Besluit van 21 oktober 1985, houdende regelen betreffende de bekostiging van basisscholen

Besluit bekostiging WPO

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Onderwijs en Wetenschappen, drs. G. van Leijenhorst, van 11 juli 1985, nr. 6238/2313, centrale directie Wetgeving en Juridische Zaken;
Gelet op artikel 51, tweede en derde lid, van de Wet op het basisonderwijs (Stb. 1984, 2) en op de artikelen E 29 en E 32 van de Overgangswet WBO (Stb. 1984, 3);
Gehoord de Onderwijsraad (advies van 5 december 1984, nr. O.R. III/100101 LO);
Gehoord de Raad van State (advies van 20 september 1985, nr. W05.85.0373/11.5.39);
Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Onderwijs en Wetenschappen, drs. G. van Leijenhorst, van 14 oktober 1985, nr. 6790/2313, centrale directie Wetgeving en Juridische Zaken;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Hoofdstuk

I

Algemene bepalingen

Titel

I

Algemeen

Artikel

1

Begripsbepalingen

In dit besluit wordt verstaan onder:

Onze Minister: Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap;

wet: Wet op het primair onderwijs;

basisschool: een school waar basisonderwijs wordt gegeven, niet zijnde een speciale school voor basisonderwijs;

speciale school voor basisonderwijs: een school waar basisonderwijs wordt gegeven aan kinderen voor wie vaststaat dat overwegend een zodanige orthopedagogische en orthodidactische benadering aangewezen is, dat zij althans gedurende enige tijd op een speciale school voor basisonderwijs moeten worden opgevangen;

samenwerkingsverband: een samenwerkingsverband als bedoeld in artikel 1 van de wet;

school: een basisschool of een speciale school voor basisonderwijs, tenzij het tegendeel blijkt;

openbare school: door een of meer gemeenten, al dan niet te zamen met een of meer privaatrechtelijke rechtspersonen met volledige rechtsbevoegdheid in stand gehouden school;

bijzondere school: door een privaatrechtelijke rechtspersoon in stand gehouden school;

nevenvestiging: deel van een school, dat op de plaats waar het onderwijs wordt gegeven voordat het een deel van de school werd als zelfstandige school functioneerde;

centrale dienst: centrale dienst als bedoeld in de wet;

bevoegd gezag van volgens de wet bekostigde scholen: voor wat betreft

  • a.

    een openbare school: het college van burgemeester en wethouders, voor zover de raad niet anders bepaalt, en, indien de raad dit wenselijk oordeelt, met inachtneming van door hem te stellen regelen dan wel het krachtens een gemeenschappelijke regeling bevoegde orgaan;

  • b.

    een bijzondere school: de rechtspersoon, bedoeld in artikel 55 van de wet;

ouders: ouders of voogden;

teldatum: een van de data, bedoeld in artikel 121, eerste en tweede lid, van de wet;

leerling: een leerling die op grond van het artikel 39 van de wet tot een school is toegelaten;

leerling met een niet-Nederlandse culturele achtergrond: leerling:

  • a.

    die behoort tot de Molukse bevolkingsgroep,

  • b.

    van wie ten minste een van de ouders of voogden afkomstig is uit Griekenland, Italië, het voormalige Joegoslavië, Kaapverdië, Marokko, Portugal, Spanje, Tunesië of Turkije,

  • c.

    van wie ten minste een van de ouders of voogden afkomstig is uit Suriname of een van de Caribische delen van het Koninkrijk,

  • d.

    van wie ten minste een van de ouders of voogden als vreemdeling rechtmatig verblijf heeft als bedoeld in artikel 8, onder c of d, van de Vreemdelingenwet 2000,

  • e.

