Regeling superheffing SLOM-deelnemers

De minister van Landbouw en Visserij,
Overwegende dat uitvoering moet worden gegeven aan Vo.(EEG) nr. 764/89 van de Raad tot wijziging van Vo.(EEG) 857/84 houdende algemene voorschriften voor de toepassing van de in artikel 5, quater van Vo.(EEG) nr. 804/68 bedoelde heffing in de sector melk en zuivelprodukten (PbEG L 84) en aan Vo.(EEG) nr. 1033/89 van de Commissie tot wijziging van Vo.(EEG) nr. 1546/88 tot vaststelling van de nadere voorschriften voor de toepassing van de bij artikel 5 quater van Vo.(EEG) nr. 804/68 ingestelde extra heffing (PbEG L 110);
Gelet op de artikelen 5 en 9 van de Vo.(EEG) nr. 1546/88 van de Commissie (PbEG L 139);
Gelet op de artikelen 13 en 19 van de Landbouwwet (Stb. 1957, 342);
Gehoord het Produktschap voor Zuivel en het Landbouwschap;

Besluit:

Artikel

1

Voor de toepassing van deze regeling worden voor zover van belang de begripsomschrijvingen overgenomen van artikel 1 van de Beschikking superheffing 1988 (Stcrt. 64) en wordt verstaan onder:

a.
de raadsverordening:

Verordening (EEG) nr. 1078/77 van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 17 mei 1977 tot invoering van een stelsel van premies voor het niet in de handel brengen van melk en zuivelprodukten en voor de omschakeling van het melkveebestand (PbEG L 131);

b.
de commissieverordening:

Verordening (EEG) nr. 1391/78 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 23 juni 1978 houdende gewijzigde bepalingen ter uitvoering van het stelsel van premies voor het niet in de handel brengen van melk en zuivelprodukten en voor de omschakeling van het melkveebestand (PbEG L 167);

c.
bestuursbesluit:

bestuursbesluit no. 184 van de Stichting Ontwikkelings- en Saneringsfonds voor de Landbouw (Stcrt. 126) ter uitvoering van de Raadsverordening en de uitvoeringsbepalingen daarvan;

d.
specifieke referentiehoeveelheid:

de ingevolge deze regeling toe te wijzen referentiehoeveelheid en/of de in artikel 7 van de Beschikking superheffing 1988 bedoelde heffingvrije hoeveelheid.

Artikel

2

Artikel

2a

Artikel

3

Artikel

4

Artikel

5

Vervallen

Artikel

6

Artikel

7

Artikel

8

Artikel

9

Artikel

10

De producent dient van zijn voornemen tot overdracht of verpachting van grond of het gehele bedrijf als bedoeld in artikel 6, tweede en derde lid, bij de dienst Landelijke service bij regelingen van het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij kennis te geven op een daartoe voorgeschreven formulier.

Na ontvangst van de kennisgeving stuurt de dienst Landelijke service bij regelingen van het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij de betrokken producent een ontvangstbevestiging. Uiterlijk één maand na de dagtekening van de ontvangstbevestiging beslist de dienst Landelijke service bij regelingen van het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij namens de minister welk gedeelte van de specifieke referentiehoeveelheid vervalt en deelt de betrokken producent mee of en zo ja welke specifieke referentiehoeveelheid resteert.

Artikel

11

Vervallen

Artikel

12

Deze regeling treedt in werking op de dag volgend op haar bekendmaking in de Staatscourant en kan worden aangehaald als de ‘Regeling superheffing SLOM-deelnemers’.

's-Gravenhage
De minister van Landbouw en Visserij, G. J. M.Braks