Besluit van 29 maart 1983, houdende vaststelling van een algemene maatregel van bestuur als bedoeld in artikel 16, eerste lid, van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten
Onze Minister wijst voor een periode van ten hoogste vier jaren rechtspersonen aan voor het verrichten van het in artikel 8 aangegeven deel van de administratie met betrekking tot zorg als bedoeld in artikel 2.
2
Onze Minister kan een aanwijzing bedoeld in het eerste lid wijzigen of intrekken.
3
Aan een aanwijzing van een instelling als bedoeld in het eerste lid, kan Onze Minister voorwaarden verbinden. Nieuwe voorwaarden kunnen worden gesteld.
4
De in het eerste tot en met derde lid vermelde bevoegdheden worden door Onze Minister uitgeoefend op gezamenlijke voordracht van de organisaties van zorgverzekeraars, gehoord het Zorginstituut en het College toezicht.
Artikel
4
Vervallen
Artikel
5
Vervallen
Artikel
6
Vervallen
Artikel
7
Vervallen
Artikel
8
1
De verbindingskantoren bevorderen het administratieve contact tussen de zorgaanbieders enerzijds en het CAK anderzijds. Zij dienen de zorgverzekeraars voor zover nodig van advies met betrekking tot de beoordeling van de aanspraken van verzekerden, alsmede met betrekking tot de verschuldigdheid en de betalingswijze van bijdragen als bedoeld in de artikelen 4, 14 en 16d van het Bijdragebesluit zorg.
2
De zorgverzekeraars verstrekken de verbindingskantoren alle gegevens, welke zij voor de vervulling van hun taak bij de uitvoering van de wet nodig hebben.
Het Zorginstituut kan termijnen vaststellen, binnen welke de in het derde lid bedoelde gegevens dienen te worden verstrekt.
Artikel
9
1
Het CAK keert eventuele voorschotten op de aan zorgaanbieders verschuldigde bedragen uit aan de hand van de overeenkomstig artikel 8, derde lid, van de verbindingskantoren verkregen gegevens.
2
Het Zorginstituut kan regels stellen met betrekking tot het uitkeren van voorschotten op de verschuldigde bedragen door het CAK aan zorgaanbieders.
Dit besluit wordt aangehaald als: Administratiebesluit Bijzondere Ziektekostenverzekering.
Artikel
14
Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst. Onze Minister van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur is belast met de uitvoering van dit besluit.
Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat daarvan afschrift zal worden gezonden aan de Raad van State.
's-Gravenhage
Beatrix
De Staatssecretaris van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur, J. P. van der Reijden