    van wie ten minste een van de ouders of voogden afkomstig is uit een ander niet-Engelstalig land buiten Europa, echter met uitzondering van Indonesië;

schooljaar: het tijdvak van 1 augustus tot en met 31 juli daaraanvolgend;

hoofdgebouw: het gebouw dat als zodanig is aangewezen ingevolge

zoals deze regeling onderscheidenlijk deze wet luidden op 31 december 1996;

accountant: een accountant als bedoeld in artikel 393, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek;

formatiebasisbedrag: het formatiebasisbedrag, bedoeld in artikel 22, eerste lid, onderdeel a;

formatieleeftijdsbedrag: het formatieleeftijdsbedrag, bedoeld in artikel 22, eerste lid, onderdeel b;

basisbedrag: het basisbedrag, bedoeld in artikel 22, eerste lid, onderdeel c;

leeftijdsbedrag: het leeftijdsbedrag, bedoeld in artikel 22, eerste lid, onderdeel d;

onderwijsscore: verwachte score van een leerling van een basisschool, niet zijnde een school als bedoeld in artikel 185 van de wet, die op basis van statistische gegevens door het Centraal bureau voor de statistiek wordt bepaald;

achterstandsscore: overeenkomstig artikel 27 berekende score van een basisschool, niet zijnde een school als bedoeld in artikel 185 van de wet, voor de toekenning van aanvullende bekostiging voor de bestrijding van onderwijsachterstanden, bedoeld in artikel 28.

Titel

II

Administratieve voorschriften met betrekking tot aanvang en einde bekostiging, en borgstelling

Artikel

2

Gegevens en bescheiden nieuwe scholen en scholen die met toepassing van artikel 84, 87 of 88 van de wet voor bekostiging in aanmerking komen

Het bevoegd gezag van een school ten aanzien waarvan Onze Minister heeft meegedeeld dat de bekostiging een aanvang kan nemen of die ingevolge een beschikking van Onze Minister op grond van artikel 84, 87 of 88 van de wet zal worden bekostigd, zendt Onze Minister uiterlijk 3 maanden voor de datum van ingang van de bekostiging de benodigde administratieve gegevens en bescheiden voor de vaststelling van de bekostigingsbedragen. Bij ministeriële regeling worden voorschriften gegeven omtrent de gegevens en bescheiden.

Artikel

3

Borgstelling

Artikel

3a

Aanvang van de bekostiging

Artikel

3b

Vaststelling bevoorschotting en verrekening van voorschotten

Artikel

4

Opheffing van een school

Het bevoegd gezag geeft binnen twee weken na een besluit tot opheffing van de school of een nevenvestiging kennis daarvan aan Onze Minister, gedeputeerde staten, de inspecteur en, indien het een bijzondere school of een nevenvestiging daarvan betreft, eveneens aan burgemeester en wethouders van de gemeente waarin de school onderscheidenlijk de nevenvestiging is gelegen.

Artikel 4a

Vervallen

Artikel

5

Gegevens bij mededeling bevoegd gezag over uitzonderingssituatie

Artikel

5a

Inhoudingsbedrag bij voortijdige beëindiging samenwerkingsovereenkomst

Titel

III

Leerlingenadministratie en leerlingentelling

Afdeling

1

Leerlingenadministratie

Artikel

6

Inhoud leerlingenadministratie

Artikel

7

Inschrijving

Artikel

8

Uitschrijving

Artikel

9

Bewaren van gegevens

Afdeling

2

Leerlingentelling

Artikel

10

Leerlingentelling

Artikel

11

Terugmelding gegevens aantal leerlingen op de teldatum

Afdeling

3

Verstrekken gewogen gemiddelde leeftijd leraren

Artikel

11a

Verstrekken gewogen gemiddelde leeftijd leraren

Artikel

11b

Verklaring bevoegd gezag

Het bevoegd gezag verstrekt gelijktijdig met de verklaring, bedoeld in artikel 171, vierde lid, van de wet, een verklaring omtrent de juistheid en tijdige aanmelding van de gegevens waarop de bekostigingsbedragen zijn of worden gebaseerd.

Titel

IV

Boekhoudvoorschriften

Artikel

12

Boekhoudvoorschriften bijzondere scholen

Vervallen

Hoofdstuk

II

Vergoeding voor de uitgaven voor de materiële voorzieningen ten behoeve van de instandhouding

Artikel

12a

Vaststelling en nadere vaststelling bekostiging materiële voorzieningen ten behoeve van de instandhouding

Artikel

13

Maandelijkse betaling

Artikel

14

Normatieve vaststelling schoolgrootte basisscholen en getal artikel 134, achtste lid, van de wet

Artikel

15

Verstrekken gegevens vergoeding materiële voorzieningen ten behoeve van de instandhouding

Vervallen

Artikel

16

Omschrijving uitgaven materiële voorzieningen ten behoeve van de instandhouding

De uitgaven voor de materiële voorzieningen ten behoeve van de instandhouding voor schoolgebouwen hebben betrekking op de programma’s van eisen, bedoeld in artikel 114, eerste lid, van de wet.

