Artikel
1
1
Voor de toepassing van deze regels wordt onder loon verstaan het loon in de zin van de Coördinatiewet Sociale Verzekering (Stb. 1966, 64), met dien verstande dat:
-
a.
niet in geld genoten loon, als bedoeld in artikel 8, tweede lid, van de Coördinatiewet Sociale Verzekering, wordt gewaardeerd op de bedragen, genoemd in de beschikking van de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid dd. 22 december 1986, nr. 86/9459, zoals deze beschikking thans luidt of nader zal komen te luiden, of in een beschikking die daarvoor in de plaats treedt;
-
b.
hetgeen niet of niet geheel is uitbetaald, eveneens tot het loon behoort.
2
In afwijking van het bepaalde in het eerste lid worden geacht tot het loon te behoren:
-
a.
het werknemersaandeel in de pensioenpremie;
-
b.
het rechtens geldende loon, voor zover dit niet is genoten;
-
c.
bijdragen strekkende tot betaling van premie van een door of voor de werknemer afgesloten particuliere ziektekostenverzekering, tenzij op de werkgever de verplichting rust deze ook tijdens werkloosheid te verstrekken.
-
d.
bedragen welke zijn ingehouden als bijdrage voor aanspraken die naar aard en strekking overeenkomen met aanspraken ingevolge sociale verzekeringswetten, waaronder begrepen aanspraken op grond van hoofdstuk 3, afdeling 2, van de Wet arbeid en zorg, of als bijdrage voor aanspraken op uitkeringen wegens overlijden of invaliditeit ten gevolge van een ongeval.
3
In afwijking van het bepaalde in het eerste lid worden geacht niet tot het loon te behoren:
-
a.
aanspraken uit een dienstbetrekking, als bedoeld in artikel 4, tweede lid, van de Coördinatiewet Sociale Verzekering;
-
b.
bedragen, welke de hoogte van het rechtens geldende loon te boven gaan;
-
c.
bedragen, strekkende tot vergoeding van te maken onkosten, ook al zijn deze niet in een afzonderlijke onkostenvergoeding vastgesteld;
-
d.
gratificaties, tantièmes, uitkeringen ingevolge winstdeling, uitkeringen in de vorm van aandelen en andere dergelijke uitkeringen;
-
e.
loon bestemd voor vakantiedagen, niet zijnde vakantietoeslag, vergoeding voor niet-genoten vakantie, alsmede, ingeval de dienstbetrekking voortduurt, vakantietoeslag;
-
f.
feestdagentoeslag, tenzij in het desbetreffende beroep onder normale omstandigheden in de bedrijfstak arbeid op feestdagen wordt verricht;
-
g.
bedragen, uitbetaald als beloning voor overwerk;
-
h.
prestatie- en produktiepremie, voor zover deze een incidenteel of uitzondelijk karakter dragen;
-
i.
vergoeding voor reisuren, voor zover door het in aanmerking nemen van deze uren de normale wekelijkse arbeidsduur volgens arbeidsovereenkomst en toepasselijke collectieve arbeidsovereenkomst zou worden overschreden;
-
j.
afzonderlijke bijdragen, strekkende tot betaling van premie van een door of voor de werknemer afgesloten verzekering;
-
k.
uitkeringen en verstrekkingen uit fondsen;
-
l.
uitkeringen en verstrekkingen tot dekking van kosten ter zake van ziekte, invaliditeit, bevalling en sterfgeval;
-
m.
vrije uniform- en andere kleding;
-
n.
kindertoeslagen;
-
o.
afzonderlijke bijdragen, strekkende tot tegemoetkoming in de betaling van de rente van een hypotheek, rustende op de woning van de werknemer;
-
p.
het voordeel, dat voor de werknemer is gelegen in het gebruik voor privé-doeleinden van een auto en/of telefoon, waarvan de kosten geheel of gedeeltelijk door de werkgever worden gedragen;
-
q.
uitkeringen die het karakter hebben van een 13e maandloon of een eindejaarsuitkering ingeval de dienstbetrekking voortduurt;
-
r.
uitkeringen en verstrekkingen op grond van sociale verzekeringswetten, waaronder begrepen toeslagen op grond van de Toeslagenwet (Stb. 1987, 91) en uitkeringen op grond van hoofdstuk 3, afdeling 2, van de Wet arbeid en zorg;
-
s.
periodieke uitkeringen, die naar aard en strekking overeenkomen met uitkeringen op grond van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (Stb. 1987, 89), de Ziektewet (Stb. 1987, 88), hoofdstuk 3, afdeling 2, paragraaf 1, van de Wet arbeid en zorg of de Werkloosheidswet;
-
t.
uitkeringen over tijdvakken, waarin de werknemer geen arbeid verricht, indien die uitkeringen minder bedragen dan de helft van zijn loon.
-
u.
de waarde van door de werkgever verstrekte aandelenoptierechten.
-
v.
het voordeel dat voor de werknemer in de geestelijke en/of lichamelijke gezondsheids- of welzijnszorg, is gelegen in het gebruiken van de maaltijd in de werktijd tezamen met de hem toevertrouwde patiënten, pupillen of bewoners, indien hiertoe op basis van de arbeidsovereenkomst of aanstelling een verplichting bestaat op grond van opvoedkundige of therapeutische overwegingen of anderszins overwegingen van resocialiserende aard;
-
w.
een vergoeding van de werkgever in de kosten voor kinderopvang, voor zover die vergoeding meer bedraagt dan het bedrag van de besparing. Het bedrag van de besparing wordt bepaald door de laagste van de volgende bedragen te verminderen met de eigen bijdrage:
-
het bedrag dat op basis van de beschikking, bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel a in aanmerking zou moeten worden genomen indien de kinderopvang in natura zou zijn genoten zonder dat daarvoor een eigen bijdrage is verschuldigd;
-
het bedrag van de werkelijke kosten van kinderopvang.
De eigen bijdrage wordt bepaald door de werkelijke kosten van kinderopvang te verminderen met de vergoeding van de werkgever;
-
-
x.
niet in geld genoten loon in de vorm van produkten uit het bedrijf van de werkgever, waarvan de hoeveelheid niet uitgaat boven hetgeen in een gezin als dat van de werknemer pleegt te worden geconsumeerd, behoudens voor zover het bedrag van de integrale kostprijs voor de werkgever meer bedraagt dan de bijdrage van de werknemer;
-
y.
het voordeel dat voor de werknemer van een dagbladuitgeversbedrijf is gelegen in een gratis abonnement op een dagblad uitgegeven door dat bedrijf.
4
In afwijking van het bepaalde in het eerste lid en in het derde lid, onderdeel c, wordt voor gehuwde buitenlandse werknemers, die tijdelijk hier te lande te werk zijn gesteld en wier gezin in het buitenland verblijft;
-
a.
de geldswaarde van de verstrekking van kost en inwoning gesteld op het bedrag, hetwelk daarvoor is vermeld in de tabel, welke voorkomt in artikel 1 van de op artikel 8, tweede lid, van de Coördinatiewet Sociale Verzekering berustende beschikking tot waardering van loon in natura;
-
b.
de door de werkgever aan de werknemer verstrekte kostgeldvergoeding geacht tot het loon te behoren.