijn lading;

  • d.

    wet: Wet op de gevaarlijke werktuigen (Stb. 1952, 104);

  • e.

    Onze Minister: Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

Artikel

2

Als gevaarlijke werktuigen, bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder a, van de wet, worden aangewezen containers in gebruik of ten gebruike in het internationale vervoer, met uitzondering van:

  • a.

    containers voor het vervoer met behulp van luchtvaartuigen;

  • b.

    containers met een door de vier bodemhoeken begrensde oppervlakte van minder dan 14 m2 of, bij aanwezigheid van bovenhoekstukken, van minder dan 7 m2;

  • c.

    containers, zijnde wissellaadbakken naar door Onze Minister te stellen regelen.

Hoofdstuk

II

Vervaardiging

Artikel

3

Een container moet van zodanige materialen vervaardigd zijn en ook overigens zodanig uitgevoerd zijn, dat hij een keuring als bedoeld in artikel 8 kan doorstaan, zonder dat een blijvende vormverandering of een andere afwijking ontstaat, die de container ongeschikt maakt voor het gebruik waarvoor hij bestemd is.

Artikel

4

Onze Minister kan met betrekking tot containers die uitgerust zijn met een of meer onderdelen, bestemd om slechts te worden gebruikt wanneer de containers in onbeladen toestand worden gehesen of geheven, regels stellen ten aanzien van het aanbrengen van kentekenen op die containers.

Hoofdstuk

III

Keuring

Artikel

5

Artikel

6

Een te keuren container moet in bedrijfsvaardige staat voor keuring beschikbaar worden gesteld.

Artikel

7

Artikel

8

Artikel

9

De keuringsinstantie geeft de gekeurde container of containers in de staat waarin deze zich na de keuring bevindt onderscheidenlijk bevinden, aan de aanvrager terug.

Artikel

9a

De keuringsinstantie is bevoegd om ten aanzien van goedgekeurde containers die zodanig zijn gewijzigd dat daardoor structurele veranderingen zijn ontstaan, een passende, hernieuwde beproeving van de container te verlangen voordat een nieuw certificaat wordt afgegeven.

Hoofdstuk

IV

Verkeers- en gebruiksvoorschriften

Artikel

10

Degene die een container belaadt of vervoert, moet ervoor zorgen dat de container zodanig wordt beladen onderscheidenlijk vastgezet, dat hij niet wordt onderworpen aan grotere krachten dan waarvoor hij ontworpen is.

Artikel

11

Artikel

12

Artikel

13

De eigenaar van een container waarvan geen meerdere onderling gelijke exemplaren worden vervaardigd, moet, bij toepassing van artikel 4, tweede lid, van de wet ten aanzien van containers, ervoor zorgen dat, indien de container wordt voorhanden gehouden, afgeleverd, vervoerd, gebruikt, hersteld, onderhouden, nagezien of ten toon gesteld, het merk van goedkeuring duurzaam aangebracht is op een goed zichtbare en zo weinig mogelijk kwetsbare plaats op de container nabij andere wettelijk voorgeschreven aanduidingen.

Artikel

13a

De eigenaar van een container zorgt er voor dat op de container, indien deze wordt voorhanden gehouden, afgeleverd, vervoerd, gebruikt of ten toon gesteld, alle aanduidingen van de maximale brutomassa overeenstemmen met de gegevens inzake de maximale brutomassa op het merk van goedkeuring.

Artikel

13b

De eigenaar van een container verwijdert het merk van goedkeuring indien:

  • a.

    de container door wijzigingen zodanig afwijkt van het goedgekeurde type kenmerkende monster of de goedgekeurde type kenmerkende monsters dat de goedkeuring niet meer kan worden geacht op de container betrekking te hebben;

  • b.

    de container buiten gebruik is gesteld en niet meer wordt onderhouden;

  • c.

    de goedkeuring door de keuringsinstantie is ingetrokken.

Artikel

13c

De eigenaar van een container die na de goedkeuring zodanig is gewijzigd dat daardoor structurele veranderingen zijn ontstaan stelt de keuringsinstantie daarvan in kennis.

Artikel

14

Het bepaalde in de artikelen 11, 12, 13, 13a, 13b en 13c is van overeenkomstige toepassing op degene die ingevolge een overeenkomst met de eigenaar verplicht is tot naleving van die artikelen.

Hoofdstuk

V

Merk van afkeuring

Artikel

15

Hoofdstuk

VI

Overgangs- en slotbepalingen

Artikel

16

Vervallen

Artikel

17

Vervallen

Artikel

18

Vervallen

Artikel

19

Vervallen

Artikel

20

Dit besluit kan worden aangehaald als "Besluit containers".

Artikel

21

Dit besluit treedt in werking op een door Ons te bepalen tijdstip.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat daarvan afschrift zal worden gezonden aan de Raad van State.

’s-Gravenhage
Beatrix
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, A. Kappeyne van de Coppello
De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat, J.F. Scherpenhuizen
De Minister van Justitie, F. Korthals Altes