Besluit van 6 juni 1990, houdende regelen ter uitvoering van de Wet op de waterhuishouding

Uitvoeringsregeling waterhuishouding

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Verkeer en Waterstaat van 20 juni 1989, nr. RW 29 877, Hoofddirectie van de Waterstaat, Hoofdafdeling Bestuurlijke en Juridische Zaken; Gelet op de artikelen 7, tweede lid, 12, vijfde lid, 13, eerste lid, 16, tweede en vierde lid, 17, derde lid, 24, tweede lid, 25, tweede lid, en 70 van de Wet op de waterhuishouding (Stb. 1989, 285);
Gelet tevens op artikel 1 van de Wet van 28 februari 1891 tot vaststellen van bepalingen betreffende 's Rijks waterstaatswerken (Stb. 69), en op artikel 7, tweede lid, van de Grondwaterwet (Stb. 1981, 392);
Gehoord gedeputeerde staten van de provincies;
Gehoord de betrokken beheerders;
Gehoord de Raad van de Waterstaat;
De Raad van State gehoord (advies van 2 maart 1990, no. WO9.89.0342);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Verkeer en Waterstaat van 29 mei 1990, nr. R 62108, Hoofddirectie van de Waterstaat, Hoofdafdeling Bestuurlijke en Juridische Zaken;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Hoofdstuk

I

Begripsomschrijving

Artikel

1

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • a.

    wet: de Wet op de waterhuishouding (Stb. 1989, 285);

  • b.

    rijkswateren: de oppervlaktewateren onder beheer van het Rijk, met inbegrip van met deze wateren in open verbinding staande wateren welke zijn aangewezen bij het Besluit aanwijzing zijwateren van hoofdwateren en van met de eerstbedoelde wateren in open verbinding staande havens welke bij anderen dan het Rijk in beheer zijn;

  • c.

    hoofdwateren: de in de bijlage bij dit besluit opgenomen rijkswateren van landelijk belang;

  • d.

    afvoeren: het door middel van een werk of langs natuurlijke weg brengen of laten stromen van water uit een oppervlaktewater naar een ander oppervlaktewater;

  • e.

    aanvoeren: het door middel van een werk of langs natuurlijke weg naar een oppervlaktewater halen of laten stromen van water uit een ander oppervlaktewater;

  • f.

    lozen: het door middel van een werk brengen van water in een oppervlaktewater, zonder dat het water daarbij uit een ander oppervlaktewater wordt gehaald;

  • g.

    onttrekken: het door middel van een werk halen van water uit een oppervlaktewater,zonder dat het water daarbij in een ander oppervlaktewater wordt gebracht;

  • h.

    beheersplan voor de rijkswateren: het in artikel 5 van de wet bedoelde plan;

  • i.

    vergunning: de in artikel 24 van de wet bedoelde vergunning.

Hoofdstuk

II

Aanwijzing van rijkswateren waarop het provinciaal plan mede betrekking heeft, zoals bedoeld in artikel 7, tweede lid, van de wet

Hoofdstuk

III

Beheersinstrumenten

Afdeling

1

Registratie

§

1

Aanwijzing met betrekking tot rijkswateren van meldplichtige en meetplichtige gevallen, zoals bedoeld in artikel 12, eerste lid, van de wet

Artikel

3

Artikel

5

§

2

Landelijke regelingen voor de melding en de meting, zoals bedoeld in artikel 12, vijfde lid, van de wet

Artikel

6

Artikel

7

Indien op de dag waarop de meldplicht van kracht wordt, de afvoer, aanvoer, lozing of onttrekking reeds op een te melden wijze mogelijk is, geschiedt de melding binnen 8 weken na die dag.

Artikel

8

De melding bevat:

  • a.

    de naam en het adres van de meldingplichtige;

  • b.

    de dagtekening;

  • c.

    de naam van de betrokken wateren;

  • d.

    een kaart met de plaats van de afvoer, aanvoer, lozing of onttrekking, met de ligging van de werken en, indien het gaat om afwatering van een gebied, met de percelen ten behoeve waarvan water wordt afgevoerd;

  • e.

    een beschrijving van de werken, waaronder een opgave van de capaciteit;

  • f.

    een aan duiding van de waterhoeveelheden in m3 die per één of meer tijdseenheden worden verplaatst, te onderscheiden naar perioden of omstandigheden;

  • g.

    het doel, de begindatum en, indien vooraf bekend, de einddatum van de afvoer, lozing, aanvoer of onttrekking.

Artikel

9

De kwantiteitsbeheerder kan voor het doen van de melding een formulier vaststellen.

Artikel

10

Een meting, aantekening en opgave, als bedoeld in artikel 12, eerste lid, van de wet, geschieden op de volgende wijze:

  • a.

    gemeten wordt op een zodanige plaats en op een zodanige wijze dat het meetresultaat niet meer dan 10% kan afwijken van de werkelijk verplaatste waterhoeveelheid;

  • b.

    een waterverplaatsing wordt uitgedrukt in m3 per één of meer tijdseenheden;

  • c.

    van een waterverplaatsing wordt in ieder geval het gemiddelde per etmaal berekend;

  • d.

    de regelmaat waarmee en de vorm waarin de gegevens worden verstrekt, komen overeen met de wijze waarop de kwantiteitsbeheerder in vergelijkbare gevallen gegevens verwerkt.