Artikel

17

Omvang vergoeding uitgaven materiële voorzieningen ten behoeve van de instandhouding

De vergoeding voor de materiële voorzieningen ten behoeve van de instandhouding wordt bepaald volgens de programma’s van eisen, bedoeld in artikel 113, derde lid, van de wet.

Hoofdstuk

III

Bekostiging voor de personeelskosten

Titel

I

Algemeen

Artikel

18

Vaststelling bekostiging en latere wijziging bekostiging

Artikel

19

Betaalritme

Titel

II

Vergoedingsgrondslagen

Artikel

20

Formatie per leerling t.b.v. berekening bedrag per leerling

Artikel

21

Bekostiging voor ondersteuningsvoorzieningen speciale school voor basisonderwijs

Voor de berekening van het bedrag per leerling, bedoeld in artikel 120, vierde lid, van de wet bedraagt de formatie per leerling 0,0646 formatieplaats.

Artikel

22

Vaststelling bedragen

Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:

  • a.

    formatiebasisbedrag: een bij ministeriële regeling vast te stellen bedrag, dat niet afhankelijk is van de leeftijd van personeel van de school;

  • b.

    formatieleeftijdsbedrag: een bij ministeriële regeling vast te stellen bedrag, dat vervolgens afhankelijk wordt gesteld van de leeftijd van personeel van de school;

  • c.

    basisbedrag: een bij ministeriële regeling vast te stellen bedrag, dat wordt bepaald door de in het desbetreffende artikel genoemde formatie te vermenigvuldigen met het formatiebasisbedrag;

  • d.

    leeftijdsbedrag: een bij ministeriële regeling vast te stellen bedrag, dat wordt bepaald door de in het desbetreffende artikel genoemde formatie te vermenigvuldigen met het formatieleeftijdsbedrag.

Artikel

23

Aanvullende bekostiging voor zeer kleine basisscholen

Artikel

24

Aanvullende bekostiging voor kleine basisscholen

Artikel

25

Aanvullende bekostiging voor personeelskosten ten behoeve van basisscholen met een of meer nevenvestigingen

Indien een basisschool bestaat uit een hoofdvestiging en een of meer nevenvestigingen, wordt de bekostiging voor personeelskosten vermeerderd met drievierde van het verschil tussen:

  • a.

    de som van de aanvullende bekostiging voor kleine scholen die de hoofdvestiging en de nevenvestigingen als zelfstandige scholen tezamen zouden ontvangen, berekend aan de hand van de gewogen gemiddelde leeftijd van de leraren van de gehele school op 1 oktober van het voorafgaande schooljaar, en

  • b.

    de aanvullende bekostiging voor kleine scholen die de basisschool als school zonder nevenvestigingen zou ontvangen.

Artikel

26

Aanvullende bekostiging voor de schoolleiding

Artikel

27

Achterstandsscore basisscholen

Artikel

28

Berekening aanvullende bekostiging onderwijsachterstandenbestrijding

Artikel

28a

Berekening aanvullende bekostiging onderwijsachterstandenbestrijding in impulsgebieden

Vervallen

Artikel

29

Aanvullende bekostiging personeelskosten bij reguliere groei

Artikel

29a

Aanvullende bekostiging personeelskosten voor internationaal georiënteerd basisonderwijs

Artikel

30

Aanvullende bekostiging personeelskosten bijzondere groei

Artikel

31

Personele ondersteuningsbekostiging samenwerkingsverbanden

Artikel

32

Overdracht bekostiging personeelskosten aan speciale school voor basisonderwijs bij toename van het aantal leerlingen na 1 oktober en bij deelname boven 2%

Artikel

33

Overdracht bekostiging personeelskosten aan speciale school voor basisonderwijs bij overgang leerling naar ander samenwerkingsverband

Voor de berekening van het bedrag per leerling, bedoeld in artikel 125, tweede lid, van de wet, bedraagt de formatie per leerling voor elk schooljaar volgend op het schooljaar van de toelating van de leerling tot de speciale school voor basisonderwijs 0,0646 formatieplaats. Indien de toelating heeft plaatsgevonden in de periode van 2 oktober tot 1 augustus daaropvolgend bedraagt de formatie per leerling in het eerste schooljaar volgend op de toelating in afwijking van de eerste volzin 0,1098 formatieplaats.

