Artikel
1
1
Voor de toepassing van het bij of krachtens deze wet bepaalde wordt verstaan onder:
-
a.
Onze minister: Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;
-
b.
de Raad: de Pensioen- en Uitkeringsraad, bedoeld in artikel 2;
-
c.
een Kamer: een Kamer als bedoeld in artikel 11;
-
d.
het bureau: het bureau, bedoeld in artikel 14.
2
Onder "toepassing" onderscheidenlijk "uitvoering" van de in artikel 3, onder a, genoemde wetten wordt verstaan het nemen van beschikkingen op aanvragen op grond van die wetten onderscheidenlijk het voorbereiden en uitwerken van die beschikkingen.