Afdeling

2

Het Peilbesluit

§

1

Aanwijzing met betrekking tot rijkswateren van gevallen waarin een peilbesluit moet worden vastgesteld, zoals bedoeld in artikel 16, eerste lid, van de wet

Artikel

11

§

2

Regelen met betrekking tot rijkswateren voor de voorbereiding en vaststelling van een peilbesluit, zoals bedoeld in artikel 16, tweede lid, van de wet

Artikel

12

Onze Minister stelt zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen een termijn van acht maanden na het van kracht worden van de verplichting een peilbesluit vast te stellen, een ontwerp van het peilbesluit op.

Artikel

14

Vervallen

Artikel

16

Vervallen

Artikel

17

Vervallen

Artikel

18

Vervallen

Afdeling

3

Aanwijzing met betrekking tot rijkswateren van gevallen waarin een waterakkoord moet worden gesloten, zoals bedoeld in artikel 17, eerste lid, van de wet

Artikel

19

Afdeling

4

De Vergunning

§

1

Aanwijzing met betrekking tot rijkswateren van gevallen waarin een vergunning is vereist, zoals bedoeld in artikel 24, eerste lid, van de wet

Artikel

20

Het is verboden zonder vergunning water te lozen in of te onttrekken aan rijkswateren, indien op de voorgenomen wijze van lozing of onttrekking meer dan 5000 m3 water per uur kan worden geloosd of meer dan 100 m3 water per uur kan worden onttrokken.

Artikel

21

Artikel

22

De artikelen 20 en 21 zijn tevens van toepassing op het afvoeren naar of aanvoeren uit rijkswateren door anderen dan kwantiteitsbeheerders.

§

2

Landelijke regelen voor de aanvraag tot verlening van een vergunning, zoals bedoeld in artikel 25, tweede lid, van de wet

Artikel

23

Bij de aanvraag tot verlening van een vergunning worden in ieder geval overgelegd de gegevens bedoeld in artikel 8.

Artikel

24

Vervallen

Hoofdstuk

IV

Wijziging of intrekking van enkele andere besluiten

Artikel

25

Bevat wijzigingen in andere regelgeving.

Artikel

26

Het besluit van 1 oktober 1982 (Stb. 591), houdende aanwijzing van rijksambtenaren als bedoeld in artikel 7, tweede lid, van de Grondwaterwet, wordt ingetrokken met ingang van het tijdstip waarop in de onderscheiden provincies de verordeningen als bedoeld in artikel 8, tweede lid, van de wet zijn vastgesteld.

Hoofdstuk

V

Slotbepalingen

Artikel

27

Dit besluit treedt met ingang van 1 juli 1990 in werking.

Artikel

28

Dit besluit kan worden aangehaald als Uitvoeringsregeling waterhuishouding.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende bijlage en nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat daarvan afschrift zal worden gezonden aan de Raad van State.

's-Gravenhage
Beatrix
De Minister van Verkeer en Waterstaat, J. R. H. Maij-Weggen
De Minister van Justitie, E. M. H. Hirsch Ballin

Bijlage

bij de Uitvoeringsregeling waterhuishouding

Hoofdwateren

  • -

    Noordzee;

  • -

    Waddenzee;

  • -

    Eems, Dollard;

  • -

    Westerschelde, Kanaal van Gent naar Terneuzen, Oosterschelde, Kanaal door Zuid-Beveland;

  • -

    Grevelingenmeer;

  • -

    Krammer, Volkerak, Eendracht, Zoommeer, Bathse Spuikanaal, Antwerps kanaalpunt in de Schelde-Rijnverbinding;

  • -

    Boven-Rijn, Bijlandsch Kanaal, Waal, Boven Merwede, Nieuwe Merwede, Hollandsch Diep, Haringvliet;

  • -

    Pannerdensch Kanaal, Neer-Rijn, Lek, Nieuwe Maas, Nieuwe Waterweg; Hollandsche IJssel van Krimpen aan de IJssel tot de Waaiersluis bij Gouda;

  • -

    Beneden Merwede, Noord, Dordtsche Kil, Oude Maas, Spui;

  • -

    Maas, Bergsche Maas, Heusdensch Kanaal, Afgedamde Maas, Amer, Biesbosch;

  • -

    Julianakanaal, Lateraal kanaal, Maas-Waalkanaal, Kanaal van St. Andries; IJssel, Keteldiep, Kattendiep, Ketelmeer, Vossemeer;

  • -

    Twentekanalen;

  • -

    Zwarte Water, Zwolle-IJsselkanaal, Zwolsche Diep, Zwarte Meer;

  • -

    IJsselmeer, Markermeer (met inbegrip van het Oostvaarders diep), Gouwzee, IJmeer, Gooimeer, Eemmeer, Wolderwijd, Nijkerkernauw, Nuldernauw, Veluwemeer, Drontermeer;

  • -

    Lekkanaal, Amsterdam-Rijnkanaal, het IJ, Noordzeekanaal, Buitenhaven van IJmuiden.