Titel

III

Structurele subsidiëring van godsdienstonderwijs of levensbeschouwelijk vormingsonderwijs op openbare scholen

Artikel

33a

Subsidieverstrekking

Onze Minister verstrekt volgens bij ministeriële regeling te stellen regels per boekjaar subsidie aan de rechtspersoon, bedoeld in artikel 184b, eerste lid, van de wet, voor het geven van godsdienstonderwijs of levensbeschouwelijk vormingsonderwijs.

Artikel

33b

Subsidiebedrag

Artikel

33c

Nadere regels groepsgrootte en schooljaren

Voor het bepalen van de hoogte van het subsidiebedrag kunnen bij ministeriële regeling regels worden gesteld over:

  • a.

    de minimale omvang van de groepsgrootte per stroming binnen het godsdienstonderwijs of levensbeschouwelijk vormingsonderwijs; en

  • b.

    het maximale aantal schooljaren per school waarin godsdienstonderwijs of levensbeschouwelijk vormingsonderwijs wordt gegeven.

Hoofdstuk

IIIa

Meting en beoordeling leerresultaten school en monitor veiligheid op school

Artikel

34.1

Uitgangspunten bij meting leerresultaten

Bij de beoordeling van de leerresultaten, bedoeld in artikel 10a, derde lid, van de wet, hanteert de inspectie objectieve, relatieve normen. De grenzen die de inspectie als norm voor het oordeel voldoende dan wel onvoldoende resultaat hanteert, zijn gecorrigeerd voor schoolkenmerken en individuele kenmerken van leerlingen.

Artikel

34.2

Correctie van meting

Vervallen

Artikel

34.3

Meetperiode kleine scholen

Vervallen

Artikel

34.4

Ministeriële regeling totstandkoming beoordeling en correctie meting leerresultaten

Bij ministeriële regeling worden geregeld:

  • a.

    de uitwerking van de wijze waarop de beoordeling van de leerresultaten, bedoeld in artikel 10a, derde lid, van de wet tot stand komt;

  • b.

    voor zover van toepassing, de wijze waarop en omstandigheden waarin bij kleine scholen de leerresultaten worden gewogen;

  • c.

    de wijze van correctie van de meting voor schoolkenmerken en individuele kenmerken van leerlingen;

  • d.

    de normering waarop de inspectie het oordeel voldoende dan wel onvoldoende leerresultaat baseert.

Artikel

34.5

Procedure wijziging systematiek beoordeling leerresultaten

Artikel

34.6

Meting onmogelijk of gegevens incompleet

Artikel

34.6a

Monitor veiligheid op school

Het instrument ter monitoring van de veiligheid van leerlingen, bedoeld in artikel 4c, eerste lid, onderdeel b, van de wet:

  • a.

    geeft inzicht in de ervaren en feitelijke veiligheid en het welbevinden van de leerlingen, voor zover dat verband houdt met de veiligheid, op school;

  • b.

    wordt ten minste eens per schooljaar afgenomen onder een representatief deel van de leerlingen; en

  • c.

    is gestandaardiseerd, valide en betrouwbaar.

Hoofdstuk

IIIb

Ontwikkelingsperspectief, deskundigen, inrichting commissies en orthopedagogisch-didactische centra

Artikel

34.7

Ontwikkelingsperspectief

Artikel

34.8

Deskundigen samenwerkingsverband

De deskundigen, bedoeld in artikel 18a, elfde lid, van de wet zijn een orthopedagoog of een psycholoog en afhankelijk van de leerling over wiens toelaatbaarheid wordt geadviseerd ten minste een tweede deskundige, te weten een kinder- of jeugdpsycholoog, een pedagoog, een kinderpsychiater, een maatschappelijk werker of een arts.

Artikel

34.9

Tijdelijke landelijke geschillencommissie toelating en verwijdering

Hoofdstuk

IIIc

Vaststelling percentage onderwijstijd in vreemde taal

Artikel

34.10

Voorwaarden inrichting orthopedagogisch-didactische centra

Artikel

34.11

Voorschriften aan meetellen onderwijstijd op andere school of instelling

Artikel

34.12

Percentage onderwijstijd in de Engelse, Duitse of Franse taal

Het percentage, bedoeld in artikel 9, lid 13a, van de wet, waarin een deel van het onderwijs kan worden gegeven in de Engelse, Duitse of Franse taal is ten hoogste 15% per schooljaar.

Hoofdstuk

IV

Correcties op de bekostiging

Artikel

34a

Onderzoek vanwege de minister en correctie en in mindering brengen op de bekostiging

Artikel

34b

Betaling i.v.m. correcties

Een in artikel 34a, tweede lid, bedoelde correctie wordt indien de correctie strekt tot verhoging van de bekostiging, binnen acht weken na de mededeling, bedoeld in artikel 34a, tweede lid, door Onze Minister betaald.

Hoofdstuk

IVa

Voorschriften betreffende berekening van overschotten bij opheffing of beëindiging van de bekostiging van de laatste school van een bevoegd gezag

Artikel

34c

Berekening exploitatieoverschot bij opheffing of beëindiging van de bekostiging van de laatste school van een bevoegd gezag

Hoofdstuk

V

Overgangs- en slotbepalingen

§

1

Overgangsbepalingen

Artikel

35

Overgangsbekostiging samenwerkingsverband

Artikel

35a

Overgangsbepaling her te besteden bedrag

Artikel

35b

Vereveningspercentages passend onderwijs

Artikel

36

Overleg over niet herplaatst personeel

Artikel

36a

Overgangsbekostiging onderwijsachterstandenbestrijding

§

2

Slotbepaling

Artikel

37

Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit bekostiging WPO.

Artikel

38

Dubbelwijziging artikel 34.6

Wijzigt dit besluit.

Artikel 39

Vervallen

Artikel 40

Vervallen

Artikel

41

Vervallen

Artikel 42

Vervallen

Artikel 43

Vervallen

Artikel 44

Vervallen

Artikel

44a

Vervallen

Artikel 45

Vervallen

Artikel 46

Vervallen

Artikel 47

Vervallen

Artikel 47a

Vervallen

Artikel 47b

Vervallen

Artikel 47c

Vervallen

Artikel 47d

Vervallen

Artikel 47e

Vervallen

Artikel 47f

Vervallen

Artikel 47g

Vervallen

Artikel 48

Vervallen

Artikel 49

Vervallen

Artikel 50

Vervallen

Artikel 51

Vervallen

Artikel 51a

Vervallen

Artikel 52

Vervallen

Artikel 53

Vervallen

Artikel 54

Vervallen

Artikel 55

Vervallen

Artikel 56

Vervallen

Artikel 57

Vervallen

Artikel 58

Vervallen

Artikel 59

Vervallen

Artikel 60

Vervallen

Artikel 61

Vervallen

Artikel 61a

Vervallen

Artikel 62

Vervallen

Artikel 63

Vervallen

Artikel 64

Vervallen

Artikel 65

Vervallen

Artikel 66

Vervallen

Artikel 66a

Vervallen

Artikel 67

Vervallen

Artikel 68

Vervallen

Artikel 69

Vervallen

Artikel 70

Vervallen

Artikel 70a

Vervallen

Artikel 71

Vervallen

Artikel 72

Vervallen

Artikel 72a

Vervallen

Artikel 73

Vervallen

Artikel 74

Vervallen

Artikel 75

Vervallen

Artikel 76

Vervallen

Artikel 76a

Vervallen

Artikel 76b

Vervallen

Artikel 76c

Vervallen

Artikel 77

Vervallen

Artikel 78

Vervallen

Artikel 79

Vervallen

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat daarvan afschrift zal worden gezonden aan de Raad van State en de Algemene Rekenkamer.

's-Gravenhage
Beatrix
De Staatssecretaris van Onderwijs en Wetenschappen, G. van Leijenhorst
De Minister van Justitie, F. Korthals Altes

Inhoudsopgave

Bijlage

I

Vervallen.

Bijlage

II

Vervallen.

Bijlage

III

Vervallen.

Bijlage

IV

Vervallen.

Bijlage

V

Indeling van de gemeenten in klassen, als bedoeld in artikel 35 van het besluit

Vervallen.

Bijlage

VI

Model-architectenverklaring bij projecten voor het basisonderwijs, behorend bij artikel 16

Vervallen.